TIME MACHINE, THE
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2002-09-16
FILM
1899. De geleerde maar ietwat wereldvreemde professor Alexander Hartdegen (Guy Pearce) ziet zijn wereld in scherven uit elkaar spatten wanneer zijn verloofde Emma (Sienna Guillory) bij een overval wordt doodgeschoten. Ondanks de bezorgdheid van zijn vriend David Philby (Mark Addy) wijdt hij zich vier jaar lang aan de constructie van een tijdmachine, die hem in staat moet stellen het verleden te veranderen en de moord op Emma te verhinderen. Maar elke poging eindigt steevast opnieuw in Emma's voortijdig overlijden. In de hoop een antwoord te vinden op de vraag waarom hij met zijn tijdmachine het verleden niet kan veranderen, belandt Alexander in 2030, waar een virtuele museumgids, de Vox NY-114 (Orlando Jones) hem te woord staat, maar ondanks zijn encyclopedische kennis hem geen antwoord kan bieden op zijn tijdsparadox. Alexander reist verder, en zeven jaar later vindt er een apocalyptische ramp plaats, waarbij de maan in brokken op de Aarde valt en grote delen van de aardse beschaving vernielt. In een vluchtpoging belandt Alexander met zijn machine in de 803e eeuw, waar de mensheid, die zichzelf de Eloï noemen, een vredig maar simpel bestaan leiden. Alexander leert er Mara (Samantha Mumba) kennen, een lerares die het oude Engels beheerst, en haar broertje Kalen (Omero Mumba). De bevolking schijnt een geheim te koesteren waar niet over gesproken mag worden, totdat Alexander er op een dag zelf mee geconfronteerd wordt: het uiteenspatten van de maan heeft ervoor gezorgd dat de mensheid is uiteen gegroeid in twee rassen: de boven de grond levende, vredelievende Eloï en de kannibalistische Morlocks, die als mollen onder de grond leven en de Eloï beschouwen als scharrelvoer. Het paradijs van de Eloï is slechts een dunne façade, waarbij ze de jacht van de Morlocks op hun als een element uit de natuurlijke orde der dingen beschouwen. Alexander kan deze onrechtvaardigheid niet langer aanzien, zeker niet wanneer Mara ook door de Morlocks wordt meegevoerd, en hij gaat de confrontatie aan met de leider van de Morlocks (Jeremy Irons).
Regisseur Simon Wells - die naar verluidt aan dit project maar liefst twee zenuwinzinkingen heeft overgehouden - is de achterkleinzoon van SF-auteur H.G. Wells, die met de originele Time Machine één van de meest bekende werken in het genre op zijn naam heeft staan. Reeds in de jaren '60 werd er een redelijk succesvolle filmadaptatie van het boek gemaakt, die het originele verhaal bovendien zeer gedetailleerd volgt. Wat van deze film absoluut niet gezegd kan worden. In plaats van een anoniem ik-personage krijgt met Alexander Hartdegen de uitvinder van de tijdmachine niet alleen een naam, maar ook een achtergrond en vooral een totaal in het boek niet voorkomende motivatie - afgezien van wetenschappelijke nieuwsgierigheid - om aan zijn tijdreis te beginnen. Het verhaal wordt er tegelijkertijd rijker en armer door. Rijker, omdat het hoofdpersonage minder afstandelijk is dan in het originele werk. Armer, omdat de wederzijdse symbiose van de Eloï en de Morlocks - de Eloï krijgen in het oorspronkelijke verhaal allemaal juwelen en mooie kleren uit de Morlockfabrieken, in "ruil" voor het feit dat de Morlocks af en toe eens een Eloï op het menu zetten - wordt herleid tot een banale good guys versus bad guys, met Morlocks die zó lijken weggelopen uit de afgekeurde Orc-schetsen-prullenmand van The Lord Of The Rings. Het feit dat de mensheid binnen 800.000 jaar doorgeëvolueerd is naar twee rassen is nog aan te nemen, maar het feit dat één ras er nauwelijks verschillend uitziet van de mensen vandaag, terwijl het andere eruit ziet als geschoren gorilla's is al meer bij de - excuseer - haren gesleurd. Om dan bovendien nog in die tijd mensen ten tonele te voeren die perfect Engels spreken is zelfs voor een SF-film een beetje van het goede te veel. Jeremy Irons zou zich overigens beter onthouden van zich nog langer te laten casten als de evil overlord, want op de manier waarop hij gestalte geeft aan de Über-Morlock doet hij ons eerder denken aan de reden waarom de mensheid zoiets als een bejaardenhome heeft uitgevonden. Maar misschien zijn dit de volledig verkeerde maatstaven om de amusementswaarde van deze prent te meten, want die ligt ondanks het onlogische scenario toch nog steeds behoorlijk hoog, en de vlotte plotwendingen, gecombineerd met het feit dat de film net niet te lang duurt, maakt dit tot een best genietbare ervaring. Dit is dan ook geen film die je moet beoordelen op de logica van het verhaal, maar veeleer op de visuele hoogstandjes, en die zijn er in overvloed. Vooral de verschillende passages waarin Guy Pearce door de tijd reist en intussen de omgeving buiten zijn tijdmachine verandert, zijn impressionant, en moet je toch een keertje gezien hebben. Ook de decors van de stad van de Eloï zijn met visie in beeld gebracht. Simon Wells heeft nét iets te veel getwijfeld of hij de film ging overlader met moraliserend gezeur, of alle remmen los zou gooien en er een ritje in een themapark zou maken, en vooral omdat het tweede aspect zwaarder zou moeten doorwegen dan het eerste, maar dat niet echt doet, is een beetje een teleurstelling. De eindscène, die op de verste verten niet meer op het einde van het originele boek lijkt, is ook visueel zeer knap - zonder in detail te treden - en maakt zeer veel goed. Ook de acteerprestaties zijn behoorlijk - Jeremy Irons even buiten beschouwing latend. Vooral SF-liefhebbers zullen hier een aardige kluif aan hebben.
BEELD EN GELUID
De releases van Warner zijn meestal op een groot taalgebied gericht, en dat is misschien de reden waarom we ook nu weer spijtig genoeg verstoken blijven van een DTS-track. De Dolby Digital 5.1-track zet de speciale effecten enorm goed in de verf, zoals de instortende maan en de spectaculaire jachtscènes met de Morlocks, maar alhoewel de achterkanalen en de subwoofer goed worden aangestuurd, mist de geluidstrack op de cruciale ogenblikken nog misschien dat ietsje extra. De zeer aparte soundtrack van Klaus Badelt, die een beetje aan Adiemus doet denken, klinkt zeer impressionant. Desondanks is dit een zeer goede geluidstrack, waar verder weinig op aan te merken valt. De beeldkwaliteit is ook zeer goed, met zeer mooie contrasten, waarbij de wereld van de Eloï een gele en die van de Morlocks een metallisch blauwe tint meekrijgt. Aliasing of ruis hebben we nauwelijks aangetroffen, en ook van artefacts blijft de schijf gevrijwaard, zelfs aan de metalen onderdelen van de tijdmachine, waar je zoiets normaal verwacht. Hier en daar merk je een klein beetje edge enhancement, maar dit blijft binnen de perken, en in bijvoorbeeld de scènes waarin de Morlocks uit de bodem kruipen en je het zand ziet opvliegen, merk je dat het een heel scherpe transfer is.
EXTRA'S
Een film als deze schreeuwt gewoon om een deftige hoeveelheid achtergrondmateriaal, en we worden ook op onze wenken bediend. Regisseur Simon Wells was blijkbaar al genoeg hersteld van zijn zenuwinzinkingen om de disc van een commentaartrack te voorzien, samen met editor Wayne Wahrman. Een tweede commentaartrack wordt verzorgd door producer David VAldes, productieontwerper Oliver Scholl en visuele effecten-supervisor James E. Price. Spijtig genoeg zijn deze commentaartracks niet ondertiteld, want de uitspraak is niet altijd even gemakkelijk te volgen. Buiten de drie trailers zijn alle andere extra's gelukkig wel Nederlands ondertiteld. Interessantste features zijn vier documentaires. In de eerste "Creating The Morlocks" (6 min.) wordt ons een blik in de Stan Winston-studio's gegund waar de animatronische Morlocks tot leven worden gewekt. "Building the time machine" (6 min.) is meer promotioneler van aard, bevat enkele stukjes interview met o.a. Guy Pearce en Samantha Mumba, maar probeert toch voornamelijk uit te pakken met de visualisatie van de scènes waarin Alexander Hartdegen door de tijd reist. In "Visual effects" krijgen we nog 4 minuten lang méér dergelijke toelichting, onder andere bij de scène waarin een ongelukkige die uit de tijdmachine valt tot stof vergaat omdat die in de tijd wordt meegesleurd. De laatste documentaire "Stunt Choreography" (1 min.) toont een repetitie van twee stuntmannen die de vechtscène in de tijdmachine instuderen. De "Dean Fulton"-deleted scene is een volledig afgewerkte alternatieve openingsscène van een zevental minuten, die ook materiaal bevat dat in de trailers terug te vinden is, maar niet in de film zelf, en die volgens ons beter in de film was gebleven, want de aanzet wordt er iets minder stroef door. De scène waarin de Morlocks de Eloï opjagen is ook nog eens aan de hand van storyboards helemaal uitgevleesd, en in een zes minuten durende presentatie gegoten. Tot slot krijgen we nog een galerij met een kleine twintigtal conceptuele ontwerpschetsen van onder meer de tijdmachine en de Morlocks.
CONCLUSIE
Alhoewel The Time Machine bezwaarlijk de beste tijdreisfilm aller tijden kan worden genoemd, én nog eens de pech heeft om in dezelfde maand uitgebracht te worden als de Back To The Future-box, is het een aardig brokje ontspanning, dat misschien het werk van H.G. Wells niet volledig recht aandoet, maar zeker de moeite van het bekijken waard is.