Regie: Philippe Haïm, Eric Valette
Met: Jean-Hugues Anglade, Nicolas Duvauchelle, Joseph Malerba, Karole Rocher, Geoffrey Thiebaut, Alain Figlarz, Samuel Le Bihan
Caplan weigert evenwel om op een voorstel van z’n voormalige bazen in te gaan. Pas als eerherstel voor hemzelf én z’n team beloofd wordt, is hij bereid om z'n medewerking te overwegen. Tegen de tijd dat hij in actie komt zijn in Parijs her en der nog een aantal slachtoffers gevallen en is ene Gaetan Merks in de gevangenis terechtgekomen, een ex-huurling die in Angola ooit betrokken was bij een poging tot staatsgreep, van wie werd aangenomen dat hij de confrontatie met vijandige milities niet had overleefd. Eddy Caplan krijgt de opdracht om met Merks uit de gevangenis te ontsnappen en te infiltreren in het milieu van de ex-commando, een gevaarlijke opdracht, want de betrokken criminelen zijn professionele doders met een strenge erecode en een al even strikte hiërarchische structuur. Gauw merkt Caplan dat hij in een kluwen van tegengestelde belangen terechtgekomen is: blijkbaar is tijdens de recente schietpartij 500 kg goud buit gemaakt van Vlaamse diamantairs en proberen de nieuwe eigenaars, een voormalige Angola-kolonel en z’n manschappen, het goedje om te ruilen voor euro’s die ze onder de weduwen van hun overleden collega’s willen uitdelen. Ze treffen het echter niet met de ev. kopers van de partij goud, want die hebben banden met hún voormalige vijanden in Angola, waarvan sommige leden ondertussen hoge posten bij de Franse inlichtingsdienst en in het politieke milieu bekleden. Caplan roept Roxane Delgado en Walter Morlighem ter hulp, maar Théo Vachewski wil niets meer met de politie te maken hebben en komt pas weer in actie als Delgado’s leven in gevaar blijkt te zijn...
Jammer genoeg is niemand in Parijs in staat om 500 kg goud in baargeld te betalen en dus gaan de gedoodverfde kopers op zoek naar vers geld, waarvoor ze zich tot de Vlamingen wenden: die kunnen de helft van hun goud terugkrijgen voor de prijs van de hele partij. Een nieuwe golf van intriges komt erdoor op gang en dit keer lopen de contactlijnen tot net voor de deur van de Franse president, een gevaarlijk spelletje waaruit alleen Eddy Caplan nog wijs schijnt te geraken. Bovendien brengt de president van Angola net op dat moment een bezoek aan Parijs, waar hij opgewacht wordt door vijandelijke commando’s die destijds het onderspit hebben gedolven en die op wraak azen. Capan en z’n team moeten overuren maken en met het uur slinkt de kans dat ze ooit genoeg bewijsmateriaal verzamelen voor hun eigen onschuld in de affaire. Aartsvijand procureur Vogel is ondertussen op non-actief gezet, maar ook hij zint op wraak en dat is een probleem dat het Caplan-team niet aan ziet komen.
In Braquo seizoen 2 ligt het tempo opnieuw heel erg hoog. De serie die vaak het Franse alternatief voor The Wire en The Shield genoemd wordt, is niet alleen zeer gewelddadig en donker, nieuwe en verrassende ontwikkelingen in het scenario zijn voortdurend aan de orde van de dag, altijd met Eddy Caplan en z’n drie politiemedewerkers in het centrum van de actie. In seizoen 2 zit het viertal in het nauw, want het moet zich bewijzen van uit een zeer oncomfortabele positie en bovendien zijn er concurrerende politiediensten én hiërarchische chefs die het Caplan-team met plezier voor altijd achter de tralies willen zien verdwijnen, niet zozeer wegens de slechte naam dat het de politie bezorgt, maar vooral wegens de successen dat het keer op keer boekt in criminele affaires die schijnbaar onoplosbaar zijn of wegens de geslaagde infiltraties in milieus die als zeer gewelddadig en zo goed als ondoordringbaar bekend staan. Omdat hij met de rug tegen de muur staat en zich verantwoordelijk voelt voor de benarde professionele en financiële situatie van z’n teamleden, neemt Eddy Caplan in seizoen 2 risico’s die hem op eender welk moment het leven kunnen kosten, want z’n vijanden in eigen kring laten al heel vroeg uitlekken dat hij een infiltrant is, waardoor hij verplicht wordt om z’n criminele broodheren beloftes te doen en garanties te geven die voorlopig buiten z’n invloed liggen, maar waarvoor hij op een later moment een sluitende afspraak met z’n politieoversten hoopt te kunnen maken. Z’n werkomstandigheden zijn m.a.w. weinig rooskleurig, de afloop van z’n onderneming op z’n minst problematisch.
Wie vreesde voor een flauwe remake van seizoen 1 is, moet z’n mening al in de loop van aflevering 1 bijsturen, want de uitgangspositie van het Caplan-team is niet alleen compleet anders, de makers introduceren ook een hele batterij nieuwe gezichten en verleggen de actie van een eerder interne aangelegenheid in seizoen 1, naar een veel ruimer intrige met uitlopers naar Angola en Vlaanderen, waarbij ze er niet voor terugschrikken om de Vlamingen Nederlands te laten praten en te ondertitelen, wat zelden gezien is in een Franse productie. De Brusselaar Vincent Grass (Pallieter, 1975) en de in het Henegouwse Baudour geboren Eric Godon (Matroesjka’s, 2005; Flikken seizoen 8, 2007) nemen de honneurs waar en ze doen dat met een echte Vlaamse tongval. Interessante nevenrollen zijn er voor Samuel Le Bihan (Brotherhood Of The Wolf, 2001) als de onkreukbare inspecteur Gabriel Marceau die in een uitzichtloze situatie besluit dat het Caplan-team de enige troefkaart is, voor François Levantal (Un Long Dimanche De Fiancailles, 2003) als de stugge kolonel die de weduwen van z’n in Angola gevallen medestanders wil vergoeden met de opbrengst van de verkoop van 500 kg van Vlamingen gestolen goud, voor Annie Mercier (Les Femmes Du 6ème Etage, 2010) als de bikkelharde joods Madame Arifa die op een listige manier in het bezit probeert te komen van 500 kg goud, voor Martial Bezot (Transporter 3, 2008) als de onmeedogenloze killer Blitch en voor Ludmila Mikaël (Le Tango Des Rashevski, 2003) als Irène Bleuvenne, de op wraak beluste directrice van een wapenfabriek, die de president van Angola wil laten vermoorden.
Sterkhouders van de serie zijn uiteraard ook de leden van het Caplan-team met voorop Jean-Hugues Anglade als de vaak brutale, maar zeer gedreven Eddy Caplan, die geen gevaar uit de weg gaat, die intelligente en vermetele oplossingen verzint voor schijnbaar onoplosbare situaties en die te allen tijde z’n teamleden in bescherming neemt tegen z’n hiërarchische oversten en tegen criminele elementen die hun veiligheid bedreigen. Nicolas Duvauchelle kruipt in de huid van Théo Vachewski, de jongste in het team en vaak een beetje een ongeleid projectiel dat meer voor zichzelf opkomt dan voor de groep, maar die door Caplan in crisissituaties handig op de sporen wordt gehouden. Joseph Malerba speelt de stoere bink Walter Morlighem, maar schijn bedriegt, want als z’n vrouw er met z’n zoon en dochter vandoor gaat, wordt z’n heel zachte kant zichtbaar en is hij aandoenlijk. Voor het vrouwelijk schoon in Braquo zorgt Karole Rocher, maar met haar niet-gewassen haren en leren jack is Roxane Delgado eerder een kwajongen dan een sexy politievrouw en dat is precies wat deze noir-serie beoogt.
BEELD EN GELUID
Donker en grauw beeldmateriaal overheerst in Braquo, waarmee deze serie een stuk ruwer oogt dan concurrent Engrenages, want deze serie speelt zich bijna uitsluitend af op het niveau van het Caplan-team dat in deze tweede serie door omstandigheden in een aftandse loods van een autokerkhof logeert. Maar het mag duidelijk zijn dat de makers bewust voor een serie kiezen die zich aan de onderkant van de maatschappij afspeelt en dus wordt kleur zoveel mogelijk gemeden. Er zit nogal wat geweld in Braquo en daarmee doet het geluid z’n voordeel, want bij momenten scheuren de politiewagens over het scherm en komen de kogels uit alle richtingen op je af.