LOST WORLD, THE
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-05-06
FILM
The Lost World van regisseur Harry O. Hoyt is de allereerste verfilming van het gelijknamige en ondertussen beroemde boek van Sir Athur Conan Doyle, de bedenker van de al wereldberoemde detective Sherlock Holmes. Doyle schreef z'n verhaal over de expeditie naar een prehistorische site in Brazilië in 1912. De dinosaurussen, de primitieve stammen en de heldenmoed van zijn hoofdpersonages spraken tot de verbeelding van de lezers van die tijd en stonden garant voor een
instant succes. Tien jaar later zorgden regisseur Harry O. Hoyt en special effectsbedenker Willis H. O'Brien met hun verbluffend realistische animaties van de vreesachtige Tyrannosaurus Rex, de indrukwekkende koeachtige Brontosaurus, de stekelige Stegosaurus, de imposante Triceratops en de vliegende Quetzalcoatlus voor de allereerste dinosaurusrage, vergelijkbaar met de dinomanie die Steven Spielberg in het begin van de jaren '90 met
Jurassic Park op gang bracht. Het publiek anno 1925 was met stomheid geslagen. Nooit hadden ze zich deze voorhistorische mastodonten – hun skeletten werden pas sinds halfweg de 19de eeuw ontdekt en in musea tentoongesteld - zo kunnen voorstellen. Minder dan een halve eeuw eerder nog ging men er vanuit dat de wereld hooguit 5 à 6000 jaar bestond en hier toonde men monsters die klaarblijkelijk vóór die tijd leefden.
Harry O. Hoyt liet scenariste Marion Fairfax een bewerking maken van A. Conan Doyle's boek met de nadruk op de spectaculaire gevechten tussen diverse soorten dinosauriërs. De inheemse primitieve stammen moesten daarbij plaats maken voor één onaardige inboorling met aapachtige gelaatstrekken en massa's lichaamsbeharing, een intelligent troetelaapje en een ongeïnteresseerde chimpansee. Het verhaal begint met een huiskamerscène waarin de jonge journalist Edward E. Malone (Lloyd Hughes) zijn geliefde Gladys Hungerford (Alma Bennett) ten huwelijk wil vragen. Het meisje weert hem af en zegt dat ze zal trouwen met de man
die de dood voor ogen heeft gezien. Malone is teleurgesteld, maar zijn eerder toevallige ontmoeting met de bizarre professor Challenger (Wallace Beery) geeft zijn leven een nieuwe wending en biedt uitzicht op gevaar en avontuur, precies wat hij nodig heeft om Gladys te overtuigen. Challenger verdedigt de theorie over een unieke biotoop met prehistorisch leven langs de Amazone in Brazilië. Hij wordt niet geloofd en zelfs bespot door de Londense
intelligentia en slaagt er desondanks toch in om een kleine expeditie samen te stellen om de proef op de som te nemen. Als leidraad gebruikt hij een dagboek dat hem door ene Miss Paula White (Bessie Love) ter beschikking is gesteld na de rampzalige ontdekkingsreis van haar vader naar het bewuste gebied.
Malone kan professor Challenger uiteindelijk overtuigen met de mededeling dat de London-Record Journal voor de nodige financiële middelen wil zorgen in ruil voor exclusieve journalistieke informatie over de voortgang van de expeditie. Hij krijgt daarbij de steun van zijn goede vriend Sir John Roxton (Lewis Stone), een al iets oudere heer die een oogje op Paula White heeft en dus zelf de expeditie tot elke prijs wil meemaken. Samen met de bejaarde professor Summerlee (Arthur Hoyt), een specialist in exotische diersoorten, zet het gezelschap koers naar Zuid-Amerika en slaat er met de hulp van inlandse dragers een kamp op aan de voet van het meer dan honderd meter hoge plateau waar de tijd tien miljoen jaar stil is blijven staan. Al meteen de eerste dag krijgen ze een gunstig voorteken: boven hun hoofden passeert een pterodactyl, een vogelachtig reptiel met een vleugelspan van om en bij de tien meter. Na de beklimming van een steile rots en de oversteek via een omgehakte boomstam (de enige overblijvende na de overtocht van vader White), bereikt de expeditie het immense plateau. Nog voor ze een goede schuilplaats hebben gevonden voor de nacht, zijn ze er getuige van het bloedige gevecht tussen een Brontosaurus en een Tyrannosaurus Rex, waarbij de eerste van het plateau glijdt en in een modderpoel honderd meter lager terechtkomt. Teleurgesteld over het verdwijnen van zijn prooi valt de Tyrannosaurus vervolgens een neushoornachtige Stegosaurus aan, wordt flink verwond en delft uiteindelijk het onderspit tegen een soortgenoot. Het tafereel is indrukwekkend en bevestigt de opmerkingen uit professor White’s dagboek. Daarmee is de expeditie klaar met haar opdracht en kan de terugtocht naar de bewoonde wereld beginnen. Er is één probleem: de boomstam tussen het plateau en de vrijstaande rots is verdwenen.
In 2001 diende Doyle's boek als inspiratiebron voor de Britse serie
The Lost World van regisseur Stuart Orme, met in de hoofdrollen Bob Hoskins en Peter Falk, een niet onverdienstelijke en vrij trouwe interpretatie van de originele roman, waarin een belangrijke plaats is gereserveerd voor de karakterontwikkeling van de hoofdpersonages. Regisseur Harry O. Hoyt legt in zijn versie uit 1925 de nadruk op de driehoeksverhouding tussen Paula White en haar beide aanbidders Edward E. Malone en Sir John Roxton tegen de achtergrond van hun spectaculaire ontmoeting met de voorhistorische dieren. Als gevolg van een precaire technologie zijn Hoyts mogelijkheden om de dinosauriërs tot leven te wekken beperkt. Zo moet hij zich behelpen met beeld-voor-beeldopnamen van replica uit klei, waarbij Willis H. O'Brien elke beweging van de dino's minutieus handmatig uitvoert in een miniatuurdecor, gebruikmakend van doorzichtige glazen plaatjes om het groen en split screens om de menselijke figuren in te voegen. Ondanks de primitieve techniek is het resultaat verbluffend en zeker voor dié tijd zonder meer indrukwekkend. Het hoeft niet te verbazen dat het bioscooppubliek meende met echte voorhistorische monsters van doen te hebben.
Uiteraard is er veel veranderd over een periode van 80 jaar. Er zijn honderden skeletten gevonden, waaronder zeer goed geconserveerde in China en Noord-Amerika, er zijn talloze nieuwe soorten ontdekt en er is vooral grote vooruitgang geboekt op het vlak van de fysieke bouw van de dinosauriërs en de manier waarop ze zich voortbewogen. Begin 20ste eeuw stond de wetenschap terzake nog in z'n kinderschoenen. Toch maakt Hoyt indruk met de gedurfde manier waarop hij de dieren tot leven wekt en de vele details die hij als
inserts presenteert. Zo laat hij de ogen, de bek én de neusgaten van de dieren bewegen, maar zorgt er ook voor dat we ze zien ademen en dat ze een schaduw werpen over de omgeving die ze passeren. Ondertussen weten we dat dinosauriërs geen leerachtige huid hadden, maar schubben en lichte beharing, in het geval van de pterodactylen zelfs dons of echte veren zoals onze vogels. Hoyts Tyrannosaurussen likken hun voorpoten en gebruiken ze zoals wij onze handen en z'n Brontosaurussen bewegen hun lange giraffeachtige hals zoals een slang haar soepele lichaam, terwijl het zo goed als vaststaat dat de vaak 35 ton wegende beesten hun hals noodgedwongen horizontaal hielden om niet uit evenwicht te raken en op hun achterste poten stonden om bij de blaadjes van de hoogste boomtoppen te komen. Wanneer ze de voorpoten terug op de grond zetten, zorgde dat allicht voor een kleine aardschok. Maar dat zijn bijzonderheden die Hoyt niet kon weten en zijn simpele en ongekunstelde voorstelling van zaken heeft iets aandoenlijks, alsof zijn
The Lost World zoveel eenvoudiger was als degene die Steven Spielberg ons zeventig jaar later met veel digitaal vertoon presenteerde.
De acteerprestaties passen in de stijl van de tijd: overdreven bewegingen, extreme gelaatsexpressies, toneelachtig en soms houterig qua opzet en uitvoering. De hoofdrolspelers waren grote filmsterren in de jaren '20 en '30, maar zijn vandaag helemaal vergeten. Hoyt gebruikt verschillende cinematografische technieken om hun optreden in beeld te brengen en zorgt voortdurend voor afwisseling door middel van close ups en zelfs
slapsticktrucs om het allemaal interessant, boeiend en tegelijk een beetje luchtig te houden.
BEELD EN GELUID
Deze zeer recent gereconstrueerde versie van Hoyts
The Lost World kwam tot stand na vele jaren van intens researchwerk. De 104 minuten durende originele versie van de film werd in de jaren’30 verknipt tot een korte film van ongeveer 60 minuten die decennialang dé standaardversie in de bioscoop werd. De originele
master was spoorloos (en is nog altijd niet teruggevonden) en dus deden de samenstellers een beroep op acht verschillende kopieën om meer dan een halfuur zoekgeraakt materiaal te recupereren. Sommige kopieën had men ondertussen handmatig ingekleurd, andere bleven gespaard, een aantal essentiële fragmenten waren zwaar beschadigd en kregen een restauratiebeurt. Het resultaat is een film met bronmateriaal van diverse kwaliteit. De interieurfragmenten hebben warme sepiatinten, de nachtbeelden zijn blauw van kleur, de vulkaanfragmenten tegen het einde van de film zijn rose of zelfs rood van kleur, de animatiescènes zijn blauwachtig of gewoon zwart-wit. Deze geaccidenteerde nieuwe
master heeft uiteraard last van beschadigingen, zwarte vlekken, storende verticale lijnen en zelfs ontbrekende beelden waardoor de film soms
vooruitspringt. Er is een zeer bevredigende poging gedaan om de algemene kwaliteit van het materiaal te verbeteren door het digitaal te corrigeren, maar men kan uiteindelijk geen wonder doen. Toch zijn het allemaal tekortkomingen die een geïnteresseerde kijker er graag bijneemt. Hier is er vooral sprake van groot historisch belang.
The Lost World is een
stille film zonder eigen geluid. Wie goed is in liplezen kan de dialogen wellicht
aflezen, andere kijkers zijn veroordeeld tot de
tussentitels en hun Nederlandse vertaling. Het verhoogt het effect van nostalgie en theatraliteit. De originele muziektrack van Robert Israël is niet spectaculair en en klinkt nog vrij goed, in stereo met een zeker ruimtelijk effect, zij het met ruis, maar zonder storende onderbrekingen of haperingen. Ook hier is goed werk verricht.
EXTRA'S
In
Audiocommentaar door Roy Pilot, de auteur van het boek
The Annotated World, krijgt de kijker zinvolle stukjes commentaar over de karakters in de film (geïnspireerd op figuren uit de onmiddellijke omgeving van Doyle) en de tijdgeest van de jaren’20. De bijdragen zijn op zich interessant, maar jammer genoeg volgen ze elkaar met té grote tussenpozen op waardoor de aandacht gauw verslapt.
Animatie-outtakes is een zeer interessante bijdrage waarin animatiefragmenten worden getoond die de film niet hebben gehaald en waarin we bij momenten Willis H. O'Brien aan het werk zien met de miniatuurdiertjes.
"R.F.D. 10.000 B.C." is een nooit eerder getoonde animatiefilm van Willis H. O'Brien over een soort Fred Flintstone die z'n geliefde een liefdesbrief
beitelt. De postbode, een nieuwsgierige kerel, leest de brief en verandert de tekst. Op z'n door een babybrontosaurus getrokken postkar brengt hij de brief naar het goeie adres. Wanneer de briefschrijver even later met een bos bloemen bij zijn liefje verschijnt, krijgt hij de wind van voren wegens de beledigende tekst. De man begrijpt wat er aan de hand is en gaat op zoek naar de postbode. Heel grappig en compleet geanimeerd. De
Originele Bioscooptrailer bevat zoals moderne films extra materiaal dat niet in de film gemonteerd is en voor liefhebbers is er de alternatieve
Nieuwe muziektrack uit 2000, uitgevoerd door het Alloy Orchestra, een flauwe synthesizerinterpretatie die u beter vermijdt. De ondertiteling is in orde, staat een beetje te hoog om goed leesbaar te zijn op de originele
tussentitels, maar is voor de rest verzorgd uitgevoerd. Jammer van de dt-fouten: de vertaler heeft blijkbaar nog nooit gehoord van de vorm
hij belooft, want elke keer staat er
hij beloofd. Het is een detail, maar onvergeeflijk voor iemand die zich wellicht een
professional terzake noemt.
CONCLUSIE
The Lost World van regisseur Harry O. Hoyt uit 1925, hier in een compleet gerestaureerde en gereconstrueerde versie en gebaseerd op de Arthur Conan Doyle's sciencefictionroman die ook al aan de basis lag van de gelijknamige filmadaptatie van Steven Spielberg uit 1997, is een wonderlijk kunstwerkje uit de beginperiode van de filmgeschiedenis. Het scenario zit goed in elkaar, de opbouw zorgt voor humor, spanning en romantiek en de geanimeerde dinosauriërs zien er ongelofelijk realistisch en gevaarlijk uit. Vooral de vlucht van de kudde dinosauriërs aan het einde van de film maakt indruk, evenals de massale paniek in de straten van Londen wanneer de Brontosaurus, na een defect tijdens het lossen van het stoomschip, ontsnapt met alle nachtmerrieachtige gevolgen van dien.