Regie: Daniel Petrie
Met: Sidney Poitier, Claudia McNeil, Ruby Dee, Diana Sands, Ivan Dixon, John Fiedler, Louis Gossett jr., Stephen Perry, Joel Fluellen, Louis Terrel, Roy Glenn
Maar de zeer gelovige Ruth Younger ziet de plannen van haar oudste niet zitten. Met alcohol behoren brave mensen zich niet bezig te houden, meent ze. Walter Lee ziet z’n droom in duigen vallen en maakt zich boos, scheldt z’n moeder, z’n vrouw en z’n zusje uit en beschuldigt ze ervan z’n toekomst te boycotten. Vervolgens verkast hij naar z’n stamcafé The Kitty Kat en verdrinkt er z’n frustratie met whisky. Ondertussen doet z’n moeder de aanbetaling voor een huis met drie slaapkamers en een tuintje in een blanke buitenwijk en brengen de drie vrouwen alles in gereedheid voor de verhuizing. Maar Walter Lee geeft z’n plannen niet meteen op en praat in op z’n moeder en die doet wat elke moeder wellicht zou doen.
A Raisin In The Sun is oorspronkelijk een toneelstuk van de hand van de Amerikaanse schrijfster Lorraine Hansberry. Zij was de eerste zwarte auteur die succes oogstte op Broadway en leverde zelf het scenario voor de film. Regisseur Daniel Petrie houdt zich vrij strikt aan de tekst waardoor z’n filmversie nog alle karakteristieken van de oorspronkelijke theaterproductie heeft. Maar de omstandigheden laten hem niet veel ruimte, want in het kleine appartementje van de Youngers zijn nauwelijks meer dan een drietal verschillende camerastandpunten te bedenken en dan nog speelt de actie zich voor 98 procent op een paar vierkante meter af, nl. in de woonkamer. Door Walter Lee tot twee keer toe met z’n vrienden in The Kitty Kat te situeren (waar het plan voor de drankgelegenheid gesmeed wordt) en hem ook één keer met de auto van z’n blanke baas op pad te sturen (een weinig zinvolle en onbelangrijke scène overigens), probeert de regisseur wat variatie in z’n film te brengen, maar het zijn niet meer dan goede pogingen, want als kijker staar je bijna 2 uur lang op het weinig inspirerende interieur van de Youngers. Omdat de film bovendien in zwart-wit gedraaid is (het budget was beperkt omdat men van een film met een zo goed als exclusief zwarte cast niet veel verwachtte, ondanks de participatie van de toen erg populaire Sidney Poitier), is er voor de rest visueel niet veel te beleven: zwart, wit en alle tinten van grijs.
En toch is A Raisin In The Sun ondanks die beperkingen een dijk van een film. Het scenario komt weliswaar een beetje traag op gang, maar eens de cheque van 10.000 dollar arriveert, heeft regisseur Daniel Petrie genoeg uitstekend materiaal om het tempo geleidelijk op te drijven, de spanning op te voeren en de emoties op te laten laaien. Dat op dat moment de karakters van de vier hoofdpersonages omstandig uitgediept zijn, komt de voortgang ten goede, want na het rustige eerste halfuur is daarvoor geen ruimte meer wegens de opeenstapeling van emotionele uitbarstingen, pijnlijke misverstanden, twistgesprekken en een quasi totale vervreemding tussen de hoofdfiguren van dit drama. Lorraine Hansberrys scenario is een verzamelplaats van frustraties, teleurstellingen, diepe pijn, verdriet, rancune en misplaatste verwaandheid en trots, en regisseur Petrie heeft een perfecte groep acteurs ter beschikking om al die gevoelens op een geloofwaardige en intense manier tot uitdrukking te brengen, zonder dat de dialogen of de actie overboord gaan. Sidney Poitier speelt één van de beste rollen uit z’n carrière en hij maakt de ontgoocheling, de wrevel, de kwaadheid en de frustratie van z’n personage op een zelden gezien wijze zichtbaar. Z’n optreden is oogstrelend en imposant, maar ook angstaanjagend en gewelddadig tot het punt dat je als kijker de afloop van dit drama niet kan voorspellen, want Walter Lee is tegendraads en eigenzinnig, en volgens z’n moeder Ruth gewoon lomp en koppig en voor z’n 35 jaar nauwelijks volwassen.
Sidney Poitier is de ster van de film, maar hij heeft af te rekenen met drie sterke tegenspelers, want zowel Claudia McNeil (Lena), Ruby Dee (Ruth) als Diana Sands (Beneatha) zorgen voor een geweldig weerwerk dankzij de stevige dialogen die Lorraine Hansberry ze in de mond legt. Heel mooi is de relatie tussen Ruth Younger en haar schoondochter Lena, twee volwassen vrouwen die elkaar respecteren en die ook erg veel om elkaar schijnen te geven, ook al is de oude Ruth duidelijk het hoofd van het gezin en staat Lena dus in een afhankelijke positie. Maar daarmee is Lena niet bezig. Wél met haar huwelijk met Walter Lee dat sputtert sinds de dood van zijn vader en het nieuws over de levensverzekering. Daarom gaat ze niet naar de huisarts als ze merkt dat ze wellicht zwanger is, maar raadpleegt een vrouw die illegale abortussen uitvoert en die ze een voorschot van 5 dollar heeft betaald: liever geen tweede kind als de mogelijkheid bestaat dat haar huwelijk uiteenspat. Ruby Dee, een actrice met meer dan 110 titels achter haar naam, kruipt in de huid van Walter Lees moeder die zich van de ene dag op de andere dag rijk mag noemen dankzij de inspanningen van haar overleden echtgenoot, maar die beseft dat het vele geld niet volstaat om alle dromen te verwezenlijken. Ze kiest dus voor de meest noodzakelijke, nl. een groter huis voor de familie, maar beseft tegelijk dat ze dan de droom van haar enige zoon vernietigt. De emotionele scènes in A Raisin in the Sun komen helemaal op haar conto en Ruby Dee brengt het materiaal met een intensiteit die grote indruk maakt. Diana Sands (Beneatha) ten slotte speelt de rol van de vrijgevochten en feministische jonge zwarte intellectuele die niets wil te maken hebben met God en traditie, en die vooral bezig is met de back-to-the-roots-beweging. Maar in het dispuut dat ontstaat naar aanleiding van de besteding van de cheque kan ze nooit het verschil maken en moet ze de duimen leggen voor de waarden die haar moeder tot elke prijs verdedigt.