Regie: Clive Collier
Met: Lisa Gerrard, Michael Mann, Russel Crowe, Hans Zimmer, Brendan Perry, Ridley Scott, Niki Caro, Mark Magidson
Tijdens de voorbereiding van de wereldtournee uit 2005 kon de in Iran geboren, maar sinds z’n vijfde levensjaar in Engeland wonende regisseur Clive Collier de Australische muse overtuigen om een documentaire te maken over haar leven en werk. Hij maakt van Lisa Gerrard - Sanctuary een portret dat vooral voor de fans bedoeld is en waarin hij het iconische imago dat de artiest bij de buitenwacht geniet in stand houdt. Beelden uit Gerrards privéleven krijgt u dus niet te zien, het huis in de bosrijke omgeving van Perth waar ze met haar kinderen woont evenmin. Collier weeft z’n documentaire vooral rondom Lisa Gerrards gedachtegoed over de rol van media, over oorlog en de natuur als inspiratiebron voor haar compositiewerk. Haar ouders komen wel aan bod, over het feit dat ze als meisje al heel veel met aparte muziekinstrumenten bezig was en al heel vroeg experimenteerde met haar stem, over de breuk met Brendan Perry – die haar moeder heel erg betreurt – en de dood van haar oudere broer Mark die ze nooit helemaal heeft verwerkt. Ik had ze liever aan de kassa van een supermarkt gezien, zegt haar moeder, want ze heeft een stresserende bezigheid waarin droefheid altijd doorklinkt. Maar de ijle klanken in Lisa Gerrards composities zijn niet altijd bewijzen van de droefheid over een groot verlies. Toen ik als kind in de tuin stond te zingen met m’n handen in de lucht, zegt ze daarover, voelde ik me soms één worden met het universum. Het is precies dat gevoel dat door de concertzaal golft en de fans meevoert naar exotische en fantastische werelden en dat het geheim blijkt te zijn van de muziek van Lisa Gerrard.
De muziek van Dead Can Dance wordt vaak als gothic omschreven wegens de Joy Division-invloeden op het debuutalbum Dead Can Dance (1984) en uiteraard de zwarte hoes met het Afrikaanse dodenmasker. Maar terwijl voor de opvolger Within the Realm of a Dying Sun (1987) nog werd geopteerd voor een zwarte hoes met een grafzerk en een menselijke figuur met een boetekleed over het hoofd, waren de composities van Lisa Gerrard al een heel eind opgeschoven in de richting van het werk waarmee ze sinds lang geassocieerd wordt: sferische klanktapijten, geïnspireerd door West-Europese klassieke en middeleeuwse muziek, Keltische volksmuziek en invloeden uit de Arabische en Oosterse etnische muziek, met een belangrijke inbreng van percussie-instrumenten, glossolalie (klanken die geen overeenkomst vertonen met een bestaande taal) en het gebruik van oude en niet-Westerse instrumenten (draailier, Iraanse daftrom, tar, hang, citer, yan ch’in, handpan, etc.). Soms klinkt het als Bulgaarse witte stemmen, andere keren als de soundtrack voor sprookjes van duizend-en-een-nacht, en als engelen bestonden, dan zongen ze beslist zoals Lisa Gerrard. Regisseur Clive Collier laat haar vocale werk ruim aan bod komen in z’n documentaire. Uiteraard heeft hij een fragment uit de wereldtournee van Dead Can Dance uit 2005 overgehouden, maar ook een zwart-witopname van een nog heel jonge Lisa Gerrard in een clubje in Londen toen er nog geen sprake was van groot succes en veel geld. In een autowegtunnel zingt ze met het geruis van passerende auto’s en vrachtwagens als begeleiding, want voor Lisa Gerrard is elk geluid gewoon muziek waarmee ze zich kan meten. Het klinkt een beetje zoals de wind, zegt ze ter verduidelijk, en nog: waarom stoort muziek ons vaak meer dan het geluid van een colonne auto’s die onder ons raam voorbijraast?
Tussen de geïnterviewden zitten grote namen zoals die van de regisseurs Michael Mann en Ridley Scott, acteur Russell Crowe en componist Hans Zimmer die een paar zinnige dingen zeggen over Lisa Gerrard en haar werk, maar interessanter zijn de bijdragen van Lisa’s ouders, Brendan Perry, de vaste bandleden (wereldtournee 2005) en de technici die bij de productie van Lisa Gerrards albums sinds lang betrokken zijn. Dat heeft allemaal te maken met het feit dat Clive Collier vermijdt om voorbij de artiest als fenomeen te kijken. Ik heb het beeld dat de fans van haar hebben niet willen verstoren, zegt hij ter verdediging, met als direct gevolg dat er in zijn documentaire te weinig intimiteit aanwezig is om van Lisa Gerrard - Sanctuary een portret van vlees en bloed van de artiest te maken. Het is een gemiste kans, want uit een aantal korte fragmenten die in het Interview met Clive Collier zijn gemonteerd, blijkt duidelijk dat Lisa Gerrard ook heel erg grappig en opgewekt kan zijn, wat uit de door Collier geselecteerde interviewfragmenten zelden of zelfs nooit blijkt. Hij concentreert zich liever op haar filosofische uitspraken over het menselijke ras en het universum, want die kan hij illustreren met kunstzinnige en vervloeiende opnamen van draaiende handen en verstilde close-ups van bloemen, bomen en bossen. Het past uiteraard allemaal bij de sfeer en de geest die de muziek van Lisa Gerrard uitstraalt. Het is een nauwelijks avontuurlijk of gedurfd aanpak, maar eentje die wel voldoende kunstzinnig is om deze voormalige reclameregisseur op de kaart te zetten in het arthousemilieutje. Dat kost een half punt.
Dat betekent niet dat Lisa Gerrard - Sanctuary een oninteressante of bloedloze productie zou zijn. Integendeel, Lisa Gerrard is als artiest boeiend genoeg om de aandacht van de fans 90 minuten lang vast te houden en de vele fragmenten uit haar oeuvre – soms zelfs live uitgevoerd – maken deze documentaire tot een feest voor de fans. Wellicht was het resultaat nog een stuk sterker geweest indien Clive Collier geen fan van Lisa Gerrard was geweest, want dan had hij zich minder laten verblinden door de artiest en meer aandacht geschonken aan de vrouw die zich teruggetrokken heeft in de bossen van Perth, waar ze de zorg op zich neemt voor haar kroost en huisdieren en zich laat inspireren door een indrukkende natuur.