:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> INFERNO (L'ENFER)
INFERNO (L'ENFER)
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2010-07-19
DOCUMENTAIRE
Anno 1964 behoort de Franse regisseur Henri-Georges Clouzot tot de top in zijn vaderland. Drie jaar eerder sleepte hij een nominatie in de wacht op de Oscar-uitreiking van 1961 met La Vérite (1960), waarin Brigitte Bardot de hoofdrol vertolkte, en hij was datzelfde jaar de grote winnaar op de Golden Globes. Het succes kwam niet onverwacht, want eerder scoorde Clouzot met o.a. Mystère Picasso (1956), Le Salaire de la Peur (1953) en Quai des Orfèvres (1947). Als gevolg van het gerucht dat hij z’n eerste film in meer dan drie jaar voorbereidde met in de hoofdrol Romy Schneider, in Frankrijk en de rest van de wereld een megaster sinds de Sissi-trilogy (1955-57) (die overigens dringend op zoek was naar een nieuw succes om precies van haar prinsessenimago af te komen), waren de verwachtingen van de Franse filmpers hoog gespannen. Zelfs in Amerika was er grote interesse voor een nieuw project van Clouzot. Zijn opnamen voor Inferno/L’Enfer waren nog maar net begonnen toen hij op de set het bezoek kreeg van een vijfkoppige delegatie van Columbia Pictures, die hem een onbeperkt budget aanbood. Wat naar Amerikaanse normen begon als een lowbudgetfilm, werd van het ene op het andere moment opgetild tot een productie met Hollywood-allures.

 
In plaats van een bureautje in een achterafkamertje, kon Clouzot zich nu een chique suite veroorloven in het Parijse hotel Georges V. Zijn doel was een film zoals de wereld er nog nooit eentje gezien had, experimenteel en avant-gardistisch, want Clouzot voelde de hete adem in z’n nek van de jonge Franse filmgeneratie die niet zo hoog opliep met zijn perfect voorbereide scenario’s: improvisatie was het trefwoord van de Franse cinema in de jaren zestig. Clouzot weerlegde de kritiek en beweerde dat híj op papier improviseerde (tijdens het schrijven van het scenario), maar dat argument overtuigde zijn critici niet en schijnbaar had ie er zelf ook wel wat moeite mee. Cast en crew namen hun intrek in een hotel in de buurt van het Viaduct van Garabit, een metalen constructie van Gustav Eiffel uit 1884 over de rivier de Lot in de regio Auvergne. Schneider kreeg er het gezelschap van Serge Reggiani (Il Gattopardo, 1963; La Terrazza, 1980), die in Inferno/L’Enfer de rol van haar echtgenoot Marcel voor z’n rekening zou nemen. Voor de speciale effecten en het geluid deed Clouzot een beroep op een uitgebreide crew van specialisten van de Franse openbare omroep ORTF en het latere IRCA (centrum voor elektronisch-akoestische muziek). Drie filmploegen - volgens ingewijden zaten er minstens twee de hele tijd werkloos toe te kijken - bereidden de scènes voor, die vervolgens onder leiding van de regisseur opgenomen werden.
 

 
Inferno/L’Enfer is het verhaal over een ziekelijk jaloerse echtgenoot. Hij verdenkt er zijn vrouw Odette (Romy Schneider) van hem te bedriegen met zowel mannen als vrouwen. Hoe meer bewijzen hij van haar zgn. ontrouw verzamelt, hoe meer hij vlucht in gevaarlijke dromen en fantasieën, waardoor hij beetje bij beetje overstuur geraakt. Zijn echtgenote ontkent evenwel elke beschuldiging over een buitenechtelijke relatie, hoewel haar uitstapjes met de speedboot van automonteur Martineau (Jean-Claude Bercq) nauwelijks onschuldig lijken. Maar dat is een beoordeling op basis van het beschikbare en beslist onvolledig filmmateriaal dat enkele jaren na de dood van Romy Scheider (1982) teruggevonden is in 185 verstofte filmblikken in Parijs. Onvolledig, want nog tijdens het opnameproces kreeg Clouzot een hartinfarct, geraakte het project op de lange baan en werd na zijn herstel niet meer opnieuw ter hand genomen.
 
Wat u op deze dvd te zien krijgt, is met andere woorden niet de film (u heeft al begrepen dat die nooit de bioscoop heeft gehaald), maar de documentaire die Serge Bromberg en Ruxandra Medrea in 2009 over Inferno/L’Enfer maakten. Wat vooral aan het licht treedt in hun vele interviews met voormalige medewerkers van Clouzot, is het feit dat de regisseur in de loop van het draaiproces zijn greep op de productie verloor. Elke dag bedacht hij nieuwe scènes, paste hij het scenario aan, terwijl er geen einde leek te komen aan de vloed van draaidagen. Acteur Serge Reggiani gaf er als eerste de brui aan. Hij was depressief of leed aan maltakoorts - het is nooit duidelijk geworden - en Clouzot moest op zoek naar een nieuwe tegenspeler voor Romy Schneider. Jean-Louis Trintignant (La Nuit de Varennes, 1982) werd in allerijl opgetrommeld, maar na een week intensief onderhandelen met de regisseur vertrok hij zonder dat er ook maar één scène was ingeblikt. Volgens Bernard Stora (hij debuteerde als assistent-regisseur in Inferno/L’Enfer) geraakte het project daardoor helemaal in het slop en was de toestand niet minder dan compleet uitzichtloos.

 
Bromberg en Medrea stofferen hun documentaire met heel veel scènes uit Inferno/L’Enfer, meestal zonder geluid, want de geluidopnamen van de film zijn (nog) niet teruggevonden. Soms hebben ze zelf een streepje geluid onder de beelden geschoven (motorfiets die vertrekt, auto die voorbijrijdt, heel af en toe een korte dialoog), en een aantal belangrijke scènes zijn speciaal voor deze documentaire opnieuw gedraaid in een lege en verduisterde studio. Dat procédé werkt perfect, want Bérénice Bejo, die de rol van Odette voor haar rekening neemt, en Jacques Gamblin (de rol van Marcel) brengen het materiaal op wonderlijke wijze helemaal tot leven door een ingehouden en tegelijk heftige interpretatie zonder veel overbodige franje. Voor de rest ziet u een bloedmooie Romy Schneider, naturel, sensueel, sexy (zwart-witopnamen), maar ook wulps, hypnotiserend en verleidelijk (kleurenfragmenten). Serge Reggiani heeft het nadeel van een niet bijzonder aantrekkelijk rol, maar zijn personage is meer uitgewerkt, waardoor er een zeker evenwicht ontstaat tussen de beide acteurs. In de rest van de cast zitten nauwelijks interessante personages en Jean-Claude Bercq (als Martineau) lijkt eerder op een figuurtje in een film uit de oude doos, wat extra onderlijnd wordt door het ontbreken van de geluidstrack.
 

 
Ondanks alle inspanningen zijn de special effects - voor de dromen en fantasieën van Marcel - heel erg gedateerd, waardoor ze anno 2010 nauwelijks overeind blijven. Ze grossieren te veel en te overduidelijk in kunstrichtingen die het in het begin van de jaren zestig goed deden in West-Europa: Zero, conceptuele en geometrisch-abstracte kunst, op-art, constructivisme, etc. De kleurenbeelden van Romy Schneider en Catherine Allégret (Odette’s beste vriendin Yvette) daarentegen bevatten nog alle suggestieve zinnelijkheid die regisseur Henri-Georges Clouzot er in 1964 instopte. In z’n ongemonteerde vorm lijkt Inferno/L’Enfer dan ook alle ingrediënten te bevatten van een baanbrekend psychedelisch en experimenteel meesterwerk in wording, toch is het allerminst zeker of dat in werkelijkheid ook tot een uitstekende film zou hebben geleid, want daarvoor lijkt de afstand tussen de droom- en fantasiesequenties, de eerder klassiek aandoende zwart-witfragmenten en het niet bijster originele verhaal, te groot.
 
BEELD EN GELUID
De beeldkwaliteit van het recente materiaal is uiteraard uitstekend. De kleurenfragmenten van Clouzots zijn bewust gesatureerd, de zwart-witsequenties zijn een beetje flets, met een weinig overtuigend zwartniveau en regelmatig een aantal niet weggewerkte ongerechtigheden die de ouderdom van het materiaal verraden. Daar is niets mis mee, vooral niet omdat het hier gaat om een documentaire over de film. Het geluid staat in 5.1, maar veel effect hoeft u niet te verwachten, want het is vooral de commentaarstem die aan bod komt, waarbij de (originele) experimentele muziekfragmenten eerder als achtergrond worden gebruikt, tenzij ze specifiek onder de aandacht worden gebracht door de gesprekpartners van Serge Bromberg en Ruxandra Medrea.

 
EXTRA’S
Geen
 
CONCLUSIE                               
Inferno/L’Enfer - originele titel L’Enfer d’Henri-Georges Clouzot - is een interessante documentaire over een film die nooit de montagetafel heeft gehaald. Na de ontdekking van de filmblikken in 1985 duurde het nog meer dan twintig jaar vooraleer iemand op de idee kwam om er toch iets mee te doen. Dankzij Serge Bromberg en Ruxandra Medrea krijgt u een uitgebreide kijk op wat de verstofte dozen bevatten. De technische kwaliteit is in orde, de bonussectie is leeg.



cover




Studio: Homescreen

Regie: Serge Bromberg, Ruxandra Medrea
Met: Romy Schneider, Serge Reggiani, Catherine Allégret, Jean-Claude Bercq, Bérénice Bejo, Jacques Gamblin

Film:
8/10

Extra's:
0/10

Geluid:
7,5/10

Beeld:
8/10


Regio:
2

Genre:
Documentaire

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
2009

Leeftijd:
AL

Speelduur:
98 min.

Type DVD:
SS-DL

Barcode:
8717249476474


Beeldformaat:
1.85:1 anamorfisch PAL

Geluid:
Frans Dolby Digital 5.1


Ondertitels:
Nederlands
Extra's:
• geen

Andere recente releases van deze maatschappij