SULLIVAN'S TRAVELS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2005-10-03
FILM
Wie de titel
O Brother, Where Art Thou? hoort vallen, denkt spontaan aan de populaire prent uit 2000 van de Coen-broertjes. Maar de Coens kozen niet zomaar met de natte vinger een naam voor hun film. Inspiratie haalden ze bij het oeuvre van een man die overduidelijk veel invloed op hun werk heeft gehad. Een cineast die samen met Ernst Lubitsch en Billy Wilder behoort het het voornaamste triumviraat van de komische film uit de Gouden Jaren van Hollywood. Een God voor scenaristen bovendien omdat hij als eerste schrijver erin slaagde een regisseurscontract aan de almachtige filmstudio’s los te peuteren en zo de deur opende voor een massa onontgonnen talent. Ik heb het over Preston Sturges, en over een film die een schaamteloze liefdesverklaring is aan de heilzame werking van de gulle lach:
Sullivan's Travels.
John Sullivan is een succesvolle regisseur in Hollywood, maar hij is het beu steeds ultralichte komedies te draaien. Zijn grote droom is het realiseren van een groots epos over armoede:
O Brother, Where Art Thou?. Wanneer de studiobonzen erop wijzen dat Sullivan nooit armoede van dichtbij heeft gezien, besluit de regisseur zich als zwerver te verkleden en enkele weken op droog zaad door Amerika te trekken. Tijdens zijn tocht botst hij op een werkloze wannabe actrice die ervan overtuigd is nooit aan de bak te zullen komen in de filmindustrie. Temidden de grote armoede die hen omringt, worden de twee verliefd op elkaar. Maar problemen en tegenwerkingen van Sullivan’s echtgenote lijken een huwelijk onmogelijk te maken. Tot een hebzuchtige zwerver, een groep geketende gevangenen en een schijndood alles op zijn plaats doen vallen.
Dat de man achter de camera van
Sullivan's Travels in de eerste plaats een schrijver was, valt niet te ontkennen. Vanaf de eerste seconde wordt de kijker immers overspoeld door een barrage aan snel gesproken, grappige one-liners, die als kogels uit een machinegeweer het publiek viseren. Weinig mensen uit de filmgeschiedenis waren zo vlijmscherp met woorden als Preston Sturges, en hoewel sommige van zijn andere producties nog boller staan van de gevatte woordspelingen, geeft
Sullivan’s Travels toch een prima staalkaart van zijn grootste talent weer. Maar het is in de stillere momenten dat de film evolueert van een goede tot een grootse prent. Een hartverscheurende montage halverwege de looptijd is een prachtig voorbeeld van hoe de cineast eveneens wist mensen te ontroeren en met louter visuele hulpmiddelen een meeslepend verhaal wist te vertellen. Deze kwaliteit verheft
Sullivan's Travels mijns inziens boven de andere werken uit Sturges' (veelal vrijblijvendere) oeuvre.
Nochtans is de wijze waarop de filmmaker armoede in beeld brengt allesbehalve origineel te noemen. Met in lompen geklede zwervers, door talloze gaten aangetaste schoenen en in met stro gevulde treinwagons overnachtende landlopers werd het grote vat der Hollywoodclichés opengetrokken. Des te indrukwekkender is het bijgevolg dat Sturges schijnbaar moeiteloos sympathie voor deze stereotypes weet los te weken, hierbij ampel geholpen door een trefzekere muzikale score, die de juiste middenweg vindt tussen emotionele klefheid en eerlijke pathos. Opvallend is eveneens hoe de film voortdurend schippert tussen slapstick (een 'Keystone Cops'-achtige achtervolging springt eruit), gesofisticeerde humor en edel drama, zonder ooit een valse noot te spelen. Zelfs de ongewone structuur, die de plot steevast met horten en stoten een bruuske start laat nemen om ze enkele minuten later haast in achteruit te schakelen, kan niet verhullen dat
Sullivan's Travels altijd lijkt te weten waar de prent naartoe wil.
Cruciaal hierin is ook het ongedwongen acteerspel van de castleden. Als John Sullivan zet Joel McCrea een sympathieke, intelligente naïeveling neer, die zich zonder dat we het goed en wel beseffen in de harten van de kijker wurmt. Het is geen vertolking die lang blijft nazinderen, maar wel eentje die perfect past in Sturges’ plaatje. Datzelfde kan nog meer gezegd worden van Veronica Lakes personage, dat zelfs nooit bij naam wordt genoemd. De actrice was slechts matig begaafd in het vak, zo bewijst de rest van haar filmografie, maar deze rol zit haar als een tweede huid. Uitmuntend is bovendien de nevencast, in de eerste plaats Robert Grieg als Sullivan’s butler, maar zeker ook de zwervers en gevangenen die het tweede deel van de prent bevolken en die op looks alleen al de juiste emotie weten over te brengen.
Wat ons tenslotte bij de moraal van het verhaal brengt. Het belang van komedie in een verzuurde maatschappij is niet te onderschatten, zegt Sturges, in de roerende pancarte die de film opent, in de memorabele scènes van Sullivans roadtrip en in een mooi geconcipieerd feelgood slot. En na de reis die we als kijker met het personage hebben mogen doormaken, kunnen we niet anders dan het met de cineast eens zijn. Nog steeds zijn er regisseurs die zo gedreven zijn om zwaarmoedige, ‘realistische’ films te draaien – met een boodschap die de mensheid dient liefst – dat ze vergeten waarom de mens eigenlijk naar de bioscoop gaat, of zich voor een dvd-speler en tv nestelt. Zij begrijpen niet dat een komedie evenveel waard is als drama en dat de besten in het genre zelfs in slapstick een valabele boodschap weten te verkopen. Veel betere voorbeeldne van deze retoriek dan
Sullivan's Travels zal je niet vinden.
BEELD EN GELUID
Sullivan's Travels heeft inmiddels de pensioensgerechtigde leeftijd bereikt, maar de print die Criterion uit de archieven opdook bezit slechts weinig rimpels. Her en der is er weliswaar nog een vuiltje of krasje zichtbaar in het beeld, maar van grain blijft de kijker voor het overgrote deel verstoken. De scherpte en het contrast kunnen bovendien nauwelijks beter voor een film van deze leeftijd. Enkel de zwartniveaus hellen bij momenten iets te fel over naar een monotoon grijs. Maar door de beugel genomen is de beeldtransfer van deze prent een zeer aangename verrassing. Ook het geluid vertoont bijna geen tekenen van ouderdom. De monotrack geeft helder de zondvloed aan dialogen weer, wordt niet geplaagd door de minste ruisstoringen en laat de knappe muziek melodisch door de boxen meanderen. Als het op éénkanaalstracks van oude films aankomt, kan je het niet beter treffen dan de mix die op deze dvd staat.
EXTRA'S
Alsof de uitstekende film en de schitterende audiovisuele presentatie nog niet genoeg zijn, verwent Criterion de kijker ook nog eens met een uitgelezen selectie bonusmateriaal. Top of the bill is zonder discussie de fascinerende documentaire
Preston Sturges: The Rise and Fall of an American Dreamer (75 min.). Gemaakt in 1990 als onderdeel van de
American Masters-serie van de Amerikaanse openbare omroep, overloopt deze film gedetailleerd het leven en de carrière van de cineast. Het
Audiocommentaar bundelt de opmerkingen van Kenneth Bowser (de maker van de docu), en drie andere Sturges-fanaten: regisseur Noah Baumbach en Spinal Tap bandleden Christopher Guest en Michael McKean. Helaas heeft enkel nummer één van het viertal interessante info mee te delen, terwijl de rest van het trio niet veel verder komt dan nietszeggende adoratie.
Interessanter is een
Interview met Sandy Sturges (13 min.), de weduwe van de filmmaker, die meerdere passages uit zijn rijk gevulde leven van subtiele toelichting voorziet. Een
Radio-interview (4 min.) met de cineast, waarin de vragen door de legendarische Hedda Hopper worden gesteld, stelt dan weer teleur door het feit dat het interview weinig momenten voor improvisatie biedt. Ook het audiofragment waarin Preston Sturges enkele
Gedichten en Gezangen ten beste geeft, is beter over te slaan. Aangenaam om zien is dan weer de massa archiefmateriaal, in de vorm van
Fotogalerijen,
Storyboards en zelfs
Blauwdrukken van de sets. Meer dan honderd foto’s en tekeningen tref je in deze sectie aan. Afsluiten is er ook nog een
Trailer (2 min.), die waarvan de beeldkwaliteit doet vermoeden dat hij decennia lang op een gesplinterde montagevloer heeft gelegen.
CONCLUSIE
Sullivan's Travels is een heerlijke film over Hollywood, de liefde en de menselijke behoefte aan humor. Preston Sturges levert niet enkel een festijn van gevatte woorden en zinnen af, maar tevens een visueel emotionerende prent, die niemand onberoerd zal laten met zijn krachtige, ongedwongen boodschap. Beeld en geluid zijn daarenboven van de beste kwaliteit en in de uitgebreide bonussectie is het aangenaam verdwalen. Deze dvd is dan ook een absolute aanrader.