EARTHSEA
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2005-09-12
FILM
Earthsea is een gigantisch grote groep eilanden waar de ambitieuze Kargische koning Tygath (Sebastian Roché) ijverig zijn best voor doet om ze onder zijn bewind te unifiëren, desnoods met geweld (of moet dat zijn: "bij voorkeur met geweld"?). Smidsjongen Ged (Shawn Ashmore) - duidelijk weer zo ééntje op zoek naar een lotsbestemming in zijn leven die zijn vader,
den eenvoudigen smidschmensch, hem niet kan schenken - weet een aanval van de Karg-roofridders op zijn dorp af te wenden door de in hem latente magie aan te boren. Ongelukkig genoeg komt Ged zelf om wanneer hij samen met de roofridders over de rand van een kloof tuimelt. De rondreizende magiër Ogion (Danny Glover) kan hem echter nog op het nippertje van de rand van de dood wegtrekken. Ged kiest er, onder indruk van wat er gebeurd is, vervolgens voor om zijn geboortedorp definitief achter zich te laten en als leerling Ogion te volgen. Het studeren van de magie, vooral het onderzoeken van het hoestje van een schaap of het nederig plukken van kruiden, gaat de jonge onbesuisdeling te traag, en daarom stuurt Ogion hem naar de magiërsschool (waar hebben we dat nog gehoord?) op het eiland Roke. Ged is een voortreffelijke leerling, maar zijn ambitie overstijgt zijn kunnen. Na een partijtje blufpoker tegen een medestudent, de adellijke snob Jasper (Mark Hildreth), roept Ged op een nacht een Gebbeth (Mark Acheson) op. Een wat? Een
Gebbeth, een kwaadaardig wezen dat tot de zogenaamde Naamlozen behoort. Aangezien alle macht op Earthsea gebaseerd is op het noemen van de Ware Naam der dingen, en niemand de echte naam van de Gebbeth kent (naamloos, nietwaar?), moet Ged de tovenaarsschool verlaten en is hij gedoemd om rond te reizen totdat hij sterk genoeg is om de Gebbeth het hoofd te bieden, zelfs al gaat hij er samen mee tenonder. Parallel aan dit verhaal krijgen we gebeurtenissen voorgeschoteld die zich afspelen in de Tomben van Atuan, waar een orde van priesteressen de poort waarachter alle Naamlozen zich schuilhouden, bewaken. Enkel de hogepriesteres Thar (Isabella Rossellini) kent het geheim om de poort te kunnen openen. Wanneer ze als opvolgster de jonge priesteres Tenar (Kristin Kreuk) verkiest boven haar rechterhand Kossil (Jennifer Calvert), bedenkt deze laatste een plan om de hogepriesteres uit de weg te ruimen en de schuld op Tenar af te schuiven. Kossil is namelijk een marionet van koning Tygath, die meent dat de Naamlozen hem onsterfelijkheid zullen kunnen schenken. Geds lotsbestemming voert hem ook naar Atuan, waar hij de finale confrontatie met de Gebbeth zal ondergaan.
Met
Earthsea hebben we een perfect instrument in handen om het verschil uit te leggen tussen een goede film en een goede verfilming. Sinds een paar jaar is Peter Jacksons
Lord Of The Rings hét referentiewerk bij uitstek geworden hoe je een ingewikkeld boek uitstekend kan verfilmen, en zelfs met het veranderen van enkele details toch de algemene sfeer onveranderd kan vastleggen op pellicule. Ook de verfilmingen van Joanne K. Rowlings
Harry Potter-reeks konden op de welnemende instemming van de auteur rekenen. Bovengenoemde voorbeelden zijn bovendien relevant om in deze context aan te halen, want ook Earthsea is een verfilming van een redelijk succesvol fantasywerk - of dat was het toch bij het verschijnen van de eerste delen eind jaren '70. Alhoewel ik dit zeker en vast een smaakvolle fantasy-verfilming vind, werd die mening allerminst gedeeld door schrijfster Ursula LeGuin, op wiens
Earthsea-boekencyclus (of toch de eerste twee ervan) deze miniserie is gebaseerd. En op zo'n moment splits de fanbasis zich ook onvermijdelijk in twee kampen: zij die de originele auteur steunen in haar kritiek, en zij die bereid zijn om de verfilming krediet te geven. LeGuin was namelijk met geen woorden te spreken over deze interpretatie van haar werk, en ik kan eerlijk gezegd wel een klein beetje begrijpen waarom. Intrinsiek komt het hierop neer dat haar boek is
verharrypotteriseerd, om eens een mooi en allesomvattend neologisme te gebruiken: de boeken van LeGuin zijn erg taaie en complexe werkstukken, totaal ontdaan van elke vorm van humor of luchtigheid. Regisseur Liebermann heeft het verhaal flink aangedikt met onder meer het oppompen van een bijfiguur tot een
funny sidekick (Christopher Gauthier), een politiek gecorrigeerde tovenaarsschool en daarbovenop een obligate romance tussen Ged en Tenar. Dat de regisseur daarbij heeft proberen te incasseren op het succes van Potter en consoorten is begrijpelijk, en hierdoor maakt hij zichzelf tot een gemakkelijk doelwit voor kritiek.
Maar is deze verfilming van
Earthsea dan werkelijk zó rotslecht? Allerminst, zo lang je maar in gedachten houdt dat er inhoudelijk een zekere afstand bestaat tussen de film en de boeken van LeGuin. Liebermann heeft in zekere zin het werk van LeGuin wat toegankelijker gemaakt - en toegegeven, tegelijkertijd onvermijdelijk wat dommer - maar heeft toch veel van de essentie van de boeken behouden. Zo heeft hij het gegeven dat de magie van
Earthsea ingegeven is door het noemen van de ware naam der dingen, niet alleen behouden, maar ook nog eens netjes gevisualiseerd. Bij het beschrijven van het labyrinth van Atuan heeft de regisseur ongeveer dezelfde inhoudelijke simplificatie moeten doorvoeren als Jean-Jaques Annaud bij de verfilming van
The Name Of The Rose van Umberto Eco: in het boek wordt het doolhof tot in de kleinste details beschreven. Een dergelijk oog voor detail is misschien wel getrouw, maar zou allerminst boeiende cinema opleveren. Wat nog? De decors zijn misschien niet zó schitterend als bij andere big-budget verfilmingen, het is toch ook geen bordkartonnen ramp geworden. Alleen de CGI-shots over de steden waar koning Tygath huist zijn duidelijk fake. Shawn Ashmore (Iceman uit de
X-Men-franchise) is meer dan adequaat in zijn rol van Ged; misschien dat de priesteressenorde van Atuan in de film iets vriendelijker en minder religieus fanatiek uit de verf komt dan in de boeken.
Goed, we roepen allemaal we eens een demon op die we niet kunnen bedwingen. Maar waar komt dan LeGuins vernietigende kritiek vandaan? Op de site van
Locus heeft de auteur haar voornaamste grieven in geuren en kleuren neergepend. Ik zal haar argumenten even voor U samenvatten en voorzien van commentaar.
1/ Ursula LeGuin voelde zich eerst en vooral bekocht toen bleek dat de verfilming die ze voor ogen had, uiteindelijk een "slechts" miniserie voor Sci-Fi Channel bleek te zijn en niet het grote actiespektakel op het grote doek waar ze misschien op gehoopt had. Misschien is het wel waar dat haar een rad voor ogen werd gedraaid door haar onder meer wijs te maken dat men Philippa Boyens (co-scenariste van The Lord Of The Rings) had gecontracteerd, wat achteraf niet waar bleek te zijn. Quote:
"As the script was, to me, all-important, her presence was the key factor in our decision to sell them the option. Time went by. By the time they got backing from the Sci-Fi Channel for the miniseries and Robert Halmi Sr. had come aboard, they'd lost Boyen. (sic) That was a blow." Wij vinden echter dat een auteur van een dergelijke invloedrijke fantasy-roman boven het gekonkel moet staan over welk medium nu uiteindelijk zal gebezigd worden, en het uiteindelijke resultaat staat of valt uiteindelijk toch niet bij de al dan niet medewerking van één welbepaald persoon. Zowel op het grote als op het kleine scherm kan een verfilming namelijk schitteren dan wel stinken naar rotte vis. Op het einde van de dag is het de artistieke prestatie die telt. Nu lijkt het alsof LeGuin ook graag bij leven een vette royalties-cheque had ontvangen, wat blijkbaar niet gebeurd is.
2/ Ursula LeGuin bekloeg zich over de raciale casting: in haar boeken zijn de Karg-roofridders en de priesteressen van Atuan blanken en de magiërs donkerhuidig (Ged) tot zwart (Vetch). LeGuin wilde zich daarmee afzetten tegen het feit dat in de meeste fantasy-werken van haar tijd de helden blank zijn en de "slechten" zwart. Quote:
"It does matter. It matters a whole lot. I live in a racially bigoted country. From the start, I saw my Earthsea as a deliberate refusal to go along with the prejudice that sees white as the norm, and the fantasy tradition that accepts the prejudice. If you're white, ask a colored reader of fantasy whether it matters. Ask them how often they found themselves in fantasy books or movies when they were growing up, and how they felt about it." Okee, dat was echter 1970, nu zijn we in 2005. Dat mevrouw LeGuin in een land leeft waarin de Ku Klux Klan zich nog steeds beroept op het grondwettelijke recht op vrije meningsuiting om hun asociale hobby te kunnen belijden, is niet haar schuld, maar ook niet die van de filmmakers. Alleszins doet volgens mij de kwestie wie in het boek tot welk ras behoort, niet echt terzake; het is pas nadat ik LeGuins kritieken had gehoord, dat ik bij het herlezen van het boek op dergelijke details ben beginnen letten, want bij een eerste lezing - toegegeven, enkele jaren geleden - was het me niet opgevallen. Dat de keuze van de huidskleur van een acteur of actrice (Danny Glover en Kristin Kreuk zijn respectievelijk Afrikaans en Aziatisch) zou moeten doorwegen, wanneer dit in het verhaal weinig tot geen impact heeft, zegt misschien met alle respect meer over mevrouw LeGuin dan over de makers van deze film.
3/ Daaraan gekoppeld is de tovenaarsschool in de boeken van LeGuin een exclusief mannenbastion, terwijl in de film duidelijk gekozen is voor gemengd onderwijs. En tot overmaat van ramp ergert ze zich aan het feit dat er voor de rol van Ged voor een acteur met een redelijk hunk-gehalte (Shawn Ashmore) werd gekozen. Wat kan je hier nu op zeggen? Als mevrouw LeGuin liever Josh Hartnett, Ashton Kutcher of - waarom niet - The Rock had gehad, zou ze pas écht reden tot klagen hebben gehad.
4/ Ondanks haar uitdrukkelijke aanwijzingen zijn enkele uitspraakwijzen van persoonsnamen gewijzigd. Ogion zou volgens haar moeten worden uitgesproken als O-gi-on en niet als O-dzjie-on, zoals in de film het geval is. Ook hebben enkele niet echt relevante bijfiguren in haar ogen te westerse namen gekregen, zoals Penelope en Diana.
Who cares? Een beetje perfectionist zijn kan heilzame werkingen hebben, maar LeGuin overdrijft. De magie die volgens haar
"one of the fundamental metaphors on which the story is built" is, is in de vorm zoals zij die in de boeken beschrijft, onverfilmbaar. Als filmmaker moet je dan naar het dichtstbijzijnde equivalent zoeken, en dat is volgens mij toch aardig gelukt. Zin voor detail kan soms ontaarden in muggenzifterij.
5/ LeGuin ergert zich verder een breuk aan de speciale effecten in de film, én aan het feit dat de strijd tussen goed en kwaad zo zwart-wit wordt voorgesteld. Wat dat eerste betreft, ook hier weer zou je kunnen argumenteren dat de ellenlange bezweringen met de Ware Naam van een persoon weinig boeiende cinema zouden opleveren, en dat er toch niet zó kwistig met pyrotechniek wordt omgesprongen dat het een alibi of een pastiche wordt. En fantasywerk gaat nu eenmaal uiteindelijk altijd over de strijd tussen goed en kwaad, alhoewel LeGuin dat in haar boeken tracht te nuanceren. Een medium als film gaat des te meer over de strijd tussen goed en kwaad. Heck, zelfs Shakespeare ging over de strijd tussen goed en kwaad. Het is één van de basiselementen van de dramatiek, van Homerus tot George Lucas, van Bret Easton Ellis tot Charles Dickens Ik heb in de
Earthsea-boeken toch niet méér of minder dan in vergelijkbaar werk deze tweespalt zien uitgewerkt worden.
6/ LeGuin protesteert dat de Hollywood-producenten zich te veel vrijheden hebben gepermitteerd met haar boek, omdat volgens hen mensen die de boeken lezen geen films kijken en vice versa, dus dat niemand erom maalt dat een verfilming van een boek niet getrouw is. Ga dat eens aan de miljoenen Lord Of The Rings-fans vertellen!
7/ Verder maakt LeGuin haar beklag dat volgens haar diezelfde filmmakers vinden dat fantasy een genre voor kinderen is en voor mensen die houden van eenvoudige plots, die niet noodzakelijk realistisch hoeven te zijn, want het is toch "maar" fantasy. Volgens mijn bescheiden mening zijn de grootste fantasyliefhebbers toch nog altijd volwassenen, en de grootste fantasy-consumenten zeker. Ooit al eens in een
Forbidden Planet-winkel binnengeweest, mevrouw LeGuin, en eens een blik geworpen op de gemiddelde leeftijd van de - toegegeven, overwegend mannelijke - klanten? Ze verkopen er nochtans uw boeken.
LeGuin heeft natuurlijk het basisrecht over haar eigen creaties, en kan de verfilming van haar werk at will goedkeuren of afkraken. Maar dan moet zoiets toch wel degelijk beargumenteerd zijn. Nu, alle argumenten die in
haar apologetiek terug te vinden zijn, zijn gemakkelijk te weerleggen, zoals ik in de vorige puntjes getracht heb. Of de aangehaalde rassenkwestie nu écht zoiets essentieels is om van de verfilming een onbekijkbare draak te maken, is iets waar over kan gediscussieerd worden zonder einde. Maar bij het nader lezen van LeGuins vlammende protestbrief is er me een ander detail opgevallen. Ik laat U nog een paar fragmentjes lezen:
"The producers approached us (...) with a reasonable offer. The contract of course gave me only the standard status of 'consultant.' That means exactly what the producers want it to mean, almost always little or nothing. But they talked as if they genuinely meant to consult with me when planning the film. (...) This was in the spring of 2004. They were moving very fast, finally, because if they didn't get into production, they'd lose their rights to the property. (...) They then sent me the script and told me that shooting had already begun. In other words, I was out of the process. I'd never been in it. (...) When I saw the script, I realised that what the writer had done was kill the books, cut them up, take out an eye here, a leg there, and stick these bits into a totally different story, stitching it all together with catgut and hokum. They were going to use the name Earthsea, and some of the scenes from the books, in a generic McMagic movie with a silly plot based on sex and violence. There was nothing I could do about it. There is nothing the book author can do about it: not with the standard Hollywood contract. A lot of people don't know that. Even professional movie reviewers, who should know better, often write as if the book author were responsible for the movie. The very rare exception (such as J.K. Rowling's control over the Harry Potter films) is thought to be the rule. But in most cases, the truth of a film to the book is entirely up to the honor, intelligence, and artistic integrity of the filmmakers."
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat er een zekere jaloezie naar boven komt borrelen, met name gericht op het commerciële succes van
Harry Potter, waarbij mevrouw LeGuin jaloers is op de manier waarop J.K. Rowling een artistieke invloed heeft behouden op haar werk. Nu is Rowling nog bezig met haar boeken te schrijven, terwijl het eerste deel van
Earthsea al van 1968 dateert. Alle mogelijke interpretaties van haar werk zijn al in de loop der tijd gewikt en gewogen. Als een filmmaker dan nu zijn visie op haar werk geeft, is dat maar één van de zovele mogelijke interpretaties die het verhaal rijk is, wat alleen maar lof betekent voor het originele werk van LeGuin. Langs de andere kant, hoe een goeie schrijfster LeGuin ook is, ze is geen filmmaakster, en ik kan me indenken dat - haar boeken kennende - sommige van haar creatieve vereisten nogal redelijk verregaand zouden geweest zijn. Als we zeggen dat Tolkien de verfilming van zijn werk waardig zou geacht hebben, is dat ook maar een inschatting die niet meer waard is dan een vermoeden. Tussen de regels door voel ik echter een zware frustratie doorklinken dat de relatieve kleinschaligheid van het project een grote internationale belangstelling heeft gefnuikt, en dat mevrouw LeGuin door een gebrek aan inspraak van aanvang af een zeer negatief vooroordeel over de film zou kweken.
BEELD EN GELUID
De miniserie geniet van een anamorfische transfer, én is dan ook nog eens voorzien van een Dolby Digital 5.1-track én een DTS-track. De beeldkwaliteit is zonder meer prachtig, met smaakvolle kleuren, goed contrast, voldoende detail en scherpte en nagenoeg geen printbeschadigingen of digitale ruis. Het enige obstakel is een sporadische milde interlacing. De geluidstrack is voor een TV-miniserie toch redelijk goed immersief, met een zeer goed gestuurd LFE-kanaal, evenwichtige dialogen en redelijk wat punch. Vreemd genoeg heeft men voor deze miniserie gekozen om de film over twee discs te spreiden: de discs zijn single layer discs, dus één double layer had, ondanks de speelduur, volstaan om een zelfde kwaliteit te bieden. Is het de kassa die gesproken heeft? Wat de vertaling betreft heeft de ondertitelaar van dienst tenminste de moeite genomen om het boek ter hand te nemen en de eigennamen consequent te vertalen.
EXTRA'S
De enige extra die we op de eerste disc terugvinden is een reeks trailers voor andere Bridge-miniseries. Eén ervan gaat overigens over een allesvernietigende storm die een groot deel van de Verenigde Staten in puin achterlaat.
CONCLUSIE
Beste mevrouw LeGuin: ik begrijp werkelijk niet waarom U steen en been klaagt over deze verfilming. Uiteraard is dit een ander medium, en als U op een letterlijke interpretatie van uw werk gehoopt had, moet ik U inderdaad teleurstellen. Ik vind echter dat de essentie van uw verhaal behouden is gebleven, en dat ik zo uit het hoofd enkele auteurs kan opnoemen (Asimov, Clancy, Crichton, Harris, Ludlum,...) die wat dat betreft minder fortuinlijk waren dan uzelf. Wellicht waren uw (commerciële) aspiraties wat aan de hoge kant. Alhoewel, commercie is ook niet alles. U bent ook waarschijnlijk niet naar de diarree-versie van
War Of The Worlds van uw eminente collega wijlen H.G. Wells, vermassacreerd door Steven Spielberg, gaan kijken, of uw kritiek zou waarschijnlijk plotsklaps verstommen. Als U dan zelf de verdediging van
Earthsea niet op U wil nemen, dan doe ik het wel. Speciaal om U te treiteren doe ik er voor de inhoud zelfs nog een half puntje bij! Nèh!
Beste lezers:
Earthsea is minder discrepant dan mevrouw LeGuin en haar fanclub willen doen geloven. Het is een mooi staaltje fantasy, dat weliswaar de vergelijking met
Lord Of The Rings en
Harry Potter niet doorstaat, maar méér dan reden van bestaan heeft.