FAR FROM THE MADDING CROWD
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-10-21
TV-SERIE
Far From The Madding Crowd is de verfilming van de gelijknamige roman van de 19de eeuwse Engelse schrijver en dichter Thomas Hardy, de zoon van een steenhouwer die na een opleiding als architect besloot om zich volledig aan de literatuur te wijden. Z’n verhalen spelen zich af in het zuidwesten van Engeland in de graafschappen Devon, Somerset, Dorset, Wiltshire, Berkshire en Hampshire, een zeer landelijke gebied dat hij onder de fictieve naam Wessex vanaf Far From The Madding Crowd met een haast nostalgisch gevoel in zijn literaire productie tot leven bracht. Hardys romans spelen zich nl. af net vóór de industriële revolutie, een zeer woelige en creatieve periode die niet alleen de maatschappij, maar ook het Engelse landschap grondig zou veranderen door de introductie van landbouwmachines en moderne technieken. Thomas Hardy was niet blind voor de gebreken van de maatschappij van zijn tijd; hij bekritiseerde de sociale ongelijkheid, de onderdrukking van de lagere standen, de financiële willekeur en de uitbuiting en hij reserveerde in zijn werk een bijzondere plaats voor de onafwendbare macht van het (nood)lot.
In Far From The Madding Crowd worden twee vrouwen door het lot getroffen waardoor ze hun leven in een totaal nieuwe richting sturen: hoofdfiguur Bathsheba Everdene laat haar oudere buurman en vrijgezel Mr. Boldwood voor de grap een valentijnskaart bezorgen met daarop de boodschap ‘trouw met me’ en haar huishoudhulpje Fanny Robin mist de inzegening van haar eigen huwelijk omdat ze zich van kerkgebouw vergist op de ochtend van de grote dag. Voor beide vrouwen bereidt Thomas Hardy een moeilijke toekomst, want wie het noodlot tart (in een maatschappij die toch al niet veel zekerheden bood) neemt grote risico’s en verliest z’n greep op de gebeurtenissen. Voor Fanny Robin zijn de gevolgen zonder meer fataal. Zij zal haar vergissing met de dood bekopen. Voor Bathsheba Everdene is Thomas Hardy milder, hoewel ook zij haar deel krijgt en op nauwelijks een jaar tijd de overgang van meisje naar vrouw zal maken.
Bathseba Everdene is nog op een andere manier de speelbal van het lot: zij erft het landgoed annex de boerderij van haar overleden oom in Wessex, een vrij grote farm met een tiental knechten voor het werk op het land en ongeveer evenveel dienstmeisjes voor het huishouden en de verzorging van de dieren. Gelukkig kan ze rekenen op de steun van de iets oudere Gabriel Oak die na het faillissement van zijn eigen boerderij in Wessex is terechtgekomen op zoek naar een rentmeesterschap. Oak is verliefd op Bathseba en hij kent haar al veel langer: z’n farm lag op loopafstand van die van haar oom en tante bij wie de jonge vrouw na de dood van haar ouders als kind opgroeide. Maar het is nooit wat geworden tussen die twee: Bathseba zag zichzelf als onafhankelijk en vrijgevochten en niet geschikt voor het huwelijk; Oak op zijn beurt vroeg haar nooit ten huwelijk en hij voelde ook niet de drang om haar te temmen, zoals zij beweerde dat de man van haar dromen behoorde te doen. Bij hun hernieuwde ontmoeting zijn de kaarten geschud: Bathsheba is financieel onafhankelijk geworden en de berooide Gabriel Oak treedt bij haar in dienst als herder en manusje-van-alles.
Na de ongelukkige valentijnskaart wordt Bathsheba geconfronteerd met een verliefde buurman. Mr. Boldwood raakt in een staat van uiterste vervoering, smeekt de jonge vrouw om van hem te houden, om hem een belofte te doen, maar zoals een oude schuur plots vuurvat om vervolgens met een krakend geluid in te storten, zo zal de oudere man getroffen worden door het noodlot, beschadigd en neergemaaid omdat hij z’n zekerheden heeft verkwanseld voor de flauwe grap van een verveelde jonge vrouw. Die bezwijkt vervolgens voor de charmes van sergeant Frank Troy, een goeduitziende kerel die haar dienstmeisje Fanny Robin zwanger heeft gemaakt en die nu de kans ziet om een voordeligere deal te sluiten. De onervaren en naïeve Bathsheba Everdene is geen partij voor de doortrapte fortuinzoeker en mede door de opdringerigheid van Mr Boldwood en de onbeslistheid van Gabriel Oak maakt ze de grootste fout uit haar nog korte leven.
De verhalen van Thomas Hardy zijn stevig verankerd in het milieu van de auteur en in de maatschappij waarin hij leefde. Z’n personages zijn uit het leven gegrepen en hij slaagt erin om hun specifieke karaktertrekken zeer nauwkeurig te registeren en in z’n verhalen vast te leggen. Naast de verfijnde gebruiken van de middenklasse toont hij de toeschouwer ook de manier waarop de lagere klasse leefde, wat mensen interesseerde en bezighield, hoe ze hun spaarzame vrije tijd doorbrachten, hoe ze met elkaar omgingen en welke roddels hun voorkeur genoten. Hij toont de spanning tussen de sociale klassen en de kwetsbaarheid van individuen die zich niet aan de gangbare conventies houden, want hoewel Hardy kritisch is met betrekking tot de stand der dingen heeft hij uiteraard niet de macht om de gang van zaken te veranderen.
De protagoniste in
Far From The Madding Crowd is Bathsheba Everdene, een vrouw die op veel te jonge leeftijd de verantwoordelijkheden van een volwassene probeert te torsen terwijl haar gevoelsleven nog nauwelijks ontwikkeld is. Gezien haar sociale status komt ze in contact met mannen die haar begeren om verschillende redenen en dat maakt haar onzeker en verward. Jammer genoeg is goede raad niet aan haar besteed en dat merkt Gabriek Oak meer dan eens. Door haar impulsieve en lichtjes dominante karakter komt de jonge vrouw in en spiraal van ontrouw, bedrog en vernedering terecht waaruit ontsnappen nog nauwelijks mogelijk is. Paloma Baeza (
The Tenant Of Windfell Hall, 1996) is een mooie verschijning, maar de manier waarop ze de rol van Bathsheba Everdene gestalte geeft is niet altijd even geslaagd. Baeza is geen grote actrice en tussen de wijze waarop ze twijfel, onzekerheid, boosheid of vastberadenheid probeert uit te stralen is nauwelijks enig verschil. Nathaniel Parker (
Bleak House, 2005) heeft het nadeel dat z’n personage Gabriel Oak door regisseur Nicholas Renton bewust, maar veel te nadrukkelijk op de achtergrond wordt gehouden waardoor hij nauwelijks de kans krijgt om voluit te gaan. Dat hij desondanks boven de rest van het gezelschap uitstijgt, zegt veel over deze productie. Nigel Terry (Mr. Boldwood) en Jonathan Firth (sergeant Frank Troy) doen hun uiterste best om hun personages op een geloofwaardige manier tot leven te brengen, maar goede bedoelingen zijn jammer genoeg geen garantie voor succes. De rol van Fanny Robin (Natasha Little) is te klein om de actrice te beoordelen. Het mag verbazen, maar
Far From The Madding Crowd wordt vooral gered door de enthousiaste nevencast die in kleine, maar pittige rollen het reilen en zeilen in een Engelse provincieplaats in de tweede helft van de 19de eeuw voor de toeschouwer zichtbaar maakt, én niet te vergeten door het prachtige Zuidwest-Engelse landschap.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit is redelijk goed. De binnenopnamen zijn mooi van kleur en goed gedetailleerd met een acceptabel zwartniveau. De buitenopnamen zijn vaak op het randje: sommige fragmenten zijn een beetje wazig en grauw met een redelijk dikke korrel en worden geplaagd door kleuruitwaaiering (sergeant Frank Troy langs het strand tegen een achtergrond van grijsgroen rotsgesteente). Een enkele keer is er sprake van witte en zwarte puntjes die het beeld ontsieren en zelfs van minimale digitale artefacten. Het geluid zit voornamelijk vooraan met af en toe een nauwelijks hoorbare surround voor het geluid van de zee, de meeuwen en de schapen. De muziek is romantisch en ondersteunend. De stemmen zitten over het midden verdeeld en klinken goed.
EXTRA'S
De dubbele dvd-set bevat geen extra’s.
CONCLUSIE
Far From The Madding Crowd van regisseur Nicholas Renton is een interessante poging om de klassieke 19de eeuwse roman van Thomas Hardy naar het tv-scherm te vertalen. Toch moet hij het afleggen tegen de filmversie van regisseur John Schlesinger uit 1967 met Nicolas Roeg achter de camera en Julie Christie, Peter Finch en Alan Bates in de hoofdrollen. Vooral hoofdvertolkster Paloma Baeza (als Bathsheba Everdene) slaagt er niet in om over de hele lijn een egale en overtuigende acteerprestatie ten beste te geven, onmiddellijk gevolgd door een zwakke Jonathan Firth (als Frank Troy). Nigel Terry is niet helemaal goed gecast en alleen Nathaniel Parker (zijn naam wordt niet eens op de hoes vermeld!) overtuigt op elk moment, samen met de vele acteurs en actrices in een ondersteunende rol (James Allen als Will Coggan, Peter Aubrey als Daniel Selby, James Ballantine als Joe Coggan en Tracy Keating als Liddy).