COMPANY, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-09-25
FILM
De ontstaansgeschiedenis van
The Company is heel atypisch. Het script is geschreven door Neve Campbell, een jonge vrouw die heel wat ambities koesterde in het wereldje van het ballet, maar eigenlijk nooit de top bereikte die ze zich had voorgenomen. Ze bokst uiteindelijk zelf het scenario in elkaar, speelt de hoofdrol, treedt op als producer van de film en strikt Robert Altman na veel aandringen en scripts over en weer om de regie te voeren. De twijfel van Altman over de financiële en commerciële haalbaarheid van dit project is ongetwijfeld vanaf het begin het grootste struikelblok geweest en terecht, want
The Company is qua concept en uitvoering niet meteen een project dat op de voorpagina van grote filmmagazines en lifestylebladen heeft gestaan.
De film concentreert zich in feite rond een project dat in het begin van de film aan de zakelijke leider van
The Joffrey Ballet of Chicago, Mr. A (Malcolm McDowell) wordt voorgesteld voor het nieuwe balletseizoen. Het stuk heet
Blue Snake en begint met een reuzenslang die over het podium dwarrelt, rook spuwt en de verschillende dansgroepen vervolgens via de angstaanjagende muil op het toneel laat verschijnen. Het project vraagt een maximum aantal dansers en heel veel aparte kostuums. Mr. A vindt het project megalomaan en vooral duur, maar geeft de ontwerper zijn goedkeuring als hij maar op de kleintjes wil letten. Ondertussen leren we het balletgezelschap kennen en vooral Fry (Neve Campbell) springt eruit als een gedreven danseres voor wie geen fysieke inspanning te veel of te groot is als dat haar carrière gunstig beïnvloedt. Zij zal uiteindelijk de solodanseres zijn in de première-uitvoering van
Blue Snake, maar de wekenlange inspanningen en stress eisen op het ultieme moment toch hun tol.
Veel meer valt er over
The Company als dramatische handeling niet te vertellen, want heel veel plot is er in deze film niet te ontdekken. Altman moet het met een vrij dun scenario doen en vult de zaak dan maar op met lange, zij het prachtige dansuitvoeringen van
The Joffrey Ballet of Chicago die zich uitstekend lenen voor een regisseur die goed uit de voeten kan met de camera en de felle contrasten die hij kan opwekken met licht, kostumering en decorattributen. Tussendoor zien we korte of langere fragmenten van de oefenlessen voor het ultieme ballet, het kerst- en nieuwjaarsfeestje van het gezelschap, de pijn en het
afzien van de dansers om toch maar de uiteindelijke selectie te halen, de onderlinge wrevel, de jaloezie, maar ook de collegialiteit en de vriendschap die deze jonge mensen dichter tot elkaar brengt. De jonge Fry zien we in allerlei situaties, waarbij haar contacten met Mr. A het verst zijn uitgewerkt. Malcolm McDowell, de bezieler en artistiek directeur van het gezelschap als Mr. A, is degene die zorgt voor de voortdurende handhaving van de kwaliteit van zijn dansers. Elke dag volgt hij, gezeten op zijn persoonlijke nagelwitte thonetstoel (met de leuning tussen zijn benen) hun prestaties en geeft zo nodig stimulerend of corrigerend commentaar. Maar voor de persoonlijke probleempjes van de jonge artiesten heeft hij – op uitzondering van Fry – nauwelijks interesse, die verwijst hij onmeedogenloos door naar zijn assistenten, administratief, technisch en artistiek personeel dat voor hem het
vuile werk opknapt. Mr. A is er voor de show, voor het prestige, voor de contacten met de sponsors en de buitenwereld, voor hem is een dineetje met de burgemeester belangrijker dan een confrontatie met een aantal dansers over het onmogelijk aantal passen in een dansfragment, of de mentale crisis van een medewerker. Eén keer zien we hem in confrontatie met een dansleraar die al twee uur moet toezien hoe Mr. A voortdurend van idee verandert over de uitvoering van een specifieke beweging. Wanneer het tot een woordenwisseling komt over het geleden tijdverlies en zijn wispelturigheid over de uitgevoerde bewegingen, laat hij zich door een medewerker wegroepen voor nog maar een zakelijke afspraak met een klant. Mr. A is een blaaskaak, ondanks zijn grote talent om het gezelschap financieel en artistiek in goede banen te leiden. Met zijn witte stoel, gele sjaaltje en zijn holle frasen vol overdreven lof en charme, lijkt hij meer op een tv-dominee dan op een manager die serieus moet worden genomen.
The Company is een productie die zweeft tussen film en documentaire, maar terwijl een documentaire een aantal kritische aspecten belicht en toelicht, is deze prent veel meer een ode aan de balletkunst en aan de inzet en de opoffering van de jonge Fry en haar collega's. De problematiek van Aids bij jonge mannelijke dansers komt zeer zijdelings aan bod als het gaat over de schaarste die er op dat vlak heerst qua recrutering, evenals aspecten over hun financiën, huisvesting, onderlinge relaties en fysieke gesteldheid. In tegenstelling tot zijn vroegere werk slaagt Robert Altman er deze keer nauwelijks in om de toeschouwer bij zijn onderwerp te betrekken. Het blijft allemaal zeer braaf met de nadruk op het artistieke en het visuele. Beklijven doet het nooit, mede omdat er geen poging wordt gedaan om ons bij de problemen van de jonge dansers te betrekken, ons deel te laten zijn van hun zorgen en bekommernissen, dromen of frustraties.
Het camerawerk en de montage zijn indrukwekkend, de belichting fenomenaal, de muziek bij momenten hartverscheurend: een jonge danser in een halfverduisterde achterafzaaltje die zijn danspassen inoefent op de klagende klanken van J.S.Bachs Cellosuites, of een spetterende balletscène op muziek van de Saint Saëns, prachtige staaltjes van een unieke kunstvorm, modern en klassiek, oud en contemporain, waarmee de rijkdom van
The Joffrey Ballet of Chicago wordt geïllustreerd in steeds wisselende en prachtige decors. Alleen
Blue Snake levert uiteindelijk niet de kick op die de toeschouwer wordt beloofd. De enscenering is kleurig en origineel, maar de dierenpakken waarin de danser zijn verstopt – in een dansstuk dat overeenkomsten vertoont met vergelijkbaar werk van onze eigen Jan Fabre – verhullen te veel het menselijk lichaam, het machtige instrument dat met het spannen en ontspannen van spieren en pezen en de lichtinval op de strakgetrokken lichamen de wirwar van bewegingen intellectuele inhoud en visuele zin geeft.
Blue Snake lijkt meer op een scène uit het Chinese Nieuwjaar of een musical-on-ice-show, waarmee de film niet met een explosie van energie, maar eerder met een middelmatige climax van veren en circusacts eindigt.
BEELD EN GELUID
Qua beeld is
The Company beslist een natte droom voor elke regisseur die van esthetiek en stilering houdt. Deze film is een streling voor het oog van begin tot einde, maar aan de mooifilmerij zijn inhoud en dramatische spanning haast volledig opgeofferd. De kleuren zijn perfect en de opbouw van de dansscènes is gewoonweg subliem in beeld gebracht. Voeg daarbij een zeer creatieve en perfect getimede montage en wat je hier te zien krijgt behoort zonder meer tot de top. De transfer is van zeer goede kwaliteit zonder de minste beschadiging van de pellicule. Jammer dat het beeldformaat (1.78:1) afwijkt van de regio 1-versie (2.35:1). De ruimtelijke werking in de repetitiescènes en de effectieve voorstellingen boet daardoor in qua impact. Het geluid, in 5.1, is voldragen en verzorgd, met de stemmen in het midden en de brede waaier van muziekinstrumenten haast altijd apart vanuit de achterste boxen naar de zijkant toe, waardoor de toeschouwer een breed gevoel van diepte krijgt bij het bekijken van de film, zelfs in de beperkte ruimte van de huiskamer.
EXTRA'S
De dvd bevat de
Originele Bioscooptrailer en
Andere Trailers uit het aanbod van Paradiso.
CONCLUSIE
The Company is een film voor muziek- en vooral balletliefhebbers die zich deze dvd aanschaffen voor de prachtig gefilmde en gemonteerde dansfragmenten, zowel de oefenscènes als de echte voorstellingen, eerder dan voor het flinterdunne verhaal en de beperkte tot nauwelijks bestaande dramatische ontwikkeling. De kijk achter de schermen biedt in dat geval een grote meerwaarde, wegens de algemene schaarsheid en beschikbaarheid van dit soort materiaal. Wie met het werk van Robert Altman vertrouwd is, houdt er rekening mee dat deze 45ste film niet typisch is voor de Amerikaan en bespaart zich op die manier een teleurstelling.