OLD MAN AND THE SEA, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2005-11-21
FILM
Het is van 1958 geleden dat er nog een poging is ondernomen om
The Old Man And The Sea te verfilmen. Toen was Spencer Tracy degene die het gevecht met de natuurelementen aanging in een poging het meesterwerk van Ernest Hemingway op het witte doek gestalte te geven. Niet iedereen was toen onder de indruk van zijn prestatie, al moet gezegd dat het script zeer dicht bij de novelle van de Amerikaanse auteur bleef. Toch was de verfilming voor vele kenners van Hemingways werk een prestatie op zich, want algemeen werd de korte maar intense vertelling voor
onmogelijk verfilmbaar gehouden. De reden daarvoor ligt voor de hand: Hemingway laat zijn hoofdfiguur Santiago tijdens een dagenlange tocht op zee een gesprek voeren met zichzelf en met een grote vis die hij heeft gevangen. Niet meteen een spannend procédé voor een film, maar Hemingway schreef dan ook in een tijd dat televisie nog in de kinderschoenen stond en schrijvers nog niet beseften dat hun schrijverij ooit het witte doek of het kleine schermpje zou halen.
The Old Man And The Sea is met andere woorden niet meteen
gesneden koek voor een regisseur en ook Jud Taylor heeft bij de verfilming voor Yorkshire Television moeite om de goeie bedding te vinden. In tegenstelling tot John Sturges (regisseur van de 1958-versie) beperkt Taylor zich niet tot de stof in de novelle, maar introduceert een nieuw intrige over een schrijver, Tom Pruitt (Gary Cole), een jonge man met een
writer's block en zijn vrouw Mary Pruitt (Patricia Clarkson). Ze zijn gestrand in het vissersdorp wegens een defecte auto en vooral Mary verveelt zich in het
godvergeten gat. Een tweede lijn gaat over de dochter van de visser, Angela (Valentina Quinn). Die woont sinds haar huwelijk in de stad en komt regelmatig Santiago opzoeken om hem ervan te overtuigen mee te gaan naar Havanna. Beide
uitbreidingen zijn een poging om de toegankelijkheid en de aantrekkelijkheid van de film te vergroten.
En dan het verhaal zelf: Santiago vist al z'n hele leven lang op zee. Ooit was hij de beste handworstelaar en decennialang de beste visser van het dorp, maar die tijden zijn lang voorbij. 84 dagen lang heeft Santiago niet één vis mee naar huis gebracht. In het dorp wordt er over geroddeld en Manolo, een jongen van een jaar of 11 die hij sinds zijn vijfde opleidt, is door z'n vader op een andere boot geplaatst, eentje die wél nog vis vangt. Manolo vereert zijn oude vriend Santiago. Voor hem is en blijft hij de grootste visser. Ook nu hij op een andere boot zit gaat hij voor dag en dauw met de oude man mee naar het strand, zorgt dat hij wat de eten meeneemt en wuift hem uit. 's Avonds staat hij op dezelfde plek Santiago op te wachten, trakteert hem op een biertje, zorgt voor de krant van de vorige dag en voor eten dat hij krijgt van de baas van het plaatselijke hotel. Manolo verdedigt de oude visser tegen de buitenwereld, maar hij kan niet voorkomen dat de andere vissers hem vreemd gaan bekijken: Santiago heeft tegenslag en als het nog lang duurt zal het noodlot ook hun schepen treffen, menen ze.
De volgende dag vaart Santiago uit met het vaste voornemen een grote vis te vangen. Manolo straalt bij het vaste voornemen van zijn vriend en is ervan overtuigd dat de vangst goed afloopt. Jammer dat hij niet mee kan om z'n leermeester bij te staan. Santiago gaat dus alleen op pad in z'n gammele bootje. Een radio heeft hij niet om de sportwedstrijden te volgen. Hij is alleen met de wind, de zee en de toevallig passerende meeuwen. De eenzame tocht is wel een gelegenheid om zijn lange leven als een film te laten passeren. Via flashbacks zien we de jonge Santiago (Francesco Quinn) tijdens de hoogtepunten van zijn jonge leven, terwijl het bootje van de oude man steeds verder van de kust afdrijft. Dan wordt zijn lijn plots strak getrokken: Santiago heeft beet, misschien, want wie of wat er ook in de buurt is, z'n haak met sardientjes is opgemerkt, maar nog niet doorgeslikt. Santiago blijft de prooi aanmoedigen om het aas in te slikken en dat gebeurt uiteindelijk ook. Wanneer hij het touw strak trekt, wordt zijn bootje op sleeptouw genomen. Pas twee dagen later zal hij de vis zien, een reusachtig beest, zeker 700 kilo groot, moedig, maar uiteindelijk uitgeput. Santiago slaagt erin het vermoeide beest te harpoeneren en binnen te halen. Opgelucht zet hij koers naar huis, doodmoe, met bloedende handen, maar fier als overwinnaar van een gelijkopgaand gevecht.
Ernest Hemingway schreef
The Old Man And The Sea toen hij in de jaren '50 op Cuba woonde. De nabijheid van de zee en de wezens die van haar rijkdom leefden en overleefden, boeiden hem evenveel als de Spaanse stierengevechten tijdens zijn Spaanse periode eind jaren '30: het gevecht van de kleine man tegen de machtig natuur, aangewezen op zijn overlevingsinstinct en zijn gevoel van eigenwaarde en respect. Hemingway beschrijft het gevecht van Santiago en de haai op dezelfde manier als dat tussen torero en stier dat hij vele jaren eerder aan het papier toevertrouwde. Hij vangt de ziel van hun spel, de diepere betekenis van hun confrontatie, de essentie ervan, die niet over het doden gaat - die is alleen maar de ultieme consequentie - maar over het wederzijds respect voor elkaars heroïsme en unieke persoonlijkheid, elkaars onverschrokkenheid en koppigheid waardoor doden of gedood worden meer is dan een kwestie van leven of dood.
The Old Man And The Sea, de novelle, is bijna uitsluitend aan Santiago’s gevecht met de grote vis gewijd. Jud Taylor kiest een andere weg door de introductie van nevenverhalen en -figuren en switcht regelmatig van Santiago in z'n boot naar Tom en Mary en hun echtelijke problemen. Op die manier krijgt het hoofdverhaal nooit de kans om uit te groeien tot een spannend gevecht met dodelijke consequenties in een triller met twee gelijkwaardige partijen en een school vraatzuchtige haaien die voor geen van beiden respect toont. De problemen van Tom en Mary zijn oppervlakkig en weinig geïnspireerd, met houterige dialogen die de toeschouwer nauwelijks kunnen interesseren. Hetzelfde geldt voor Angela, de dochter van Santiago: haar tussenkomsten hebben weinig meerwaarde voor de karaktertekening van haar vader. Alleen de dialogen met Manolo, de manier waarop hij en Santiago met elkaar omgaan, dat zijn momenten van grote schoonheid, spontaneïteit en vol emotie. Anthony Quinn – er wordt beweerd dat hij de regisseur zelf verzocht om de rol van Santiago te mogen spelen als geschenk voor zijn 75ste verjaardag – levert een schitterende prestatie. Zijn opgewektheid, zijn onmenselijke strijd met de eigen fysieke beperkingen, zijn verbetenheid en doorzettingsvermogen tekenen Santiago als een groot man, een bijzondere persoonlijkheid in scènes die de toeschouwer niet onverschillig laten. Manolo (Alexis Cruz) is zijn spontane en naturelle tegenspeler, grappig, nieuwsgierig, eerlijk en bezorgd. Zijn kinderlijke naïviteit is aandoenlijk en vertederend.
BEELD EN GELUID
The Old Man And The Sea dateert uit 1990 en toch is er sprake van een zeer middelmatige beeldkwaliteit. Achtergronden zijn onscherp en er is sprake van korrelvorming. Jammer voor een pellicule die zonder twijfel in perfecte staat te herstellen is. De beelden van de grote vis – opgenomen in het Grote Barrière Rif - zijn indrukwekkend en goed van kwaliteit, maar de woelige zee waarin het beest zich beweegt contrasteert heel sterk met het rustig golvend meertje waarop Santiago en zijn boot dobberen. De overgang tussen beiden is té opvallend om van een perfecte integratie te spreken. Het geluid is eenvoudig stereo 2.0 en het breekt ook totaal geen potten. De soundtrack is mooi zonder ophefmakend te zijn. De muziek is overigens veel meer verwant met die uit Mexico dan die uit Cuba waar het verhaal zich afspeelt. Op Cuba is zover bekend niet gefilmd.
EXTRA'S
Deze dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
The Old Man And The Sea is beter als novelle dan als film. Dat was zo met de versie uit 1958 en dat is niet anders met die uit 1990. Daarbij moet worden aangestipt dat de novelle volgens kenners zeer moeilijk verfilmbaar is wegens de lange dialogen die Santiago met zichzelf voert. Jud Taylors poging om de context van deze Pulitzerprijs-winnaar te verbreden is maar zeer gedeeltelijk geslaagd, want het nieuwe materiaal is niet helemaal overtuigend en bovendien leidt het de aandacht af van het echte onderwerp, nl. de strijd tussen betweterige jongeren en een koppige oude veteraan, tussen winnen en verliezen, geluk en noodlot, vriendschap, liefde en egoïsme. Met de nodige
special effects moet het in de toekomst mogelijk zijn om de ultieme versie van dit indrukwekkende verhaal naar de bioscoop te brengen.