BLINDNESS
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2009-05-12
FILM
Een man in een auto wordt plots blind. Als het verkeerslicht op groen springt, vraagt hij zich in paniek af waarom hij nog alleen wit licht ziet. Een verkeerschaos is het gevolg. Een toevallige voorbijganger stelt voor om hem naar huis te brengen en gaat er nadien met z’n auto vandoor. ’s Mans oogarts schrijft een briefje voor een uitgebreid onderzoek, maar de volgende ochtend is ook hij blind. Ondertussen is het vreemde voorval doorgedrongen tot het gezondheidsministerie en neemt de overheid maatregelen. Men vreest voor een epidemie: alle slachtoffers worden thuis opgehaald en onder dwang in quarantaine geplaatst in een bouwvallig sanatorium. Julianne Moore als de echtgenote van de oogarts, vergezelt haar man naar zijn verbanningsoord, ook al is ze (nog) niet blind. Ze wil hem niet zo maar in de steek laten.
In de loop van de volgende dagen stroomt hun onderkomen langzaam vol met hulpeloze mensen: mannen, vrouwen en kinderen die voor alles afhankelijk zijn van de goodwill van vreemden, in dit geval van Julianne Moore, die het heft in handen neemt op Zaal 1 in de hoop de gebeurtenissen in goede banen te kunnen leiden. Maar op Zaal 3 – waar toevallig een meerderheid van blinde mannen terechtkomt – is men het niet eens met het optreden van de oogarts die probeert om voor enige orde te zorgen inzake de verdeling van het voedselrantsoen dat elke dag wordt geleverd en het onderhoud van de toiletten. Een voormalige barkeeper vecht zijn autoriteit aan en roept zichzelf uit tot koning van Zaal 3. Met de hulp van een stel handlangers neemt hij het voedsel in beslag en eist van de bewoners van Zaal 1 en 2 betaling in geld of natura. Langzaam loopt de spanning op en verandert het oude gebouw in een smerige krot waar lijken, uitwerpselen en afval zich opstapelen. Ondertussen valt ook het leven buiten het ziekenhuis stil, want na een aantal zware auto-ongelukken en een paar neergestorte vliegtuigen, is het duidelijk dat de blindheid eender wie op om het even welk moment kan treffen. De wereld wordt geteisterd door een pandemie en het is niet duidelijk waarom een handvol stervelingen, onder wie doktersvrouw Julianne Moore, gespaard blijft. Zij staat voor de zware taak om voor haar echtgenoot en voor een paar goedmenende vreemdelingen voldoende voedsel en een veilig onderkomen te vinden in een wereld die in sneltempo naar de knoppen gaat.
Het apocalyptische
Blindness is de verfilming van de prachtige roman
Ensaio Sobre A Cegueira (1995) van de Portugese auteur en laureaat van de Nobelprijs voor Literatuur (1998) José Saramago, in het Nederlands vertaald als
De Stad der Blinden, over een wereldramp die de moderne samenleving van de kaart veegt en de slechtste kanten van de menselijke natuur aan de oppervlakte brengt. De schrijver heeft lang geaarzeld vooraleer toestemming te geven voor de verfilming, maar wat regisseur Fernando Meirelles (
City Of God en
The Constant Gardener) ervan terechtbrengt is misschien niet echt wat de auteur voor ogen had. Die gooit de
dialogue intérieur van Saramago’s hoofdpersonages over boord en maakt een rechttoe rechtaan avonturenfilm waarin hij op verbluffende wijze het verval van de samenleving en de menselijke waarden zichtbaar maakt.
Het onderwerp van de film vertoont overeenkomsten met dat van John Wydhams grote roman
The Day Of The Triffids (1961), de uitwerking ervan met
The Lord of The Flies (1954) van die andere Nobelprijswinnaar Literatuur (1983) William Golding en met
The Children Of Men (1992) van P. D. James, door Alfonso Cuarón in 2006 verfilmd als
Children Of Men. Dat betekent niet dat José Saramago zich schuldig maakt aan enige vorm van plagiaat, want daarvoor is de rijkdom aan ideeën en zijn de keuzes die de auteur in zijn roman maakt te oorspronkelijk en uniek. Het probleem zit ‘m in het scenario waarin de romanstof dermate uitgedund is dat er van datgene wat van
De Stad der Blinden een grote ideeënroman maakte, nauwelijks wat overblijft in
Blindness. Als gevolg van z’n keuzes verplicht regisseur Fernando Mireilles zichzelf om na een interessante en uitgebreide openingsscène terug te vallen op een lange sliert anekdotes – vaak gelijksoortige voorvallen onder andere omstandigheden – vooraleer de overgang te maken naar een weinig overtuigende conclusie. Dat die hoopgevend is, is niet meer dan een roze olifant, want uit niets blijkt dat z’n haveloze en weinig gemotiveerde mensenras nog in staat is om de zware taak van de wederopbouw voor zijn rekening te nemen. Dat huisvrouw Julianne Moore, gesterkt en gegroeid door de beproeving, die last niet in haar eentje kan torsen, is voor de kijker duidelijk, maar wie dan wél? Haar ontgoochelende echtgenoot? Het geboefte dat achtergebleven is in het sanatorium en dat alleen maar dood en verderf zaait? Of het plunderende en wauwelende zootje daklozen dat de straten onveilig maakt op zoek naar iets eetbaars?
Julianne Moore voelt zich goed in dit soort rollen, waarmee ze zich kan onderscheiden van andere grote Amerikaanse actrices. In
Blindness staat ze er zo mogelijk helemaal alleen voor en het werkt, van begin tot einde, met heel weinig woorden, met heel weinig gelaatsexpressie, maar met een oogopslag die de innerlijke miserie van haar personage verraadt. De kijker ziet het ontsporingproces door haar ogen en wat niet getoond wordt – haar afkeer en ontreddering – beleeft hij samen met haar terwijl ze zich met hangende schouders een weg baant tussen de excrementen, het vuil en de smurrie in de gangen en zalen van het oude sanatorium. Hij voelt haar pijn als ze haar echtgenoot betrapt in de armen van een andere vrouw en hij krijgt ontzag voor haar persoonlijkheid als ze het blinde meisje achteraf over de wang streelt en het haar geheim toevertrouwt, nl. dat zíj niet blind is. Mark Ruffalo (als de oogarts) steekt overtuigend van wal, maar verdwijnt nadien een beetje op de achtergrond en Gael García Bernal schittert als de barman-dictator, maar ook zijn rol is te klein om gewicht in de schaal te leggen. Blijft over Danny Glover, die op zijn beurt te fragmentarisch aan bod komt om indruk te maken.
BEELD EN GELUID
Waar Fernando Meirelles wel het verschil maakt is op het vlak van de kleurenkeuze en de manier waarop hij de blindheid van zijn personages voor de kijker zichtbaar maakt. Over het algemeen is er sprake van buitenopnamen die zeer weinig kleur bevatten, waardoor de ranzige en vervuilde omgeving goed wordt gedefinieerd. Voor de binnenopnamen is gebruik gemaakt van sepiatinten, veel donkerbruin, donkerblauw en zwart, waarbij er minstens in één scène helemaal niets te zien is, waardoor frustratie niet veraf is, maar de kijker op efficiënte wijze ervaart wat het betekent om blind te zijn. Hoe de blinden het allemaal zien, dat probeert Meirelles op een al even originele wijze te reconstrueren. Zij zien alleen maar een wit licht en als de kijker de situatie vanuit hun standpunt bekijkt, krijgt het beeld een melkachtige kleur met geel, groen en blauw in de periferie en een suggestie van beeldvertraging tegen een mistige achtergrond. Dat wordt vervolgens gecombineerd met opnamen van een kleine handheld- en diverse andere camera’s. De film staat in een anamorfische 1.85:1-versie waarvoor opnamen in 16 en 35 mm tussen elkaar zijn gesneden tijdens de montage. Vandaar de iets grovere korrel in donkere fragmenten, wat trouwens nooit stoort, maar wat perfect past binnen de genomen opties. Het zwart-witniveau is bijgevolg heel vaak uit balans, de details laten regelmatig te wensen over, maar ongerechtigheden en andere technische tekortkomingen zijn afwezig of vallen gewoon niet op in deze wervelwind van beelden en kleuren. Het geluid geeft de indruk meestal vooraan te zitten, terwijl er af en toe toch kleine geluidjes via de achterste boxen in de kamer doorsijpelen. De soundtrack is minimalistisch en toch efficiënt en doet op cruciale momenten wat nodig is: de actie onderstrepen.
EXTRA'S
Geen
CONCLUSIE
Blindness van regisseur Fernando Meirelles doet niet helemaal wat van een dergelijke film verwacht wordt, nl. de kijker verbazen en nagelbijtend op het randje van zijn stoel houden, ondanks een hoog thrillergehalte, een flinke portie verbaal geweld en de suggestie of zelfs de rechtstreekse registratie van ranzige seks. De pure actie krijgt voorrang op de karakteruitdieping, waardoor de kijker zich wel met Julianne Moore, maar nauwelijks met de andere hoofdrolspelers kan vereenzelvigen. Bovendien is 120 minuten wél heel erg lang voor een film in dit genre en tapt de regisseur vaker dan nodig uit hetzelfde vaatje. Een knip van 20 minuten had beslist een betere film opgeleverd zonder dat er aan de essentie werd geraakt. Maar spannend is het wél, van begin tot einde.