:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> ROAD TO GUANTÁNAMO, THE
ROAD TO GUANTÁNAMO, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-12-26
DOCUMENTAIRE FILM
Begin september 2001 reizen vier jonge Britse mannen van Pakistaanse afkomst naar het geboorteland van hun ouders op uitnodiging van Asif Iqbal, een vriend die er zijn toekomstige bruid gaat bezoeken en er in het huwelijk wil treden. Het gaat om een gearrangeerd huwelijk, maar dat is gebruikelijk, ook voor jonge Britse Pakistani die liever voor een traditionele dan voor een door de moderniteit besmette vrouw kiezen. Bij hun aankomst in de Pakistaanse hoofdstad Karachi stellen Asif, Ruhel, Shafiq en Monir vast dat het er gonst van de geruchten over Amerikaanse sancties tegen Osama Bin Laden en Afghanistan naar aanleiding van de aanslagen op de Twin Towers eerder die maand. Maar de jonge Britten, nauwelijks 20 jaar oud, zijn zich van geen kwaad bewust. Opgejut door de massa’s in de straten van Karachi besluiten ze om zelf een kijkje te gaan nemen in Afghanistan. Met het openbaar vervoer en later een gehuurd busje wordt het grensgebied op 13 oktober na een moeizame reis bereikt. Het wemelt er van de Talibanstrijders, mannen met lange baarden en Kalachnikovs die in het noorden van Pakistan – ondanks de ontkenningen van de Pakistaanse overheid - de feitelijke macht in handen hebben. De grens oversteken is geen enkel probleem. Dat doen ze samen met handelaren, welzijnswerkers en in Pakistan opgeleide Talibanmilities. Bij aankomst in Kandahar, zo'n zes weken na hun vertrek uit Londen, ligt de stad onder vuur: de Amerikanen zijn begonnen te bombarderen. Monir heeft last van diaree en wordt ziek. Zijn toestand is kritiek.




Het klinkt ongelofelijk en uiterst naïef, maar in plaats van op hun stappen terug te keren naar Karachi – waar het doel van hun reis ligt – besluiten de jonge Britten om door te reizen naar Kaboel. Gedreven door de toespraken van de imams in de Moskeeën onderweg nemen ze zich voor humanitaire hulp te bieden aan de burgerbevolking in de Afghaanse hoofdstad. Het wordt een ontgoochelende ervaring. De hoofdstad heeft al een reeks zware bombardementen achter de rug en de situatie is er chaotisch. De jongens slijten er hun dagen met niets doen, met wachten, waarop is onduidelijk. Uiteindelijk charteren ze een busje richting Pakistan. Maar Kaboel is Talibangebied en in plaats van koers te zetten naar het zuiden, wordt het gezelschap naar onbekend gebied gebracht: jonge mannen kunnen ze bij de Taliban altijd goed gebruiken.




De tocht leidt naar Kunduz, een Talibanbolwerk dat op het punt staat te vallen. Toen we in Kunduz arriveerden, zaten we in de val, zegt Shafiq over het onfortuinlijk avontuur. Wanneer het bericht komt dat de troepen van het Verenigd Front op het punt staan de stad binnen te trekken, slaat iedereen op de vlucht. In de verwarring raken de Britse jongens hun maat Monir kwijt. Ze zullen hem nooit weerzien. ’s Nachts raken ze langs de weg betrokken bij zware bombardementen en beschietingen vanuit helikopters. De volgende ochtend ligt de omgeving bezaaid met lijken: lichamen zonder armen of benen en met opengescheurde buiken. De Taliban proberen nog weg te komen in vrachtwagens, maar totale overgave lijkt de enige zinvolle oplossing. Ze worden alle persoonlijke bezittingen afgenomen, bestolen en beroofd door soldaten die al even arm zijn als zijzelf. Geboeid lopen de jonge Britse moslims tussen de Talibanstrijders in een lange sliert mee naar het verzamelkamp in Mazar-i-Sharif. Daar stopt men ze in een container zoals joden in een treinwagon naar Auschwitz, niet in de ijzige kou, maar in de verstikkende hitte van de woestijn. Om de container af te koelen worden er met een machinegeweer gaten in het metaal geschoten. De volgende ochtend is de helft van de cargo dood. De rest krijgt dagenlang geen eten of water. Ze zitten met honderden in een grote cel als sardienen in een veel te nauw blik. Dan beginnen de eerste ondervragingen. Ruhel, Shafiq en Asif verzwijgen hun Britse nationaliteit, maar in de hoop op een zachter regime verraadt Ruhel aan een Amerikaanse ondervragers dat hij uit Tipton, Birmingham komt. Ze krijgen een jutten zak over het hoofd met een witte band en een nummer erop en worden overgevlogen naar de luchthaven van Kandahar, waar de Amerikanen ondertussen een basis hebben. Men gooit ze tegen de grond, ze worden geschopt, vernederd en afgeblaft, ze worden behandeld als schurftige honden. De BBC meldt dat in het kamp de gevaarlijkste terroristen zijn opgesloten. Ruhel verschijnt voor een Brits ondervrager. Hij wordt niet meegenomen maar meegesleurd, alsof hij een wild en gevaarlijk dier is. De ondervrager wil twee bekentenissen: dat hij een strijder is en liefst ook nog lid van Al Qaida. Ruhel ontkent. Men probeert hem om te kopen met voedsel, maar de jonge Brit houdt voet bij stuk.




Om het uur worden de gevangenen wakker gemaakt en opgesteld in lange rijen. Later worden ze allemaal kaalgeschoren, in oranje pakken gestopt, hun ogen verborgen achter zware duikersbrillen met zwarte glazen, hun oren afgedekt met een hoofdtelefoon. Met een vrachtvliegtuig gaat het vervolgens richting Guantánamo waar de gevangenen in kleine kippenhokken naast elkaar worden ondergebracht met als enige attribuut een emmer voor de plas en eentje met schoon water. Van privacy is er geen sprake, praten met elkaar is verboden, bidden of het lichaam oefenen tegen stramheid eveneens. Aanvankelijk zitten de gevangen in de openlucht. Later, na internationaal protest, bouwt het Amerikaanse leger overdekte hokken. Het regime in het kamp is hard en meedogenloos, de ondervragingen duren uren of dagen en lijken op de folteringen uit het nazi-tijdperk en de Stalintijd. Twee jaar zullen Ruhel, Shafiq en Asif, inmiddels bekend als de Tipton-Three, de willekeur en de pesterijen moeten verdragen. Ze zwichten niet voor de fysieke en psychische folteringen. Ze houden de hele tijd hun onschuld vol.

Regisseur Michael Winterbottom gebruikt echt en fictief materiaal om zijn film te componeren. Voor de uitgebreide getuigenissen van de Tipton-Three doet hij een beroep op jonge acteurs. De oorlogs- en gevechtsscènes zijn gedeeltelijk gereconstrueerd om de sfeer en de tijdsgeest op te roepen. Het effect is indrukwekkend en het verschil tussen fictie en non-fictie nauwelijks merkbaar. Het materiaal is in Pakistan, Afghanistan en Iran gedraaid, en het ziet er allemaal heel realistisch uit. Om de gebeurtenissen aan het front te illustreren op het moment dat de jonge moslims als naïeve toeristen door Pakistan en Afghanistan reizen, gebruikt Winterbottom stukken uit Westerse televisiereportages en breaking news-items. Zijn camera volgt de drie moslims van zeer dichtbij en registreert zowel het feit dat één van hen ziek wordt van de hitte of het foute eten, als de tocht van zijn kompanen naar een kermisterrein en later naar een supermarkt op zoek naar westers junkfood. Regelmatig gebruikt Winterbottom technieken uit de reguliere cinema om flashbacks te introduceren en de vier jonge mannen in hun milieu in Birmingham te situeren: ze gaan er gewoon naar school of hebben een job aangenomen en amuseren zich met elkaar in het park. Ze kijken naar de meisjes zoals hun blanke landgenoten of hangen gewoon wat rond op straat. Het zijn geen doetjes, want de meesten hebben al een paar opmerkingen op hun strafblad, maar het zijn geen misdadigers, geen terroristen, geen monsters.




De behandeling in de doorgangskampen en hun wedervaren in Guantánamo brengt de regisseur met veel zin voor details in beeld. Het gebrul en de willekeur van de Amerikaanse bewakers, nauwelijks opgeleid voor dit soort werk, de geslepen methoden van de ondervragers, de bedreigingen, de mishandelingen allerhande, ze krijgen een plaats in een film die geleidelijk aan uitgroeit tot een nachtmerrie, want de uitkomst is bekend: de Tipton-Three zullen uiteindelijk vrijgelaten worden wegens een waterdicht alibi. Toch proberen Amerikaanse en Britse ondervragers de drie moslims van hun goede intenties te overtuigen en willen ze hen bevrijden uit hun barre omstandigheden. De pasmunt: een bekentenis over terroristische activiteiten, over het lidmaatschap van Al Qaida of een ontmoeting met Osama Bin Laden. Het is onvoorstelbaar dat noch Ruhel, noch één van de beide andere jongens zich laat verleiden tot een bekentenis. Het had ze beslist het hoofd gekost. Op Guantánamo worden ze gestraft wanneer ze medewerking weigeren: wekenlang zitten ze in een metalen isoleercel. Aanvankelijk maakte het systeem mij kapot, zegt Asif over de mensonterende behandeling, maar het maakte mij uiteindelijk sterker. De Tipton-Three blijven ontkennen. De Amerikanen sturen een blondine op ze af met het verhaal dat ze herkend zijn op foto's en een videoband van een massabijeenkomst in Pakistan in 2000 ter gelegenheid van een toespraak van Bin Laden. De jongens hebben evenwel een alibi voor 2000, van januari tot augustus: het bewijsmateriaal is één grote leugen. Onverwacht worden ze vrijgelaten, vetgemest en op een vliegtuig naar Londen gezet. De Britse overheid die de hele tijd met de Amerikanen heeft gecollaboreerd, heeft nooit excuses gemaakt of een schadevergoeding aangeboden. Ruhel, Shafiq en Asif zijn na hun terugkeer gelovige moslims geworden. De wereld is een slechte plek om te leven, zegt Asif bitter.

In Guantánamo heeft de Amerikaanse overheid volgens het Rode Kruis zo’n 750 gevaarlijke terroristen samengebracht. Ruim 250 gevangen zijn inmiddels vrijgelaten. Slechts tien 'inmates' zijn in al die tijd in beschuldiging gesteld. De rest, naar schatting zo’n 500 gevangenen, zitten nog steeds in de gevangenis van Guantánamo, sommigen al meer dan vier jaar, zonder dat er sprake is van een bruikbare aanklacht. Het zijn slechte mensen, zegt George Bush jr. tijdens een persconferentie, geflankeerd door zijn goede vriend Tony Blair. De kans dat ie gelijk krijgt is sinds het senaatscommissieverslag over de oorlog in Irak klein geworden. Wie in de euforie heeft geleefd dat na de misdaden van de nazi's dit soort misdragingen in het Westen definitief uitgeroeid waren, is met een schok wakker geworden. De behandeling in Guantánamo is grotendeels volgens de Conventie van Genève, zegt Rumsfeld, de Amerikaanse minister van Defensie.

BEELD EN GELUID
The Road To Guantánamo is een documentaire film. Michael Winterbottom probeert zowel qua verhaal als qua sfeer heel dicht bij de realiteit te blijven. Zijn camera volgt de hoofdpersonages op de voet en heeft de neiging door te dringen tot de meest intieme momenten uit hun leven: Monir gehurkt in een publiek toilet tijdens een aanval van diaree met niet mis te verstane geluiden op de achtergrond, de aftermath van een nachtelijke schermutseling met lijken te allen kante, bloed zo overvloedig dat je het als kijker bijna ruikt, snoeiharde werkelijkheid. De kleuren zijn uitbundig en heftig tijdens de beginscènes in Karachi en het beeldmateriaal is perfect geselecteerd waardoor het karakter van de krioelende massa in de miljoenenstad met weinig middelen, maar zeer efficiënt wordt opgeroepen. In de nachtelijke scènes zijn de kleuren beperkt tot bruine schaduwen, gele lichtvlekken en de witte flitsen in de verte. De woestijn is zachtbeige met stoffig groen, de kampen troosteloos grauw, Guantánamo monotoon zanderig met als enig contrast de metaalkleurige hokken, de oranje gevangenisplunjes, de bruine schijn van kaalgeschoren kopjes en de kakitint van de mariniersuitrusting, alles overgoten met fel en heet zonlicht. De geluidstrack is veelzijdig en bij momenten zeer heftig: inslaande bommen, passerende helikopters, opstijgende vrachtvliegtuigen, het geluid van mitrailleurs, weghobbelende vrachtwagens vol paniekerige mensen en oosterse muziek als underscore. Het surroundeffect is bijzonder efficiënt en zuigt de kijker als het ware naar het centrum van de gewelddadige confrontaties.




EXTRA'S
De dvd bevat de Originele Bioscooptrailer en een aantal Andere Trailers.

CONCLUSIE
The Road To Guantánamo is Michael Winterbottoms afrekening met de onbetamelijke politiek van het Bush-regime, een regering die zijn burgers en de buitenwacht een betere en minder gevaarlijke wereld belooft en ondertussen praktijken toepast die een democratie onwaardig zijn. George Bush jr. heeft het aangezicht van de Verenigde Staten van Amerika als democratie pur sang voor lange tijd beschadigd, de goede naam van het Westen te grabbelen gegooid en het terrorisme in de wereld aangewakkerd. Winterbottoms aanklacht is snoeihard, maar legitiem en zijn film is een prachtig voorbeeld van gedurfd engagement en grote politieke betrokkenheid. Het beeldmateriaal is confronterend en zorgt voor plaatsvervangende schaamte bij wie respect voor menselijke waarden (nog) hoog in het vaandel voert.


cover




Studio: A-Film

Regie: Michael Winterbottom & Mat Whitecross
Met: Riz Ahmed, Farhad Harum, Waqar Siddiqui, Afran Ursman, Shahid Iqbal, Sher Khan, Jason Salkey, Jacob Gaffney, Mark Holden

Film:
9,5/10

Extra's:
2/10

Geluid:
9/10

Beeld:
8,5/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2005

Leeftijd:
16

Speelduur:
92 min.

Type DVD:
SS-SL

Barcode:
8716777058589


Beeldformaat:
1.85:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Engels / Urdu Dolby Digital 5.1

Ondertitels:
Nederlands, Frans
Extra's:
• Originele Bioscooptrailer
• Andere Trailers

Andere recente releases van deze maatschappij