:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Algemeen >> ALGEMEEN: DVD INFO IN HD
ALGEMEEN: DVD INFO IN HD
Type: Algemeen - Datum: 2008-06-12 - Geplaatst door: Hans

Je moet tegenwoordig niet veel moeite meer doen om de term HD ergens tegen te komen. Net zoals de befaamde i van Apple en de XP van Microsoft, wordt het maar al te vaak te pas en te onpas overal bijgesleurd. Gevolg is dat de consument na een tijdje het bos niet meer door de bomen ziet en er dan maar ineens de brui aan geeft. In dit artikel hopen we een en ander te verduidelijken, gaande van die term HD tot wat je nu moet doen om als filmliefhebber van die HD te kunnen genieten.

HD? Wablief?
Om te beginnen is het misschien handig om HD eens van naderbij te bekijken. HD staat voor High-Definition ofte hogedefinitie in het Nederlands. In dit geval heeft die definitie dan niks te maken met een omschrijving, maar alles met de resolutie van bijv. het beeld op een scherm. Die definitie begon een belangrijke rol te spelen toen de video-dvd eind 1997 op de markt verscheen. Langzaam maar zeker werd er overgestapt op digitale media, zowel voor de opname, de verspreiding als de weergave van films. Anno 1997 was het aantal digitale televisies enorm laag en de hoeveelheid details die kon worden weergegeven door die toestellen was dat bijgevolg ook. Voor de dvd werd  een resolutie van 720 bij 576 pixels als norm aangenomen in PAL-gebieden en 720 bij 480 pixels in NTSC-gebieden. In die tijd was dat meer dan voldoende, want gecombineerd met de digitale vorm van het medium was het een heuse stap vooruit op het vlak van home-entertainment. Daar kwam nog eens bij dat het tegelijkertijd mogelijk was om films te gaan bekijken met 5.1 surround sound, wat voordien quasi enkel mogelijk was in bioscopen (alleszins toch voor de meeste mensen). Filmliefhebbers kregen dus niet alleen een veel "betere" film te zien, ze werden door de zes geluidskanalen ook nog eens midden in de actie geplaatst.

Er is sinds 1997 echter heel wat veranderd. Waar we het in 1997 in veel gevallen moesten stellen met analoge 4:3 tv-toestellen van amper 40 cm (diagonaal), zijn de meeste televisies nu 16:9, digitaal en hebben ze een diagonaal van 70 centimeter tot ... Er komt blijkbaar elke dag weer een grotere maat op de markt. Groter is echter niet altijd beter en een scherm met een diagonaal van 1 meter zal voor veel mensen zonder twijfel nog zeer lang de ultieme filmbeleving zijn. Op dergelijke digitale schermen wordt je echter ook geconfronteerd met de beperkingen van het dvd-formaat. Het signaal op de dvd wordt vaak tot 200% a 300% vergroot, met alle gevolgen vandien voor de scherpte en het detail van het beeld. Het is op dat moment dat de term HD zijn intrede doet. Er is overduidelijk behoefte om die "lage" resolutie van dvd's te verhogen tot iets wat, net als in 1997 op een kleine TV, haarscherp is, maar nu dan op een relatief groot, digitaal scherm. Er is dus nood aan meer definitie en hoe kan je dat geheel dan best noemen? Hoge definitie natuurlijk. Vandaar dat er vanaf dat moment naar de (gewone) dvd gerefereerd wordt als SD ofte standard definition. Het blijft ons verbazen dat men niet voor low definition of iets dergelijks kiest als referentie voor dvd. Commercieel gezien zou dat toch beter zijn? Dat echter geheel terzijde.

In de eerste plaats wilde men die hogere resolutie gaan gebruiken voor televisie. De home entertainment media mochten anno 1997 dan wel gedigitaliseerd zijn, de eigenlijk tv-uitzendingen waren veelal bedroevend van kwaliteit (iets wat menig Vlaming tot op de dag van vandaag kan beamen). Er was op dat moment nochtans volop onderzoek aan de gang naar digitale tv-uitzendingen van hogere kwaliteit, met als pioniers Japen en Europa. In Europa viel de ontwikkeling om tal van redenen echter enigszins stil met de situatie die we vandaag de dag kennen als gevolg. Japan bleef echter verder onderzoeken en de VS ontwikkelde een eigen HDTV-standaard. Beide systemen verschillen op technisch vlak enorm, maar in de praktijk is er gelukkig wel sprake van een zekere uniformiteit. Aangezien de beschikbare bandbreedte in de eerste plaats relatief beperkt is, is gekozen voor een resolutie van 1280 op 720 pixels. Dat komt neer op een klein miljoen pixels in één frame, t.o.v. van het halve miljoen van een normale dvd. Het is echter de bedoeling dat HDTV uiteindelijk op een resolutie van 1920 op 1080 pixels uitgezonden wordt, wat neerkomt op een resolutie die maar liefst 4 keer zo hoog is als die van een gewone dvd!

Maar dat is natuurlijk niet de enige verbetering die mogelijk wordt met die zogenaamde HDTV. De mogelijkheid bestaat ook om voor eens en voor altijd komaf te maken met de beperkingen van het NTSC/PAL-formaat. In de eerste plaats wil men afrekenen met interlacing, het systeem waarbij 2 velden van een halve verticale resolutie gecombineerd worden tot één frame. Destijds was de frequentie van het beeld immers niet het grootste probleem, maar wel de nodige bandbreedte om het geheel te versturen. In de praktijk kwam het er in Europa op neer dat je televisietoestel per seconde 50 velden ontving, wat intern omgezet werd naar 25 weergegeven beelden per seconde. Er werd dan ieder keer maar een half beeld vervangen om de illusie van vloeiende bewegingen te behouden. HDTV zou interlacing nog steeds ondersteunen, maar men geeft toch de voorkeur aan het doorsturen van complete frames in plaats van halve frames of velden. Kort samengevat betekent dit dat elke beeldlijn 24 of 25 keer per seconde vervangen wordt. Zeer concreet voorkomt dat de trillende horizontale lijnen waaraan veel filmliefhebbers zich doodergeren op hun veelal alles behalve goedkope apparatuur. Er bestaan uiteraard tal van manieren om deze effecten te minimaliseren, maar uiteraard kan men beter voorkomen dan genezen. Dit systeem noemt men "progressive scan" en wordt zelfs al ondersteund door het dvd-medium. Dat verklaart meteen ook waarom we bij DVD Info soms zo razend kwaad worden wanneer we titels die op film geschoten zijn, op dvd als interlaced te zien krijgen.

Naast het naar de andere wereld helpen van interlacing, wilde men ook het geluid enigszins opwaarderen. Digitaal 5.1-geluid is mogelijk op dvd-schijfjes, dus moet dat toch ook mogelijk zijn voor televisie-uitzendingen? Tot dan toe moest je het op tv stellen met stereogeluid of in het beste geval 2.0 surround als je al een dergelijke dure decoder had. Bovendien werd echte surround in ieder geval al niet veel gebruikt door de verschillende zenders. Het had al zo lang geduurd vooraleer men eindelijk in stereo ging uitzenden.

In Japan en de VS is HDTV inmiddels vrij populair en wijdverspreid. In de Benelux hebben we zoveel geluk niet. Tot voor kort was digitale televisie zelfs nog compleet taboe, laat staan dat men HDTV wilde gaan introduceren. Op dit moment kan je in zowel België als Nederland kiezen uit verschillende mogelijkheden via kabel en/of satelliet om digitaal tv te kijken. Het aantal uitzendingen in HD blijft echter enorm beperkt. Binnen Europa zijn het vooral BBC en ZDF die zich inzetten op het gebied van HDTV-uitzendingen. De eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat andere Europese zenders ook zeer voorzichtig het terrein aftasten en op zijn minst ook interesse tonen. Grootste probleem in de Benelux is veelal de verouderde infrastructuur van het kabelnetwerk. In Groot-Brittannië en Duitsland zijn digitale uitzendingen via satelliet zeer populair waardoor natuurlijk in zekere mate de beperkingen van oude kabels en bandbreedte omzeild worden.

HDTV... en nu ?
HDTV was en is dus een feit, zelfs al hinken wij Europeanen enigszins achterop en al zou je dat niet zeggen als je de verkoopcijfers van HDTV’s ziet. Het werd dus dringend tijd om met een home entertainmentformaat op de proppen te komen dat HDTV evenaart. De oude vertrouwde dvd is immers van z’n pluimen verloren sinds Japanners en Amerikanen dagelijks naar de HD-uitzendingen van hun favoriete series en/of films kunnen kijken. Dvd-producenten hebben niet te klagen, want de zilveren schijfjes vliegen nog sneller over de toonbank dan UFO's over Roswell, New Mexico.

Zoals dat meestal gaat met technologische ontwikkelingen, volstond het uiteraard niet om HDTV te evenaren, maar wilde men er nog een schepje bovenop doen. Men was bij de opvolger van de dvd enigszins ambitieuzer dan bij HDTV: 1920 op 1080 pixels zou de standaardresolutie worden van een HD-release. Op een bepaald moment moet er ergens een dollar of een yen gevallen zijn en begreep men dat het beeld niet het enige onderdeel is dat men kon verbeteren. Eigenlijk had niemand reden tot klagen over de Dolby Digital en DTS-tracks op dvd's, maar toch ging men aan tafel zitten met Dolby Laboratories en DTS Digital Entertainment.

Het resultaat? Drie nieuwe audiosmaken: Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD en DTS-HD. Wat zijn daar nu weer de voordelen van? We overlopen de 3 formaten even:

  • Dolby Digital Plus

Dit formaat kan je nog het best bekijken als een simpele uitbreiding van de vertrouwde Dolby Digital. Wat is er dan zo speciaal aan? In een notendop: efficiëntere compressie, ondersteuning voor meer dan 6 kanalen en bovenal hogere bitrates. Bij de nieuwe HD-formaten is er voor een bitrate tussen 1,7 en 3 Mbit gekozen voor Dolby Digital Plus tracks. Ter vergelijking: een Dolby Digital track op dvd haalde maximaal 448 kbit. In de praktijk zou het geluidsspoor dus nog gedetailleerder kunnen (moeten?) zijn. Het is trouwens vermeldenswaardig dat er bij zowel HD-dvd als Blu-ray ook voor gekozen is om de bitrate van de standaard Dolby Digital tracks te verhogen tot respectievelijk 504 en 640 kbit, niet wereldschokkend hoger, maar we kunnen ons wel inbeelden dat het op bepaalde momenten net dat beetje meer kan zijn dat anders ontbrak.

  • Dolby TrueHD

Bovenstaande is al vrij indrukwekkend, waarom is er dan nog een 2e formaat nodig? Het verschil zit hem in de toegepaste compressie. Vergelijk het met het verschil tussen een jpg- en een png-afbeelding ten opzichte van een bmp. Een bmp is compleet ongecompresseerd en neemt enorm veel plaats in op de harde schijf. Een jpg is gecompresseerd en neemt heel wat minder plaats in doordat bepaalde details genegeerd worden maar de visuele integriteit van de afbeelding wel bewaard blijft. Er is dus wel degelijk een verlies van kwaliteit. Bij een png-afbeelding is er ook compressie, maar die gebeurt zodanig dat er niks aan gegevens verloren gaat. Uiteraard heeft dat laatste altijd onze voorkeur indien enigszins mogelijk. De in 1997 geïntroduceerde schijfjes zijn echter uitermate beperkt qua opslagcapaciteit en dus is het bijzonder moeilijk daar wat anders dan een jpg-achtig geluidsformaat op te zetten. Blu-ray en HD-dvd hebben een veel hogere opslagcapaciteit, zo hoog zelfs dat er naast het beeld meer dan voldoende ruimte over is voor een geluidsband van uiterst hoge kwaliteit. Ter illustratie: waar Dolby Digital Plus beperkt is tot maximaal 3 Mbit, gaat Dolby TrueHD tot 18 Mbit. We vinden dat eigenlijk al enigszins overdreven voor normale doeleinden, zeker wanneer je ook weet dat de frequentie van het geluid ook nog eens maximaal 192 KHz wordt in plaats van 48 KHz. Langs de andere kant is het formaat nu tenminste ook voorzien op toekomstige evoluties, evoluties die nu misschien gewoon nog niet te voorspellen zijn.

  • DTS-HD

DTS-HD is in theorie het meest flexibele geluidsformaat dat er op dit moment bestaat. Het formaat ondersteunt bitrates gaande van de klassieke DTS-tracks tot de hierboven vermelde verliesloze compressie. Bij HD-formaten is het zo dat het aantal geluidskanalen beperkt wordt tot 8, maar op papier is er ook daar weer geen echte beperking. Grootste voordeel is misschien wel dat het DTS-HD-formaat van nature downmixing ondersteunt. Ter illustratie: heb je hardware die geen Dolby TrueHD ondersteunt en je schijfje heeft enkel een TrueHD track, dan ben je mooi gezien. DTS-HD zorgt op dat vlak niet voor problemen. Naast de geluidsgegevens bevat de DTS-HD normaal gezien ook de nodige gegevens om de track afspeelbaar te maken op bijv. de audio receivers die de meesten onder ons op dit moment bezitten (en we gaan er nu even van uit dat je Blu-rayspeler geen interne decodering toepast).

Waren deze nieuw formaten echt nodig? Misschien niet, misschien wel. De huidige formaten voelden bij momenten toch enigszins beperkt aan, een probleem dat zich bij de opvolgers vermoedelijk niet meer zal voordoen.

Interactieve video
Een ander innovatie bij de dvd was de zogenaamde interactiviteit. Je kon in een menu zelf de audiotaal, ondertitels en bijv. het weer te geven hoofdstuk kiezen. Op het moment van introductie was dat groot nieuws, in 2008 is dat toch wel iets minder groot nieuws. Sterker nog: we beschouwen dat als vanzelfsprekend. Door de opkomst van het internet en alle interactieve hoogstandjes die we daarop te zien krijgen, zijn we heel wat veeleisender als het aankomt op interactieve media. Dat systeem is dus ook grondig herbekeken. Blu-ray en HD-dvd zagen dat wel enigszins anders. De ene ging in de richting van programmeertaal Java kijken en de andere vond XML interessanter als formaat voor het aanbieden van interactiviteit. Java kan je nog het best bekijken als een extra programma dat je op een PC installeert. XML is dan weer beter te vergelijken met een internetpagina. De grens tussen het internet enerzijds en de eigen PC anderzijds is echter zo vervaagd dat beide formaten meer dan voldoende in huis hebben om efficiënt toe te worden gepast. Een "simpel" voorbeeldje is bijv. het afspelen van de film tijdens het raadplegen van het menu, je moet dus niet langer het ene of het andere doen. Op een gelijkaardige manier kan er dan bijv. ook rechtstreeks extra beeldmateriaal weergegeven worden tijdens het afspelen van de film. Dat alles wordt nog uitgebreider wanneer je weet dat er een verbinding kan worden gemaakt met het internet voor het ophalen van extra inhoud. Ook hier valt het op dat er naar de toekomst gekeken is, de grotere flexibiliteit van de formaten staat toe dat de toepassingen nog kunnen groeien.

Misschien moeten nu nog even terugkomen op het beeld van die nieuwe HD-schijfjes? Bij dvd wordt er gebruik gemaakt van MPEG-2, waardoor een film van meer dan 2 uur vaak maar net op één dubbellaagsschijfje kan, tenminste, zonder aan de beeldkwaliteit te raken. Stel je voor dat je met een dergelijke inefficiënte compressie 4 maal meer beeldpunten moet vastleggen. Uiteindelijk gaat dat probleemloos, maar waarom zou je niet op zoek gaan naar een beter alternatief en tegelijkertijd én meer content aanbieden op één schijfje én tegen een hogere kwaliteit. Met dat voor ogen, gingen de bollebozen rond de tafel zitten en werden 2 nieuwe formaten geboren: VC-1 en H.264 (ofte MPEG-4 AVC). De technische details gaan we jullie besparen, laat het volstaan met te zeggen dat deze nieuwe formaten, net als de audiovarianten die erbij horen, hogere bitrates en resolutie ondersteunen en bovendien veel efficiënter compresseren.

Nieuwe formaten hebben echter ook kinderziektes en de eerste titels die gereleased zijn, durfden hier of daar nog wel eens mankementen bevatten op visueel vlak. Dat hoeft ook niet te verbazen. Na bijna 10 jaar weet men bij de verschillende uitgevers ondertussen (hopelijk) wel hoe men zo optimaal mogelijk gebruik kan maken van de MPEG-2 codes. Met de nieuwe codes is het nog enigszins aftasten. Logisch gevolg is dat het dan al eens durft mis te lopen. Dat we die schijven als eindgebruiker nog te zien krijgen is een compleet andere discussie.

Addertjes onder het gras
Het bovenstaande klinkt schitterend, niet? Zeker en vast, maar één van onze noorderburen beweert maar al te graag dat de meeste dromen bedrog zijn. We geven het niet graag toe, maar hij heeft alweer gelijk. Een algemeen vervloekte feature van de dvd is de beruchte "regio". Dankzij regio’s kunnen studio’s bepalen in welke delen van de wereld een bepaald schijfje afspeelbaar is. Bepaalde studio’s maken daar fanatiek gebruik van (bijv. Disney en Fox), anderen vonden dat iets minder interessant (bijv. Warner). Feit is echter wel dat het systeem bestaat en dat het lang niet op elke speler te omzeilen is. Daarnaast is er voor dvd's ook nog zoiets als kopieerbeveiliging, een onderwerp waarover soms zeer verhitte discussies ontstaan. We willen daar hier niet verder op ingaan. Het is echter vooral het systeem van regio’s dat niet geapprecieerd wordt. Het is overduidelijk een manier om de soms enorme prijsverschillen tussen verschillende regio’s te handhaven. Daarenboven is het aanbod aan titels in de verschillende regios vaak ook nog eens compleet anders en moet je als koper enorm op je hoede zijn voor verknipte of gecensureerde releases.

Soms leert men echter uit dergelijke fouten. Een van de twee HD-formaten, nl. HD-dvd, wilde komaf maken met het systeem van de regio’s. Voor de filmliefhebber is dat uiteraard een "dream come true", want dan word je bij de aanschaf van je schijfjes enkel nog beperkt door je talenkennis (en je portemonnee natuurlijk). Het Blu-rayformaat is iets minder ambitieus en kiest ervoor een aantal regio’s te behouden, nl. A (Amerika, Zuidoost-Azië), B (Europa, Afrika, het Midden Oosten en Australië) en C (Rusland, China en aanverwanten). De keuzes voor regio A zijn op zijn minst opmerkelijk. We laten u daar zelf conclusie uit trekken. De eerlijkheid gebiedt ons wel te zeggen dat de regio’s geen verplichting zijn en in relatief veel gevallen niet gebruikt worden. We hopen alvast dat dit zo blijft.

Over de kopieerbeveiligingen van zowel Blu-ray als HD-dvd is iets beter nagedacht. Onder de naam AACS is een nieuwe beveiliging geïntroduceerd voor zowel HD-dvd als Blu-ray. Geen enkel systeem is 100% foolproof, maar AACS is toch een iets serieuzer probeersel dan de CSS die gebruikt wordt voor dvd. Voor Blu-ray zijn bovendien nog 2 extra beveiligingsmaatregelen ter beschikking gesteld. In de eerste plaats is er Rom-Mark, een fysieke beveiliging tegen replicatie op grote schaal. Ten tweede is er BD+. BD+ kan je best zien als een extra stukje software dat je Blu-rayspeler onder de loep neemt en nagaat of er mee geprutst is. Deze beveiliging is op het moment dat we dit schrijven nog steeds niet gekraakt. Dat is toch wel een hele prestatie in het digitale tijdperk. We gaan op dit onderwerp echter niet verder in, aangezien de lezers van DVD Info zich niet bezighouden met praktijken die kunnen lijden onder dit soort beveiligingen.

Een echte adder kunnen we het niet noemen, maar we willen toch nog iets kwijt over de zogenaamde "profielen" van Blu-rayspelers. Voor de weergave van BD-Video bestaan er namelijk drie profielen: de simpele BD-Video (1.0), Bonus View (1.1) en BD-Live (2.0). Naast de basisfunctionaliteit van een 1.0-speler, heeft een 1.1-speler ook een 2e video- en geluidsdecoder. Die maken het mogelijk om o.a. extra beeld- en geluidsmateriaal te tonen tijdens het afspelen van de films. Daarnaast heeft de speler ook een lokale opslagcapaciteit van 256MB voor updates of extra materiaal dat via het internet wordt binnengehaald. Het BD-Live profiel gaat nog een stapje verder: de opslagcapaciteit wordt uitgebreid tot 1GB en de mogelijkheid de speler aan te sluiten op het internet wordt verplicht. Let wel op: we hebben het hier over de mogelijkheid om dit te doen, dat betekent dus niet dat de speler verplicht aangesloten moet zijn op het internet. Het vierde Blu-rayprofiel zal exclusief gebruikt worden voor het BD-Audioformaat waarover tot op heden nog niet te veel bekend is.

To be or not to be?
Het zal ondertussen wel al duidelijk zijn dat er 2 mogelijke opvolgers van de dvd waren: HD-dvd en Blu-ray. Er is door beide kampen serieus met geld gegooid om zowel studio’s als consumenten te overtuigen van de kwaliteiten van het eigen formaat. Ook de verkoop van consoles als de Playstation 3 en de X-Box 360 hadden een zekere impact op het succes van beide formaten. Tot een echte vergelijking willen we niet overgaan, want beide formaten hadden meer dan genoeg potentieel als opvolger van de dvd. Zeer concreet heeft Blu-ray een hogere opslagcapaciteit en meer beveiligingsmogelijkheden. HD-dvd daarentegen is regiovrij en iets minder paranoïde wat betreft beveiliging. De belangen van de studio’s en de consument stonden alleszins quasi haaks op elkaar. Uiteindelijk won Blu-ray begin dit jaar de "oorlog", al vragen we ons af in welke mate dit een keuze van de eindgebruiker is? De verkoop van beide formaten stelt niks voor als je er de verkoopscijfers van dvd’s naast legt. Wel is het zonder twijfel positief dat er nu maar één formaat is. Blijft nu nog de vraag of Blu-ray algemeen zal weten door te breken of steeds een product zal blijven voor een nichegroep van filmliefhebbers. We denken daarbij onwillekeurig aan het laserdiskformaat.

De technische details op een rijtje
Voor een complete vergelijking van Blu-ray en dvd kunt u terecht op deze Wikipedia-link, we sommen hier nog even de belangrijkste elementen op:

  • Opslagcapaciteit: 25GB of 50GB (enkele of dubbele laag)
  • Video: H.264/MPEG-4 AVC, VC-1 en MPEG-2
  • Audio: Dolby Digital, Dolby Digital Plus, Dolby TrueHD, DTS, DTS-HD, DTS-HD Master Audio en PCM
  • Videoresolutie: max. 1920 x 1080, een hele reeks kleinere formaten wordt eveneens ondersteund
  • Framerate: 24/25 progressief of 50/60 interlaced

Ter vergelijking de gewone dvd:

  • Opslagcapaciteit: 4,7GB of 8,5GB (enkele of dubbele laag)\
  • Video: MPEG-1 en MPEG-2
  • Audio: Dolby Digital, DTS en PCM (voor PAL-schijven ook MPEG2-Audio)
  • Videoresolutie: max. 720 x 480 voor NTSC en 720 x 576 voor PAL
  • Framerate: 50/60 interlaced

Ik ben overtuigd, wat nu?
Je wilt HD-materiaal afspelen in je thuisbioscoop, wat heb je daar nu net extra voor nodig ten opzichte van je huidige dvd-installatie? Het is misschien overbodig dat we het vermelden, maar toch: een HDTV kan handig zijn. Koop echter niet om het even welk toestel want er zijn wel een paar vereisten. Wil je het jezelf makkelijk maken, kijk dan uit naar de "HD Ready"- en "HD Ready 1080p / Full HD"-logos. Ze garanderen dat je televisietoestel overweg kan met de signalen die je Blu-rayspeler doorstuurt. Dat houdt twee dingen in: enerzijds dat je toestel over minstens 720 of 1080 beeldlijnen beschikt en anderzijds dat de fysieke verbinding tussen speler en televisie beveiligd is via HDCP en aansluitbaar via een HDMI of DVI kabel.

Het kan ook geen kwaad even te checken wat de aansluitmogelijkheden van je receiver en de gewenste Blu-rayspeler zijn. Zorg ervoor dat je Blu-rayspeler een coaxiale uitgang heeft die je simpelweg kan aansluiten op je bestaande receiver. Anderzijds heb je misschien een speler op het oog die enkel een optische geluidsuitgang heeft voor meerkanaalsgeluid? Wees er dan zeker van dat je receiver een dergelijke ingang heeft. Blijft uiteraard het feit dat er voor Blu-ray een aantal nieuwe geluidsformaten geïntroduceerd zijn. Je bestaande receiver kan die vermoedelijk niet decoderen. Moet je dan echt een dergelijk nieuw (en erg duur) apparaat in huis halen? Gelukkig niet. Ten eerste omdat de nieuwe formaten perfect compatibel zijn met de oude en zo lijkt een DTS-HD-track voor je receiver net een ordinaire DTS-track. Daar komt nog eens bij dat de meeste spelers relatief slim zijn. Indien ze merken dat je receiver de nieuwe HD-formaten niet kan verwerken, dan decoderen ze de tracks gewoon naar een DTS of Dolby Digitalformaat met een zo hoog mogelijke bitrate.

Voor het afspelen van dvd’s is de PC ook enorm populair geworden. Het spreekt voor zich dat je op diezelfde PC ook wel eens Blu-ray’s zou willen afspelen. Ga dan vooral na of je apparaat aan de minimumeisen voldoet. Cyberlink ontwikkelde een tool die dat voor je kan nagaan. Kort samengevat zal je een vrij krachtige processor en een grafische kaart nodig hebben. Daarenboven moet het scherm waarop je het beeld wilt bekijken natuurlijk ook weer HDCP ondersteunen. Indien je dat allemaal te ingewikkeld vindt, kan je ook nog altijd een Playstation 3 in huis halen, die maakt immers gebruik van een Blu-ray drive voor de spelletjes en kan dus perfect dienen voor het afspelen van de filmschijfjes in datzelfde formaat.

Conclusie
De interesse in HD, HDTV en Blu-ray wordt zonder twijfel groter. Blu-ray heeft meer dan genoeg potentieel om de filmbeleving alweer een extra dimensie te geven. De verhoogde resolutie speelt daarbij zeker een rol, maar we moeten wel in gedachten houden dat lang niet alle bronmateriaal even schitterend is. Foutjes in het beeld worden enkel storender wanneer de resolutie vele malen hoger is. Dat kan echter ook betekenen dat er extra aandacht wordt besteed aan transfers die simpelweg "af" zijn. Langs de andere kant heeft men de interactieve kant van het medium ook grondig onder handen genomen. De voordelen daarvan zijn nu nog uitermate beperkt, maar er is ademruimte en dat is minstens even belangrijk. Het hangt nu allemaal af van de consument, indien die niet algemeen geïnteresseerd is, is het geheel gedoemd om te mislukken. We zien het echter liever iets positiever en hopen dat Blu-ray nog zeer lang het ultieme formaat voor de home theatre-liefhebber mag zijn.