Regie: Juan Antonio Bardem
Met: Nickolas Grace, Antonio Iranzo, Francisco Jarque, Mario Pardo, Javier Dotú, Fernando Chinarro, Margarita Lozano
Op aanraden van zijn vader duikt Federico García Lorca onder bij de bevriende familie Rosales die aanzien geniet in Granada en die bekend staat als volgeling van het falangisme (extreemrechtse en fascistische politieke stroming in Spanje). Ondertussen is een rapport tegen Lorca gefabriceerd waarin staat dat hij communistische sympathieën koestert en de rechtse bourgoisie van Granada in één van z’n werken als door en door slecht heeft afgeschilderd. Er wordt een arrestatiebevel tegen hem uitgeschreven en als blijkt dat hij ondergedoken is, wordt hij ervan beticht een vijand van de staat te zijn. Uiteindelijk wordt hij in het huis van de Rosales opgepakt en opgesloten. Z’n falangistische vrienden proberen hem weer op vrije voeten te krijgen, maar het besluit is in Madrid ondertussen genomen: de doodstraf. Op 18 augustus 1936 wordt hij met drie andere mannen op een vrachtwagen gezet en op een verlaten landweg doodgeschoten.
In Lorca, Muerte De Un Poeta reconstrueert regisseurJuan Antonio Bardem de laatste vijf weken uit het leven van de Spaanse dichter Federico García Lorca. Het is geen hagiografie geworden, maar een realistische reconstructie van de feiten waarin de poëzie en de muziek van Lorca een belangrijke plaats krijgen. In het eerste halfuur komt vooral de politieke situatie in Spanje aan bod anno 1936 en zonder voorkennis van de feiten is dat beslist geen gemakkelijke kijkervaring, vooral niet voor buitenstaanders. Eens die brok doorgespoeld is wordt Lorca, Muerte de un Poeta een stuk aantrekkelijker, maar spannend wordt het nooit, want de regisseur heeft duidelijk niet de bedoeling om de historische feiten meer dan nodig te dramatiseren. Voeg daarbij het feit dat Bardem z’n hoofdfiguur afschildert als een man met een getormenteerde geest, een schrikhaas die alles behalve moedig is en die uiteindelijk het noodlot probeert af te wenden door z’n vader de opdracht te geven om 1000 pesetas over te maken ten voordele van de Spaanse strijdkrachten, en dan wordt Lorca, Muerte De Un Poeta vooral het portret van een kleine zielige man die wegens zijn politieke overtuiging het lot deelt van duizenden medeburgers. Hij was toevallig een wereldberoemde dichter, maar in Madrid scheen z’n ster veel minder sterk en voor het rechtse regime was hij een communist, een opruier en een staatsgevaarlijk individu.
De Britse acteur Nickolas Grace, die vooral carrière maakte in Britse tv-series (Daniel Deronda, 2002; Affinity, 2008), neemt de hoofdrol voor z’n rekening. Verrassend genoeg is hij veel minder aantrekkelijk dan García Lorca zelf en bovendien is z’n spel weinig spontaan. Misschien was de echte Lorca ook een man van brede armbewegingen en een barok taalgebruik – men noemde hem wel eens verwijfd – maar Grace lijkt in deze film eerder op een pafferig baronnetje en veel minder op de aantrekkelijke bon vivant die we van de zwart-witfoto’s kennen. Vooral de haarsnit die Juan Antonio Bardem voor z’n hoofdpersonage heeft gekozen is totaal misplaatst en herinnert ons een beetje aan die afschuwelijke haartooi waarmee ook Donald Sutherland in Il Casanova Di Federico Fellini (1976) opgezadeld werd. In de beste rollen ziet u Juan Manuel Cervino als de onverbiddelijke Commandante Valdés, Luis Hostalot als Lorcas boezemvriend Pepe Rosales en Margarita Lozano als Lorcas beminnelijke moeder Doña Vicenta Lorca.