BONNIE AND CLYDE
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2008-04-13
FILM
Actie lijdt onvermijdelijk tot reactie en de zeemzoete, grootse Hollywoodmusical die het midden van de jaren zestig domineerde, werd op het einde van het decennium van de kaart geveegd door een reeks brute, gewelddadige films die het oude studiosysteem de definitieve genadesteek gaven. Regisseurs als Sam Peckinpah, Dennis Hopper en John Schlesinger maakten van kleine, controversiële films toppers op artistiek en commercieel vlak en iconen van de door Vietnamprotesten gevoede tegencultuur. Dat was echter al in 1969, twee jaar nadat één productie het pad had geëffend voor een nieuw Tinseltown, eentje waar glamour voor intensiteit werd ingeruild. Arthur Penns
Bonnie and Clyde is namelijk een onverhulde ode aan geweld en veroorzaakt bij zijn release een vloedgolf van geschokte reacties.
Voor inspiratie gingen de filmmakers te rade bij het waargebeurde verhaal van twee bankovervallers in het door de Grote Depressie getroffen Amerika van de jaren dertig. Wanneer Clyde Barrow en Bonnie Parker elkaar ontmoeten, is het liefde op het eerste gezicht. Zij wil ontsnappen uit een Texaans boerengat, hij heeft een kompaan nodig voor zijn criminele activiteiten. Hun relatie is vaak als water en vuur maar net als die twee natuurelementen kan je je de een niet zonder de ander voorstellen. Na een reeks kleine overvallen gaat de criminele carrière van Bonnie en Clyde stijl omhoog eenmaal broer Buck Barrow, diens vrouw en slome pompbediende C.W. Moss zich bij de bende aansluiten. De pers voert Clyde bovendien op als een moderne Robin Hood wanneer hij bij een overval één klant zijn geld laat houden. Maar de politie zit de bende op de hielen en het is slechts een kwestie van tijd eer de rovers in het nauw gedwongen worden, in een van de bloedigste scènes uit (toen) zeventig jaar Amerikaanse cinema.
Die scène blijft veertig jaar later nog steeds overeind als een van de interessantste eindes van een film, maar over het algemeen heeft
Bonnie and Clyde in de loop der jaren aan impact ingeboet. De verheerlijking van geweld die als een rode draad door de prent loopt, is immers achterhaald in tijden waarin zowel de film- als de gameswereld grossieren in sympathieke criminelen en bloederige toestanden. Wat een verschil met 1967, toen ster Warren Beatty hemel en aarde moest bewegen om groen licht te krijgen van Warner Bros. voor zijn droomproject. Wie de prent nu bekijkt, zal moeite hebben dat te geloven. Het getoonde geweld is soms brutaal maar blijft zedig en artistiek verantwoord. De subtext die geweld koppelt aan seks – Clyde blijkt impotent maar maakt dat goed door met zijn pistool raak te schieten – was misschien een grotere struikelsteen voor Warner want die blijkt vier decennia later nog niet gedateerd.
Arthur Penns regie zou een blauwdruk worden voor een nieuwe generatie filmers. Hij wisselt namelijk weidse landschappen en lange camerabewegingen af met een bruuske montage en extreme close-ups die de kijker zo nauw op de huid zitten dat ze je ongemakkelijk maken.
Bonnie and Clyde heeft op die manier veel weg van een western en lijkt stevig beïnvloed te zijn door het werk van Sergio Leone. De cineast kon bovendien bogen op een prima script van David Newman en Robert Benton. Zeker in het eerste uur schetsen zij een indringend beeld van twee buitenstaanders in de maatschappij, met bovendien oog voor de sociale en economische strubbelingen van de jaren dertig. Na die beloftevolle aanloop stokt de prent spijtig genoeg omdat je nooit het gevoel hebt dat de film naar een climax toewerkt. Het iconische slot maakt veel maar lang niet alles goed. Technisch kon
Bonnie and Clyde nauwelijks beter zijn. Cameraman Burnett Guffey won terecht een Oscar voor zijn werk.
Warren Beatty was zonder twijfel de drijvende kracht achter de productie. Hij zette zijn reputatie op het spel om
Bonnie and Clyde gemaakt te krijgen en werd er rijkelijk voor beloond. Naast zijn gewone salaris streek hij namelijk 40 procent van het box officegeld op. Niet mis als je weet dat de prent in 1967 de op één na grootste geldverdiener van Warner aller tijden was. Beatty acteert daarenboven op topniveau. Hij vindt probleemloos de sympathieke kant van de antiheld, maar verliest nooit Clydes criminele intensiteit uit het oog. Faye Dunaway vormt een magisch koppel met Beatty: de chemie tussen die twee is huizenhoog en de actrice was nooit beter op het witte doek hoewel dit een van haar eerste rollen is. Nog een grote naam in de cast schittert zoals hij dat steeds doet: Gene Hackman kan zijn tanden zetten in enkele prima scènes. De minst goede vertolking ging vreemd genoeg met een Oscar lopen: Estelle Parsons is te voorspelbaar manisch als Hackmans vrouw. Michael J. Pollard zorgt voor broodnodig comic relief in de geweldfilm.
Anno 2008 is
Bonnie and Clyde een deel van zijn pluimen verloren, maar kwaliteit blijft kwaliteit en wie de prent met zin voor historisch perspectief bekijkt, kan dus zeker genieten. Zelfs al kan je het stijlvolle geweld van de film niet smaken, het staat buiten kijf dat de prent een belangrijke plaats verdient in de filmgeschiedenis.
Bonnie and Clyde was de vonk die de tweede renaissance van Hollywood deed ontbranden en ons in de jaren zeventig de ene tijdloze klassieker na de andere bezorgde. Ironisch is wel dat de productie waar al dat moois mee begon zelf niet langer zonder tegenspraak die eretitel kan opeisen.
BEELD EN GELUID
Warner heeft eens te meer een klassieker de restauratie gegeven die hij verdient.
Bonnie and Clyde ziet er fantastisch uit op dvd. De scherpte van de print is een ware revelatie, filmgrain en krassen werden grotendeels weggepoetst en de kleurenweergave verraadt geen grauwe sixtiesproductie. In zowel zon- als schaduwscènes blijft het contrast bovendien verrassend goed overeind. Kortom: de transfer oogt waarschijnlijk even goed als de allereerste print die van het negatief is getrokken. De soundtrack kreeg geen upgrade maar is wel gerestaureerd. Het monospoor klinkt soms te weinig dynamisch maar bevat voor het overige nauwelijks minpunten.
EXTRA’S
Op de eerste schijf vinden we een
Teaser (1 min.) en een
Trailer (2 min.) voor de film terug, die beide iets te fel te sfeer van de sixties uitstralen. Het merendeel van de extra’s staat op de tweede disk. In
Revolution: The Making of Bonnie and Clyde (64 min.) komen quasi alle nog levende cast- en crewleden aan het woord om een gedetailleerd beeld te schetsen van de productie. De documentaire is opgedeeld in drie segmenten die afzonderlijk of via een play allfunctie te bekijken zijn.
Love and Death: The Story of Bonnie and Clyde (43 min.) is een docu van The History Channel die het leven van de twee outlaws uit de doeken doet. Weinig verrassingen heeft de featurette
Warren Beatty’s Wardrobe Tests (8 min.) in petto. Twee
Deleted Scenes (5 min.) intrigeren wel. Het geluid van deze scènes ging helaas verloren, maar via ondertitels uit het scenario kunnen we toch de actie volgen.
CONCLUSIE
Bonnie and Clyde is na veertig jaar tijd wat gedateerd maar de nucleus blijft er een van topkwaliteit. Een prima scenario, een uitstekende regie en dito vertolkingen zijn zeker zo belangrijk om te onthouden als de verheerlijking van geweld waar de prent voor bekend staat. Beeld en geluid op deze Special Edition zijn om van te snoepen, maar de bonussectie had iets meer creativiteit verdiend.