WINDHORSE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-09-06
FILM
In 1959 bezetten de Chinezen Tibet. De drang om zoveel mogelijk buurlanden en volkeren mee te laten genieten van
de voordelen die de Han-Chinezen te bieden hebben, is groot. De annexatie van het Himalaya-land stuit op hevige tegenstand en eist een hoge tol: 6000 vernielde Boeddhistische klooster en minstens een miljoen doden onder de plaatselijke bevolking. Vandaag is Tibet nog altijd één van de achterlijkste landen op de planeet: de bemoeinissen en de zgn. goede bedoelingen van de Chinezen hebben de Tibetanen alleen maar windeieren gelegd: armoede, nauwelijks sociale voorzieningen, maatschappelijke tweederangsburgerschap, onderdrukking en het totale gebrek aan democratie, politieke verdraagzaamheid en burgerlijke vrijheden.
In het begin van de jaren '90 komt de zus van regisseur Paul Wagner bij haar terugkeer uit de Tibetaanse hoofdstad Lhasa in moeilijkheden omdat zij op haar videocamera het getuigenis heeft geregistreerd van een Tibetaanse die omwille van haar politieke overtuiging is mishandeld en die vervolgens zal overlijden. Wagner, auteur van de Oscarwinnaar voor Documentaires
The Stone Carvers, is onder de indruk van haar belevenissen en besluit om met het materiaal iets te doen. Het resultaat is
Windhorse, een gedramatiseerde documentaire of een drama of een film naar waar gebeurde feiten, moeilijk te zeggen, want deze film is samengesteld met materiaal dat clandestien in Tibet is gedraaid en scènes die nadien zijn gereconstrueerd. De productie houdt het midden tussen een waargetrouw verslag en een dramatische enscenering waarbij de zgn. clandestiene beelden louter bestaan uit – zeg maar – ongevaarlijk materiaal zoals natuur- en straatbeelden en wat opnamen van mensen op een markt, e.d. - materiaal waarvan het moeilijk voorstelbaar is dat het automatisch het label 'clandestien' verdient - en gedramatiseerde reconstructies op basis van getuigenissen. De algemene indruk is er één van groot realisme en een hoog documentair gehalte, mede door het inzetten van niet-professionele personages om de rollen na te spelen. Het begint meteen al goed in deze film met een prachtige panne over een Tibetaans boerendorp waar drie kinderen touwtje springen op een pleintje: Dolkar (Dadon), zijn zus Dorjee (Jampa Kelsang) en hun nichtje Pema. Over een pad komen twee Chinese politiemannen de rust verstoren: ze vermoorden de grootvader van het broertje en het zusje omwille van zijn activiteiten ten voordele van een
Vrij Tibet. De beide kinderen vluchten met hun ouders en grootmoeder naar de hoofdstad Lhasa om erger te voorkomen. Vervolgens verplaatst de actie zich naar Lhasa, het religieuze en politieke centrum van het land: Dolkar en Dorjee zijn 18 jaar ouder geworden. Hij is werkloos, drinkt en rookt veel en verdoet zijn tijd tussen biljartzalen en prostitutiehuizen. Zijn zus Dolkar spreekt inmiddels vloeiend Chinees, heeft een baantje als zangeres in de enige disco van Lhasa en een Chinees vriendje, Duang-ping (Richard Chang), werkzaam op het ministerie van Communicatie en met goeie contacten bij de plaatselijke (Chinese) radio en televisie. Pema is ingetreden in een Boeddhistisch klooster en non geworden.
Dolkar en Dorjee wonen met hun ouders en grootmoeder in een éénkamerflat in een achterbuurt van Lhasa. Veel meer dan een altaar met de beeltenis van de Dalai Lama, een zitbank, een kleine tafel en een benepen keukentje met wat gerief hebben ze niet. Dorjee is de enige kostwinnaar. Gelukkig gaat het goed met haar carrière en kan haar Chinees vriendje voor een platencontract en een live tv-optreden zorgen dat in heel China op de buis komt. Ondertussen is Pema op de markt van Lhasa opgepakt voor het scanderen van vrijheidsleuzen, afgevoerd door de geheime politie en zwaar mishandeld in de gevangenis. Haar oom, de vader van Dolkar en Dorjee, krijgt het bevel haar op te halen, maar naar Tibetaanse normen betekent dit zoveel als dat het meisje op sterven na dood is. Wanneer Dolkar en Dorjee 's avonds thuiskomen worden ze geconfronteerd met een zwaar toegetakelde en mishandelde Pema die hen nog nauwelijks herkent. In Dolkar en Dorjee breekt er ergens iets vanbinnen bij de aanblik van hun stervende speelkameraad.
Paul Wagner laat
Windhorse als een sprookje beginnen, met prachtige beelden van het berglandschap en de nietige huisjes van de dorpelingen terwijl Dolkar een boodschap aan zijn vermoorde grootvader richt en praat over de windpaarden en het lot dat hem en zijn zus terug naar het geboortedorp heeft gevoerd. In Lhasa toont de regisseur de slechte levensomstandigheden van de vijf volwassenen die samengepakt leven in een bouwvallige flat zonder privacy: de oudjes zitten in de huiskamer te bidden en een drinkende Dolkar zit onderaan de trap in de hal te lummelen. Het contrast tussen broer en zus kan niet groter zijn dan dat tussen de pseudo-outcast Dolkar en zijn gesofistikeerd zusje dat zich zachtjes aan laat inpakken door de Chinezen die roem en succes beloven in ruil voor totale gehoorzaamheid aan de partij. De gevangenisbeelden en de mishandeling van Pema zijn niet voor gevoelige kijkers, maar Wagner toont ze ons, om de realiteit op het netvlies te branden: de Chinezen zijn barbaren, niks beter dan Saddam Hoessein of om het even welke dictator. De grimmige sfeer die al sinds het begin in de film hangt neemt overhand toe en culmineert in Pema's verslag aan de Amerikaanse met de camera: wie als kijker niet de getuige is van zijn eigen opkomende woede en ontzetting, is fout bezig, want het relaas in
Windhorse is bloedstollend, diep treurig, shockerend en afstotelijk en mag niemand onberoerd laten, want het staat voor alle misdaden tegen de menselijkheid in naam van nationalisme en dictatoriale onderdrukking ten voordele van één bevolkingsgroep, één etnische groep, één ras.
De clandestiene beelden zijn zoals al eerder vermeld niet veel soeps. Ze zijn eerder een verkoopsargument dan werkelijk van groot essentieel belang. Ze geven het geheel een soort authenticiteit, maar bevatten an sich geen compromitterend of belastend materiaal voor de Chinezen. Wat dat betreft had Paul Wagner misschien veel duidelijker moeten kiezen voor een pure documentaire of een gedramatiseerde documentaire, al was het maar om de toeschouwer niet in verwarring te brengen: dit is een reconstructie op basis van ware feiten waarbij het bloed gewoon schmink is en de Chinese bullebakken acteurs. Maar het doet niks af van de kracht van deze productie. Die is sterk van begin tot einde, zonder meer.
BEELD EN GELUID
Het beeld van deze dvd is goed van kwaliteit. De met een amateur-camera opgenomen beelden in Tibet zijn iets korreliger en in zwart/wit, maar dat stoort hoegenaamd niet. De opnamen van landschappen en vergezichten baadt in prachtige poëtische kleuren. De interieurtinten zijn donker en bruinig gehouden, maar over het algemeen gaat het hier om de boodschap, niet om de mooifilmerij en gelukkig maar. Het geluid is aantrekkelijk door de exotische geluiden die via de surround in alle richting de kamer worden ingestuurd. Het geluid van de Tibetaanse fluiten, diep en
earthy, primitief grommend zonder duidelijke melodie, met de enige bedoeling om de goden goed te stemmen eerder dan een gesynchroniseerde melodie op te wekken. De instrumentals worden afgewisseld met Tibetaanse godsdienstige liederen van monnikenkoren: de muziek is bedwelmend en van een andere wereld, net zoals Tibet zelf een aparte en een beetje on-wereldlijke plaats is.
EXTRA'S
Deze dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Windhorse is een beklijvende film over Tibet, sinds 1959 een autonome Chinese republiek tégen de zin van de bevolking met alle gevolgen van dien: opstand, protest, politieoptreden, onderdrukking, marteling en doodslag. Paul Wagner, de regisseur, levert een spannende documentaire-achtige productie af met ingebouwd thrillereffect vanaf het moment dat de Amerikaanse toeriste het toneel betreedt en haar camera ten voordele van het verzet gaat gebruiken uit afschuw en medeleven met de betrokkenen. Indrukwekkend.