Regie: Hector Babenco
Met: Jack Nicholson, Meryl Streep, Carroll Baker, Michael O’Keefe, Diane Venora, Fred Gwynne, Margaret Whitton, Tom Waits
Eén van hen is Helen (Meryl Streep), een voormalige concertpianiste en zangeres die wegens de drank aan lager wal is geraakt. In twee koffers sleept ze de herinneringen aan een vorig leven mee, maar die heeft ze ondertussen tijdelijk verpand. Een hotelkamer voor een bad en om even bij te komen, ze kan het zich maar zelden permitteren. Ze is blut, want net nog bestolen door een stel jongeren op weg naar een halloweenfeestje. Ze treft Francis in de avondopvang van de gaarkeuken, maar omdat ze daar voor de nacht niet kunnen blijven, kloppen ze bij vrienden van Helen aan waar de wijn het gesprek verzuurt en ze even later weer samen in de ijzige oktoberkou staan. Het leven kan hard zijn voor zwervers die niet meer zinnens zijn hun leven te beteren.
Zelfs in een film zonder echte plot is het een plezier om twee grote acteurs als Jack Nicholson en Meryl Streep aan het werk te zien als versukkelde zwervers die verteerd worden door schuld en door de herinnering aan betere tijden. Acteurs kruipen graag in de rol van dronkaards, want dan hoeven ze zich niet aan gangbare regels te houden, maar van overacting is in Ironweed geen sprake, want Nicholson en Streep hebben voldoende metier in huis om op een subtiele manier de beroerde levensomstandigheden van hun personages voor de kijker zichtbaar te maken. Zo loopt Helen om te schuilen tegen de najaarskou de kerk binnen waar ze de H. Jozef verzekert dat ze geen alcoholiste is, maar dat ze gewoon af en toe graag een wijntje drinkt. Ze drukt haar spijt uit. Ze is nu eenmaal zo. Als ze opstaat ziet ze aan de voet van het beeld een tiendollarbiljet liggen. Haar dag is weer goed en de H. Jozef als haar weldoener nog zo veel meer…
Nicholson raakt een gevoelige snaar op het moment dat hij als Francis na een afwezigheid van meerdere jaren besluit om z’n voormalige gezinsleden dag te zeggen. Hij koopt een zes kilo zware kalkoen en klopt bij Annie aan. Zij is verrast en weet zich in eerste instantie geen houding te geven, maar als ze zíjn aarzeling ziet, neemt ze het initiatief en probeert hem op z’n gemak te stellen. Ze is hem nooit vergeten, ze is zelfs altijd van hem blijven houden. Ze zegt het niet, ze straalt het uit, maar dat ziet alleen de kijker, want Francis is vooral bezig met verontschuldigingen en met de kleinzoon die hij nooit heeft gezien en die alles wil weten over toen opa een honkbalvedette was. Nee, hij is niet zinnens om te blijven. Maar hij mist ze wel, z’n zoon Billy en dochter Peg, inmiddels jonge volwassenen die hij ooit in de steek liet, wat vooral de jonge vrouw hem nog altijd kwalijk neemt. Nicholson is subliem in deze scène, alhoewel hij moet opboksen tegen een verrassend sterke Carroll Baker (The Game, 1997) als z’n voormalige echtgenote Annie en opnieuw is er sprake van een intense confrontatie waarmee de film z’n voordeel doet. Overigens draagt ook Tom Waits z’n steentje bij, want als Francis’ sidekick Rudy brengt hij kleur in een wereld van armoede en miserie en uiteraard ook wat muzikale franje tijdens de lange en donkere oktoberavonden met vrienden om een geïmproviseerd kampvuurtje.
Maar Ironweed blijft in de eerste plaats de beresterke combinatie van twee formidabele acteurs die bewijzen dat ze niet veel verhaalstof of actie nodig hebben om hun personages op een geloofwaardige manier gestalte te geven. Nicholson is perfect gecast als de man die vlucht voor z’n eigen verleden en die zich schijnbaar met die toestand heeft verzoend, terwijl Helen nog altijd de hoop koestert haar oude glorie terug te vinden, want als ze in het plaatselijke café een liedje mag zingen, verzeilt ze in een droomwereld van glamour en succes met een daverend applaus vanwege het clientèle en mannen die naar haar lonken, om dan tot de harde werkelijkheid terug te keren en te merken dat geen mens aandacht aan haar performance of haar persoontje heeft geschonken. Meryl Streep is een perfecte Helen op het toppunt van haar carrière en vervolgens een ontmoedigde en versukkelde zwerfster die beseft dat het allemaal haar eigen schuld is. Het is een sublieme scène.