SOUND OF THUNDER, A (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2023-04-29
FILM
In 2055 is Time Safari, het hi-tech bedrijf van de immorele geldwolf Charles Hatton (Ben Kingsley), hét ultieme tijdverdrijf voor de
extremely fucking rich die niet weten waar ze met hun geld naartoe moeten, en de geneugten van dvd-giftsets nog niet hebben ontdekt. Voor een bescheiden bedragje met een cijfer of zeven, acht maakt Hatton het mogelijk om onder begeleiding een tijdreis te maken naar het krijttijdperk, alwaar de multimiljonairs hun overschot aan testosteron kwijt kunnen door een dinosaurus neer te leggen. Uiteraard zit hier een immoreel kantje aan, en ontwerpster Sonia Rand (Catherine McCormack), die de computer heeft uitgevonden die het hierboven beschreven technisch hoogstandje mogelijk maakt, voert actie tegen het tijdreizen, niet omdat de jagers die arme beestjes neerschieten, maar omdat ingrijpen in het verleden, om het met de woorden van Doc Brown uit de
Back To The Future-trilogie te zeggen, het tijd-ruimtecontinuüm onherstelbaar kan beschadigen. Om zijn geweten te sussen heeft Hatton wetenschapper Travis Ryer (Edward Burns) ingehuurd om de tijdreizigers te begeleiden, en om het risico op een tijdparadox te vermijden, schieten de jagers altijd op dezelfde allosaurus die vijf minuten later toch in een moeras zou zijn weggezakt, en vervolgens door een vulkaanuitbarsting onder de lava zou zijn bedolven. Een dergelijke kolos vijf minuten voor zijn einde neerleggen kan toch geen dramatische gevolgen hebben voor de toekomst, toch?
Ja, toch wel; bij één van de laatste trips naar het verleden weigert één van de wapens, en de onervaren safari-klanten panikeren en begaan een fatale misstap waardoor gans de evolutie op de helling komt te staan. We gaan hier, in tegenstelling tot de hoes van de dvd, de clou niet verraden, voor wie het boek van Bradbury niet gelezen heeft. Feit is wel dat, net als rimpels op het water waarin een steen werd gegooid, gigantische tijdsgolven het heden overspoelen, waarbij de evolutie als een ajuin wordt afgepeld, en de mensheid elke keer een stapje dichter bij de totale uitsterving komt, ten voordele van een soort die doorgeëvolueerd is vanuit de dinosauriërs, en ergens het midden houdt tussen deze laatste en primaten. Samen met zijn collega's Jenny (Jemima Rooper) en Payne (David Oyelowo) probeert Travis uit te zoeken wat er precies fout is gegaan, en een mogelijkheid te vinden om terug te reizen naar het ogenblik juist daarvoor, om de fataliteit te herstellen. Uiteraard ontdekt hij gaandeweg dat Hatton in zijn onverzadigbare zucht naar winst er qua veiligheidsmaatregelen de kantjes heeft afgelopen.
Wanneer je deze film bekijkt, is je eerste indruk dat dit een samenraapsel is van
Jurassic Park,
Timeline en
Sliders waarin alle clichés over alternatieve universums en de gevolgen op het heden van ingrepen in het verleden op één hoopje worden gegooid. Wie dan wel schatplichtig is aan wie, is nog maar de vraag, want het kortverhaal
A Sound Of Thunder van Ray Bradbury, afkomstig uit de bundel
The Golden Apples Of The Sun dateert uit 1953! Bradbury is een visionaire schrijver, die onder meer sci-fiklassiekers als
Fahrenheit 451 en
The Martian Chronicles op zijn naam heeft staan, alsook pulpklassiekers als
It Came From Outer Space. Bradbury heeft ook zijn naam verbonden aan TV-reeksen als
The Ray Bradbury Theatre en
The Twilight Zone, en wordt nog altijd beschouwd als één van de invloedrijkste science fiction-auteurs.
Enorm veel verhalen over tijdreizen zijn schatplichtig aan deze
A Sound Of Thunder. Zelfs Homer Simpson moet in
Treehouse Of Horror V na een soortgelijk incident als in deze film ondervinden hoe het is om in een wereld te leven waarin Ned Flanders de onbetwiste heerser over de aarde is geworden. Een verfilming van deze klassieker stond dan ook al jaren in de steigers, maar de éne na de andere ramp trof de productie. De originele filmmaatschappij ging bankroet, de set werd bij herhaling vernield door de overstromingen in Tsjechië in 2002, en regisseur Renny Harlin besloot ter elfder ure om toch maar te kiezen voor
Mindhunters. Maar de producenten drukten door, en de film moest en zou er komen; uiteindelijk werd regisseur Peter Hyams, bekend van onder meer
Capricorn One en
End Of Days, bereid gevonden om de film af te maken. Hyams had al ervaring met onverfilmbaar geachte sci-fiklassiekers opgedaan met
2010: The Year We Make Contact van Arthur C. Clarke aanvaardbaar te bewerken, en was dus bij uitstek de geschikte regisseur voor deze job.
Maar één wel bijzonder zware randvoorwaarde heeft het uiteindelijke resultaat van deze film gehypothekeerd: het geld was compleet op. En dat is er aan te merken: verhaalsgewijs straalt de film nog wel het apocalyptische doemdenken van Bradbury uit, maar op de manier waarop de speciale effecten in beeld werden gebracht, is duidelijk te zien dat het geld op was. Voor de allosaurus waar bijvoorbeeld op gejaagd wordt, wordt duidelijk tweemaal dezelfde
footage gebruikt, die dan nog erg doet denken aan de stop motion-technieken van Ray Harryhaysen, en niet alleen in dit, maar ook in zowat élk shot met speciale effecten is te merken hoe
fake het geheel wel is. In plaats van realistisch uitziende decors, moeten we het stellen met blue screen-projecties van een majestueuze stad, waarin duidelijk speelgoedtreintjes rondrijden die iemand van de crew nog van de zolder heeft gehaald. Ook is het gebrek aan deftige props voor de speciale effecten gemaskeerd door zowat de halve film in de duisternis te filmen, wat de film wat voorspelbaar maakt, want je ziet zo aankomen hoe de protagonisten in hun ongeluk lopen wanneer ze alweer een dreigend uitziende plant moeten trotseren. Natuurlijk, terend op het succes van films als
Sin City en
Sky Captain And The World Of Tomorrow was er in het begin van het millennium een nieuwe wind in cinema-land aan het blazen om films te maken die volledig op blue screen en in de studio zijn geschoten, in sommige gevallen zelfs met al overleden acteurs - zie Laurence Oliver in het laatste voorbeeld. Als zoiets deftig gedaan moet worden, moet er echter in het creëren van dergelijke speciale effecten ongeveer even veel geld gepompt worden als in het bouwen van een echte set. En alhoewel een dergelijke keuze kan ingegeven zijn door artistieke motieven, is dat hier duidelijk gedaan uit niets anders dan geldnood. Hoe ironisch.
Dit alles is initieel zeer jammer, want het verhaal heeft best wel een interessant kantje, en bepaalde aspecten ervan, zoals het feit dat de mensheid halverwege de 21ste eeuw ongeveer alle wilde dierspecimen heeft uitgeroeid, en de edele kunst van het jagen een privilege voor de superrijken is geworden, die in de eerste plaats al verantwoordelijk zijn voor de mistoestand, werpt enkele moreel interessante vragen op. De critici hebben echter besloten om de baby met het badwater weg te gooien, en doorgaans vinden ze het
bon ton om dan ineens maar heel de film af te schrijven, inclusief de acteurs en de
plot holes in het scenario. Dat één en ander niet echt getuigt van veel vakkennis, mag blijken uit één van de reacties op een welbekende internet film-database, waarin een bezoeker meent dat Bradbury zich bij het zien van het resultaat zich zou omdraaien in zijn graf. Dit is toch een redelijk radicaal statement, zeker gezien het feit dat Ray Bradbury op het moment van schrijven nog niet dood was - de man is pas overleden in 2012. Nochtans heeft niemand een slecht woord veil voor acteurs als Ben Kingsley - die weliswaar zijn rol een beetje naar het overdrevene doet neigen, wat in het excentrieke plaatje van Bradbury niet helemaal ongepast is - en Catherine McCormack, die eerder aan de onderkoelde kant is; buiten één zedig kusje, waarvan je nog niet eens weet of het niet écht bedoeld was als mond-op-mondbeademing, straalt de prent bijzonder weinig seks uit. In de casting is overigens in verhouding tot andere, soortgelijke prenten, bijzonder weinig plaats voor
hunks of
chicks die er maar omwille van hun uiterlijk zijn bijgesleurd - stel je even voor, Pierce Brosnan is in de casting gewipt door Edward Burns - kan je als filmmaker nóg beter je eerlijke bedoelingen manifesteren?
Al bij al - en ik weet dat ik me niet populair ga maken met deze uitspraak - had het allemaal veel erger kunnen zijn. Okee, de
crappy special effects, of het gebrek daaraan, is een serieus minpunt voor de hele prent, maar afgezien daarvan is dit een redelijk soepel verteerbare prent, die vòòr de digitale revolutie, pakweg dertig jaar geleden, hoge ogen zou gegooid hebben, en als een visionair meesterwerk zou worden afgeschilderd. Nu, dat is het óók zeker niet, en zoals gewoonlijk ligt de waarheid wel ergens in het midden. Ik ga me voorzichtig uitdrukken: een verfilming van
A Sound Of Thunder heeft zijn merites, al was het maar omdat een generatie die anders nooit het werk van Bradbury zou leren kennen, nu toch tenminste geconfronteerd wordt met zijn toekomstvisies. Natuurlijk zaten we allemaal te wachten op een
betere verfilming, en tja, we zullen er mee moeten leren leven dat de onheilsgoden zich met de productie hebben gemoeid. Ik zou de film inhoudelijk met een 7 kwoteren, maar ik trek een punt af voor de slechte speciale effecten. Iedereen zegt me constant dat een film daar niet mee mag staan of vallen, maar dan moet men intellectueel eerlijk zijn en dit ook toepassen op films waarin deze eerder een belemmering dan een troef zijn.
BEELD EN GELUID
Eertijds bracht Dutch Filmworks de prent uit in een mooie
steelbook, maar de technische kant liet te wensen over. Vooral het feit dat het beeld bijgesneden was van 2.35:1 naar 1.78:1 vindt in het oog van recensenten zoals wij geen genade, en we hebben de beeldkwaliteit toenertijds dan ook zwaar afgestraft. Nu krijgen we deze Japanse release onder handen, waarbij we weliswaar eventje moeten puzzelen in het menu, maar deze release is perfect dienstbaar als u regiovrije apparatuur heeft. De release is afkomstig van het ons onbekend label Shochiku, en aan de gigantische taalfout op de hoes te zien, zijn de samenstellers het Engels niet machtig. De beeldkwaliteit is goed maar omwille van de hierboven aangehaalde redenen eerder bescheiden qua ambities, en op Blu-ray komt de knulligheid van de speciale effecten ook nog eens ongefilterd op de dissectietafel terecht. Weliswaar is de compressie niet altijd optimaal, want we krijgen een single layer-schijf waarin vooral de
pan shots wel eens war artefacts durven vertonen. De DTS-HD MA 5.1-track is daarentegen weer zeer fijn, met tal van
creepy oerwoudgeluiden en af en toe eens een leuk schrikmomentje, wanneer volgens het tien kleine negertjes-principe de expeditie die als taak heeft het onheil te herstellen, weer eens een crewlid verliest. De schijf bevat overigens alleen maar Japanse ondertitels.
EXTRA'S
Enige bonus is een
trailer (1:58).
CONCLUSIE
A Sound Of Thunder is een best te genieten verfilming van een sci-fiklassieker, als u tenminste één oog dicht wil knijpen voor de ronduit slechte special effects. Deze Japanse Blu-ray is voorlopig de enige manier om de film met het juiste beeldformaat te zien.