FILM
Hadden we gedacht dat
Citizen Kane al een miljonair met onrealiseerbare dromen was, welkom bij de wereldkampioen excentriciteit: Howard Hughes (een schitterende Leonardo DiCaprio) heeft grootse plannen met zichzelf én met de wereld, maar weet niet waar eerst te beginnen. Hij heeft zich steenrijk opgewerkt in het bouwmaterialenbedrijf met zijn vader, en stopt zijn geld in de meest megalomane projecten. Tijdens zijn jeugd zijn het nog
spielereien, zoals de duurste film aller tijden draaien en in het snelste vliegtuig ter wereld zitten. Maar hij heeft last met de filminspectie die in zijn werk één tiet teveel heeft ontwaard, last met de grote Hollywoodstudio's die zijn projecten niet langer willen steunen, en, laat ons eerlijk zijn, een deel van die last heeft hij aan zijn eigen weerbarstige persoontje te danken. Ondanks zijn eerder schuwe mediaverschijningen laat hij zich toch regelmatig zien aan de zijde van de wereldberoemde actrice Katharine Hepburn (Cate Blanchett, die voor deze rol met en Oscar werd vereerd).
Maar er is niet alleen zijn succes en zijn triomfen en de media-aandacht die hem te beurt valt. Hughes lijdt aan een zeer extreme vorm van smetvrees: waar dat nog onschuldig begint door altijd zijn eigen bestek op restaurant mee te nemen, neemt het al gauw draconischere vormen aan, met zichzelf te gaan wassen tussen twee elke twee geschudde handjes en in het toilet opgesloten blijven omdat hij vervolgens de deurklink niet meer durft aan te raken. Maar voor zijn vliegbedrijf wordt het al gauw ernst. De Tweede Wereldoorlog staat voor de deur, en Hughes ontwerpt een speciaal vliegtuig dat lang en hoog genoeg kan vliegen om troepen en groot materieel mee te kunnen vervoeren tot boven de reikwijdte van de Duitse U-boten: de Hercules. Het project vreet miljoenen, maar een operationeel vliegtuig komt er vooralsnog niet. Een testvlucht met een ander, geheim verkenningsvliegtuig dat Hughes hoogstpersoonlijk wilde uittesten, eindigt met neerstorten op een woonwijk. Toch blijft de
aviator dromen van groter, sneller en magnifieker, en steekt zijn Latijn in de Spruce Goose, een houten vliegtuig met een spanwijdte van een baseballstadion, en wil er zelfs voor wedden dat hij niet meer in Amerika blijft wonen als hij het gevaarte niét in de lucht mocht krijgen.
Ook met
The Aviator, één van zijn totnogtoe meest conventionele films, greep Martin Scorsese voor de zoveelste keer naast de felbegeerde Oscar voor beste regie, prijzen voor beste film en regie gingen (nog maar eens) naar Clint Eastwood die datzelde jaar
Million Dollar Baby regisseerde, en pas bij
The Departed, alweer een samenwerking tussen Scorsese en zijn inmiddels favoriete acteur, Leonardo DiCaprio, werd de regisseur eindelijk onderscheiden voor zijn kunnen. De exuberante strapatsen van het ietwat wereldvreemde societyfiguur Howard Hughes mogen dan buiten de Verenigde Staten en in het bijzonder voor een Europees publiek redelijk onbekend zijn, misschien buiten zijn reputatie dat hij met half vrouwelijk Hollywood aan het rampetampen is geweest - Hepburn en Gardner waren er maar twee in een lange rij - dit is alleszins niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste poging om een gedeelte van het kaleidoscopische leven van één van Amerika's geliefdste zonen op het witte doek te brengen. Onder meer Terry O'Quinn in
The Rocketeer en Tommy Lee Jones in
The Amazing Howard Hughes incarneerden eerder de onwereldse ondernemer, en zijn levenswandel was onder meer ook inspiratie voor films als
The Hoax. Even talkrijk zijn de mislukte pogingen om een biografie van Hughes in te blikken: onder meer Warren Beatty, John Malkovich en Brian DePalma hebben er hun vingers aan verbrand. Scorsese is er uiteindelijk mee doorgegaan, na een voorzet van Michael Mann, die zelf er net
Ali op had zitten en geen zin had om op korte tijd nog eens een biografie te draaien.
The Aviator is een zeer toegankelijke film, die vooral de tragische kant van het leven van Hughes belicht. De waanzin in zijn personage zit in de kleinste dingetjes, en zijn obsessie neemt al een vorm aan wanneer één van de eerste woorden die zijn moeder hem nadrukkelijk leert als ze de kleine Howard in bad zet, het woord "quarantaine" is. DiCaprio krijgt vervolgens in deze film een forum om het delicate evenwicht te kunnen bespelen tussen visionair genie en onevenwichtige geestesgestoorde, waarmee DiCaprio uitvoerig kan bewijzen dat zijn melkmuilenrol in
Titanic moet beschouwd worden als een jeugdzonde. De manier waarop hij met zijn lichaamstaal zijn diverse fobiëen uitbeeldt, is bewonderenswaardig, maar zijn hier en daar nog niets vergeleken met de stoten die de echte Hughes heeft uitgehaald, zoals het ontwerpen van een prototype van een aërodynamische wonderbra voor actrice Jane Russell, om zijn gewraakte film
The Outlaw nog een beetje, ahem, (en nu volgt er een flauw grapje) "op te vullen".
Scorsese vertelt erg kunstig zijn verhaal, met een zeer apart gebruik van kleuren in het eerste deel van de film, waaruit nagenoeg al het groen is uitgefilterd om de film een rokerige aanblik te geven, een look die nog het best kan omschreven worden als technicolor afgewassen op 90 graden. Het trucje werkt echter, en roept de sfeer van de jaren '30 en '40, de hoogdagen van Hughes' imperium, op een schilderachtige manier op.
The Aviator biedt naast een interessante en gedetailleerde biografie ook een waaier aan stijlvolle actiesequenties, waarbij Hughes' snelheidsrecordpoging en zijn noodlottige testvlucht technisch zeer knap onderbouwde scènes zijn. Ook de andere rollen worden bijzonder goed ingevuld: Cate Blanchett heeft alle
tics van actrice Katharine Hepburn goed onder de knie, en ze portretteert de actrice als een icoon van het feminisme, zelfbewust en een tikje ijdel, misschien een klein beetje naar het overdrevene, want naarmate de film vordert vergroot ze de kleine kantjes van Hepburn wel iets te nadrukkelijk uit, maar de Academy vergaf het haar en stuurde haar met het beeldje voor beste actrice in een bijrol naar huis. Kate Beckinsale en Jude Law hebben ook voor hun rollen van Ava Gardner en Errol Flynn hun beroemde voorgangers goed bestudeerd, alleen bij
No Doubt-zangeres Gwen Stefani die gestalte moet geven aan Jean Harlow, die net van Hughes haar eerste kans op een acteerrol gekregen heeft, moeten we denk ik blij zijn dat het wat Gwen Stefani zélf betreft bij deze éne kans is gebleven, want ze mist er de uitstraling compleet voor, en kan amper een paar lijnen uiten zonder stotteren. Met haar nukkige karakter wilde Stefani bovendien na het draaien van de film compleet niet meer meewerken aan publiciteit rond Scorsese's project; stank voor dank noemt men zoiets. We zien ook nog kleine maar fijne rollen weggelegd voor Alec Baldwin als Hughes' grootste luchtvaartconcurrent, Ian Holm als een wiskundeprofessor die de luchtwaardigheid van Hughes' toestellen op de korrel neemt, en Alan Alda als een corrupte politicus die zich heeft laten omkopen om één welbepaalde vliegtuigmaatschappij - niet die van Hughes - het monopolie te verschaffen voor transatlantische vluchten. Oscars waren er overigens ook nog voor het productiedesign, de kostuums en de cinematografie.
BEELD EN GELUID
Op gegeven moment wilde Scorsese deze film draaien in 1.33:1, het standaard aspect-ratio uit de jaren dertig en veertig, om de film zo'n authentiek mogelijke indruk te laten achterlaten. In de plaats daarvan heeft hij ervoor gekozen om in 2.35:1-widescreen te filmen maar de eerste vijftig minuten van de film te brengen in een soort van pastelkleuren waarbij het groen uit het beeld gefilterd is - het gras ziet er bijvoorbeeld blauw als een smurf uit. Alhoewel de mooie kleurentechniek van Scorsese op het begin wat bevremend aandoet, levert de blu-ray van
The Aviator een prachtige technische beeldprestatie met een uitstekend zwartniveau, rijke details, minimaal tot geen grain en goeie compressie. De
dvd-versie moesten we nog zwaar sanctioneren omdat het aspect ratio van 2.35:1 veranderd was naar 1.78:1, en dit in tegenstelling tot zowat alle releases in alle ons omringende landen. Dutch FilmWorks heeft met deze release echter eindelijk ingezien dat ze aan de visie van Scorsese niet mogen prutsen. Prima, houden zo! Nog goed nieuws van het technisch front: de geluidstrack lijkt ons dezelfde te zijn als diegene die voor de dvd-versie werd gebruikt, alhoewel de DTS-track nu gelabeld is als DTS-HD MA. Beide tracks hebben prima verstaanbare dialogen, goede geluidseffecten en een stevige dynamiek. De DTS-track klinkt daarbij net iets voller en dieper dan zijn Dolby Digital-evenknie.
EXTRA'S
De extra's op deze blu-rayrelease verschillen we substantieel van de dvd, in die zin dat enkele van de minder gesmaakte extra's, zoals de liner notes en de fotogalerij, zijn verwenen, en daar zijn we niet rouwig om. De twee voornaamste documentaires hebben het gehaald en dat is reden tot feesten De
behind the scenes-sectie (22 min.) levert veel minder op dan deze belooft, want het blijkt nog maar eens het vermaledijde soort b-roll te zijn waarop Dutch Filmworks patent op schijnt te hebben. Dus: ja, de b-roll met 22 minuten aan afval ook weer present. Qua hoeveelheid lijkt het bij Dutch FilmWorks-releases vaak om een indrukwekkende hoeveelheid bonusmateriaal te gaan, maar uiteindelijk slaat de balans toch maar erg licht door, want bestaat het gros uit elektronische perspakketten. Uitzondering hier is de de eerste extra: een
documentaire afkomstig van
The History Channel is doorgaans een garantie voor degelijke kwaliteit, en deze
The Mysterious Howard Hughes (43 min.) uit de reeks
In Search Of History is daar geen uitzondering op. We krijgen na het bekijken van deze documentaire een beter totaalbeeld van de echte Howard Hughes, te meer omdat Martin Scorsese heeft gekozen om maar één welbepaalde periode uit het leven van Hughes te verfilmen. Met onder meer de historische beelden van de hoorzitting te bekijken, wordt nog maar eens duidelijk dat DiCaprio inderdaad zijn best gedaan heeft om Hughes' vreemde persoonlijkheid zo goed mogelijk onder de knie te krijgen. De overige strapatsen van Hughes, zoals zijn al dan niet vervalste autobiografie en zijn onverzadigbaar libido, zouden nog eens stof genoeg opleveren voor een sequel, alhoewel we dat liever niet hardop zeggen.
Max Factor: The Age Of Glamour (7 min.) is een veredelde promotiespot voor de film. Een serie met
interviews met acteurs, regisseur en producer ziet er veelbelovend uit, maar alles bij elkaar blijkt het om een magere 13 minuten te gaan, alles samengeteld. Tot slot vinden we nog
trailers terug.
CONCLUSIE
De blu-ray scoort op gebied van extra's even hoog als de dvd, maar als er een reden is waarom U in het geval van deze film een upgrade moet overwegen is het omdat U met deze release tenminste de film voor het eerst in het juiste beeldformaat kan bekijken. Dank U, Dutch FilmWorks. Nog van dat!