Regie: Olivia Rochette, Gerard-Jan Claes
Met: Anne Theresa De Keersmaeker, Rosas-dansers, Jakub Truszkowski
Tussen de cultuur van een hedendaagse dansgroep zoals Rosas en die van een klassiek gestructureerd gezelschap zoals het Ballet de l’Opéra National de Paris ligt een wereld van verschil. In de eerste ligt de nadruk op het samenspel, waarbij de dansers meestal gelijkwaardig zijn, in de tweede heerst een strenge hiërarchie en is er van egalitarisme helemaal geen sprake: de groepsgeest tegenover de optelling van zelfbewuste individuen met sterallures zoals je die in een bombastische organisatie met meer dan 1000 medewerkers mag verwachten. En directrice Brigitte Lefèvre houdt daar rekening mee, want als één van haar topballerina’s er op een ochtend de brui aan geeft omdat haar hele lichaampje pijn doet, legt ze zich daarbij neer. In dezelfde geest moet haar besluit gesitueerd worden om de cameraploeg geen toelating te geven om één danser of één danseres te volgen voor de documentaire (in tegenstelling trouwens tot wat Peter T’Jonck beweert in z’n recensie in De Morgen van 27 oktober 2012), want dat zou andere dansers alleen maar ontmoedigen. Het blonde danseresje dat Olivia Rochette en Gerard-Jan Claes uiteindelijk toch iets meer voor hun camera halen, zien we dan ook zelden in belangrijke dansroutines, maar veel vaker tijdens het aantrekken van haar balletschoentjes (voor een andere voorstelling trouwens) of gewoon terwijl ze zich opwarmt voor de repetities. Van interviews of commentaar is geen enkele keer sprake en in die ene scène met Anne Theresa De Keersmaeker is het die laatste die het woord voert, het jonge danseresje doet niet veel meer dan wat knikken. Die restrictie is jammer, want de fysieke en psychische druk om het materiaal onder controle te krijgen is minstens zo belangrijk als de uiteindelijke uitvoering voor een publiek, en het is uiteraard interessant materiaal voor een documentaire over het tot stand komen van een dergelijke voorstelling. Maar wellicht mogen we al blij zijn dat de Opéra de Paris überhaupt pottenkijkers heeft toegelaten tot het hele werkproces.
Om u het een en ander uit de coulissen van dit project te vertellen, nemen de makers hun toevlucht tot telefoongesprekken van Anne Theresa De Keersmaeker en haar medewerkers en tot toevallige conversaties van haar Franse collega’s van het Ballet. Jakub Truszkowski brengt regelmatig telefonisch verslag uit aan De Keersmaeker – die wegens het vele werk in Brussel maar af en toe in Parijs kan zijn - over de voortgang van de repetities en over de dagelijkse problemen terwijl Rochette en Claes hun camera noodgedwongen op de jonge Franse dansers richten tijdens de repetities, maar het is hun manier om uit het keurslijf te breken en context te creëren. En er is ook ruimte voor de petite histoire als Anne Theresa De Keersmaeker een halfuur vóór de première in Parijs haar dochter en zoon aan de lijn krijgt die wegens andere bezigheden (haar zoon wegens zijn piano-examen) niet van de partij kunnen zijn.
Voor de documentaire zijn tussen oktober 2010 en 25 mei 2011 opnamen gemaakt, waardoor de kijker een ruim beeld krijgt van de werkzaamheden van de Rosas-dansers met hun Franse pupillen. U ziet het aanleren van de dansroutines, u ziet de Franse dansers die zich voorbereiden op een klassieke balletvoorstelling, er is beeldmateriaal van de repetities (de zgn. doorloop) in de laatste week vóór de première en uiteraard van de première zelf, die overigens prachtig in beeld is gebracht en waaruit blijkt dat het dansgezelschap van de Opéra National de Paris Rain uiteindelijk wel degelijk onder de knie krijgt. Minder enthousiast zijn we over het beeldmateriaal waarin de camera een kerel volgt die schijnbaar doelloos door de gangen van de Parijse opera wandelt, over de stills van lege plekken in het operagebouw en over de totaal nietszeggende beelden van de bewakingscamera’s waarop meestal totaal niets te zien is. Ook de tv-beelden van een tennismatch – wellicht op Roland Garros – terwijl in de Parijse opera het publiek verzocht wordt om z’n mobiele telefoons uit te schakelen, lijkt ons weinig zinvol. Een Spielerei…
Voor de rest is deze Rain een interessant document waaruit we vooral leren dat klassiek geschoolde dansers hun neus beter niet ophalen voor hun collega’s uit het moderne danscircuit en de deelnemers aan de voorstelling op 25 mei 2011 in de Parijse opera zullen dat beslist beamen. De documentaire is ondertussen een aantal keren bekroond, o.a. met de Prix du Film sur L’Art van het Institut Supérieur pour l’Étude du Langage Plastique (ISELP).