OCEANS
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2011-09-06
DOCUMENTAIRE
Alle leven komt uit de oceaan en de oceaan is de bron van alle leven. We kunnen daaraan twijfelen en er God en de schepping bijhalen, maar wetenschappers zijn het erover eens dat alle leven op aarde honderden miljoenen jaren geleden in de wereldzeeën begon en zich van daaruit over de planeet heeft verspreid. De oceanen als baarmoeder van alle leven op aarde, het klinkt misschien vreemd in de oren, maar het heeft verstrekkende consequenties, want als we die enorme waterplas blijven vervuilen en/of leegvissen, dan is alle leven er binnen minder dan 100 jaar verdwenen en hypothekeren we de toekomst van het leven op aarde. Want is er iemand die gelooft dat het menselijke ras de planeet voor altijd ter beschikking heeft? Wat moet er van de aarde geworden nadat onze soort verdwenen is, of zijn we daarvoor niet verantwoordelijk?
Maar die vraag komt pas op het einde van de documentaire aan bod als de makers van Oceans de vervuilde kusten van onze moderne samenleving tonen, de plasticflessen en het door uitwerpselen vervuilde water, papierafval en gedumpte winkelkarretjes, symbolen van onze zgn. hoge beschaving. Voor de rest nemen Jacques Perrin en Jacques Cluzaud de kijker mee op een lange tocht langs de zeven oceanen die samen 70 procent van het aardoppervlak voor hun rekening nemen, gigantische watermassa’s die hun geheimen nog maar nauwelijks prijsgegeven hebben en die we misschien nooit helemaal zullen doorgronden, ecologische systemen die meer invloed hebben op het weer en de algemene toestand van de aarde dan we tot voor kort voor mogelijk hielden: de oceanen zijn tegelijk de longen en het brein van moeder aarde. Uit die reservoirs is niet alleen alle leven ooit voortgekomen, het is ook de plaats waar steeds nieuw leven ontstaat en waar soorten leven die we vaak nooit eerder hebben gezien, want nergens is de diversiteit zo groot als in de oceanen, maar ook nergens is onderzoek zo moeilijk wegens de weersgesteldheid en de vaak ontzagwekkende diepten.
De technieken zijn in de afgelopen 25 jaar onvoorstelbaar snel geëvolueerd en wetenschappers en onderzoekers kunnen tegenwoordig gemakkelijk plekken bereiken die vroeger zo goed als ontoegankelijk waren. David Attenborough heeft als een van de eersten de voordelen van de nieuwe mogelijkheden ontdekt en geldt naast de Fransman Cousteau als de wegbereider van het moderne natuurdocumentairegenre, waarbij de Brit misschien net iets meer oog heeft voor esthetiek en de lat wel heel hoog heeft gelegd. Zijn aanpak heeft beslist ook Perrin en Cluzaud geïnspireerd toen ze besloten om een documentaire over het leven in de oceanen te maken. En laten we eerlijk zijn: het beeldmateriaal is niet altijd origineel, want om BBC Earth voor te zijn moet je van goeden huizen komen, maar wondermooi zijn de opnamen alleszins wél. Daarvoor is gebruik gemaakt van onderwatercamera’s, van minihelikopters, metalen kooien, heel veel creativiteit en wellicht nog veel meer geluk en geduld om het allemaal voor de lens te krijgen. Het team heeft zowat overal ter wereld gedraaid tussen Zuid- en Noordpool, maar wellicht ook in grote aquaria in Europa en Amerika, en nadien het materiaal feilloos gemonteerd. Het enige bezwaar betreft een aantal herhalingen tijdens de film en een niet strikte opdeling in duidelijk onderscheiden hoofdstukken met een eigen thema, waardoor het resultaat een klein beetje rommelig overkomt. Maar laten we dat wijten aan een typisch Franse manier van werken waarvan Britse regisseurs veel minder last hebben.
Meest spectaculair in deze documentaire zijn beelden over een groep dolfijnen die jacht maakt op een school haringen en daarbij het gezelschap krijgt van een vlucht vogels die zich als even zoveel pijlen in het zoute water boort om een deel van de buit op te eisen. De dieren lijken zich niet te storen aan de aanwezigheid van duikers en opnameapparatuur en laten zich vooral niet hinderen tijdens hun verrassende onderneming. Maar ook de meer dan vier meter lange haai die het team tegen het einde van de documentaire bijna toevallig ontmoet, laat zich niet van z’n stuk brengen en zet z’n tocht gewoon voort zonder zich aan de cameramannen te vergrijpen. In goede verstandhouding samenleven is mogelijk, zegt Perrin in het commentaar, maar beter is het om te veronderstellen/hopen dat de vervaarlijk uitziende vis z’n lunch al achter de kiezen had op het moment van die ontmoeting. Net uit het ei brekende schildpadjes zijn vertederend, maar van de vele tientallen borelingen die zich richting zeewater haasten, haalt er uiteindelijk maar eentje de eindmeet. De rest wordt door grote zwarte vogels van het strand en zelfs uit het ondiepe water geplukt: de struggle for survival, een meedogenloos gevecht om te overleven in een wereld waarin de concurrentie bikkelhard is en het evenwicht van levensbelang, een les die wij mensen schijnbaar niet geleerd krijgen en die we op een keer zullen betalen met de gedeeltelijke of totale uitroeiing van onze soort.
Ook op de Zuidpool is overleven een voltijdse bezigheid. Voedsel is er schaars en dus is alle leven er aangewezen op wat de zee te bieden heeft. De zeehonden liggen zich op te warmen in een flauw zonnetje, maar een drietal zwart-witte orka’s ligt op de loer in het ondiepe water en deinst er niet voor terug om zich op het strand te werpen in de hoop een jonge zeehond te pakken te krijgen. In het water maken de dieren overigens geen schijn van kans ondanks hun soepele zwemstijl, want de zoveel grotere en sterke orka’s gaan te keer als olifanten in een porseleinkast en accepteren geen gezichtsverlies. Schorpioen- en kikvorsvissen – allemaal perfect gecamoufleerd – hoeven hun prooi niet na te zitten; ze hangen bewegingloos in het water of graven zich gedeeltelijk in en wachten rustig af tot de buit zich als het ware zelf aanbiedt. Net als inktvissen zuigen ze de niets vermoedende diertjes vervolgens naar binnen of gebruiken een lange tong zoals een kameleon. Het is het beeld van een wereld met harde regels, maar tegelijk gaat het om een bloedmooi universum waarin we de wervelende visscholen herkennen in de warrelende vogelzwermen in het vroege najaar en de van onderuit gefilmde golven perfecte kopieën lijken van voorbijflitsende onweerswolken tijdens een voorjaarsstorm.
Perrin en Cluzaud en hun team zijn maandenlang onderweg geweest en het resultaat is zondermeer verbluffend, van de sierlijke zwart-gele slangachtige vissen tot de schijnbaar door elephantiasis aangetaste exemplaren, van sukkelachtige pinguïns aan de Zuidpool tot parende grijze en witte walvissen die zich langs alle kanten maar wat graag laten filmen door de in verhouding piepkleine cameramannen in hun duikerspak. Maar menselijke activiteit heeft in de voorbije 100 jaar een prijs gehad, want in Parijs filmt het team opgezette exemplaren van zeedieren die uitgestorven zijn door overbevissing, slachting of vervuiling: zeekoeien, sierlijke blauwe roggen, bruine walvissen, zelfs sommige soorten dolfijnen, en elke dag verdwijnen er soorten nog voor we ze ontdekt hebben. Ironisch genoeg is er nooit meer aandacht geweest voor de oceanen en het conserveren van hun immense schoonheid en diversiteit dan vandaag de dag, maar met een bevolkingsexplosie van bijna 100 miljoen per jaar ziet de toekomst er niet rooskleurig uit voor de oceanen, laat staan voor de planeet.
BEELD EN GELUID
Het beeldmateriaal is gewoonweg bloedmooi en de opnamen zijn spectaculair. Je vraagt je voortdurend af hoe ze het doen. De zwartniveaus zijn niet altijd 100 procent in orde, maar dat heeft te maken met de plekken waar is gefilmd (heel diep onder het wateroppervlak) of omdat er sprake is van tegenlicht (van onder richting wateroppervlak), maar het zegt allemaal wel iets over de sfeer die op verschillende niveaus in de wereldzeeën hang en waarom de dieren er zo en niet anders uitzien. Er is gebruik gemaakt van natuurlijk geluid, maar het mag duidelijk zijn dat heel wat geluid is toegevoegd, wat vaak tot grappige situaties leidt, misschien wetenschappelijk niet altijd in orde, maar wel onderhoudend en aantrekkelijk. Het commentaar is Nederlands gesproken (of Frans, als u dat verkiest), spaarzaam toegevoegd, Noord-Nederlands van snit, maar uitstekend verstaanbaar.
EXTRA’S
In een korte Making-of Oceans verneemt u bijzonderheden over de manier van werken van het team van Perrin en Cluzaud, meestal tijdens opnamen die op hun schip zijn gemaakt en draaisessies met de dolfijnen en de zwempartij met de grote haai.
CONCLUSIE
Als u van natuurfilms houdt, dan is deze Oceans beslist een goede keuze. De opnamen zijn bijzonder mooi en heel vaak verrassend. Bovendien is het een film die u vaker kan bekijken met het hele gezin.