LOONEY TUNES - BUGS BUNNY COLLECTIE - VOLUME 3
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2006-05-10
Deze dvd is onderdeel van de drie dvd’s tellende Looney Tunes Collectie - Volume 3. In de overige twee delen schitteren Daffy & Porky en The Looney Tunes All Stars.
BESPREKING
Bugs is back! Warner zet immers een goede traditie voort door voor het derde jaar op rij enkele cartoons van ieders favoriete tekenfilmkonijn op dvd te bundelen.
De Bugs Bunny Collectie, Vol. 3 verzamelt veertien filmpjes uit de jaren 1942 tot en met 1950, waarin Bugs zich keer op keer slimmer toont dan een arsenaal tegenstanders. Zoals te verwachten was, ligt de kwaliteit van de tekenfilms een beetje lager dan in de vorige twee collecties, aangezien de allerbeste verschijningen van Bugs reeds de revue zijn gepasseerd. Toch bevat deze dvd nog flink wat klassieke scènes, grappige momenten en onvergetelijke confrontaties. Zo is
Hare Tonic het beste bewijs van Chuck Jones’ superlatieve talent voor tempo, kent
Hillbilly Hare een opzwepende, manische finale en zitten in
Homeless Hare enkele actiescènes van grote klasse.
Anderzijds schemert doorheen de filmpjes ook een halsstarrig vasthouden aan een succesvolle stijl. Jager zoekt konijn. Konijn neemt het op tegen jager. Konijn wint door verstandelijke kwaliteiten. Als ze nog goed werkt, moet je een formule ook niet veranderen, het is een waarheid als een koe. Maar de opeenvolging van cartoons, zoals je die krijgt op dvd, legt toch het gebrek aan variatie in de plot bloot, ook al tonen de makers zich uiterst creatief in het invullen van de geijkte formules. Andere opvallende feiten in deze
Bugs Bunny Collectie, Vol. 3 zijn de stilistische evolutie van Elmer Fudd – die a.h.w. een
Extreme Make-over ondergaat tussen 1942 en 1949, het – met wisselend succes – uitproberen van nieuwe tegenstanders voor Bugs, en de allesbehalve moralistische wijze waarop cartoons werden ingezet voor oorlogspropaganda.
De cartoons die in deze collectie zijn opgenomen zijn hoe dan ook veelvuldige visies meer dan waard en ideaal om samen met de hele familie te bekijken. Helaas voel ik me ook verplicht melding te maken van tekenfilmpjes die niet op deze dvd terug te vinden zijn. Waar Warner Bros. de voorbije twee jaren getrouw de volledige inhoud van de Amerikaanse discs kopieerde voor de Europese markt, vormt
De Bugs Bunny Collectie, Vol. 3 een spijtige trendbreuk. Twee cartoons die wel op de regio 1 discs verschenen, werden immers hier weggelaten. En niet van de minste! Zowel
Rebel Rabbit – waarin Bugs beledigd is door de lage prijs voor gestroopte konijnen – als
Duck! Rabbit! Duck! - deel drie van de officieuze jachttrilogie, waarin Bugs en Daffy Elmer proberen wijs te maken dat het eenden- dan wel konijnenseizoen is – behoren tot de allerbeste cartoons uit de
Looney Tunes stal. Dat ze schijnbaar zonder reden werden weggelaten, is dan ook een grote smet op het voor het overige blinkende blazoen van deze
Bugs Bunny Collectie, Vol. 3.
CARTOONS
Hare Force (1944)
Regie: Friz Freleng
Op een ijskoude avond wordt Bugs Bunny in huis genomen door een lief oud vrouwtje. De hond des huizes – vreemd genoeg met de kattennaam Sylvester – stelt het gezelschap echter niet op prijs en probeert het konijn het huis uit te werken. Het is een klassieke opzet voor een
Looney Tunes cartoon, die ook hier momenten van goedgetimed hilariteit bevat. Geen vernieuwende tekenfilm kortom, wel een leuke. Opvallend is bovendien het veelvuldige gebruik van
As Time Goes By, het populaire deuntje uit
Casablanca.
Hare Remover (1946)
Regie: Frank Tashlin
Elmer Fudd kruipt in de huid van een gekke uitvinder, die een monsterlijk serum wil uittesten. En wie beter als letterlijk proefkonijn dan Bugs Bunny? Het serum heeft echter geen uitwerking, hoewel enkele verkeerde observaties met een wilde beer zowel Bugs als Elmer van het tegendeel overtuigen. Niet alleen vormen de toon en stijl een weinig geslaagde afwijking op de geijkte succesformule van de Bugs-cartoons, ook de in dovemansoren vallende grappen zijn ondermaats in deze cartoon. Veruit de grootste teleurstelling in deze collectie.
Hare Tonic(1945)
Regie: Chuck Jones
Naar goede gewoonte tracht Elmer Fudd Bugs om te toveren in een verrukkelijke konijnenstoofpot. Die weet de jager echter te overtuigen dat hij aan een zeldzame, uiterst besmettelijke ziekte leidt. Elmer wordt in quarantaine geplaatst in zijn eigen huis en denkt dat hij langzaam in een konijn verandert. Regisseur Chuck Jones toont zich eens te meer een meester in tempo en montage in het beste filmpje uit deze dvd-verzameling. Hilariteit verzekerd met een heerlijk manipulatieve Bugs.
A Hare Grows in Manhattan (1947)
Regie: Friz Freleng
Aangespoord door de vragen van een reporter in zijn grootste Hollywoodvilla, rakelt Bugs herinneringen op aan zijn jeugdjaren. Daarin krijgt hij het aan de stok met een woeste – maar niet al te snuggere – bulldog. Niet echt een eerlijk gevecht, zoals al gauw blijkt. Bugs’ gekende routine, vol blufpoker en gehaaide listen, maakt de cartoon altijd uiterst bekijkbaar en entertainend, maar veel variaties op het geijkte patroon hoef je niet te verwachten.
Easter Yeggs (1947)
Regie: Robert McKimson
De paashaas is depressief en laat zijn job over aan Bugs Bunny. Die ondervindt meteen dat het leven van een feestdagdier niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Een rotverwend, agressief kind en een geniepige Elmer zijn slechts twee obstakels op zijn weg. Bugs als paashaas, het moest er ooit van komen en de resultaten zijn prima. Veel humor, goede karakters en een animatiestijl met schwung zorgen voor zeven minuten fijn vertier.
The Wabbit Who Came To Supper (1942)
Regie: Friz Freleng
Elmer Fudd staat op het punt drie miljoen dollar te erven van een suikeroom. Er is maar één voorwaarde: hij mag geen konijnen pijn doen. En dat is niet eenvoudig als Bugs Bunny bij je intrekt en je voortdurend op de zenuwen werkt. De interactie tussen Elmer en Bugs werkt uitstekend in deze cartoon, die bol staat van gniffelend leedvermaak. Het is zeker een van de betere Freleng cartoons uit het begin van de gouden jaren van Warner Animatie.
Bowery Bugs (1949)
Regie: Arthur Davis
Het verhaal van Steve Brodie die in 1886 van Brooklyn Bridge sprong – en het overleefde – is een bekende mythe onder New Yorkers. Zij die er echter niet het fijne van kennen, krijgen hulp van Bugs Bunny, die de missende schakels invult. Blijkbaar had de man een konijnenpoot nodig om de val te kunnen overleven. En raad eens op wiens poot hij zijn oog liet vallen? Nodeloos te zeggen dat Bugs niet van plan is zijn tenen af te staan. Hij probeert in tegendeel Steve Brodie andere geluksbrengers aan te raden. Met een hoog tempo en Bugs in verkleedmodus is dit filmpje een echte aanrader.
Homeless Hare (1950)
Regie: Chuck Jones
Bij de aanleg van een nieuwe wolkenkrabber sneuvelt de konijnenpijp van Bugs. Die is uiteraard razend en neemt wraak op de ploegbaas van de bouwvakkers in hoogoplopende confrontaties vele meters boven de grond. Met ritme, tempo en humor zit het wel snor in deze Chuck Jones cartoon. De scène waarin een groggy Bugs via een reeks net op tijd aansluitende balken en precies getimede pootplaatsingen aan een gewisse dood ontsnapt is bovendien een klassieker geworden.
Case Of The Missing Hare (1942)
Regie: Chuck Jones
Goochelaar Ali Bahma hangt posters voor zijn show op aan de boom waar Bugs woont. Het snuggere konijn kan daar niet mee lachen. Tijdens een optreden van de goochelaar is hij het dan ook die uit de hoge hoed verschijnt, en Ali Bahma het vuur aan de schenen legt. Het goochelgegeven laat veel ruimte voor komische intermezzo’s, die Jones grotendeels succesvol uitbuit. Opvallend – en geslaagd – is bovendien de kleurrijke, gestileerde vormgeving van het filmpje.
Acrobatty Bunny (1946)
Regie: Robert McKimson
Een circus slaat luidruchtig zijn tenten op en houdt zo Bugs uit zijn slaap. De leeuwenkooi vindt bovendien een plekje net boven diens konijnenpijp. Een confrontatie met de hongerige leeuw kan bijgevolg niet uitblijven. De circussetting vormt wel een aanleiding tot humor in deze cartoon, maar de grappen gebruiken slechts in de laatste twee minuten optimaal de locatie. Wat niet wil zeggen dat het filmpje geen prima vermaak is, met een fijne wisselwerking tussen een gewiekste Bugs en de door instinct gedreven leeuw.
Wackiki Wabbit (1943)
Regie: Chuck Jones
Twee schipbreukelingen spoelen aan op een verlaten tropisch eiland. Nu ja, verlaten: er is één andere bewoner, Bugs Bunny. En de hongerige schipbreukelingen doen er alles aan om het konijn in de stoofpot te krijgen. De hoogtepunten van de cartoon zijn de momenten waarin Bugs het verwachtingspatroon van zowel zijn stegenspelers als de kijker met slim enthousiasme inverteert, maar de basispremisse van het verhaal hebben we al eerder gezien, en beter bovendien.
Hare Do (1949)
Regie: Friz Freleng
Een hypermoderne ‘wabbit detector’ leidt Elmer Fudd recht naar de schuilplaats van Bugs Bunny. In de achtervolging die daarna naar goede gewoonte geschiedt, belanden de jager en zijn prooi in een bioscoopzaal. Opnieuw krijgen we de standaardpremisse voorgeschoteld van een Bugscartoon, dus veel innovatie of verrassingen moet je niet verwachten. We zorgt de locatie voor een aantal geslaagde grappen en is de climax een meesterwerk van subtiel leedvermaak.
Hillbilly Hare (1950)
Regie: Robert McKimson
Op vakantie in het zuiden van de USA kruist Bugs het pad van twee quasi identieke boeren, die met hun antieke geweren het konijn willen afschieten. Nodeloos te zeggen dat Bugs er andere ideeën op nahoudt. Het duurt eventjes eer het filmpje onder stoom geraakt, maar eenmaal op volle snelheid verwordt
Hillbilly Hare tot een memorabele
Looney Tune. De kers op de taart is de linedance-climax, waarbij een vedelende Bugs de twee boertjes de meest pijnlijke dingen laat doen op rijm.
Super-Rabbit (1943)
Regie: Chuck Jones
Meer een liefdevolle hommage aan Superman dan een bona fide
Looney Tune zien we in deze cartoon hoe Bugs Bunny door het eten van genetisch gemodificeerde wortelen superkrachten krijgt. Hij besluit het hiermee op te nemen tegen een befaamde Texaanse konijnendoder.
Super-Rabbit is een beetje een vreemde eend in de bijt, waarbij de nadruk te veel op het concept ligt en te weinig op de humor. Er zijn wel een aantal geslaagde grappen, maar te weinig. De ontknoping getuigt van verbetenheid waarmee Hollywood zich begin jaren veertig achter de Amerikaanse oorlogsinspanning schaarde.
BEELD EN GELUID
Warner Bros. levert dezelfde prima prestatie af als bij de vorige
Looney Tunes Collecties en presenteert de opgefriste cartoons in optimale conditie. Het eclectische kleurgebruik wordt zeer goed weergegeven, scherpte is zelden een probleem en de hoeveelheid grain schippert tussen weinig en best-wel-veel-maar-charmant. Voor cartoons van 50 à 60 jaar oud is de beeldkwaliteit uitstekend. Ook het geluid is in prima staat. Het monospoor mixt muziek, dialoog en geluidseffecten tot een track die zich aangenaam laat beluisteren, zonder ergernissen. Voor de allerkleinsten is er bovendien ook een nederlands geluidsspoor aanwezig.
EXTRA’S
Zucht. Opnieuw een trendbreuk voor Warner Bros. Waar de vorige
Looney Tunes Collecties nog bulkten van de extra’s, moeten we het in de Benelux zonder bonussen stellen. Des te frustrerender als je weet dat regio werd overladen met audiocommentaren en featurettes.
CONCLUSIE
De
Bugs Bunny Collectie – Volume 3 bundelt opnieuw een stel klassieke cartoons van het snuggere konijn. De veertien filmpjes variëren in kwaliteit, maar elk van hen heeft minstens één moment waarbij je hardop in lachen uitbarst of gniffelend andermans leed bekijkt. De omissie van twee cartoons die wel in regio 1 op dvd verschenen, is echter een onvergeeflijke fout van Warner Bros, evenals het ontbreken van extra’s. Beeld en geluid daarentegen zijn van een uitstekend niveau.