IPCRESS FILE, THE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-08-06
FILM
Als de jaren veertig het gouden tijdperk waren van de Film Noir en de jaren vijftig van het sociaal drama, dan moet je de sixties bestempelen als het mekka voor liefhebbers van spionagefilms. De voortrekker van die spionnenboom was – hoe kon het ook anders – James Bond. Toen
Dr. No in 1962 uitgroeide tot een onverwacht kassucces en ieder volgend 007-avontuur meer geld in het laatje bracht, zagen veel producenten ineens brood in het voorheen slapende genre. In Amerika werd James Coburn gecast in een tweetal
Flint-films, terwijl Dean Martin eerder een parodie op het genre maakte in zijn vier vertolkingen van Matt Helm. Maar de grootste rivaal voor Bond kwam uit het eigen Groot-Brittannië. Schrijver Len Deightons eerste roman over defensiespion Harry Palmer kwam uit slechts enkele maanden na de release van
Dr. No. Bondproducers Cubby Broccoli en Harry Saltzman waren zo onder de indruk dat ze Deighton een scenario lieten pennen voor
From Russia With Love. Dat script werd uiteindelijk niet gebruikt, maar de producers sloten wel een deal om Harry Palmer naar het witte doek te brengen. Tweeëneenhalf jaar later was
The Ipcress File een feit.
Sergeant Harry Palmer is een medewerker van een geheim departement binnen het Britse Ministerie van Defensie (MOD). Een belangrijke wetenschapper is recent ontvoerd en de hele sectie wordt ingeschakeld om hem terug te vinden. Palmer mag er dan uitzien als een nerd, met zijn afgeborstelde pak en zijn ziekenkasbrilletje, efficiënt gaat hij wel te werk. Hij treedt in contact met een Albanese crimineel die de sleutel in handen houdt voor het terugvinden van de wetenschapper. Bovendien komt hij een geheim project op het spoor dat de mysterieuze naam Ipcress draagt, iets te maken heeft met een ingenieuze methode van hersenspoelen en buitengewone interesse opwekt bij bevriende binnenlandse en buitenlandse diensten. Naarmate hij zich dieper begeeft in het vertakte web van intriges, wordt Palmer echter meer tegengewerkt en groeit het vermoeden dat iemand binnen het Ministerie van Defensie een vuile dubbelrol speelt.
Hoewel bovenstaande premisse acuut intrigeert, doet het openingsuur van
The Ipcress File dat niet. De reden? De naam Ipcress duikt pas op na 47 minuten en een begrip van de naam en het project laten nog eens 25 minuten op zich wachten. Dat betekent dat de eerste helft van de film zich vooral preoccupeert met het neerzetten van karakters en het functioneren van de geheime diensten binnen het MOD. Op zich niets mis mee, ware het niet dat het scenario zo begaan is met accuraatheid en volledigheid dat er van spanning geen spoor is. Af en toe jaagt een kort set-piece het hartslagritme eventjes mild omhoog, maar onvoldoende om geëngageerd te geraken. Ook het interne gekrakeel tussen de verschillende diensten (vergelijkbaar met wat er in
De Zaak Alzheimer gebeurt) oogt tam. Michael Caines portret van Harry Palmer is in dat eerste uur bovendien ondoorgrondelijk. Je weet niet of je nu een stil water met diepe gronden voor je hebt staan of gewoon een stil water.
Eenmaal de ware context van Ipcress duidelijk wordt, wint de prent echter aan kracht, en de laatste dertig minuten behoren qua spanning, drama en nagelbijtend, duister entertainment tot het beste wat spionagethrillers uit eender welk decennium op het witte doek hebben getoverd. Compromisloos, rauw en met een vleugje sixtiespsychedelia zal dit laatste halfuur zelfs de meest kritische kijkers overtuigen en wordt het te lang aangesleepte eerste uur probleemloos vergeven. Structureel en plottechnisch gezien was die lange expositie zeker niet nodig, maar het doet wel wonderen voor de langzame ontrafeling van de mystiek van Harry Palmer. Van een grijze muis in de opening groeit hij uit tot een geharde topgeheimagent, die zelfs zijn oenige look overboord gooit. Ook de regie van Sidney J. Furie wordt beter gesmaakt naarmate de prent vordert. Waar hij zich in het begin bezondigt aan een overdaad aan gezochte shots en speciale kadrages, komt zijn beeldvoering veel meer tot zijn recht in de climax, hoewel ook die allesbehalve conventioneel gefilmd is. Vroegere en latere medewerkers van de Bondfranchise – decorontwerper Ken Adam, maar vooral monteur Peter Hunt – drijven het octaangehalte de hoogte in op de juiste momenten. John Barry’s muzikale score met geplukte gitaren is inmiddels een klassieker geworden.
Als Harry Palmer zet Michael Caine wellicht het sleutelkarakter van zijn carrière neer. De wat timide man met het ziekenkasbrilletje en het rosse haar is de acteur gaan typeren. Een parafrase van een dialooglijn uit de prent – 'my name is Harry Palmer' – leidde zelfs tot een slagzin voor Caine: 'My name is Michael Caine'. De acteur is daarenboven steengoed in zijn rol en maakt de nochtans redelijk bruuske overgang van het schlemielige ventje naar de geharde spion verrassend geloofwaardig. Maar ook de ondersteunende cast is uitstekend op dreef. Vooral Gordon Jackson – wiens gezicht velen bekend zal voorkomen uit
The Great Escape – wekt empathie op bij de kijker, terwijl Frank Gatliff met zijn starre blik de ideale slechterik vormt. Nigel Green en Guy Doleman slagen uitstekend in hun opzet door hun personages zo ambigue mogelijk te houden.
Als puntje bij paaltje komt, kan je de climax van
The Ipcress File, de regie, de cast en de crew dan nog zo bewonderen en applaudisseren, het uitwissen van het te langdradige eerste uur lukt niet. Mede hierdoor is Harry Palmer nooit uitgegroeid tot een ware cinemarivaal voor James Bond. Er volgden nog wel twee sequels – beide inferieur aan het origineel – die het redelijk deden aan de kassa, maar toen Michael Caine bedankte voor een vierde deel, zetten de producenten er een punt achter. De Palmerfranchise was immers niet groot genoeg om het vertrek van zijn hoofdrolspeler op te vallen. Wat dat zegt over
The Ipcress File, Caine en alle acteurs die ooit Bond vertolkten, moet iedereen maar voor zichzelf uitmaken.
BEELD EN GELUID
Dat DFW ervoor koos deze film op een enkelvoudig gelaagd schijfje te proppen, komt de beeldkwaliteit niet ten goede. Het meest opvallende minpunt is een overdreven donker beeld, wat eveneens zijn weerslag heeft op een middelmatig contrast en fletse kleuren. Grain is ook continu aanwezig – zij het nooit echt storend – terwijl de scherpte varieert van scène tot scène. Een transfer met heel wat ruimte voor verbetering dus. De soundtrack brengt het er beter vanaf. De dialogen zijn steeds goed verstaanbaar, de mix is adequaat en John Barry's mooie muziek schalt lekker door de boxen.
EXTRA'S
Deze dvd bevat geen extra's.
CONCLUSIE
The Ipcress File, de eerste verfilming van Len Deightons spionageromans komt bijzonder traag op gang, maar beloont de kijker voor het getoonde geduld in een pulserend laatste halfuur. Michael Caines vertolking als Harry Palmer is bovendien dé definiërende rol van zijn carrière. Helaas is de beeldkwaliteit niet je dat en blijft de bonussectie leeg. De soundtrack, met o.a. John Barry's prima muzikale score, klinkt wel oké.