REBEL WITHOUT A CAUSE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-06-05
FILM
Weinig films kunnen zo’n iconische status claimen als
Rebel Without A Cause, Nicholas Ray’s tragische kijk op de Amerikaanse tienercultuur van de jaren vijftig. De dodelijke ‘chickie run’ halverwege de prent staat nog steeds geboekstaafd als een van de meest memorabele scènes uit de klassieke Hollywoodcinema. En wie aan James Dean denkt, ziet hem voor zich als in rebel, met blauwe jeans, vuurrode leren jekker en weerbarstig, met gel gemodelleerd haar. De legendarische status van de prent heeft ongetwijfeld veel te maken met de plotse dood van tieneridool Dean, en dus blijft het de vraag of vijftig jaar na zijn release,
Rebel Without A Cause zich ook op artistiek vlak nog staande weet te houden. Eerlijk gezegd, ik vreesde er wat voor, maar ben blij te melden dat ik me vergiste. De film heeft op een halve eeuw tijd bitter weinig aan kracht ingeboet.
Het verhaal lijkt nochtans weggelopen uit een goedkope driestuiversroman. Jim Stark is een typische gekwelde tiener die met zijn ouders naar een nieuwe stad is verhuisd. Vriendschapsbanden met de plaatselijke jeugd blijken voor de geboren outsider moeilijk te smeden. Enkel Plato, een eenzame, verwarde jongen, kiest onvoorwaardelijk Jims kant. En diens pogingen om buurmeisje Judy voor zich te winnen lijken bij voorbaat al verloren. Alles verandert echter als rivaal Buzz Jim uitdaagt voor een ‘chickie run’: wie als eerste uit een rijdende auto springt terwijl die richting een klif dendert, is een lafaard. Jim springt als eerste, maar Buzz overleeft de gevaarlijke race niet en stort te pletter. Gekweld door wroeging confronteert de tiener zijn innerlijke demonen, waarbij hij in Plato en Judy zielsverwanten vindt. Een samenloop van door kinderlijke haat en ouderloze jeugdtrauma’s ingegeven omstandigheden leidt uiteindelijk tot een tragische climax.
Hoewel de prent er goed in slaagt een realistisch beeld te schetsen van (toentertijd) moderne jongerencultuur, houdt Nicholas Ray de structuur van de film bewust klassiek.
Rebel Without A Cause neemt namelijk de vorm aan van een Griekse tragedie, waarin de hoofdpersonages getormenteerd worden door interne angsten en kwellingen en een happy end nooit een optie lijkt. Het lijkt een contradictio in terminis, maar juist deze, in sommige ogen oubollige en al te gestileerde, structuur maakt dat de prent vijftig jaar na dato nog het bekijken waard is. Dankzij deze vertelstijl worden de tienerangsten immers uitvergroot tot universele thema’s, waardoor de prent grotendeels weet te ontsnappen aan de valkuilen van het melodrama. Dit betekent echter niet dat
Rebel Without A Cause een perfect scenario bezit. Met het realiteitsgehalte wordt bijvoorbeeld meer dan eens een loopje genomen, meest opvallend in de uren na het auto-ongeluk van Buzz, waarin de personages wel wroeging en verdriet uiten, maar tegelijkertijd iets te gewoontjes met de tragiek van Buzz’ dood omgaan.
Dat de film desondanks juist vanaf dat moment aan kracht begint te winnen, mogen we voor een flink deel toeschrijven aan regisseur Nicholas Ray. De cineast had al enkele interessante film noirs op zijn actief toen hij
Rebel Without A Cause maakte, maar vertoont hier zoveel flair en vakkunde dat hij ineens naar de A-list gecatapulteerd werd. De duistere visie met een glanzende rand van hoop, die zijn eerdere oeuvre kenmerkt, duikt ook in deze film op en zijn intelligente regie blijkt een ideale partner voor het verhaal. Impressionant is vooral de wijze waarop Ray het nieuwe, extra brede Cinemascope formaat weet te gebruiken. Zijn wijde shots geven een gevoel voor compositie aan waarop zelfs Rembrandt jaloers zou zijn, en in de close-ups creëert hij steevast grote lappen open ruimte naast de acteurs, wat een tastbaar spanningsveld teweeg brengt. Bovendien kiest de cineast zorgvuldig zijn camerastandpunten en –bewegingen. Subtiel, dikwijls, maar met een niet te onderschatten psychologische impact op de kijker.
In de andere twee films die hij kon voltooien voor zijn vroegtijdige dood, de epen
Giant en
East of Eden, bezondigde acteur James Dean zich in mijn ogen aan overdreven intens overacting. In
Rebel Without A Cause is dat probleem niet volledig van de baan. Hij legt te veel gravitas in zijn vertolking, waardoor de complexiteit van de menselijke emotie niet de kans krijgt in al zijn aspecten belicht te worden. Maar zijn gedragingen passen anderzijds wonderwel in de leefwereld van een verwarde tiener. Bovendien spreekt er, geholpen door Nicholas Ray’s regie, een brute oerkracht uit zijn performance, die de film helpt dragen. Natalie Wood’s Judy is van nature een personage waar je niet veel kanten mee uit kan, maar zij slaagt er toch in een emotionele empathie bij de kijker te ontlokken. Ze utiliseert nog niet de volle capaciteiten van haar aanzienlijke talent, maar baant hier al de weg voor haar superieure, soortgelijke vertolking in
West Side Story, zes jaar later. Dé absolute uitblinker in de cast is evenwel Sal Mineo, als Plato. Hij heeft de rol met het meeste dramatische potentieel en puurt alles uit zijn lijf om een onvergetelijk tragisch personage neer te zetten. Amper zestien was de acteur ten tijde van de opnames, maar hij vertoont een maturiteit die zijn leeftijd ruimschoots overstijgt. Zijn lot op het einde van de film zal geen oog onbetraand achterlaten.
Het gevaar bij producties als
Rebel Without A Cause, die hun wortels stevig verankeren in het tijdperk waarin ze geschoten worden, is dat de tand des tijds een desastreus effect op de impact ervan zal hebben. Gedeeltelijk geldt dit ook voor de prent, die een te lange aanloop kent en al te vluchtig over belangrijke emoties scheert. Maar in grote mate blijft
Rebel Without A Cause een klassefilm, met goede vertolkingen, een uitmuntende regie en prachtige fotografie. Bovenal is het echter een prent die ook de jeugd van tegenwoordig nog aan kan spreken omdat de neergezette tieners met een beetje verbeelding ook kinderen van het nieuwe millennium zijn. Er zijn honderden films gemaakt die beter zijn dan
Rebel Without A Cause. Maar qua pure, rauwe kracht heeft Hollywood zelden een betere prestatie neergezet.
BEELD EN GELUID
Naar goede gewoonte heeft Warner deze klassieker uit zijn cataloog een waardige opknapbeurt gegeven voor zijn vijftigste verjaardag. Het extra grote, in 2.55:1 ratio uitgevoerde Cinemascope beeld heeft er in decennia niet meer zo goed uitgezien. Zwartniveaus en contrast zijn erg goed, doch zeker niet perfect, en de Warnercolor kleuren spatten met een (soms iets té) enthousiaste saturatie van het scherm. Grootste probleem blijkt de scherpte te zijn, die van scène tot scène fluctueert en nooit haarscherpe kwaliteit bereikt. Beeldruis en vuiltjes werden tot een minimum herleid. Een goede beeldtransfer dus, maar eentje die niet de duizelingwekkende restauraties van
North By Northwest of
Singin’ in the Rain bereikt. Op audiovlak moet ik in de eerste plaats mijn teleurstelling uiten over het ontbreken van de originele monotrack. De optie om een film in oorspronkelijke staat te bekijken moet wat mij betreft steeds open blijven. Dat gezegd zijnde, de opwaardering naar 5.1 Dolby Digital heeft een erg dynamisch geluidsspoor opgeleverd, met heldere dialogen en een meer dan behoorlijk ruimtelijk bereik. Het is een track die enerzijds voldoet aan de eisen van een modern home cinema systeem en anderzijds zijn monoroots geen geweld aan doet. Een prima kwaliteit met andere woorden!
EXTRA’S
Ter gelegenheid van het gouden jubileum van de film, presenteert Warner Bros. een Special Edition van
Rebel Without A Cause, met bonusmateriaal dat over twee schijfjes verdeeld werd.
Disc 1
Op de eerste schijf vinden we een lekker ouderwetse
Trailer (2 min.) voor de film terug. Maar de voornaamste extra op disc 1 is een
Audiocommentaar door Douglas L. Rathgeb, de man die eerder al een boek schreef over het maken van
Rebel Without A Cause. Een flink deel van zijn replieken heeft betrekking op James Dean, maar hij haalt ook massa’s weetjes boven over de opnames van de prent. Al bij al een wat droog commentaarspoor, maar best wel interessant.
Disc 2
De tweede schijf steekt van wal met een lange tv-special uit de jaren zeventig:
James Dean Remembered (66 min.). Het geheel doet hopeloos gedateerd aan, vooral de interviewsegment in de studio, maar je krijgt in ieder geval een zondvloed aan feiten, beelden en foto’s van de tragisch overleden acteur voorgeschoteld. Kwalitatief een stuk beter is de retrospectieve
Rebel Without A Cause: Defiant Innocents (36 min.), waarin de voornaamste nog levende medewerkers aan de prent hun zegje krijgen en de productie van concept tot afwerking wordt getraceerd. Spijtig alleen dat enkele interessante preproductie-elementen, waarvan melding in de docu, niet op de disc werden gezet. Vooral het oorspronkelijke, 17 pagina’s tellende concept van regisseur Ray zou een fenomenale extra hebben opgeleverd volgens mij.
Wel aanwezig zijn
Screentests (6 min.) waarin Dean, Wood en Mineo nog voor de opnames al blijk geven probleemloos in het vel van hun personage te kunnen kruipen. De
Wardrobe Tests (5 min.) dienden dan weer vooral om de chemie tussen de delinquente jongeren te testen. Ook aangenaam is dat maar liefst 16
Deleted Scenes op de disc terug te vinden zijn, helaas zonder het verloren gegane geluid. De scènes bestaan vooral uit alternatieve shots en overbodige exposities en het is makkelijk te zien waarom ze de film niet haalden. Deze Special Edition van
Rebel Without A Cause rondt af met
Behind the Camera. In drie segmenten van zeven minuten uit de oude doos wordt hierin promotie gemaakt voor de prent, via locatiebeelden, filmfragmenten en interviews met sterren Natalie Wood, James Dean en Jim Backus.
CONCLUSIE
Rebel Without A Cause is een iconische film die het verdient herinnerd te worden voor zijn artistieke kwaliteiten i.p.v. voor memories aan de jong gestorven James Dean. Cineast Nicholas Ray doet wonderen met het Cinemascope beeld, en het scenario, hoewel soms ongeloofwaardig, deelt rake emotionele klappen uit. Beeld en geluid werden knap gerestaureerd voor deze Special Edition, die er ook op vlak van bonusmateriaal best mag zijn.