SPARTACUS - GODS OF THE ARENA
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2012-08-28
TV-SERIE
Bij de start van het tweede seizoen van Spartacus hadden de makers af te rekenen met een tegenslag: hoofdrolspeler Andy Whitfield moest behandeld worden tegen kanker. Omdat alles klaarstond voor de opnamen, ook cast en crew, werd besloten om een korte prequel van 3 en later 6 afleveringen op Spartacus: Blood And Sand (2010) te draaien. Aanvankelijk zag het er goed uit voor Whitfield, maar later herviel hij en overleed. In de opvolger van Spartacus: Blood And Sand (2011) neemt de bij ons nauwelijks bekende Liam McIntyre de rol van Spartacus voor z’n rekening. In de prequel is er evenwel geen sprake van deze mythische figuur, want we keren terug naar de ludus van Quintus Batiatus in Capua in de periode die voorafgaat aan z’n komst. We zien o.a. hoe de zwarte gladiator Oenomaus het tegen z’n eigen voornemen in tot doctore (gladiatorenmeester) brengt en hoe de veel te duur gekochte Galliër Crixus, een man die niemand in staat acht om het tot gladiator te schoppen, vast besloten is om te overleven en vooral niet in het eerste het beste gevecht het loodje wil leggen.
De jonge Quintus Batiatus (John Hannah) heeft grootste plannen met de ludus van z’n vader Titus en hij doet er alles aan om z’n gladiatoren een betere positie in de arena te bezorgen, want tijdens de middaggevechten komen meestal niet de mindere goden in actie en blijven ook belangrijke toeschouwers afwezig. Die wachten tot en de zon lager aan de hemel staat en de temperatuur gezakt is. Batiatus wil z’n gladiatoren per se ‘s avonds zien vechten en probeert op goede voet te staan met de vooraanstaande patriciër Tullius, zowat de Jacques Rogge van de arena van Capua, maar hij beseft te laat dat Tullius z’n fortuin in de ludus van z’n veel jongere concurrent Vettius heeft gestopt en diens gladiatoren aanbeveelt bij belangrijke klanten. Batiatus bedenkt met z’n vrouw Lucretia en haar vriendin Gaia een list om indruk te maken op een Romein die onderweg is naar de ludus van Vettius, in een poging hem te interesseren voor z’n eigen kampioen Gannicus, maar uitgerekend op dat moment keert z’n vader Titus Batiatus onverwacht terug uit Sicilië. Hij is niet in z’n nopjes met de kuiperijen van z’n zoon Quintus en biedt Tullius en Vettius z’n excuses aan. Zij mogen zelf de voorwaarden voor de Wiedergutmachung bepalen: ze kiezen voor een middaggevecht van Crixus tegen een andere gladiator uit de ludus van het huis Batiatus, een gevecht sine missione (zonder genade).
In Spartacus: Gods Of The Arena staat de strijd tussen Quintus en zijn vader Titus centraal. Shakespeariaanser kan een serie niet zijn, want de oude garde komt in conflict met de aspiraties van de jongere en het wordt gaandeweg duidelijk dat het tijd is voor de aflossing van de wacht. In de ludus van het huis Batiatus gaan ervaring en ambitie met elkaar op de vuist. De vete rijt oude wonden open en als Titus Batiatus z’n zoon – die tijdens zijn afwezigheid de ludus heeft gereorganiseerd en uitgebouwd – onder druk zet om zich te schikken naar beproefde methodes en geplogenheden én hem opdraagt om zich van zijn vrouw Lucrezia te ontdoen – een vrouw van lagere afkomst en dus een struikelsteen op de weg naar maatschappelijke erkenning door de stadsadel – zint de jonge Batiatus op middelen om z’n vader te dwarsbomen en zelfs uit te schakelen. Ondertussen bewijst Quintus Batiatus dat hij wel degelijk goede keuzes heeft gemaakt inzake de aanschaf van nieuwe gladiatoren, maar voor Titus Batiatus is het gras groener aan de andere kant. Hij ziet vooral de troeven in de hand van zijn concurrenten en beseft niet dat z’n welwillende houding jegens hen alleen maar meer minachting voor z’n huis en z’n ludus genereert.
Dat is de hoofdverhaallijn in Spartacus: Gods Of The Arena, maar net zoals in Seizoen 1 zijn er uiteraard nog een aantal nevenverhaallijnen die in de rand van het belangrijkste intrige aan bod komen en die de serie volume geven. Bedenker Steven S. DeKnight (Smallville, Angel) gebruikt het beproefde upstairs- & downstairs-procedé om ook aandacht te besteden aan het voetvolk in het huis van Batiatus: de gladiatoren van de ludus die van vroeg in de ochtend tot na zonsondergang op de buitenkoer van hun nachtverblijf tegen elkaar schijngevechten voeren en met zwaar materiaal werken om hun spierbundels te vergroten. Tussen gladiatoren mét een B-stempel en de jonge rekruten zonder heerst een gespannen sfeer, waarbij van collegialiteit geen sprake is en de nieuwkomers altijd het gelach betalen. Het machotaalgebruik is doorspekt met woorden als lul, pik en insinuerende bedreigingen, maar alleen oudgediende Barca is openlijk homo en heeft een vriendje. Voor de rest gaat de aandacht naar wat er zich in de arena van Capua afspeelt. Daar vloeit het bloed uiteraard bij beken en vliegen de lichaamsdelen en de hoofden alle kanten op, waarbij het bloed van de verliezers meer dan eens op de lens van de camera en dus op het tv-scherm terechtkomt. Liefhebbers zullen niet ontgoocheld worden en wie een tere maag heeft moet beseffen dat dit fictie is, hoewel de realiteit wellicht niet onder moest doen voor wat hier getoond wordt. Het feit dat de verliezer meestal werd afgemaakt (sine missione), betekent dat er wel degelijk bloed vloeide en er wel degelijk lijken weggesleept werden alsof het dode stieren waren.
Buiten het stadscentrum van Capua wordt ondertussen een nieuwe grote arena in natuursteen opgetrokken ter vervanging van de vervallen en weinig stabiele houten constructie in de stadskern. Quintus Batiatus is niet zinnens om ook in het nieuwe complex de tweede viool te spelen, maar in z’n voortvarendheid om toegang te krijgen tot de primes, de belangrijkste spelen in de avonduren, heeft hij een aantal mensen flink op de tenen getrapt en tot overmaat van ramp kiest z’n vader voor diplomatie in plaats van voor actie en wordt hij, Quintus, teruggefloten. Maar Quintus is niet in staat om z’n vader kwaad te berokkenen, want levenslange onderdanigheid en respect voor het vaderlijke gezag vormen een rem op de verzinsels van zijn geest en zoals vaak komt de redding van elders, want in een Shakespeariaans drama is het niet zelden de zwakste schakel die voor een doorbraak zorgt, en in Spartacus; Gods of the Arena is dat Lucretia. Schoonvader Titus heeft haar niet alleen sinds haar huwelijk met Quintus voortdurend vernederd en beledigd, nu wil hij haar ook laten verwijderen uit z’n huis en wat haar het meest kwetst is het verwijt dat ze niet in staat zou zijn om Quintus een zoon te schenken. Voor Lucretia is de maat vol en zij spreekt het oordeel over haar schoonvader uit én aarzelt niet om haar plan vervolgens zelf ook uit te voeren. Tegelijk nodigt ze gladiator Crixus in haar privévertrekken uit om voor nageslacht te zorgen, want haar teerbeminde Quintus lijkt ze daarvoor ongeschikt te achten.
Geweld, seks en verraad staan in Spartacus: Gods Of The Arena centraal alsof het de geliefde hobby’s waren van de gemiddelde Romeinse patriciër zo’n 20 eeuwen geleden. Maar dat hoeft niet te verbazen, want ook in Rome (2006) en soortgelijke producties wordt het dagelijkse leven van de elite in de tijd van het Romeinse keizerrijk gedomineerd door corruptie, machtsmisbruik en overvloedig geweld tegen individuen uit dezelfde kaste en tegen slaven. Wat de Spartacus-franchise bijzonder maakt is het feit dat er extreem veel meer nadruk wordt gelegd op de bloederige moordpartijen in de arena – waarbij extra bloed via digitale weg aan de scènes is toegevoegd – en ook, en dat is nieuw, dat er vrij expliciete seks wordt getoond, in dit geval met bakken zelfs, zonder dat er sprake is van een belangrijke meerwaarden voor de verhaallijnen (al zijn de makers duidelijk een andere mening toegedaan). Net zoals het overdadige geweld is seks in deze serie een puur visueel attribuut, met dien verstande dat het geweld rechtstreeks verband houdt met de opdracht van de gladiatoren als de levende have van een bedrijf dat een dergelijk product commercialiseert, terwijl de grote hoeveelheid seks alleen maar tot doel heeft kijkers te lokken. Je hoeft niet preuts te zijn om tot het besluit te komen dat de makers in deze serie flink over de schreef gaan. Zo zit er halfweg de serie een uitgebreide seksorgiescène in het huis van Titus Batiatus waarin erectie en penetratie weliswaar niet getoond worden, maar die voor de rest niets aan de verbeelding overlaat. Bovendien komen sommige fragmenten later terug in droomfantasieën van de hoofdpersonages, waardoor er minstens sprake is van dubbelop. Misschien behoort u tot de publieksgroep die eerder kiest voor wat seks dan voor geweld, we zijn benieuwd of u er na deze serie nog zo over denkt. Maar de aanpak ligt in de lijn van de verwachtingen: er is gekozen voor een nooit eerder geziene hoeveelheid geweld en dus kiest men ook zeer nadrukkelijk voor eenzelfde hoeveelheid seks, waarbij men er wel voor zorgt niet te worden beschuldigd van pornografie. Dat dergelijke series in de VS niet via het open net maar via kabelabonnementnetten uitgezonden worden speelt uiteraard een grote rol, doch de aanpak is typisch Amerikaans: meestal naïef en preuts, doch als de deur op een kier staat met volle kracht vooruit. Het is een trend waaraan ook een productie als Game Of Thrones (2011) niet ontsnapt.
Blijven over: het production design en de acteerprestaties. Over het eerste kunnen we alleen maar de loftrompet steken. De manier waarop de volkswijk van Capua tot leven wordt gebracht is zonder meer indrukwekkend en hetzelfde geldt voor de interieurs van het huis van Batiatus: een beetje donker – de Romeinen bouwden nauwelijks ramen in hun villa’s als bescherming tegen de hitte – maar geraffineerd van inrichting en aankleding met alle luxe die men zich in die tijd kon permitteren. Minder indruk maken de CGI-effecten van de nieuwbouwarena in de achtergrond en van de bergflank waarop het huis van Batiatus gebouwd is. De kloof naast het werkterrein van de gladiatoren en de bergketens in de verte zijn indrukwekkende natuurfenomenen, maar de digitale afwerking ervan is eerder kaal. Het lijkt allemaal een beetje te veel op animatie. Over de acteerprestaties zijn we wél te spreken. Quintus Batiatus is niet echt een aantrekkelijke Romeinse burger, maar John Hannah (The Last Legion, 2007) weet het getormenteerde karakter van z’n personage, z’n nauwelijks onderdrukte woede en z’n frustraties als fout begrepen zoon uitstekend zichtbaar te maken. Lucy Lawless (Xena, Warrior Princess, 1995-2001; Battlestar Gallactica, 2005-2009) is Quintus Batiatus’ echtgenote Lucretia en ze domineert elke scène waarin haar personage te zien is. Charme en geslepenheid, gekoppeld aan een niet te onderschatten intelligentie, zijn de belangrijkste troeven van Lucretia en die weet Lucy Lawless op meesterlijke wijze te combineren met natuurlijke schoonheid en gespeelde minzaamheid. Ze moet sommige scènes delen met twee andere schoonheden, nl. Jaime Murray (Dexter - Seizoen 2, 2007) als haar Romeinse vriendin Gaia, en met Marisa Ramirez (Castle, 2009), haar persoonlijke slavin Melitta, maar gezien beide personages halfweg de serie uit het scenario verdwijnen, heeft Lucy Lawless vrij spel en kan ze groeien om in Spartacus: Blood and Sand de almachtige vrouw achter de schermen te worden. In de nevenrollen zien we een verdienstelijkeCraig Walsh-Wrightson (Xena, Warrior Princess, 1997-1998) als Solonius, raadgever en goede vriend van Quintus Batiatus, jammer genoeg met een iets té verwijfd kapsel, en Stephen Lovatt (Xena, Warrior Princess, 1998-2000) als de verfoeilijke en corrupte gangstermagistraat Tullius die er niet voor terugdeinst om een gast van Lucretia Batiatus in koelen bloede te vermoorden.
Doch in Spartacus draait alles uiteraard om de harige spierbundels uit de kelders van het huis van Batiatus, de levende have die als vee getraind wordt voor het bloederige gevecht in de arena en die de voornaamste bron van inkomsten vormt. Gebruind van het buitenleven en met nauwelijks meer dan een grauwe lendendoek zijn ze een streling voor het oog van wie mannelijk naakt op prijs stelt. Je hoeft geen homo te zijn om ze met plezier over je beeldscherm te zien bewegen, want wie droomt er soms niet van om een dergelijk prachtig afgetraind lichaam te hebben zonder een spiertje vet? En uiteraard zijn er de gevechten als het toppunt van machogedrag, want de heren willen uiteraard allemaal graag de beste en de meest geliefde zijn, en als beloning wacht hun achteraf geld en seks met een keur van lekkere wijven dat tot aan het ochtendgloren ter beschikking staat. Je zou voor minder, vooral als je levenslang (of voor zolang je leeft) opgesloten zit met nog 20 andere gewelddadige en geile kerels op een beperkte oppervlakte, in smerige en primitieve cellen op een weinig interessant en soms karig dieet. De roetzwarte Oenomaus is de kampioen uit de tijd toen Titus Batiatus de ludus nog zelf leidde. Hij is net hersteld van zware verwondingen in de arena en wordt door Quintus Batiatus tot doctore benoemd. Peter Mensah (Avatar, 2009; True Blood - Seizoen 6, 2012), groot, slank en kaal met expressieve gelaatstrekken, is niet meteen een aantrekkelijke man, maar hij straalt wel autoriteit en macht uit. Z’n personage wordt gerespecteerd door de gladiatoren in de ludus van Batiatus wegens z’n indrukwekkend palmares in de arena.
Dé kampioen in Spartacus: Gods Of The Arena is gladiator Gannicus, die nog nooit een gevecht verloren heeft en die ook in de ludus met geen tegenstander van zijn formaat rekening moet houden. Hij is de god van de arena en Quintus Batiatus’ oogappel, al is z’n vader het met die visie niet eens. De rijzende Australische ster Dustin Clare (McLeod’s Daughter – Seizoen 6, 2007) is de geknipte figuur voor deze heldenrol: hij heeft een prachtige lichaam en een aantrekkelijke kop met Bamby-ogen waarvoor het vrouwelijke publiek beslist door de knieën gaat en volgens het script mag hij brutaal geweld met een vleugje romantiek en seks combineren. De Nieuw-Zeelander Antonio de Maioha, ook al een acteur die overgehouden is uit Xena, Warrior Princess (1999-2000), mag in de huid van Barca kruipen, de enige gladiator die zich tot de mannenliefde bekent en die er zelfs een vriendje opnahoudt, wat schijnbaar probleemloos getolereerd wordt in het machowereldje van spierballen en testosteron in de ludus van Batiatus. Maar Barca is de tweede man van de ludus en dus een geducht tegenstander die zich het een en ander kan permitteren. Beide personages overleven overigens de prequel en komen ook in Spartacus: Blood And Sand uitgebreid aan bod.
Nieuwkomer in de ludus in aflevering 1 is de slaaf Crixus die Quintus Batiatus voor veel geld van Tullius heeft gekocht, louter en alleen om de man goed te stemmen, want de Galliër ziet er misschien gevaarlijk uit met z’n stoppelbaard en krulhaar tot op de schouders, maar in de arena heeft hij nog nooit gevochten. Als gladiator is hij nauwelijks een vijfde waard van wat Quintus voor hem heeft betaald. Crixus is evenwel een doorbijter en heeft zich voorgenomen niet in het zand van de arena te bijten. Gannicus geeft hem aanvankelijk geen enkele kans, maar omdat hij afgeleid wordt door andere intriges, moet hij z’n mening bijstellen: Crixus wordt een geducht tegenstander en in Spartacus: Blood and Sand wordt hij zelfs de onbetwiste kampioen van de ludus. Manu Bennett (Xena, Warrior Princess, 2000) heeft met de rol van Crixus misschien wel de interessantste gladiatorenrol in handen. Z’n personage begint low profile als een verwilderde en onverzorgde Galliër die er helemaal niet uitziet, maar die in de Spartacus: Blood and Sand zelfs de minnaar wordt van Lucretia Batiatus, want die vindt liever de viriele gladiator in haar bed dan een echtgenoot die meestal met andere dingen bezig is dan seks. Gladiator Ashur ten slotte krijgt de joker in deze serie, want die heeft Quintus Batiatus zich aangeschaft wegens z’n vriend die alleen Arabisch spreekt. Ashur fungeert dus als tolk en tussenpersoon, want met z’n kleine gestalte wordt hij niet geacht succes te oogsten in de arena. Maar de underdog weert zich als een duivel in een wijwatervat en dat zullen ze in de ludus van Batiatus geweten hebben. De van oorsprong Libanese acteur Nick Tarabay (Crash - Seizoen 1, 2008) brengt de rol van de kleine gladiator met veel bravoure en slaagt erin om hem sympathiek te maken bij de kijker. Ashur heeft niets te verliezen en heeft geen kapsones omdat hij te veel bezig is met louter overleven.
Apart is opnieuw de manier waarop de gevechten van de gladiatoren in beeld zijn gebracht. Vaak is er geacteerd met green screens in de achtergrond om later de panoramische vergezichten via digital weg toe te kunnen voegen, maar de gevechten in de oude arena van Capua (voor deze 6 afleveringen ontworpen) is een compleet nieuw decor met ruim 300 figuranten op de tribunes. Voor spanning zorgen de speciale harnassen, helmen en het nieuwed wapentuig dat nooit eerder in dergelijke series is getoond. Soms zijn de gevechtscènes vertraagd, bijv. om het afhakken van een hoofd of het doorboren van een lichaam duidelijk te tonen – met liters rondspattend bloed als resultaat, uiteraard – andere keren is de actie bewust versneld om een crescendo te creëren of de gewelddadige actie vaart te geven. Wat er ook van zij, het gaat om spectaculaire opnamen waarvoor de betrokken acteurs wekenlang met stuntmannen getraind hebben ten einde een geloofwaardige prestatie neer te zetten en verwondingen te vermijden of te beperken. Het resultaat roept herinneringen op aan 300 (2007), maar het effect met echte acteurs is een stuk indrukwekkender.
BEELD EN GELUID
Spartacus: Gods Of The Arena is net zoals z’n voorganger grotendeels opgetrokken uit CGI-effecten waarmee sfeer en visuele stijl op een nadrukkelijke wijze beïnvloed worden. De gevechtscènes en de fragmenten met de nieuwe arena op de achtergrond zijn allemaal voor een groen scherm gedraaid en later digitaal ineengeschoven. Het verschil met echte decors is nauwelijks te zien. De acteurs zijn gelukkig van vlees en bloed, zij het dat voor de gevaarlijke scènes een beroep is gedaan op stuntmannen of op hun medewerking (opleiding van de acteurs). Uiteraard komen er ook weer kabels en kranen aan te pas voor de onmogelijke en onrealistische sprongen en uithalen van de vechtende gladiatoren. De kleuren zijn heftig en geprononceerd met veel beige voor het zand, goudbruin voor de gespierde mannenlijven, zijige tinten van rood en blauw over purper voor de vertrekken van Batiatus en Lucretia en veel zwart en donkerbruin voor de opnamen in de cellen en de gangen van het gladiatorencomplex. Technisch valt er niets op deze release aan te merken: scherp en gedetailleerd beeld met indrukwekkende zwartniveaus.
EXTRA’S
Alle extra’s van Spartacus: Gods Of The Arena staan op disk 3 onder het +-teken. In Starz Studios – Gods of the Arena (14’) wordt aandacht besteed aan de digitale effecten en aan de keuze om geweld en seks een vooraanstaande rol te geven in de serie. Tegelijk geeft bedenker Steven S. DeKnight de garantie dat men gepoogd heeft om dicht bij de realiteit te blijven en alleen in de gevechtscènes creatief te werk te gaan ten einde een maximale spanning te creëren. Voorts wijst hij erop dat in de prequel personages weer tot leven worden gewekt die Spartacus: Blood and Sand niet overleefd hebben, maar die interessant genoeg zijn om hun voorgeschiedenis te vertellen, m.n. Quintus Batiatus en z’n vrouw Lucrezia en uiteraard de belangrijkste gladiator. Weapons of Mass Disruption (3’) is gewijd aan het vele nieuwe wapentuig in de serie en wapenmeester Rob Bavin vertelt er alles over, van de Sica (kromzwaard) en de Galdius (een kort steek- en slagzwaard) tot de Hoplomachus (een zeer kort zwaardje), de Flail (vlegel met op het eind een bol met pieken) en de gigantische oorlogshamer om iemand de kop in te slaan of z’n schild te verbrijzelen. Vervolgens wordt in Battle Royal: Anatomy of a Scene (6’) aandacht besteed aan de grootse gevechtsscène in de nieuwe arena (slotsscène van aflevering 6), een opname met 20 gladiatoren (acteurs en stuntmannen) in een vuurkring, waarbij uiterste nauwkeurigheid belangrijk was om ongelukken te voorkomen. De scène bestaat uit een veelheid van MMA-stunts (Mixed Martial Arts) die op dit moment zeer populair zijn in de States. Lucy Lawless laat de camera tot haar kleedkamer toe en leidt ons op de set rond in On Set with Lucy Lawless (6’) en in het grappige Ten, Easy Steps to Dismemberment (2’) ziet u tien manieren om een tegenstrever op gewelddadige manier om te brengen.
In Post Production: The Final Execution (7’) keert de ernst terug en worden de kijker de verschillende stappen van het afwerkingproces van een scène getoond: eerst is er de ruwe montage waaraan al wat achtergronden en bloed toegevoegd wordt, vervolgens bedenkt de geluidsafdeling de nodige effecten bij het beeldmateriaal (voetstappen, kletterende zwaarden, sleutels die omgedraaid worden, stromend water in bekers en wasbekkens, etc.) en begint het ADR-proces (Audio Dialoog Vervanging) waarbij de acteurs zo nodig stukken van hun dialogen weer inspreken. In het finale stadium worden de digitale effecten definitief toegevoegd (zo’n 25 procent): de panoramische vergezichten, de nieuwe arena in opbouw, de kloof naast de ludus van Batiatus, meer bloed indien nodig en vooral wapens ter vervanging van de minder gevaarlijke hulpstukken in sommige scènes. In Enter the Arena: Production Design (3’) worden de nieuwe elementen in het decor besproken en getoond: de oude arena waarvan geen sprake was in Spartacus: Blood and Sand, de nieuwe straten in de oude kern van Capua en het minder luxueuze interieur van de Batiatus-villa (want die is nog eigendom van de eerder zuinige Titus Batiatus). In Dressed to Kill (6’) vertelt costumier Barbara Draggah over de keuzes die zijn gemaakt voor de toiletten van de verschillende acteursgroepen en de accenten die zij gelegd heeft om komend onheil of geluk via kleurschakeringen en de materiaalkeuze voor de jurken van Lucretia en Gaia aan te kondigen. Conventional Panel (7’) is een panelgesprek met journalisten op het San Diego Comic Com International Festival en ter afsluiting wordt u nog getrakteerd op een aantal Arena Bloopers (5').
CONCLUSIE
Spartacus: Gods Of The Arena is een serie voor liefhebbers van sandalen-, zwaard- & degenfilms en epische historische dramaproducties over het Romeinse Rijk en aanverwanten. De gewelddadige gevechtscènes tussen de gladiatoren zullen u in dat geval heel erg boeien, terwijl u het vele bloot van bloedmooie vrouwen en gespierde mannen als een meevaller noteert en de soms wat te expliciete seksscènes als een vorm van collateral damage. Spektakel is in elk geval gegarandeerd, spanning en emotie idem dito. Technisch is deze productie perfect afgewerkt, doch we trekken 1 vol punt af voor het gebrek aan evenwicht en een aantal ongelukkige scenariokeuzes. Spartacus: Vengeance kan wat ons betreft niet gauw genoeg in de winkels liggen!