Regie: François Truffaut
Met: Jacqueline Bisset, Valentina Cortese, Jean-Pierre Aumont, Dani, Jean Champiuon, Alexandra Stewart, Jean-Pierre Léaud, Nathalie Baye, François Truffaut, Graham Greene, David Markham, Bernard Menez
La Nuit Américaine is François Truffauts 15de bioscoopfilm. In het begin van z’n carrière oogstte hij succes met o.a. Les Quatre Cents Coups (1959), Jules Et Jim (1962) en Fahrenheit 451 (1966), maar na L’Enfant Sauvage (1969) moest hij met Domicile Conjugal (1970) en met Une Belle Fille Comme Moi (1972) twee mislukkingen aan de bioscoopkassa incasseren. Een jaar later draaide hij La Nuit Américaine, waarvoor hij samenwerkte met scenarist en acteur Jean-Louis Richard (Le Dernier Metro, 1980) en waarmee hij de bioscoopbezoekers én de critici opnieuw overtuigde. Het is een film over het maken van een film en wellicht de beste die ooit in het genre is gemaakt sinds Singin’ In The Rain (1952) van Stanley Donen en Gene Kelly over de opkomst van de geluidsfilm. Het mooiste wat ik ooit in een bioscoop heb gezien zijn de blije gezichten van de toeschouwers die het licht van de film reflecteren, is één van z’n bekende uitspraken en dat is precies wat er gebeurt tijdens de projectie van La Nuit Américaine, dat als een innemende en onderhoudende komedie de kijker bijna 2 uur lang meevoert tussen de artiesten en de locaties van Meet Pamela, Tuffauts film-in-de-film waarin acteerprestaties, roddel en persoonlijke drama’s aan bod komen en waarin hij zelf één van de hoofdrollen voor z’n rekening neemt.
De set van Meet Pamela blijkt de wereld in het klein te zijn. Van glamour is er weinig sprake, want hoofdactrice Julie (Jacqueline Bisset) blijkt net een zenuwinzinking achter de rug te hebben en dus heeft ze haar echtgenoot-psychiater, de grijzende dokter Nelson, meegebracht om over haar gezondheid te waken. Maar Julie wordt verliefd op haar aantrekkelijke tegenspeler en dat zorgt voor roddel, terwijl de zwangere actrice, de drankzuchtige oudere collega en haar homoseksuele filmpartner, die bovendien halfweg de opnames overlijdt, de boel aardig in het honderd laten lopen. Regisseur Ferrand blijft er allemaal kalm onder en hij laat de opnames zo nodig ontelbare keren overdoen, wat dan weer tot ongenoegen en misverstanden leidt, want zijn de prestaties niet goed genoeg? Heeft men geen begrip voor een oudere actrice die problemen heeft met haar geheugen? Is het poesje echt professioneel opgeleid en waarom wil het de melk dan niet drinken, wat de eerste de beste straatkat probleemloos oplost? Waarom is de jonge hoofdacteur schijnbaar overstuur en verschijnt hij nooit op tijd op de set waardoor er kostbare tijd en dus geld verloren gaat? Grappig, komisch en aandoenlijk, dat is La Nuit Américaine ten voeten uit.
Grote acteerprestaties hoeft u in La Nuit Américaine niet te verwachten. Dit is een komedie en dus wordt van de acteurs verwacht dat ze meedrijven op de sfeer van gemoedelijkheid en ongedwongenheid. Jacqueline Bisset (Airport, 1970; Latter Days, 2003) is wellicht naast François Truffaut zelf de enige die u bij ons bekendheid geniet. Valentina Cortese (Giulietta Degli Spiriti, 1965), noch Jean Champion (L’Invitation, 1973) zijn bij ons zo goed al totaal onbekend, maar misschien herkent u Jean-Pierre Léaud (Alphonse) als de rechter uit Une Affaire De Goût (2000) of als Tom, het vriendje van Jeanne, uit Last Tango In Paris (1972). Kenners van de Franse cinema herkennen beslist ook de jonge Nathalie Baye (Mon Fils À Moi, 2006; Laurence Anyways, 2012) en liefhebbers van Engelse literatuur zullen de verzekeringsmakelaar kunnen identificeren als de Engelse auteur Graham Greene (The Third Man, 1949).
François Truffaut is een meester wat comedy betreft en zijn grote talent bewijst hij in de kleine scène met een getrainde poes en in de scène waarin sneeuw geproduceerd wordt in volle zomer voor een opname in de sneeuw, maar bijv. ook in de scène waarin een oudere actrice haar make-uphulpje de schuld geeft van haar falende geheugen en in de scène met de balkonscène op de derde etage waarvoor niet veel meer nodig is dan een houten staketsel. Het zijn stuk voor stuk prachtige fragmenten in een film die tot in de laatste minuut getuigt van originaliteit en durf. Truffaut becommentarieert de gebeurtenissen in de film zelf en we zien hem als regisseur Ferrand dromen over z’n eigen jeugd: een jongetje van een jaar of tien met de wandelstok van zijn opa op weg naar de plaatselijke bioscoop om er de foto’s van Citizen Kane vanachter het traliewerk weg te graaien. We hoeven niet te raden wie het jongetje is.