:: ARTIKELS ::
DVDInfo.be >> Artikel >> Achtergrond >> DIAN FOSSEY, EEN BIOGRAFIE (1932-1985)
DIAN FOSSEY, EEN BIOGRAFIE (1932-1985)
Type: Achtergrond - Datum: 2003-03-27 - Geplaatst door: Werner
Dian, geboren op 16 januari 1932, die haar jeugd heeft doorgebracht in San Francisco, Californië, was langs vaderszijde kind van Engelse immigranten. Vader George dronk en had het geregeld aan de stok met de arm der wet, met als gevolg dat haar ouders scheidden toen ze nog zeer jong was; Dian werd toegewezen aan haar moeder Kitty, die later hertrouwde. Haar stiefvader, de conservatieve Richard Price, was zeker geen stimulans voor de jonge Dian, die een zeer strenge opvoeding kreeg, waarin huisdieren groter dan één enkele goudvis zeker geen plaats hadden. Ook het feit dat de Fosseys redelijk bemiddeld waren, heeft Diane zeker niet voortgeholpen in haar verdere studies. Daarvoor was ze afhankelijk van de financiële steun van een tante en oom langs moederszijde.

Na haar middelbare opleiding volgde ze vanaf 1949 tegen haar zin studies in handelswetenschappen, vooral op last van haar stiefvader. Daarnaast probeerde ze sporadisch bij te klussen in winkels en fabrieken. Haar liefde voor dieren vond dan ook haar oorsprong tijdens de vakantie na haar eerste jaar aan de universiteit, terwijl ze klusjes opknapte op een ranch in Montana. Haar verblijf zou van korte duur worden door een infectie met wijnpokken. Wanneer ze in 1950 haar studies hervatte, koos ze resoluut voor een vooropleiding diergeneeskunde aan de Universiteit van Californië. Alhoewel de biologievakken haar redelijk lagen, waren de hardere wetenschappen zoals fysica en chemie echter een onoverkomelijk struikelblok, waardoor ze haar studies moest afbreken. Uiteindelijk zou ze twee jaar later aan het San José State College haar studie hervatten, deze keer in bezigheidstherapie met gehandicapte kinderen. Derde keer, goeie keer; in 1954 studeerde ze af.

Na haar studie was het maar normaal dat Dian Fossey in de ziekenhuiswereld verzeilde; in Californië werkte ze 9 maanden met TBC-patiëntjes. De slechte herinneringen aan Californië maakten dat ze al snel een andere job aannam, ditmaal in een kinderziekenhuis in Louisville, Kentucky. Dat ze hierdoor haar (stief)familie minder kon zien, was eerder een zegen dan een last. Ze huurde in een buitenwijk een vervallen boerderij, en de eigenaars vroegen haar, gezien haar jaar diergeneeskunde, om sporadisch voor de dieren te zorgen. Door toedoen van Mary White Henry, secretaris van het ziekenhuis waar ze werkte, kwam ze in contact met de hogere kringen van Kentucky. De rijke Rhodesiër Franz Forester zou uiteindelijk in 1957 haar eerste Afrikareis aanbieden. Dian verkoos echter de boot af te houden totdat ze genoeg achtergrondinformatie over safari's verzameld had, en uiteindelijk zou ze pas in 1963 gaan, bekostigd door een lening aan te gaan bij de kliniek waar ze werkte.

Tijdens haar voorbereidingen werd haar interesse gewekt voor het boek "The Year of the Gorilla" van dierkundige George Schaller, en we kunnen aannemen dat de bijzondere interesse voor deze apensoort hier ontstond. Tijdens haar erg geanticipeerde safari zag ze voor het eerst sporen van een gorilla in de buurt van Mount Mikeno. Een tweede motivatie was de ontmoeting in Nairobi met doctor Louis Leakey, een bekende paleo-antropoloog, die voornamelijk onderzoek deed naar de parallellen tussen de oermensen en de mensapen nu. De overlevering wil dat Fossey, die als toerist de opgravingen van dr Leakey wilde bezoeken, struikelde, een kostbaar giraffen-fossiel beschadigde, daarbij haar enkel verzwikte, en van de pijn ook nog eens het kostbare fossiel onderkotste. Ongelofelijk maar waar, ze kon Leakey overtuigen om contact te houden, en bij een volgende ontmoeting terug in Amerika kon ze de man ook overtuigen om haar onderzoekswerk te sponsoren, alhoewel ze geen noemenswaardige wetenschappelijke voorkennis in dierkunde had, het (mislukte) eerste jaar van de universiteit niet meegerekend. Dian kreeg onverwacht toch een beurs van de Wilkie Foundation, en daarna van National Geographic. In 1966 nam ze haar ontslag in het kinderziekenhuis, en vertrok definitief naar Afrika. Ook de anekdote dat Leakey voor de grap zei dat ze, vooraleer ze naar Afrika zou vertrekken, maar beter haar appendix kon laten verwijderen, en ze dit ook effectief deed, schijnt op ware feiten te berusten. Na een korte tussenstop in Zaïre, waar ze al snel werd buitengegooid door de op handen zijnde burgeroorlog, verzeilde ze uiteindelijk in Rwanda.

Eén jaar later, in 1967, stichtte ze het Karisoke Research Center tussen de vulkanen Mount Karisimbi en Mount Visoke in Rwanda, aan de grens met Kongo en Oeganda. Het Research Center en haar unieke expertise aangaande de berggorilla's trok al direct een hele schare wetenschappers aan die in haar centrum verschillende aspecten van de gorilla-biologie kwamen bestuderen. De unieke lokatie, met twee grenzen vlak in de buurt, maakte het ook relatief eenvoudiger om daar haar eerste anti-stroperpatrouilles op te richten, die na een slag onmiddellijk de grens konden oversteken. Tweeëntwintig jaar lang zou ze de gorilla's bestuderen, en pionierswerk verrichten, waarin ze de mythe zou ontkrachten dat de dieren verwilderde woestelingen waren, en een zeer gedetailleerde studie over het sociaal gedrag van de gorilla's afleveren. Ook leverde haar onconventionele onderzoeksmethoden op dat ze als eerste vriendschappelijk contact met de gorilla's legde. De methode waarbij ze de diergeluiden nabootste om dichter bij te kunnen komen, scheen zijn vruchten af te werpen, alleen nam het proces maanden in beslag. Nadat ze deze methode voor het eerst in Kongo had toegepast, en ze op de vlucht moest voor het rebellenleger van Moïse Tchombé, weerhield haar niet om in Rwanda terug van nul te beginnen. National Geographic-reporter Bob Campbell, die probeerde om foto's te maken van Dian zo dicht mogelijk in de nabijheid van gorilla's, deed op een dag een verkeerd manoeuver, en de gorilla's barstten in woede uit. Door niet weg te lopen, maar rustig te blijven en te doen alsof ze bladeren at, kwam Fossey tot het besef dat het ruwe gedrag van de gorilla's eerder snoeverij dan wat anders was.

Leakey kon haar intussen overtuigen om in 1970 haar studies terug aan te vangen aan de Universiteit van Cambridge, omdat de enige manier waarop ze door de academische wereld serieus zou worden genomen, het behalen van een doctoraat zou zijn. En zo geschiedde: in 1974 behaalde ze de graad van doctor in de dierkunde, en zo snel ze kon stond ze weer in Afrika tussen haar gorilla's, dit keer samen met een roedel studenten, die het observatiewerk grotendeels overnamen, want Dians gezondheid ging achteruit. Niemand kon de apen echter zo observeren als zijzelf: de apen hadden ook haar aanwezigheid intussen aanvaard. Tijdens één van haar tochten naar het apennest in 1976, wanneer ze omwille van spataders en ondanks een plensbui toch de apen wilden bezoeken, maar omwille van haar ongewone gedrag ze niet te dicht bij durfde komen, kwamen de apen haar zelf een eind tegemoet.

De aanslag op haar lievelingsgorilla, Digit, op nieuwjaarsdag 1978, die, net zoals in de film getoond wordt, door stropers werd onthoofd en van zijn klauwen ontdaan - deze werden daadwerkelijk als asbak gebruikt - maakte dat ze haar internationale bekendheid zou gebruiken om internationale steun te wekken voor het behoud van de gorilla. Hiertoe richtte ze het Digit-fonds op, later omgedoopt tot het Dian Fossey Gorilla-fonds. Ze trok hiermee enorm de aandacht in magazines als National Geographic. In 1980 begon ze aan haar autobiografie, Gorillas In The Mist, te schrijven. Drie jaar later zou het af zijn.

Ook realistisch is de relatie met de stropers, die haar beschouwden als een moeial die hun broodwinning kwam afpakken. Dian maakte gretig gebruik van de lichtgelovigheid van de lokale bevolking, die nog gretig in voodoo geloofden, en de mythe dat ze een heks was, zou ze zelf nooit tegenspreken. Integendeel, voor gevangen stropers verkleedde ze zich inderdaad als heks, om ze de stuipen op het lijf te jagen. Ook de administratie, die uiteraard een percentje meepikte van de stroperij, maakte het haar voortdurend moeilijk door haar telkens slechts een tijdelijke werkvergunning te geven. Tussen 1981 en 1983 verliet ze tijdelijk Rwanda, om de gemoederen wat te laten bedaren, maar dat hielp niet. Dian Fossey werd op gruwelijke wijze in stukken gehakt op tweede Kerstdag in 1985, meer dan waarschijnlijk door één of meerdere misnoegde stropers. De daders zijn nooit gevonden.

Bibliografie:
* Discover Magazine, Feb 1987 v.8 p.28 (14)
* Fossey, D. Gorillas in the Mist. Boston: Houghton Mifflin, 1983.
* Mowat, F. Woman in the Mists. New York: Warner Books, 1987.
* People Weekly, Feb 17, 1986 v.25 p.46 (5)
* Time Magazine, Jan 13, 1986 v.127 p.38 (1)
* http://www.netsrq.com/~dbois/fossey.html
* http://www.webster.edu/~woolflm/dianfossey.html
* http://www.unmuseum.org/fossey.htm


UIT HET ARCHIEF

Andere artikels van hetzelfde type