CONSTANT GARDENER, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-05-05
FILM
De caleidoscopische smeltkroes van het Afrikaanse continent werd zelden beter of emotioneler in beeld gebracht dan in
The Constant Gardener, een superlatieve politieke thriller van Fernando Meirelles. Wat in de handen van een Westerse cineast had kunnen uitgroeien tot een zoveelste gladde kijk op de problemen van de Afrikaanse maatschappij – en de twijfelachtige inmenging van grote bedrijven – krijgt een realistisch, semi-documentair kantje dankzij de Braziliaanse filmer. De parallellen met
Cidade de Deus zijn onmiskenbaar, zeker in sequenties die de sloppenwijken van Nairobi in beeld brengen, maar Meirelles’ kunde als regisseur komt pas echt bovendrijven door het vinden van een quasi perfecte mix tussen de thrillerelementen, de sociale relevantie en de romantische kern van het verhaal. Of hoe een cineast het verschil kan maken tussen goede film en een klassieker-in-spe.
Gebaseerd op de gelijknamige roman van successchrijver John Le Carré verhaalt
The Constant Gardener over de Britse diplomaat Justin Quale en zijn zoektocht naar rechtvaardigheid na de gewelddadige dood van zijn vrouw Tessa. Zij viel ten prooi aan drieste struikrovers aan het Keniaanse Turkanameer, luidt het officiële verdict. Maar Justin ontdekt al snel dat zijn echtgenote vermoord werd omdat ze te veel wist over een groot farmaceutisch bedrijf dat verpauperde Kenianen als proefpersoon gebruikt voor een experimenteel geneesmiddel. De doden werden administratief uit de weg geruimd, met medeweten én medewerking van de Britse Ambassade. Justins ongewenste vragen maken hem echter zelf tot een doelwit. Maar hij blijft Europa en Afrika doorkruisen, op zoek naar antwoorden, uit liefde voor zijn Tessa. Opdat haar dood niet vergeefs is geweest.
De romans van John Le Carré hebben tot op heden weinig memorabele films opgeleverd. De mix tussen goed gedocumenteerde politieke achtergronden en goed verkopende paranoïde suspense-elementen die de boeken kenmerkt, werd door Hollywood immers steevast omgewerkt tot rechtlijnige thrillers, die slaafs het geijkte pad van punt A naar punt B volgden. Wat maakt
The Constant Gardener zo anders? Waarom is dit de eerste Le Carré adaptatie die de cinefiele spijker op de kop slaat? Misschien is het wel omdat scenarist Jeffrey Caine weinig scènes intact laat van het bronmateriaal, zoals Le Carré observeert in een extra op de dvd. Het laat Caine toe een parallel labyrint te construeren, dar de boodschap en rudimentaire plot van de roman behoudt, maar via een andere weg tot dezelfde conclusies komt. Nog steeds van A naar B, maar via punten X, Y en Z, die niet noodzakelijk in het grote scenaristenhandboek te vinden zijn. Bevrijd van de regels en wetten van de klassieke Hollywoodthriller verschuift de aandacht daardoor meer naar de personages, naar de ongewone maar hechte liefdesband tussen Justin en Tessa, en naar het magische continent Afrika.
De inbreng van Fernando Meirelles als regisseur is evenmin te verwaarlozen. De observerende, documentaire stijl die hij ook in
Cidade de Deus bezigde, voorkomt immers dat de film visueel afglijdt naar generische cinema. Ook de kinetische montage, die structureel verschillende tijdvakken rangschikt volgens een optimale emotionele impact i.p.v. narratieve rechtlijnigheid, is waarschijnlijk aan hem toe te wijzen. Bovendien is de cineast, hoewel hij Braziliaan is, min of meer een insider in Afrika. Hij is vertrouwd met de uitzichtloze situatie van sloppenwijken, met het troosteloze bestaan van de allerarmsten, omdat die plaag ook zijn eigen land kwelt. Meirelles camera glijdt dan ook liefdevol over de stoffige straten van het Nairobi dat de toeristen nooit te zien krijgen. Hij zoekt geen desolaatheid, maar vindt het sprankeltje hoop dat de arme Kenianen overeind houdt. En grijpt zo de kijker genadeloos en emotioneel naar de keel. Verrassend, en symptomatisch voor het talent van de regisseur, is dat hij artistiek niet verdrinkt wanneer de actie tijdelijk verschuift naar Londen en Berlijn, hoewel die sequenties het prototype van de paranoïde Hollywoodthriller vrij nauw benaderen.
Het technische pakket oogt overigens verdomd goed. De fotografie van César Charlone gebruikt een gevarieerd kleurenpalet in Afrika, dat de grote diversiteit van het continent in de verf zet. De Europese sequenties baadt hij grotendeels in blauwe en grijze onpersoonlijke tonen. Door de intelligente aanpak van zowel de kleur als de statiefloze camera ziet de prent er uit als een exponent van de betere onafhankelijke film, ondanks het Hollywoodbudget. Zelfs het gebruik van desaturatie – nochtans de grootste plaag van de moderne cinema als je het mij vraagt – heeft een functie en leidt niet nodeloos de aandacht af. Claire Simpsons montage is een toonbeeld van soberheid: voor overtollige passages is er geen ruimte in
The Constant Gardener. De geluidsmix creëert bovendien een fascinerend soundscape dat je onmiddellijk in de realiteit van het hedendaagse Kenia dropt. En Alberto Iglesias’ etnische score – doorweven met Afrikaanse ritmes en instrumenten, maar gezien door een Latijnse bril – kreeg een oververdiende oscarnominatie.
Voor zijn cast verzamelde Fernando Meirelles een van de beste ensembles van de laatste jaren. Ralph Fiennes is uitmuntend als de gereserveerde, houterige diplomaat Justin Quayle, die evenveel belang hecht aan zijn planten als aan het Afrikaanse volk, maar na de dood van zijn vrouw openbloeit met de deugden van Tessa. Zij wordt met pathos en overtuiging vertolkt door Rachel Weisz, die hiermee voorgoed het stigma van haar
Mummy-films van zich afschudt. Hoewel ze amper een half uur te zien is in de prent, werpt haar vertolking steeds een schaduw over de plot, is haar idealistische présence de ziel van de film. Weisz hield er de meest verdiende oscar van vorige maart aan over. Ook de bijrollen werden uitgevuld met stuk voor stuk fantastische vertolkingen, die qua showgehalte laag scoren, maar de realiteit van de plot perfect dienen. Bill Nighy rijgt tegenwoordig de goede rollen aan elkaar en zet hier overtuigend een slijmerige bureaucraat met vuile handen neer. Danny Hustons rol doet dan weer denken aan de vertolking die zijn befaamde vader ten beste gaf in Polanski’s
Chinatown. Als hij zodanig snel blijft evolueren in het acteervak, is een vierde oscar voor het roemruchte geslacht vast niet ver meer af. En het inhuren van plaatselijke bewoners als figurant blijkt een meesterzet van de filmmakers.
2005 werd meermaals bejubeld als het jaar waarin de filmwereld opnieuw de onafhankelijke Hollywoodspirit van dertig jaar eerder ontdekte, toen politiek geladen drama’s als
All The President’s Men,
The Parallax View,
The Conversation en
Network een rijkdom aan gedenkwaardige cinema creëerden. Bovenaan deze nouvelle vague cine-politique staat wat mij betreft
The Constant Gardener. De film is op een eerste niveau een fabuleuze hedendaagse thriller, maar graaft ook dieper, op zoek naar sociale relevantie. De makers gaan oncomfortabele vragen niet uit de weg en drukken ons met de neus op de feiten: Westerse farmaceutische bedrijven kunnen arme Afrikanen als proefkonijn blijven gebruiken zolang wij hen als derderangsburgers blijven beschouwen. Wie maalt immers om een paar doden door slechte medicijnen als hele generaties door oorlog, honger en AIDS het leven laten?
Tijdens de climax van
The Constant Gardener – die de moraal overduidelijk maar niet opzichtig verwoordt – kreeg ik de neiging de film een staande ovatie en luid applaus te geven, zo ging ik mee in het verhaal. Maar tegelijk kroop ik ineen van schaamte omdat ik als Westerling nooit vragen heb gesteld over hoe mijn medicamenten werden getest.
The Constant Gardener is bijgevolg een prent die entertaint, maar die ook het gemoed van ieder rechtschapen lid van de Eerste Wereld bezwaart. Een modern meesterwerk.
BEELD EN GELUID
Aangezien de film nauwelijks een jaar oud is, zou je voor minder een zeer goede dvd-transfer verwachten. En dat krijg je dan ook. De semi-documentaire stijl zorgt ervoor dat het beeld wat korreliger oogt dan de meeste recente films, maar dat doet niets af aan de transfer. De kleuren zien er prachtig uit, de scherpte is constant goed, vuiltjes of krassen blijven afwezig en het contrast is meer dan bevredigend. Ook de Dolby Digital 5.1-mix mag er zijn. Dit is niet het type soundtrack dat je boxen qua intensiteit op de rand van ontploffen brengt, maar alle speakers worden optimaal benut om de sfeer van de film in de huiskamer te brengen.
EXTRA’S
De bonussectie steekt van wal met
Anatomy of a Global Thriller (12 min.), een making-of die rechtstreeks van de EPK geplukt lijkt en daardoor nogal gladjes overkomt.
Embracing Africa (9 min.) gaat dieper in op de voor- en nadelen van het filmen in Kenia, en de indruk die deze ervaring naliet op cast en crew. John Le Carré zelve doet vervolgens zijn duit in het zakje door in
From The Page To The Screen (8 min.) de film op te hemelen als veruit de beste verfilming van zijn werk tot nu toe. Vier
Deleted Scenes (10 min.) zijn stuk voor stuk intrigerend, maar hun omissie uit de finale cut valt makkelijk te verklaren, omdat ze weinig substantieels bijdragen aan de plot. Een toneelstuk over AIDS, dat in het begin van de film kort voorkomt, wordt in zijn geheel gepresenteerd als
Extended Scene (10 min.). Tenslotte is zijn er niet-anamorfische
Trailers te vinden voor zowel
The Constant Gardener als voor andere prijbeesten uit de A-film stal:
Brokeback Mountain,
Broken Flowers en
Paradise Now.
CONCLUSIE
The Constant Gardener is niet alleen een enorm goede film, het is ook een belangrijke prent, die misstanden in Afrika compromisloos aankaart in de vorm van een meeslepende politieke thriller die de vergelijking met soortgelijke paranoïde prenten uit de jaren zeventig gerust kan doorstaan. Beeld en geluid van deze dvd zijn uitstekend en ook de bonussectie is aardig uitgevuld, zij het met vooral glad EPK-materiaal. Als beste film van 2005 is deze dvd een verplichte aankoop voor iedereen die zich cinefiel noemt.