KING AND I, THE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2001-04-05
FILM
De Engelse weduwe Anna Leonowens (Deborah Kerr) arriveert met haar zoontje in Siam, waar ze een jobaanbieding heeft gekregen om de kinderen van koning Mongkut (Yul Brynner) te onderwijzen in de Westerse waarden. Niet gewend aan het stijve protocol aan het Siamese hof, waar de koning nog vereerd wordt als een god, jaagt ze al snel de hele hofhouding de gordijnen in met haar onconventionele visies, en strijkt al onmiddellijk bij haar aankomst de koning tegen de haren in (excuseer de uitdrukking - Yul Brynner al eens bekeken) omdat hij haar een huis had beloofd als verblijf, en geen kamer in het paleis tussen de vrouwen van zijn harem. Toch vertederd door het toch wel zeer talrijke nageslacht van de vorst, besluit ze maar om van de nood een deugd te maken en voorlopig te blijven. Door haar halsstarrige houding weet ze op de duur de onwrikbare vorst toch naar haar te doen luisteren wanneer deze zijn bekommernissen met haar deelt. Mongkuts grootste vrees is dat de Engelsen Siam opnieuw onder hun invloedssfeer willen plaatsen, en op aanraden van Anna organiseert hij ter ere van de Engelse ambassadeur een groots banket, waaruit moet blijken dat de Siamezen niet de barbaren zijn waar de Engelsen hen o zo graag voor verslijten. Anna wordt ook meegesleept in de intriges van het hof, en het blijkt dat de invoering van de westerse moraal, waar de koning zo zijn stokpaardje van heeft willen maken, toch op bepaalde punten fundamenteel botst met de eeuwenoude Siamese tradities...
Vorig jaar nog konden we een niet-musicalbewerking van dit verhaal in de zalen zien onder de titel Anna And The King zien, met Jodie Foster in de hoofdrol. Bij deze film, het origineel, merk je duidelijk dat dit de verfilming is van een toneelstuk, namelijk van Richard Rogers en Oscar Hammerstein, het duo achter o.a. The Sound Of Music. Er spelen zich slechts weinig scènes buiten het koninklijk paleis af. The King And I is een zeer stijlvolle klassieker, en doet het originele toneelstuk (dat overigens op Broadway een succes kende met diezelfde Yul Brynner in de titelrol) alle eer aan. Om de originaliteit van de film te benadrukken, zitten zelfs het begin-intermezzo, de pauze in de helft, en de 'exit music' - stel je daar gewoon een vier minuten durende pancarte bij voor met bijhorende muziek, en als je nog wat meer fantasie hebt, stel je dan ook nog maar voor hoe de mensen in hun jaren vijftig-smoking zich naar de uitgang verdringen. En de film zelf? Wel, het is een méér dan boeiend document, en een klassieker die aantoont dat je met heel primitieve middelen een goede film kan maken. De muzikale stukken blijven hangen, zijn soms misschien nét iets te lang waardoor het tempo van de film soms gebroken wordt - maar blijven een feest voor liefhebbers van muziek uit de jaren '50 - en de humor is, in tegenstelling tot de platte kost die tegenwoordig wordt geserveerd onder het alibi van humor, tijdloos. Zo heeft op gegeven ogenblik de koning van Anna het woord 'etcetera' geleerd, waarna alle toespraken aan het hof en koninklijke brieven wel een keer of tien het woord 'etcetera' bevatten. Ook grappen zoals wanneer de koning na Anna's advies denkt dat het van goede manieren getuigt om zijn gasten te pas en te onpas een sigaar te presenteren is onwillekeurig geestig. De gags zijn klein maar haarfijn, en dat maakt dat de film tot op het einde blijft boeien. Yul Brynner geeft als flamboyante vorst de rest van de cast gewoon acteerles; alleen Deborah Kerr weerstaat het geweld waarmee Brynner de speelvloer dirigeert. Zo'n acteurs maken ze tegenwoordig niet meer...
BEELD EN GELUID
Fox heeft duidelijk zijn best gedaan om deze versie te remasteren vooraleer deze op DVD uit te brengen. Hier en daar is er wel een kleine glitch te bemerken, waarschijnlijk een onherstelbare fout in de originele beeldband, maar bij een film uit 1956 had ik niets anders verwacht - integendeel, het geheel oogt fris, het beeld is scherp, de kleuren zijn sprankelend, maar vooral is de digitale restauratie voor 99,5% geslaagd. Ter vergelijking, bij de extra's vind je een niet-opgekuiste theatrical trailer, waar je een idee van kan krijgen van hoe ver men is moeten komen. Ook is het tegenwoordig in onbruik geraakte extra brede beeldformaat 2.55:1 behouden. Alleen is het me een compleet raadsel waarom men per sé de disc moest voorzien van een 5.1 geluidsmix; bij films van deze ouderdom weet je dat dit digitale truukjes zijn, en dat het originele geluid een stuk minder prestigeus had geklonken. Wat niet wil zeggen dat het geluid slecht zou zijn, integendeel, de dialoog klinkt helder en de veelvuldige muziek is tot op de laatste noot toonzuiver.
EXTRA'S
Je kan niet verwachten van een film van 1956 dat men daar nog überhaupt veel extra's over heeft teruggevonden in de archieven. Desalniettemin is er een bioscooptrailer, in tegenstelling tot de film zelf niet digitaal opgekuist, waardoor het verschil met de gerestaureerde versie pas goed duidelijk wordt. Dan bevat de disc twee segmenten van Movietone News, een nieuwsuitzending van 20th Century Fox die in die tijd voor de film vòòr de eigenlijke voorstelling werden geschenen, naar ons tijdperk vertaald ergens tussen de reclame voor Always Ultra en Red Bull. Het éne fragment gaat over de première van de film, het ander over de Oscaruitreiking, waarbij "The King And I" op zes van de begeerde beeldjes mocht gegraveerd worden, o.a. voor geluid, kostuums en uiteraard voor Yul Brynner. Zo'n extra's zijn ronduit schattig om zien, al was het maar om de film historisch te kunnen duiden, en hebben een hoog journaal-van-de-eeuw-gehalte. Er zijn ook nog wat productie-aantekeningen en biografische informatie over de makers en de drie hoofdacteurs (Brynner, Kerr en Moreno). Tot slot staan er nog sing along-songs op, waarbij drie van de liedjes uit de film worden gespeeld tegen een statische achtergrond. De bedoeling hiervan is me niet helemaal duidelijk. Misschien moest er in karaokestijl de tekst van de liedjes worden op geprojecteerd, maar dat is bij mijn speler alleszins niet gelukt. Wat overigens geen ramp is, want ik was toch niet echt zinnens om op het volgende familiefeest mijn persoonlijke 2001-remixversie van "I Whistle A Happy Tune" ten beste te geven.
CONCLUSIE
Fox heeft zeer veel moeite gedaan om deze oude film zijn historische waarde en eigenheid te laten behouden, en ze zijn er met grote onderscheiding in geslaagd. Het spektakel doet misschien voor de hedendaagse en veeleisende filmbezoeker wat goedkoop aan, maar het was begrijpelijk dat in 1956 het publiek massaal plat ging voor deze film. Terecht heeft deze film bovendien zes Oscars op zijn palmares staan. Samengevat, de film bevat niet de glitter en glamour van de hedendaagse superprodukties, maar als je dat laagje vernis er af krabt, dan hou je meestal de essentie over, en dan pas kan je een film op zijn merites beoordelen. En dit oordeel is voor The King And I positief.