ON A CLEAR DAY
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-12-27
FILM
Op een dag word je uit je leven wakker als uit een droom, ben je 55, afgeschreven, de scheepswerf waar je 36 jaar van je leven hebt aan geschonken laat je afvloeien, word je tegen je wil op brugpensioen gestuurd, en daar sta je dan! Het overkomt Frank (Peter Mullan), die door zijn jaren arbeidsethiek te trots is om op liefdadigheid van zijn zoon Rob (Jamie Sives) te rekenen, met wie hij sowieso al niet goed overeenkomt, maar de dienst voor arbeidsbemiddeling is ook een drempel te hoog. Eerder dan de misantropische collega die hoopt op een arbeidsongeschiktheids-uitkering te versieren door zijn hand in een persmachine te steken, heeft Frank een plan in zijn leven. Zijn vrouw Joan (Brenda Blethyn) probeert achter zijn rug een rijbewijs voor een bus te halen, en om niet af te gaan in de ogen van haar man, houdt ze dit voor hem geheim. Maar Frank heeft ook zo zijn eigen geheimpje: samen met zijn vier mottige maten, Eddie (Sean McGinley), Norman (Ron Cook), Danny (Billy Boyd) en de Chinese frietkotuitbater Chan (Benedict Wong) als coaches is Frank van plan voor eens en altijd te bewijzen dat hij nog te jong is om uitgerangeerd te worden. En hoe kan je zoiets beter trachten te bewijzen dan door... het Kanaal over te zwemmen?
De naweëen van het Thatcherisme, met massale werkloosheid en sociale bloedbaden, zindert tientallen jaren nog na in de Britse economie, en het verhaal van werklozen die hun leven een andere wending trachten te verkleden, is al verschillende malen filmgewijs tot ons gekomen de laatste jaren. In
The Full Monty begon Robert Carlyle van pure miserie een mannelijke strippersact, in
Brassed Off steeks koolmijner-met-een-stoflong Pete Postlethwaite al zijn nog resterende energie in het winnen van een prestigieuze muziekprijs met zijn brass-band... vroeg of laat moest het er toch van komen dat iemand zich wilde bewijzen door een enkeltje Engeland-Frankrijk uit te voeren zonder spoorkaartje. De opzet van de hele film is wat simplistisch, we hebben het allemaal elders en beter gezien, en dat de prestatie van Frank meteen een opsteker moet zijn voor het hele begeleidingsteam - Billy raapt eindelijk de moed bijeen om zijn vriendinnetje mee uit te vragen, Chen vindt eindelijk genoeg zelfrespect om de man die de aardappelen levert te verzoeken ze niet zomaar op de grond te smijten... de metaforen liggen er allemaal iets te dik op om te kunnen overtuigen. En ook de verstoorde vader-zoonrelatie van Frank, die als opa altijd afwezig was bij de feestjes van zijn kleinkinderen "omdat hij 36 jaar aan een stuk zich aan het kromwerken was", en feitelijk een excuus blijkt te zijn om niet herinnerd te worden aan zijn ander, verongelukt kind, is allemaal redelijk doorzichtig. Er zitten geweldige elementen in de film, maar tussen de onderlinge stukken is er spijtig genoeg wat te weinig samenhang om de film in dezelfde categorie te kunnen plaatsen als voornoemde voorbeelden. Het enige aspect waar de film echt een verschil in maakt, is dat vooral het reïntegreren in de arbeidsmarkt van bruggepensioneerden, een zéér oud en welbekend fenomeen dat niet alleen in Brittanië heel wat mensen ongelukkig heeft gemaakt, wordt aangekaart. De film eindigt op een feel-goodtoon, waarbij Frank uiteraard eindelijk de verzoening vindt met zijn zoon die er eigenlijk de hele film al zat aan te komen, maar waarbij uiteraard het debat over zijn werkloosheidssituatie en de situatie van de oudere werklozen niet wordt gevoerd. Zelfs regisseuse Gaby Dellal neemt hierbij geen echt standpunt in, waartegenover onder meer in een film als
Brassed Off tot tweemaal toe één van de karakters zijn gal spuwt over het huidige politieke systeem (éénmaal in de hilarische scène waarin Stephen Tompkinson als Clown Mr. Funny de kindertjes een trauma laat oplopen wanneer hij hen een sprookje vertelt over de Tories!)
Toch nog enkele positieve punten: de casting is tot in de puntjes verzorgd, de trooste locaties zijn goed bij elkaar gezocht (een combinatie van Isle of Man, Glasgow en het onvermijdelijke Dover), en de fotografie is zeer verzorgd.
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van deze film is matig tot goed: er werd gelukkig gekozen voor een double layer-disc, waardoor het beeld gevrijwaard wordt van andere fouten dan diegene die eigen zijn aan de gevoerde low-budget filmstijl (de belichting in het zwembad lijkt bijvoorbeeld nergens op). De Engelse Dolby Digital 5.1-track is best beluisterbaar, overstijgt zelfs de noden van de film in een veelvoud, alleen is het in dit geval toch aan te raden de film met ondertiteling te bekijken, want "Engels" is misschien een iets té ruim geïnterpreteerde term, waaronder voor de gestelde doeleinden even ook een onverstaanbaar Schots koeterwaals-accent kwalificeert.
EXTRA'S
In het bonusmateriaal vinden we een 29 minuten durend dubbelinterview terug met regisseuse Gaby Dellal en hoofdrolspeler Peter Mullan, eerder een vrijblijvende babbel, en naast de trailer nog 3 trailers van andere A-filmproducties. Technisch hadden ze deze wel wat aantrekkelijker mogen maken: de trailer voor
My Name Is Joe heeft ingebrande ondertitels, die van
Wilbur Wants To Kill Himself heeft verdraaid opschriften in de één of andere niet verder geïndentificeerde Scandinavische taal. Ook zou A-Film eens mogen snoeien in het ronduit overdreven aantal inleidende filmpjes.
CONCLUSIE
Zeker een aanrader voor liefhebbers van Britse werklozen-tragikomedies, maar de eerlijkheid gebiedt ons te zeggen dat er betere films in het genre zijn, waar we de occiasionele kijker van dit soort films liever naar verwijzen.