:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> LEGENDS OF THE CANYON
LEGENDS OF THE CANYON
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2014-11-17
DOCUMENTAIRE
Halfweg de jaren zestig van de vorige eeuw stromen jonge artiesten naar Laurel Canyon, een wijk in de bergen boven Hollywood, niet ver van de plaatselijke muziektempels The Troubadour en Whisky. Carole King, Steven Spielberg, Roger McGuinn (The Byrds), Micky Dolenz (Monkees), Stephen Stills (Buffalo Springfield), leden van The Turtles en Three Dog Night streken er om diverse redenen al vóór 1963 neer, later kwamen daar o.a. Janis Joplin, The Mama’s & Papa’s, Joni Mitchell, Graham Nash en David Crosby bij die er samen een zeer creatieve gemeenschap vormden en de zgn. westcoast rock – vaak ook folkrock genoemd – in de tweede helft van het decennium een gezicht gaven. Neil Young en Stephen Stills waren zowat de eersten die met hun band Buffalo Springfield succes oogstten, maar het waren The Byrds die uiteindelijk internationaal doorbraken met covers van Bob Dylan, want die had z’n akoestische gitaar al eerder ingewisseld voor het elektrisch geweld van The Band en op die manier z’n collega-muzikanten in Californië de weg gewezen. Maar The Byrds waren net zoals Buffalo Springfield geen lang leven beschoren en na nauwelijks 2 jaar viel ook de formatie uiteen.

 

Hun opvolgers waren The Mama’s & The Papa’s van songwriter John Phillips met de enigmatische Mama Cass, een formatie die tussen 1965 en 1968 ruim 40 miljoen albums wereldwijd verkocht. Ondertussen was de uit Canada gearriveerde Joni Mitchell al multimiljonair als gevolg van de opbrengst uit auteursrechten op zelfgepende composities die door folkzangers en –zangeressen, o.a. Buffy Sainte Marie en Judi Collins, naar hoge positie in de Billboard Top-100 waren gezongen. Maar het jonge volkje in haar omgeving liet zich niet onbetuigd. Stephen Stills (Buffallo Springfield) en David Crosby (The Byrds) koesterden plannen om samen een nieuw project uit de grond te stampen en toen de uit Engeland overgewaaide Graham Nash (The Hollies) een samenwerking zag zitten, werd Crosby, Stills & Nash boven de doopvont gehouden. Hun eerste album (1969) met Dallas Taylor (drums) en Mama Cass (backing vocals) klokte in de Bill Board Top-200 af op de zesde plaats en de singles Marrakesh Express en Suite: Judy Blue Eyes haalden allebei de Amerikaanse top-30. Een jaar nadien maakten ze hun meesterwerk Déjà Vu (1970) waarvoor Stepen Stills zijn oude makker Neil Young optrommelde, maar uit de interviews in deze documentaire blijkt dat Young zich beperkte tot het opsturen van de demo’s van Helpless, Country Girl en Everybody I Love You die hij in z’n eigen opnamestudio op tape vastlegde. Stephen Stills en Dallas Taylor voegden in Los Angeles de rest van de instrumenten én de stemmen toe. Ook later zou een samenwerking met Neil Young een moeilijke aangelegenheid blijken en was er sprake van niet meer dan een aan-af-samenwerking die tijdens liveconcerten meermaals tot hoogoplopende confrontaties leidde. Sometimes werd Neil Young een beetje spottend genoemd en een buitenbeentje is hij altijd voor de Laurel Canyon-bewoners gebleven, ook al verbleef hij er regelmatig in het huis van Stephen Stills en van landgenote Joni Mitchell.

 

In Legends Of The Canyon roept regisseur John Brewer nog één keer de sfeer op van het leven in de Laurel Canyon in de tweede helft van de jaren zestig en het begin van de jaren 70, de tijd van de jongens en meisjes met bloemen in het haar, van protesten tegen de oorlog in Vietnam, experimenten met softdrugs en van een uniek creatief proces dat zich via The Troubadour en Whisky over de rest van Amerika en later Europa verbreidde. Mensen die erbij waren vertellen over de ongedwongen sfeer die door de Canyon waaide, over de artiesten die er unieke samenwerkingsverbanden smeedden en succesvolle projecten realiseerden; de muzikanten (o.a. Stephen Stills, Graham Nash, David Crosby, Dallas Taylor) halen herinneringen op aan wat ze de beste tijd uit hun leven noemen, maar ze gaan ook de donkere periode van de Canyon niet uit de weg, want toen de Manson-clan in augustus 1969 de zwangere echtgenote van regisseur Roman Polanski en een aantal gasten op beestachtige wijze afmaakte, spatte de droom van sociale permissiviteit, psychedelische drugs en geweldloos verzet als een luchtbel uiteen.

 

Regisseur John Brewer heeft een pak grote namen kunnen overtuigen om voor de camera te getuigen, maar hij doet ook een beroep op naaste medewerkers van toen, managers, technici en platenbazen (o.a. David Geffen), met op de achtergrond muziek uit die tijd en ter illustratie uittreksels uit concerten van The Mama’s and The Papa’s, The Byrds, Buffalo Springfield, Crosby, Stills, Nash & Young e.a., vaak uniek en niet eerder gezien beeld- en fotomateriaal uit het archief van rock ’n roll-fotograaf en filmmaker Henzy Ditz die o.a. ook de foto leverde voor de cover van het eerste album van CSN. Met een snelle afwisseling van korte interviews slaagt de regisseur erin om de kijker een perfect beeld te schetsen van hoe het er destijds in en om Laurel Canyon aan toe ging en hem te laten proeven van de ongedwongen en vreedzame sfeer waarin jonge artiesten hun muziek vorm en inhoud gaven. Intrigerend zijn overigens ook de kleine verhaaltjes en anekdotes over de mensen in Laurel Canyon die in deze documentaire wellicht voor het eerst naar buiten gebracht worden, o.a. over de hoger vermelde moeilijke samenwerking met Neil Young, maar ook over de overstap van softdrugs naar cocaïne wat o.a. Janis Joplin in 1970 fataal zou worden, of zoals een geïnterviewde het formuleert: ze waren rijk geworden, de jongens en meisjes van Laurel Canyon, en ze konden zich de dure drugs permitteren. Het werd voor sommigen het begin van hun ondergang…

 
BEELD EN GELUID
De verkleurde filmopnamen van Henry Ditz zijn niet echt goed van kwaliteit. De tijd heeft het materiaal aangetast, maar het was ook niet de bedoeling dat het meer dan 40 jaar later nog zou worden gebruikt in een documentaire. De kleuren zijn flets geworden en het materiaal is beschadigd, maar dat geldt ook voor de liveregistraties van concerten van CSN en de andere bands uit die tijd en bovendien is er zelden gebruik gemaakt van professioneel materiaal om het allemaal vast te leggen. De interviews van regisseur John Brewer zijn uiteraard wel uitstekend van kwaliteit. Er zit veel live uitgevoerde muziek in de documentaire waarvan de kwaliteit ook beperkt is. Meestal gaat het om povere monoregistraties, maar regisseur John Brewer had uiteraard weinig keuze. Het Woodstock-materiaal komt overigens van Henry Ditz en niet uit de originele Woodstock-film en dus is ook dat materiaal niet echt van de beste kwaliteit. Maar het is er allemaal nog, en dat is wellicht veel belangrijker. 


 
EXTRA’S
Op disk 1 van deze release staan de Uitgebreide Interviews met Michelle Phillips (The Mama’s & The Papa’s) en Richard ‘Dickie’Davis, de toenmalige drummer van CSN, waarin ze vertellen over hun ervaringen met de groep waarvan ze deel hebben uitgemaakt. Zowel Phillips en Davis kregen na verloop van tijd hun ontslag, waardoor vooral Davis jarenlang op het foute pad geraakte wegens een cocaïneverslaving.

Op disk twee staan de Uitgebreide Interviews met Stephen Stills, Graham Nash, David Crosby, Gerry Beckley (America), Ron Stone en Van Dyke Parks, waarvan uittreksels in de documentaire zijn verwerkt. Voorts is er een uitgebreide Fotogalerij, gevolgd door vijf 8 mm-filmpjes van Henry Ditz, jammer genoeg allemaal zonder geluid: The Byrds at the Troubadour, L.A. (3’), Stephen Stills in Surrey, England in 1970 (3’), Een impressie van Big Bear met Joni Mitchell en CSN (3’), CSN at Balbao Stadium (13’) en footage over Woodstock (18’), met o.a. beeldmateriaal over de opbouw van de podia, de naaktzwemmers in het meertje en een korte impressie van het optreden van John Sebastian en Jimi Hendrix. Bootleg Footage (7’) is een opname van een fan, gemaakt tijdens de Stills Tour in Oklahoma City, jammer genoeg ook weer zonder geluid. What’s in a Name? (3’) gaat over de naamkeuze van Buffalo Springfield en in Henry’s Acid Trip (4’) vertelt Henry Dits over die keer dat hij lsd nam en uit de bol ging op Rubber Soul van The Beatles. Vooral de uitgebreide interviews zijn de moeite waard. De rest stelt niet zo heel veel voor.

 
CONCLUSIE
Legends Of The Canyon is een documentaire over de artiestengemeenschap in Laurel Canyon, Hollywood, in de tweede helft van de jaren zestig en het begin van de jaren 70. De geïnterviewden vertellen over het prille begin, de vorming van Buffalo Springfield, de doorbraak van The Byrds, het succes van Joni Mitchell en The Mama’s en The Papa’s, de vorming van Crosby, Stills, Nash en de moeilijke samenwerking met Neil Young, de vrije liefde, de drugs en de eindfase na de moordpartij van de Manson-clan. Het beeldmateriaal is in vele gevallen nooit eerder gezien, de interviews zijn interessant en revelerend. In de bonussectie zijn vooral de lange versies van de verknipte interviews in de documentaire belangwekkend. Als aanvulling op de Woodstock-films is dit een boeiend document.



cover




Studio: Universal

Regie: John Brewer
Met: Joni Mitchell, Mama Cass, David Crosby, Graham Nash, Stephen Stills, Van Dyke Parks, Gerry Beckley, Crosby Stills & Nash, Neil Young

Film:
7,5/10

Extra's:
6/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
8/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2012

Leeftijd:
E

Speelduur:
95 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
602537290529


Beeldformaat:
1.78:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels Dolby Surround 2.0


Ondertitels:
Geen
Extra's:
• Niet eerder vertoond Archiefmateriaal
• Henry Ditzs 8 mm footage over Steven Stills, Graham Nash & Joni Mitchell at Big Bear

• Henry Ditzs 8 mm footage over Steven Stills in Engeland

• Henry Ditzs Fotogalerij
• Uitgebreide Interviews met David Crosby, Stephen Stills, Graham Nash, Van Dyke Parks en Gerry Beckley

• Henry Ditzs 8 mm footage over Woodstock


Andere recente releases van deze maatschappij