SULLIVAN'S TRAVELS
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-07-10
Deze film maakt deel uit van de zevendelige boxset Written and Directed by Preston Sturges, waartoe ook nog The Great McGinty, Christmas In July, The Lady Eve, The Palm Beach Story, The Great Moment en Hail The Conquering Hero behoren.
Onderstaande filmreview is rechtstreeks overgenomen van de reeds eerder besproken Criterion-editie van Sullivan's Travels. Beeld en geluid kregen wel een nieuwe beoordeling, evenals de bonussectie.
FILM
Wie de titel
O Brother, Where Art Thou? hoort vallen, denkt spontaan aan de populaire prent uit 2000 van de Coen-broertjes. Maar de Coens kozen niet zomaar met de natte vinger een naam voor hun film. Inspiratie haalden ze bij het oeuvre van een man die overduidelijk veel invloed op hun werk heeft gehad. Een cineast die samen met Ernst Lubitsch en Billy Wilder behoort het het voornaamste triumviraat van de komische film uit de Gouden Jaren van Hollywood. Een God voor scenaristen bovendien omdat hij als eerste schrijver erin slaagde een regisseurscontract aan de almachtige filmstudio's los te peuteren en zo de deur opende voor een massa onontgonnen talent. Ik heb het over Preston Sturges, en over een film die een schaamteloze liefdesverklaring is aan de heilzame werking van de gulle lach:
Sullivan's Travels.
John Sullivan is een succesvolle regisseur in Hollywood, maar hij is het beu steeds ultralichte komedies te draaien. Zijn grote droom is het realiseren van een groots epos over armoede:
O Brother, Where Art Thou?. Wanneer de studiobonzen erop wijzen dat Sullivan nooit armoede van dichtbij heeft gezien, besluit de regisseur zich als zwerver te verkleden en enkele weken op droog zaad door Amerika te trekken. Tijdens zijn tocht botst hij op een werkloze wannabe actrice die ervan overtuigd is nooit aan de bak te zullen komen in de filmindustrie. Temidden de grote armoede die hen omringt, worden de twee verliefd op elkaar. Maar problemen en tegenwerkingen van Sullivan’s echtgenote lijken een huwelijk onmogelijk te maken. Tot een hebzuchtige zwerver, een groep geketende gevangenen en een schijndood alles op zijn plaats doen vallen.
Dat de man achter de camera van
Sullivan's Travels in de eerste plaats een schrijver was, valt niet te ontkennen. Vanaf de eerste seconde wordt de kijker immers overspoeld door een barrage aan snel gesproken, grappige one-liners, die als kogels uit een machinegeweer het publiek viseren. Weinig mensen uit de filmgeschiedenis waren zo vlijmscherp met woorden als Preston Sturges, en hoewel sommige van zijn andere producties nog boller staan van de gevatte woordspelingen, geeft
Sullivan's Travels toch een prima staalkaart van zijn grootste talent weer. Maar het is in de stillere momenten dat de film evolueert van een goede tot een grootse prent. Een hartverscheurende montage halverwege de looptijd is een prachtig voorbeeld van hoe de cineast eveneens wist mensen te ontroeren en met louter visuele hulpmiddelen een meeslepend verhaal wist te vertellen. Deze kwaliteit verheft
Sullivan's Travels mijns inziens boven de andere werken uit Sturges' oeuvre.
Nochtans is de wijze waarop de filmmaker armoede in beeld brengt allesbehalve origineel te noemen. Met in lompen geklede zwervers, door talloze gaten aangetaste schoenen en in met stro gevulde treinwagons overnachtende landlopers werd het grote vat der Hollywoodclichés opengetrokken. Des te indrukwekkender is het bijgevolg dat Sturges schijnbaar moeiteloos sympathie voor deze stereotypes weet los te weken, hierbij ampel geholpen door een trefzekere muzikale score, die de juiste middenweg vindt tussen emotionele klefheid en eerlijke pathos. Opvallend is eveneens hoe de film voortdurend schippert tussen slapstick (een
Keystone Cops-achtige achtervolging springt eruit), gesofisticeerde humor en edel drama, zonder ooit een valse noot te spelen. Zelfs de ongewone structuur, die de plot steevast met horten en stoten een bruuske start laat nemen om ze enkele minuten later haast in achteruit te schakelen, kan niet verhullen dat
Sullivan's Travels altijd lijkt te weten waar de prent naartoe wil.
Cruciaal hierin is ook het ongedwongen acteerspel van de castleden. Als John Sullivan zet Joel McCrea een sympathieke, intelligente naïeveling neer, die zich zonder dat we het goed en wel beseffen in de harten van de kijker wurmt. Het is geen vertolking die lang blijft nazinderen, maar wel eentje die perfect past in Sturges' plaatje. Datzelfde kan nog meer gezegd worden van Veronica Lakes personage, dat zelfs nooit bij naam wordt genoemd. De actrice was slechts matig begaafd in het vak, zo bewijst de rest van haar filmografie, maar deze rol zit haar als een tweede huid. Uitmuntend is bovendien de nevencast, in de eerste plaats Robert Grieg als Sullivan’s butler, maar zeker ook de zwervers en gevangenen die het tweede deel van de prent bevolken en die op looks alleen al de juiste emotie weten over te brengen.
Wat ons tenslotte bij de moraal van het verhaal brengt. Het belang van komedie in een verzuurde maatschappij is niet te onderschatten, zegt Sturges, in de roerende pancarte die de film opent, in de memorabele scènes van Sullivans roadtrip en in een mooi geconcipieerd feelgood slot. En na de reis die we als kijker met het personage hebben mogen doormaken, kunnen we niet anders dan het met de cineast eens zijn. Nog steeds zijn er regisseurs die zo gedreven zijn om zwaarmoedige, 'realistische' films te draaien – met een boodschap die de mensheid dient liefst – dat ze vergeten waarom de mens eigenlijk naar de bioscoop gaat, of zich voor een dvd-speler en tv nestelt. Zij begrijpen niet dat een komedie evenveel waard is als drama en dat de besten in het genre zelfs in slapstick een valabele boodschap weten te verkopen. Veel betere voorbeelden van deze retoriek dan
Sullivan's Travels zal je niet vinden.
BEELD EN GELUID
Beeld en geluid van deze editie zijn degelijk, maar kunnen niet tippen aan de Criterionversie. Zo is grain een constante doorheen de prent, duiken regelmatig printbeschadigingen op en zijn contrast en scherpte te wisselvallig om van een geslaagde transfer te kunnen spreken. De soundtrack beperkt zich tot het helder weergeven van de dialogen en sluit voor het overige alle dynamiek uit.
EXTRA'S
De Criterion-editie van deze film zit barstensvol prachtige extra's, maar deze schijf moet het stellen met een
Trailer (2 min.) en een
Audiocommentaar in de bonussectie. In het babbelspoor komt ex-Python Terry Jones aan het woord, maar zijn bijdrage beperkt zich grotendeels tot hetzij idolatrie, hetzij het navertellen van de actie op het scherm.
CONCLUSIE
Sullivan's Travels is een heerlijke film over Hollywood, de liefde en de menselijke behoefte aan humor. Preston Sturges levert niet enkel een festijn van gevatte woorden en zinnen af, maar tevens een visueel emotionerende prent, die niemand onberoerd zal laten met zijn krachtige, ongedwongen boodschap. Beeld en geluid zijn van degelijke kwaliteit, maar de bonussectie is een mager beestje.