BLADE RUNNER U.E.
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-12-30
FILM
Hoewel zijn eerste professionele schrijfsels dateerden uit het begin van de jaren vijftig zou het nog drie decennia duren vooraleer Hollywood de geniale toekomstvisioenen van auteur Philip K. Dick aan het zilveren scherm toevertrouwde. Een scenario met de titel
Android trok eind jaren zeventig – een periode waarin gans Tinseltown op zoek was naar de nieuwe
Star Wars – de aandacht van producer Michael Deeley. Het script was een adaptatie van Dicks briljant getitelde roman uit 1968
Do Androids Dream of Electric Sheep en zou bijna twee jaar lang herwerkt worden tot de film die uiteindelijk de titel
Blade Runner meekreeg. Regisseur Ridley Scott, die na het succes van
Alien voor
Dune gecontacteerd was, maar die logge productie – een zinkend schip – vaarwel had gezegd, stapte over naar
Blade Runner en zou instrumenteel blijken in het kneden van de prent. Zo huurde Scott de scenarist David Peoples in om het script grondig te herschrijven en drukte hij een iconische stempel op het design van de film. Vijfentwintig jaar later is de prent uitgegroeid tot een culthit, een van de meest gevierde en geïmiteerde sciencefictionfilms ooit. En om dat zilveren jubileum te vieren brengt Warner na een lange juridische strijd eindelijk dé definitieve
-dvd uit.
Ridley Scott is doorheen de jaren continu bezig geweest met het bijschaven van een van zijn allerbeste films. De cineast was niet tevreden met de versie die de bioscopen haalde in 1982, omdat de producer de montage deels had overgenomen en o.a. de berucht geworden voice-over van Harrison Ford had toegevoegd. Toen in 1990 de interesse voor de prent een ongekende piek bereikte (het gevolg van de screening van Scotts originele workprint op een 70mm-festival) mocht Scott alsnog zijn zin doen en toverde hij een director’s cut uit zijn hoge hoed, die door critici én publiek als superieur werd omschreven. Niettemin is het niet die versie die de hoofdattractie vormt van de dvd-set die hier besproken wordt. Want, zo blijkt, in werkelijkheid had Ridley Scott nauwelijks tot geen input in de creatie van de cut uit 1992, zodat hij zijn visie nog steeds niet adequaat vertaald vond.
Met de ‘final cut’ – persoonlijk overzien en goedgekeurd door de Britse regisseur – zou dat euvel nu ook verholpen moeten zijn. Aan de plot heeft hij in zijn definitieve versie niet gemorreld. Nog steeds zijn zes replicanten – een soort genetisch gemanipuleerde robots – uit de buitenaardse kolonies ontsnapt. Zij zoeken hun toevlucht in het Los Angeles van november 2019, waar ze hun maker willen overhalen hun beperkte levensduur – maximaal vier jaar – op te krikken. Deckard, een politieman met een specialisatie in het opsporen van replicanten, wordt met tegenzin op de zaak gezet. Zijn onconventionele aanpak levert hem meer blauwe plekken op dan hem lief is, maar brengt hem ook in contact met Rachael, een beeldschone replicante die zo perfect is dat ze zelf niet beseft dat ze een androïde is en op wie hij tegen alle verwachting in verliefd wordt. Die relatie vertroebelt echter zijn rationele aard en dat brengt hem in gevaar wanneer hij het moet opnemen tegen Roy Batty, de leider van de ontsnapte replicanten, die er schijnbaar alles voor over heeft om zijn leven te lengen.
In de final cut is niet verwonderlijk geen spoor meer te bekennen van de gehate voice-over uit 1982 en de sequenties verschillen slechts summier van de director’s cut, maar toch is deze versie een verbetering t.o.v. zijn voorgangers. Scott heeft subtiel maar intelligent bepaalde passages ritmisch upgekrikt, laat thema’s als identiteit en totalitarisme beter uit de verf komen en biedt meer ruimte aan de ontwikkeling van de karakters. Wie niet of nauwelijks vertrouwd is met Blade Runner zal het wel worst wezen, maar voor de hartstochtelijke liefhebbers van de film – waartoe ik mezelf reken – is deze laatste versie een lust om naar te kijken. Een subliem voorbeeld van hoe hetzelfde bronmateriaal door een artiest op het toppunt van zijn kunnen – dat bewees Scott met zijn laatste exploot, American Gangster - radicaal gehermodelleerd kan worden met een knip hier en een extra framepje daar.
Een van de belangrijkste pluspunten van het origineel blijft ook in de final cut grandioos overeind. De visuele impact van Blade Runner is er de voorbije jaren niet op verminderd en dankzij de moderne technologieën hebben Ridley Scott en zijn team de look van de prent nog wat extra glans gegeven. Draadjes van de practical effects werden weggewerkt, de matteschilderijen werden digitaal geoptimaliseerd en het kleurenpalet geüniformiseerd. Niet om de kijker te verbluffen met de wonderen van moderne visuele effecten, maar om het geschapen wereldbeeld – een eindeloos intrigerende nabije toekomst – des te treffender tot zijn recht te doen komen. De mix tussen een stijlvolle superstad à la Metropolis en de grauwe, chaotische steegjes van film noir past perfect bij de schrijfsels van Philip K. Dick. Andere Dickverfilmingen – het zijn er inmiddels zo’n dozijn – geven vaak een gelikte toekomst weer, vol glans en praal en netheid. Ridley Scott is tot op heden de enige die de essentie van het universum van de auteur heeft doorgrond, die doorhad dat ook in de toekomst perfectie niet bestaat en oude en nieuwe technologieën, in diverse stadia van ontbinding, naast elkaar leven. Nergens is dit meer zichtbaar dan in het atelier van speelgoedmaker Sebastian, een stoffige ruimte vol antiquiteit en toch vol leven, die tot de meest beklijvende decors behoort in mijn cinefiele geheugen.
Ridley Scott was natuurlijk altijd de juiste man op de juiste plaats om de visie achter Blade Runner uit te voeren. Met Alien had hij het doorgaans vrolijke sciencefictiongenre al geherdefinieerd door het duister als bondgenoot te strikken. In Blade Runner gaat Scott nog een stapje verder. Zijn kijk op 2019 is verdomd pessimistisch, want hij stelt een wereld voor waarin de zon continu verduisterd wordt door uitlaatgassen, waarin piramidale wolkenkrabbers de skyline domineren en – zeer relevant anno 1982 – Oost-Aziatische en Japanse culturen het Amerikaanse straatbeeld mee domineren. De regie en het scenario positioneren de prent bovendien als een neo-noir, met weerbarstige antihelden, enigmatische femmes fatales en beneveld door de stank van corruptie. In die optiek is het verdwijnen van de voice-over een spijtige zaak, maar ook zonder Harrison Fords gedachten op het audiospoor blijven de invloeden van film noir overeind.
Over Ford gesproken: de acteur heeft zijn dédain voor Blade Runner nooit onder stoelen of banken gestoken. Hij kon niet zijn zin doen met het personage van Deckard en clashte hierover meermaals met Ridley Scott, die er een heel eigen visie op nahield. Het resultaat van die spanning is op het scherm zichtbaar, maar werkt bizar genoeg ook voor het personage. De terughoudendheid van Deckard, het gevoel dat hij eigenlijk ergens anders wil zijn, voegt een extra laag toe aan zijn karakter en maakt wat in se een passief personage is een fascinerende man. Maar het is niet Ford die de show steelt. Die eer komt Rutger Hauer toe, in zijn eerst grote Amerikaanse rol. Zijn Roy Batty zit vol inwendig conflict, koppelt intelligentie aan zinloos geweld, is tegelijkertijd een schurk en een charmeur. Hauer, met treffende, gebleekte haren, zet zijn tanden in de vertolking als betrof het een Shakespeariaans personage en geeft diepgang aan wat een stereotiepe slechterik had kunnen zijn. Hij mag dan een replicant zijn, nergens in de film is meer emotie aanwezig dan wanneer de acteur vertelt over de wonderlijke zaken die zijn artificiële ogen in hun korte leven gezien hebben. Ook de rest van de cast werd overigens met zorg uitgekozen: er is geen zwakke schakel te bekennen.
De invloed van Blade Runner valt anno 2007 niet meer te ontkennen. Elke sciencefictionfilm van de voorbije 25 jaar grijpt direct of indirect wel terug naar Ridley Scotts klassieker, die niet voor niets door het Amerikaanse Congres werd opgenomen in het National Film Registry – reeds in 1992 trouwens. De overheersende thema’s van eigen identiteit, het conflict tussen natuur en economie en het recht op een menswaardig bestaan zijn zelfs relevanter dan ooit. Maar de film blijft eveneens tot de verbeelding spreken als een puur kunstwerk, de grandioze exploitatie van een geniale visie, zowel van auteur Philip K. Dick als scenarist David Peoples en regisseur Ridley Scott. En als toetje zal er altijd die ene vraag blijven, die velen al een kwarteeuw bezighoudt: is Deckard zelf een replicant? Over het antwoord is de cineast overduidelijk in de laatste minuut van zijn final cut. Toepasselijk overigens wordt dat antwoord je niet met dialoog, maar louter visueel gegeven.
BEELD EN GELUID
Bij Warner weten ze hoe ze een klassieke release moeten behandelen, maar zouden ze in staat zijn de ongekende hoge verwachtingen voor de beeld- en geluidskwaliteit van de Blade Runner-dvd in te lossen? Ja hoor, want de film kreeg een prachtige, nagelnieuwe transfer die je gerust als referentie voor hoe het moet zou kunnen gebruiken. Krassen of vuiltjes zijn nergens te zien, evenmin als grain. Het beeld oogt scherper dan ik het ooit heb gezien en laat de contrasten in de notoir duistere visie van Ridley Scott optimaal tot hun recht komen. De regisseur superviseerde ook een grondige herwerking van het kleurenpalet, dat nu veel uniformer is. Blade Runner ziet er kortom als nieuw uit op dvd en details die in andere transfer onzichtbaar bleven, diepen nu het universum van de prent verder uit.
Al even indrukwekkend is de opgepoetste Dolby 5.1-track. Voor de nieuwe geluidsmaster werd teruggegrepen naar de originele zes kanalen, die opnieuw gemixt werden voor optimaal effect. Het resultaat is verbluffend. De soundtrack – inclusief Vangelis’ uitmuntende muzikale score – zuigt je mee in het verhaal en creëert een fascinerend wereldbeeld met minuscule auditieve details. Alle boxen worden aangesproken zodat het ruimtelijke effect subliem tot zijn recht komt. Dit is zonder twijfel een van de beste geluidssporen die ik ooit op dvd aantrof.
EXTRA’S
Ridley Scott heeft zich van in de begindagen van de dvd positief laten opmerken als één van de meest gemotiveerde pleitbezorgers van het nieuwe medium. Blade Runner was een van de allereerste dvd-releases bijna tien jaar geleden, Alien en Gladiator zetten een hoge standaard neer voor bonusmateriaal bij de doorbraak van dvd in Europa en bij elke volgende film die hij maakte, besteedde Scott bijzondere aandacht aan hoe goed gevuld de digitale schijfjes moesten zijn. Maar met deze Ultimate Edition van Blade Runner hebben Warner en de filmmaker zich overtroffen. Dit is zonder discussie de allerbeste dvd-release die ik ken. Beter dan de special editions van Lord of the Rings. Beter dan The Matrix. Het meest valt de Ultimate Edition te vergelijken met de Criterioneditie van Brazil. Even uitgebreid en frank in de dissectie van en getroubleerde productie, maar met nóg meer en nóg diepgravendere extra’s, verspreid over maar liefst vijf schijfjes.
Disk 1: The Final Cut
De schijf begint met een Video-introductie door Ridley Scott. Veel heeft de cineast niet te zeggen in zijn inleiding, die amper een halve minuut duurt, maar dat maakt hij ruimschoots goed in het Audiocommentaar dat hij voor zijn rekening neemt. Als je een top tien zou samenstellen met de beste babbelsporen ooit op dvd, zou de naam van Scott daar gegarandeerd in voorkomen, en zijn herinneringen aan Blade Runner zijn misschien zijn beste tot nu toe. Altijd inzichtelijk, immer verhelderend, steeds gedetailleerd laat de regisseur zijn licht schijnen over zowel de goede als de minder goede kanten van de productie. Een tweede audiocommentaar brengt de twee scenaristen, de producer en de productieassistente samen. Op dit spoor gaat men meer in detail over de verschillende richtingen die het scenario uit had kunnen gaan en over de productionele obstakels die het relatief beperkte budget opwierp. Het derde babbelspoor focust op de visuele effecten en laat o.a. SFX-legende Douglas Trumbull uitgebreid aan het woord. Zoals te verwachten valt, is deze laatste track de meest droge en technische, maar er komen genoeg weetjes tevoorschijn om je geëntertaind te houden.
Disk 2: The Making of Blade Runner
Als je dacht het summum van retrospectieve documentaries al gezien te hebben wordt het tijd je mening bij te schaven. Dangerous Days loopt maar liefst drieëneenhalf uur, brengt alle nog levende protagonisten van voor en achter de schermen samen en kneedt interviews, outtakes, setopnames en filmfragmenten tot een fascinerend, beklijvend geheel. De documentaire is opgedeeld in acht segmenten, die chronologisch het ontstaan, de productie en de nasleep van Blade Runner onder de loep nemen. Onder de honderden anekdotes die uitgewisseld worden zitten het bijna casten van – het is geen grap! – Dustin Hoffman als Deckard, een T-shirtoorlog op de set en talloze postproductieconflicten. Het mag duidelijk zijn: in Dangerous Days wordt onder élke steen gekeken, ook degene die minder prettig zijn voor de betrokkenen, wat een frank en authentiek portret van Blade Runner oplevert. Om in één ruk te bekijken is de documentaire een wat te lange zit, dus ik raad aan mondjesmaat doorheen de segmenten te grasduinen, waardoor de overvloed aan informatie beter te verteren valt.
Disk 3: Archival Versions
Via het wonder van seamless branching konden de dvd-makers de drie eerdere versies van Blade Runner op één schijfje proppen; opnieuw zeer kort ingeleid door een Video-introductie van Ridley Scott. De internationale cut en de Amerikaanse, beide uit 1982, verschillend feitelijk nauwelijks van elkaar. Alle twee worden ze vergezeld door een voice-over en eindigen ze met een happy end, samengesteld uit geleende beelden uit de opening van Stanley Kubricks The Shining. Waarin deze twee versies verschillen heeft vooral te maken met zeden en moraal. De internationale cut voegt meer geweld en naakt toe t.o.v. de relatief puriteinse print die de Amerikanen in 1982 te zien kregen. Het contrast tussen dit duo en de Director’s Cut uit 1992 is echter groot. Niet alleen werd de voice-over genadeloos geofferd, ook de toevoeging van de eenhoornsequentie (een voorproefje van wat Scott drie jaar later in Legend zou doen) en een meer ambigu slot voegen een extra dimensie toe aan de prent en geven haar een heel andere toon. Het vergelijken van deze archiefversies met de Final Cut valt onbetwistbaar in het voordeel van de laatste versie uit. Ik leerde Blade Runner zelf kennen in de internationale cut en ben daar nog steeds een fan van, maar met de jaren komt de wijsheid en het is als volwassen man veel gemakkelijker de campy aard van de voice-over in te schatten. Voor nostalgische redenen zal ik die versie dan ook wel nog eens in mijn dvd-speler steken, maar als ik de film aan anderen wil aanraden, zou ik nu beslist voor de Final Cut gaan.
Disk 4: Enhancement Archive
Voor wie de documentaire op schijf twee nog niet voldoende was, biedt de vierde disk soelaas, waarop talloze featurettes (die in totaal ruim 2 uur in beslag nemen) het universum van Blade Runner verder uitdiepen. Een eerste segment, Inception, is onderverdeeld in drie hoofdstukken en focust op schrijver Philip K. Dick. Zowel zijn leven als een dissectie van zijn werk en thema’s komen aan bod. Bovendien worden de verschillen tussen het boek Do Androids Dream of Electric Sheep en de film intrigerend uit de doeken gedaan. Dicks eigen opinie is te horen via een handvol audiofragmenten, waarin hij vlak voor zijn dood (hij stierf in 1982, voordat Blade Runner in première ging) zijn licht laat schijnen over de productie.
Het tweede segment kreeg de titel Fabrication en heeft in de eerste plaats aandacht voor het werk dat kroop in het creëren van de sets en de kostuums. Het is meteen evident dat Ridley Scott een opperste aandacht voor detail vroeg van zijn crew en dat alle elementen van het Blade Runner-universum – ook degene die de camera onmogelijk kon oppikken – belangrijk waren om zijn visie naar het witte doek te vertalen. Daarnaast bevat Fabrication screentests van twee actrices die net naast de rollen grepen die in de film door Daryll Hannah en Sean Young gespeeld zouden worden. The Light That Burns is een liefdevolle hommage aan cinematograaf Jordan Cronenweth, die veel te vroeg overleed aan Parkinson. Maar het interessantste onderdeel van het tweede segment zijn ongetwijfeld de verwijderde en verlengde scènes. We krijgen geen droge opsomming van de scènes, maar ze werden in filmische chronologie gemonteerd, vergezeld door nooit gebruikte voice-overs van Harrison Ford. Dat creëert de illusie van een minifilm, samengesteld uit geknipte sequenties, die als thematische en narratieve compagnon kan dienen voor Blade Runner.
Longevity, het derde segment, bundelt o.a. drie oudere featurettes, die in 1982 gebruikt werden voor promotionele doeleinden. Ze tellen tezamen zo’n 36 minuten en tonen beelden die in de nieuwe docu’s van de set niet te zien waren, zoals korte blikken op de set en interviews met de cast van 25 jaar geleden. Een van de drie featurettes – gemaakt om interesse te wekken op een sciencefictionconventie – geeft een speciale blik achter de schermen van de sets de special effects. De beeldkwaliteit is voor alle drie redelijk slecht, maar ze zorgen niettemin voor ruim een half uur leuk archiefmateriaal. Logevity bevat daarnaast zes trailers, voor de diverse cuts van de film, een drie nieuwe, erg goede featurettes. Eentje gaat in detail over het ontwerpen van de filmposter, een tweede zoekt de controverse op door de vraag over Deckards al dan niet replicant-zijn te behandelen, terwijl het laatste filmpje fans van de film – van criticus Kenneth Turan en regisseurs Frank Darabont en Guillermo Del Toro tot de man/vrouw in de straat – een ampel podium geeft om hun passie te uiten.
Disk 5: Workprint
Deze schijf brengt min of meer een legende tot leven, aangezien hier de befaamde Workprint op werd geperst, opnieuw voorzien van een Introductie door de regisseur. Deze print zorgde in 1990 voor een renaissance in populariteit voor Blade Runner door gescreend te worden op een obscuur 70mm-festival. Narratief en ritmische opbouw liggen heel dicht tegen de Director’s Cut uit 1992 aan, de voice-over én de eenhoorn zijn missing in action en het geheel oogt nog ruw – er is bijvoorbeeld geen eindgeneriek. Beeld en geluid werden in zo goed mogelijke staat digitaal getransformeerd, maar de kwaliteit is nauwelijks te vergelijken met die van de Final Cut. Niet dat dit nodig is, want het is vooral de geschiedenis àchter de print die interessant is. Die wordt dan ook uitvoerig uit de doeken gedaan in een Audiocommentaar van Paul Sammon, auteur van hét standaardwerk over Blade Runner: Future Noir. De spreker rakelt heel wat weetjes op die helaas ook al op de andere schijfjes terugkwamen en besteedt wat teveel aandacht aan het benoemen van de verschillen tussen de diverse edities van de film, zodat deze track na een tijdje wat begint te vervelen. Dat doet de laatste extra van deze expansieve dvd-set gelukkig niet. All Our Variant Futures (28 min.) is namelijk een featurette die het tot stand komen van de Final Cut diets maakt.
Zijn we daarmee aan het eind gekomen van de bonussen? Ja en nee. Op de blinkende schijfjes hebben we alles nu wel gehad, maar de box bevat ook nog een handig boekje dat je door de inhoud van de vijf disks gidst én een mapje met 8 kleine reproducties van designschetsen en storyboards.
CONCLUSIE
Spreken over de Ultimate Edition van Blade Runner kan je enkel in superlatieven. Ten eerste is er de definitieve cut van de film, die het verhaal beter dan ooit verteld, in een onovertroffen beeld- en geluidskwaliteit. Daarnaast biedt deze dvd-set ook alle andere versies aan van de prent, opnieuw in de best mogelijke staat, is één schijfje gewijd aan een documentaire van 3,5 uur en een ander tjokvol interessante featurettes gepropt en vind je maar liefst vier audiocommentaren terug op de vijf schijfjes. Als Blu-Ray en/of HD-dvd inderdaad de toekomst dan had reguliere dvd geen betere zwanenzang kunnen hebben.
Studio:
Warner
Regie:
Ridley Scott
Met:
Harrison Ford, Rutger Hauer, Sean Young, Daryll Hannah, M. Emmet Walsh, William Sanderson
Beeldformaat:
2.40:1 anamorfisch PAL
Geluid:
Engels Dolby Digital 5.1
Ondertitels:
Nederlands (2,4-5), Engels (1-5), Frans (2,4-5), Duits (1-2,4-5), Italiaans (2,4-5), Spaans (1-2,4-5), Portugees (1-2), Deens (1-2,4-5), Fins (1-2,4-5), Noors (1-2,4-5), Zweeds (1-2,4-5), Grieks (1-2), Pools (1-5). Kroatisch (1), Sloveens (1), Tsjechisch (1), Hebreeuws (1), Turks (1), Engels CC (1,5), Duits CC (1,5), Italiaans CC (5)
Extra's:
Disk 1
• 3 Audiocommentaren,
• Video-introductie
Disk 2
• Dangerous Days: een 3,5 uur durende retrospectieve documentaire
Disk 3
• Drie eerdere versies van de film: de 1982 US cut, de 1982 internationale cut en de director’s cut uit 1992, met introductie door Ridley Scott
Disk 4
• Crew- en Philip K. Dick-Featurettes,
• Verwijderde Scènes,
• 3 klassieke promotionele featurettes,
• Tv-spots en Trailers
Disk 5
• De integrale, legendarische workprint met audiocommentaar,
• Featurette over de Final Cut