MICHEL PETRUCCIANI
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2012-04-02
FILM
Dat over Michel Petrucciani ooit een documentaire gemaakt zou worden, stond als een paal boven water. De Franse jazzpianist werd immers geboren met een zeldzame botziekte die hem niet alleen een 'man van glas' maakte, maar ook zijn groei afremde: Petrucciani werd amper een meter groot. Dat weerhield hem er niet van om uit te groeien tot een van de beste muzikanten van zijn tijd met een ongeziene gave om zich op korte tijd uiteenlopende jazzstandards eigen te maken. Noem deze documentaire echter geen hoopvol verhaal over het overkomen van een handicap, want de neveneffecten van het succes (druggebruik, oververmoeidheid en romantische liaison) schuwt de film niet. Cineast Michael Radford besteedt bovendien relatief weinig tijd aan de protagonist en des te meer aan de mensen die hem omringden, waardoor
Michel Petrucciani eerder een afstandelijke film is dan een passioneel project dat onder de huid van z'n onderwerp kruipt.
Petrucciani werd in 1962 geboren in een arm Frans gezin. Zijn handicap was daar nooit een probleem, wat verklaart waarom de muzikant zich nergens in de documentaire als dusdanig benoemt. De jonge Petrucciani was zo begeesterd door muziek dat hij, zoals een memorabel vertelde anekdote in de film weergeeft, een van zijn ouders gekregen speelgoedpiano voor hun ogen in elkaar sloeg omdat hij enkel een écht instrument wilde. Daarmee ging de bal definitief aan het rollen. Petrucciani speelde mee in het jazz-orkest van zijn vader en trok vervolgens naar de Verenigde Staten, waar hij in het Zuiden onder de vleugels van een aantal jazz-groten zijn kunst verfijnde. Pas bij zijn aankomst in New York krijgt de pianist echter de roem die tot op de dag van vandaag doorwerkt.
Het verhaal van Michel Petrucciani is met zijn continenthoppende, conventiebrekende kwaliteiten zeker geschikt als onderwerp voor de documentaire. We krijgen bijv. mooie staaltjes te zien en de horen van zijn voorliefde voor vrouwen, zijn arrogantie en zijn neiging om de mythe omtrent zijn persoon aan te zwengelen met overdreven anekdotes. Maar Michael Radford stelt zich te snel tevreden met een klassieke mix tussen archiefmateriaal en interviews met virenden en kennissen. De cineast gaat met andere woorden niet zelf op zoek naar de persoon achter het icoon, maar betrouwt op de verhalen van zij die hem kenden. Dat leidt tot een afstandelijke en vermoedelijk ook weinig betrouwbare blik op Petrucciani's levensverhaal. Toegegeven, kritiek op bijv. diens druggebruik wordt niet geschuwd, maar dat gaat zelden verder dan vage bewoordingen, zo van: "hij kwam in contact met onbetrouwbare mensen en substanties."
In
Michel Petrucciani kom je dus wel te weten welke mythe de muzikant graag over zichzelf in stand hield, maar nooit wat de echte drijfveren waren voor zijn promiscuïteit met betrekking tot vrouwen of waarom hij vriendschapsrelaties nooit als permanent zag. Deels komt dit omdat Radford die vragen niet direct aan Petrucciani kon stellen (de pianist overleed in 1999), maar het is minstens even belangrijk dat de cineast ogenschijnlijk geen al te diepgravende documentare wilde maken. Hij beperkt zich tot de chronologie van de feiten, smukt die op met wat beelden uit de oude doos en hoopt dat de interviewgasten de verhaalkundige leegtes opvullen. Zij vertellen dan wel ronduit over Michel Petrucciani als een bijzondere persoon, maar voor de kijker wordt die uitzonderlijkheid nooit tastbaar genoeg gemaakt om echt mee te leven.
BEELD EN GELUID
Omdat de prent overvloedig gebruik maakt van archiefmateriaal is het niet eenvoudig om de printkwaliteit correct in te schatten: beelden die massa's grain bevatten worden bijv. afgewisseld met recenter materiaal. Ook de scherpte en het contrast verschillen van scène tot scène. De soundtrack bestaat uit een 5.1-spoor dat te weinig dynamiek bezit om met name in de muzikale sequenties de kijker te overdonderen.
EXTRA'S
De schijf bevat geen extra's.
CONCLUSIE
Michel Petrucciani is een veel te oppervlakkige documentaire over een nochtans fascinerend muzikant. De regisseur graaft niet erg diep in zijn analyse van de mens Petrucciani en lijkt tevreden met het capteren van de mythe rondom hem. Beeld en geluid halen een degelijk niveau, maar de bonussectie is leeg.