:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> BENT
BENT
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2010-12-20
FILM
Max: Ever go to the White Mouse?
Horst: Sometimes.
Max: I'm surprised you never saw me there. Did you sunbathe?
Horst: I love to sunbathe.
Max: In the nude?
Horst: Of course.
Max: By the river?
Horst: That's right.
Max: And you never saw me?
Horst: Well, actually I did. You were making a fool of yourself and I said: someday I'll be in Dachau with that man moving rocks.
 
Films over het lot van homoseksuelen in naziconcentratiekampen zijn zeldzaam. Meer nog dan zigeuners en politieke gevangenen worden ze in belangrijke projecten over het hoofd gezien. In 1979 besloot de Amerikaanse scenarist en toneelauteur Martin Sherman om daaraan wat te doen en dus schreef hij Bent, een verhaal over het lot van twee homo’s in Dachau, een toneelstuk dat in de Londen meer dan 240 keer met groot succes werd opgevoerd. In 1980 ging het op Broadway in première met Richard Gere in de hoofdrol, maar het zou nog bijna 20 jaar duren vooraleer een filmversie in overweging werd genomen.

 
Bent is het verhaal over Max en Horst. Ze raken in gesprek op de trein die hen naar Dachau brengt. Horst vertelt dat hij is opgepakt wegens het ondertekenen van een pamflet tegen de nazi’s. Hij draagt een roze driehoek en hij drukt Max op het hart dat homo’s het minst goed af zijn in een concentratiekamp. De dag nadien zien de beide mannen elkaar weer en draagt Max een gele driehoek. Of ie dan een jood is?, vraagt Horst, maar Max heeft goed naar hem geluisterd en z’n beulen om te tuin geleid. Die zijn al even slecht af, meent Horst, maar hij vindt Max vooral laf: vriendschappen duren op deze plek niet langer dan 12 uur, zegt hij scherp, en onze 12 uur zijn voorbij. De homo Horst wordt aan het werk gezet in de steengroeve, de jood Max wordt apart gehouden, hij moet de hele dag stenen van de ene kant van het terrein naar de andere brengen en weer terug als de hoop op is. Ze hopen dat ik zo gauw mogelijk gek wordt, zegt hij daarover tegen Horst, die hem nog altijd zoveel mogelijk vermijdt. Een tijdje nadien koopt Max een bewaker om met het weinig geld dat hij op een geheime plaats heeft verstopt en de volgende ochtend krijgt hij Horst als medewerker om stenen van de ene naar de andere kant te dragen en retour. Waarom ik?, vraagt Horst verstoord, ik word gek van al die stenen! – Omdat het minder zwaar werk is, zegt Max op verzoenende toon, maar Horst wil vooral met rust gelaten worden. Hij heeft Max nog niet vergeven dat ie voor de gele ster heeft gekozen.

 
Max: Ok. I'll explain. Ok. We have to move rocks.
Horst: Yes sir.
Max: You move one rock at a time.
Horst: Yes sir.
Max: You take it over there.
Horst: Yes sir.
Max: When that pile is complete, you take one rock at a time and move it back.
Horst: You move it back? You move rocks from there to there and then from there to back again?
Max:Yes sir.
 
Martin Shermans oorspronkelijke toneelstuk Bent is een sobere en indrukwekkende productie die diep in het vlees snijdt. Met niet meer dan twee acteurs en twee hopen stenen in wat nauwelijks een decor kan worden genoemd, creëert de auteur een sfeer en een stemming die de keel dichtknijpen en die de toeschouwer met een wee gevoel naar huis sturen. De kijker wordt alleen verteld dat de beide mannen homo zijn en dat ze elkaar niet mogen aankijken noch aanraken op straffe van een flinke pandoering of erger vanwege de kampbewaker. Met alleen de tekst, twee kale knikkers en een gestreepte concentratiekampplunje gaat hun nauwelijks een uur durende conversatie voorzichtig crescendo en neemt niet alleen het intieme karakter, maar ook hun kwetsbaarheid voortdurend toe.

 
Op verzoek van MGM werkte Martin Sherman z’n toneeltekst om tot een filmscenario en kreeg debuterend regisseur Sean Mathias (het bleef bij die ene productie) de opdracht om Shermans scenario te verfilmen. Opvallendste nieuwigheid is dat de makers het ascetische karakter van het origineel verlaten voor een ruimer kader met meer personages en een situering van Max leefomstandigheden in het Berlijn van de jaren veertig. De film begint in een ruim decor in openlucht dat Greta’s Nachtclub moet voorstellen: op verschillende niveaus wordt gedronken en gedanst, gevreeën en geneukt, rijke jonge dames stoppen hun al even jonge minnaars geld toe voor nog meer champagne en cocktails en tussen de massa zien we de bruine hemden van nazi’s of van jongens die het spannend vinden om zich als nazi uit te dossen. Boven de wriemelende massa in een metalen ring zit travestiet Greta herself in een schaarse rode jurk met brede decolleté en bijpassende juwelen. Ze brengt Streets of Berlin ten gehore in ware Dietrich-stijl, een rol die Mike Jagger voor z’n rekening mag nemen. Max heeft het aangelegd met een blonde kerel in nazi-outfit, maar later zal blijken dat z’n goede vriendin Greta met de nazi’s onder één hoedjes speelt om haar zaakje open te houden: terwijl een nazimilitie de blonde god de keel oversnijdt in hun appartement, kunnen Max en z’n vriend Rudi vluchten, maar later worden ze opgepakt in het bos en op transport gezet. Op de trein wordt Rudi mishandeld en z’n lijk uit de trein gegooid terwijl Max alleen maar toe kan kijken: vanaf nu is het ieder voor zich. Visueel is de discotheekscène erg sterk, maar jammer genoeg is het verhaaltje dat Martin Sherman erbij verzint dat veel minder en de scène in de trein is dan wel heftig en bloedstollend, maar beklijven doet ze nog nauwelijks na ontelbare gelijksoortige scènes in andere films.

 
De sterkste scène uit de film speelt zich uiteindelijk in de steengroeve af op het moment dat Max en Horst een paar minuten rust mogen nemen na vele uren hard maar nutteloos stenen verslepen. Ze staan met ontbloot bovenlijf naast elkaar in de felle zon en het zweet druppelt van hun magere lichament. De meningsverschillen zijn bijgelegd en hebben plaatsgemaakt voor wederzijds respect en genegenheid. Ik kan je voelen, zegt Horst die voor zich uit blijft staren en vermijdt om Max aan te raken. Heel voorzichtig ontspint zich een dialoog van aanraken, voelen, kussen en pijpen zonder dat ze een vin verroeren, maar waarbij ze wel tegelijk een orgasme krijgen. De scène is van een onvoorstelbare intensiteit en schoonheid, maar opnieuw: in een theaterzaal werkt ze beter en effectiever ondanks de sterke prestaties van Clive Owen (Children Of Men, 2006) en Lothaire Bluteau (The Tudors, 2010) in de film. Hetzelfde geldt voor de dramatische eindscène die in de theatervoorstelling een ware test wordt voor het emotionele uithoudingsvermogen van de toeschouwer, maar die in de film veel minder effect sorteert.
 
De acteerprestaties zijn goed tot uitstekend. Over de keuze van Mike Jagger voor de rol van travestiet Greta zijn de meningen wellicht verdeeld – de rockster grapt in de Extra’s dat hij zich af en toe graag als vrouw verkleedt – maar over de prestatie van Clive Owen en Lothaire Bluteau is geen discussie mogelijk: zeer sterk, verontrustend en beklijvend. Ian McKellen die in de Westend-versie de rol van Max speelde, zien we in de film als Max’ oompje Freddie, een bejaarde homo die z’n neefje tegen onheil probeert te beschermen door hem een ticket naar (het nog niet bezette) Amsterdam te bezorgen, maar zijn plan valt in het water door het achterbaks gedrag van nachtclubeigen(a)ar(es) Greta.
 

 
BEELD EN GELUID
Bent begint als een vrij donkere film in de nachtclub van travestiet Greta. Spots en vuurtoortsen zorgen voor een onheilspellende sfeer en in de detailopnamen overheersen beige, bruin en sepia. De scènes in de trein zijn nauwelijks meer dan in zwart-wit met een wat groene schijn; in de sneeuwwitte kalksteengroeve zien we nog alleen de donkere strepen van de concentratiekampplunjes en de zwarte kaalgeschoren hoofden van Max en Horst met af en toe een bewaker in z’n bruine pak. Het zwartniveau is altijd in orde, de details zijn altijd zichtbaar en van storende ongerechtigheden is geen sprake. De geluidsband is aanvankelijk goed gevuld met veel omgevingsgeluid in de nachtclub en Jaggers lijzige versie van Streets of Berlin, maar na de treinrit naar Dachau neemt het geluid zienderogen af en zijn er nog alleen de stemmen van Max en Horst en het geluid van vallende stenen. Af en toe zweeft de melodie van Streets of Berlin nog kort door een scène, maar veel geluid blijft er uiteindelijk niet over. De spaarzame instrumentale muziek is van de hand van Philip Glass.  

EXTRA’S
U krijgt een ruime keuze korte Interviews met Regisseur en Castleden, waaronder uiteraard Mike Jagger, Martin Sherman en Sean Mathias, een niet zo denderende blik achter de schermen in Hinter den Kulissen, waaruit we leren dat alle opnamen op dezelfde grote bouwwerf zijn gemaakt, de Musikvideo “Streets of Berlin” van Mike Jagger, een Fotogalerie voor wie daar nog behoefte aan mocht hebben en als afsluiter de Originele Bioscooptrailer.
 

 
CONCLUSIE                               
De kracht van het sobere toneelstuk overtreffen, was een bijna onbegonnen opdracht voor regisseur Sean Mathias, ook al schreef auteur Martin Sherman het scenario. Bent zal vooral in de smaak vallen bij filmliefhebbers die het theaterstuk nooit gezien hebben, want de vergelijking draait in het nadeel van de film uit. Desondanks is dit visueel een aantrekkelijke film met ijzersterke acteerprestaties, een sterk scenario en als toetje Mike Jagger als dragqueen van dienst.



cover




Studio: Arthaus

Regie: Sean Mathias
Met: Mick Jagger, Clive Owen, Brian Webber, Nikolaj Coster-Waldau, Jude Law, Gresby Nash, Suzanne Bertish, David Meyer, Stefan Marling

Film:
7,5/10

Extra's:
6/10

Geluid:
8/10

Beeld:
8.5/10


Regio:
2

Genre:
Drama

Versie:
Duitsland

Jaar:
1997

Leeftijd:
16

Speelduur:
100 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
4006680052595


Beeldformaat:
1:85.1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels Dolby Surround 2.0


Ondertitels:
Duits
Extra's:
• Interviews met Regisseur en Castleden
• Hinter den Kulissen
• Musikvideo “Streets of Berlin”
• Fotogalerie
• Trailer
• Wendecover

Andere recente releases van deze maatschappij