BRUGGE, DIE STILLE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-05-10
FILM
Hugues (Idwig Stephane), een jonge veertiger uit een streng burgerlijk Brugs milieu, verliest zijn jonge vrouw Blanche. Hij belooft haar nooit hun samenzijn te vergeten en verzamelt in het glazen huisje in de tuin de herinnering aan haar: foto’s, een haarlok, juwelen. Hugues leeft vanaf dat moment in het verleden, maakt lange wandelingen door de verstilde en in de tijd bevroren stad waar hij op een keer een jonge danseres ontmoet die als twee druppels water op zijn Blanche lijkt. Hij is nieuwsgierig, volgt haar tot in het huis van haar dansmeester, bespiedt haar op straat, spreekt haar aan en schenkt haar een halsketting van zijn vrouw. Jeanne (Magda Lesage) en Hugues raken in gesprek, maar Hugues komt in een conflictsituatie terecht en raadpleegt zijn biechtvader die hem bezweert de relatie te verbreken. Hij wordt overvallen door twijfel en heeft zwaarmoedige buien, wordt verscheurd door de beloofde trouw aan Blanche en de jeugdige frisheid van Jeanne. Hij installeert haar in het verlaten huis van zijn ouders, bidt tot god, krijgt wroeging, schuldgevoelens en ontwijkt Jeanne een tijdlang. Maar Jeanne heeft haar eigen karakter en haar eigen wil: ze houdt van Hugues en ook van dansen, een activiteit die hij niet kan goedkeuren en die eerder geassocieerd wordt met prostituees en meisjes van lichte zeden. Jeanne is evenwel van goeden huize, opgegroeid in Zuydcoote, Frans-Vlaanderen, en leeft zich uit in de dans. Hugues wordt geplaagd door een huishoudster die zijn nieuwe bezigheden afkeurt, een milieu dat dit soort frivoliteiten niet accepteert en een biechtvader die hem voorhoudt het rechte pad van deugdzaamheid niet te verlaten, als een voorbeeldig christen door het leven te gaan en dus de zonde te mijden. De brieven van Jeanne verbrandt hij in de haard, maar wanneer zij tegen de afspraken in een vreemde man in zijn ouderlijke huis ontvangt, gaat Hugues door het lint.
Brugge, Die Stille is een film naar het boek van de Belgische schrijver Georges Rodenbach en speelt zich af eind 19de eeuw in het burgerlijke milieu van Brugge. In het oeuvre van regisseur Roland Verhavert zit de film tussen
Pallieter uit 1975 en
Boerenpsalm uit 1989, twee heimatfilms, eveneens gebaseerd op literaire werken, maar helemaal gesitueerd in het rurale Vlaanderen van begin 20ste eeuw.
Bruges La Morte is Grote Literatuur en neemt de toeschouwer mee naar de wereld van de betere burgerij die zich ophoudt in statige herenhuizen langs de reien, die met mooie, prachtig opgemaakte dames in ruisende jurken en beeldige hoedjes, versierd met bloemen en pluimen, door de rustige nog niet door autoverkeer vergiftigde straten van de laat-middeleeuwse stad flaneert, de droomstad, de imaginaire stad die bijna alleen in films of in literaire boeken bestaat en die Verhavert tot leven laat komen langs de vaart naar Damme: Brugge.
Verhavert drijft in deze film de stilering tot het uiterste door: Brugge is het decor, met eeuwenoude, over historie en rijkdom vertellende gevels, spiegelend in grauw reiwater. Hij beperkt er het leven tot het absolute minimum. Brugge is leeg en werkelijke
Die Stille, waarmee het precies past bij de innerlijke gesteldheid van het hoofdpersonage Hugues die nauwelijks belangstelling of interesse heeft voor de buitenwereld, die de verlatenheid en de weerkaatsing van donkeren wolken en regenbuien op natte kasseien nauwelijks merkt. Het hoofdpersonage van Verhavert is een man alleen, eenzaam, verbitterd door het noodlot en tegelijk opgesloten in conventies en regels, in een maatschappij die geregeerd wordt door zogenaamd fatsoen en geloof, gebouwd op steriele, verouderde en slopende principes voor elke mate van creativiteit, geluk en frivoliteit. Idwig Stephane is door Roland Verhavert in een perfect passend keurslijf gestopt waaruit ontsnappen niet mogelijk is. De danseres Jeanne, uit een minder streng, wereldser milieu en die zegt van mensen te houden - in tegenstelling tot Hugues die alleen denkt in termen van respect of minachting, al naargelang de omstandigheden – wordt zijn uitdager, zijn verleidster, de vrouw geworden duivel die hem tart, fysiek en mentaal, die z’n principes belachelijk maakt en hem confronteert met minder rigide ideeën die even eerbaar zijn als de zijne. Zij wordt keer op keer opnieuw afgewezen en ziet dan een verkrampte en boze man, nauwelijks of niet in staat tot menselijke gevoelens, tenzij negatieve: verbittering, verdriet, jaloezie en egoïsme. Ze voelt het wurgende net niet dat hij langzaam om haar spant, z’n goedheid die alleen maar bedoeld is om te controleren, z’n ijzeren wil om haar te boetseren naar het beeld van zijn overleden Blanche.
Brugge, Die Stille is Verhaverts meest strakke en minst vervelende film sinds
Het Afscheid. Af en toe wordt de kolossaliteit van Brugge net iets te veel in de verf gezet, zijn de opnamen van gevels en reibermen net iets te herhalend en te lang, maar ze passen precies in de toon en de sfeer van het slepende drama dat met elke echo van voetstappen op de keien dichterbij komt en zich voorzichtig ontvouwt. Vanaf de eerste stalen blik van Hugues – na de dood van Blanche – tot aan de aftiteling, bouwt Roland Verhavert de spanning langzaam op. Af en toe haalt hij de druk van de ketel met het ongedwongen en meisjesachtige dansspel van Jeanne die als een vlinder en dan weer als een fijnzinnige dame door het beeld schrijdt. Maar de donkere en geselende blikken van Hugues zijn nooit ver uit de buurt, z’n verkrampte gelaatsuitdrukkingen, z’n stramme en haast machinale bewegingen. Hugues kan niet rekenen op onze sympathie, daarvoor is hij te vijandig, te houterig, te gesloten, en dus kunnen we zijn verdriet over de dood van Blanche niet inschatten, kunnen we ons niet voorstellen wat hij doormaakt, overigens: hield hij wel van Blanche of was ze eerder zijn bezit, zijn gewillige slaaf? Is Hugues in staat tot liefde? Verhavert laat het blauw-blauw en suggereert. Niet meer. De rest wordt aan de verbeelding overgelaten. De toeschouwer moet diep in zichzelf op zoek naar de waarheid, naar de redenen die de personages hebben om zich te gedragen zoals ze dat doen. Met
Brugge, Die Stille keert Verhavert in zekere zin terug naar ouder werk zoals
Meeuwen Sterven In De Haven, een film die eenzelfde leegte, een zelfde psychische moeheid en zinloosheid verwoordt in een leeg decor waar zwijgen betekenisvoller is dan praten.
BEELD EN GELUID
Brugge, Die Stille moet het qua gevoel en toon van de aankleding van de omgeving en de atmosfeerschepping hebben. Grote aandacht is dan ook besteed aan de kleuren waarbij donker en grauw overheersen. Allen Jeanne beweegt zich in warme tinten, is gehuld in prachtige en kleurige toiletten met plooien die het licht vangen en fantasierijke hoedjes op een bos wild krullend haar. Tijdens de avondlijke taferelen tovert Verhavert staalblauwe tinten op gevels en bestrating en het zou niemand verbazen mocht plots de tune van
The Third Man inzetten als Hugues zich verschuilt in een donker portaal of achter een grauwe straathoek terwijl hij als een springklare tijger Jeanne besluipt. De muziek van Claude Debussy past perfect bij het beeld. Zijn expressionistische tonen zijn levendig, rijkelijk voorzien van sprankelende klanken, bruisend van tempo en ritme en ondersteunen zowel de vrolijke als de meer koude, morbide scènes uit deze film. De kopie is magnifiek gerestaureerd en de donkere pastelkleuren helemaal opgefrist. Vuil of beschadigingen zijn voor de transfer helemaal weggewerkt en de klank van de stemmen is vrij realistisch. Voor wie moeilijkheden heeft met de verstaanbaarheid – het Nederlands klinkt natuurlijk en een beetje archaïsch – zijn er ondertitels in een mooi lettertype en laag geplaatst.
EXTRA’S
De extra’s zijn zoals meestal in De Vlaamse Film Collectie nauwelijks het vermelden waard. De inleiding door Roland Verhavert is totaal overbodig; het fragment uit het VRT-archief – van de hand van Jo Röpke – biedt nauwelijks meerwaarde. Het probleem met Verhavert is dat een interview meestal op een causerie gaat lijken, gedebiteerd op het gezapige toontje van ons-kent-ons, wat bij uw dienaar meteen in de buik slaat.
CONCLUSIE
Brugge, Die Stille is een menselijk drama.
Die Stille slaat op de verlaten straten van de stad en op de leegte van deze film tout court, maar vooral op de leegte in het hart en de ziel van het hoofdpersonage. De lege stad is een metafoor voor Hugues’ vastgelopen gevoelsleven: z’n hart klopt nog wel, maar het slaat niet meer. Roland Verhavert houdt van begin tot einde de sfeer van zijn verhaal strak in de hand en voert het drama zonder veel uitwijding of overtollige woorden naar een onvermijdelijk en fataal hoogtepunt.