1864 (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2015-04-24
FILM
Drugsverslaafde Claudia Henriksen (Sarah-Sofie Boussnina) krijgt van de dienst arbeidsbemiddeling de niet zo heel leuke taak om elementaire zorg toe te dienen aan de honderdjarige, bedlegerige en compleet vereenzaamde baron Severin (Bent Mejding), zoniet is ze haar uitkering kwijt. Claudia ziet dit als een geweldige opportuniteit omdat ze schaamteloos de blinde baron kan beroven van zijn juwelen. Tussen de bezittingen van de baron vindt ze echter ook het dagboek van zijn grootmoeder, Inge (Marie Tourell Søderberg), die actief de tweede Deens-Pruisische oorlog van 1864 vanop de frontlinie heeft meegemaakt. Omdat haar eigen broer in Afghanistan is omgekomen, raakt Claudia meegezogen in het dagboek, dat ze hoofdstuk per hoofdstuk voorleest aan de blinde baron.
En dan nu een stukje geschiedenis: tussen 1848 en 1851 vochten de Denen en de Pruisen een oorlog uit om de heerschappij van Sleeswijk-Holstein, die beslecht werd in het voordeel van de Denen. Omdat de Denen de veelal Duits sprekende inwoners bleef pesten met onder meer de verplichting om Deens als voertaal te gebruiken, maar ook door het heffen van onredelijk hoge belastingen voor Duitse toegang tot de Baltische Zee, besloot de Duitse Bond opnieuw de wapens op te nemen tegen de Denen. Zegedronken van het eerste conflict was dit koren op de molen van enkele knettergekke nationalistische politici zoals de priester-parlementair Ditlev Monrad (Nicolas Bro), die meende door god gezonden te zijn om Denemarken te unificeren. Met oorlogsretoriek en opgeblazen praatjes die niet heel veel verschilden van die waarmee bijvoorbeeld ook Vlamingen door een mensonterend regime naar het Oostfront werden gelokt, vertrekken ook broers Peter (Jens Sætter-Lassen) en Laust (Jakob Oftebro) Jensen naar het front; in het thuisland is er immers niets meer om voor achter te blijven, want hun vader Thøger (Lars Mikkelsen), veteraan uit de eerste oorlog, is uiteindelijk bezweken aan een niet-genezende wonde aan zijn been. De twee broers hebben bovendien allebei een oogje op Inge, de dochter van de rentmeester Juel (Peter Gilsfort) van de baron (Waage Sandø), wat resulteert in een ietwat bizarre driehoeksverhouding. Bij Laust knagen de gevoelens van verliefdheid echter iets harder dan bij zijn broer, en hij weet achter Peters rug Inge te verleiden tot een potje seks.
Jammer genoeg worden de twee ondergebracht in het regiment van Didrich (Pilou Asbæk), de zoon van de baron, een veteraan uit de eerste oorlog die geestelijk niet helemaal ongeschonden uit het conflict is gekomen. De seksueel gefrustreerde Didrich heeft ook een ziekelijke lust naar Inge en neemt elke gelegenheid te baat om de broers aan het front in de gevaarlijkste situaties te sturen, in de hoop dat ze er niet levend uitgeraken. Als Inge dan ook nog eens zwanger blijkt te zijn van Laust, komt het tussen de twee broers tot een crisis van formaat; Inge wordt, "zwanger van een bastaard", door haar ouders op straat gezet, en ze weet niet beter dan af te reizen naar het front, op zoek naar Peter en Laust. Door een reeks stomme toevalligheden mist ze hen telkens, maar ze heeft wel een noodlottige ontmoeting met Didrich, die haar vertelt dat de beide broers gesneuveld zijn. Door de niet aflatende serie flaters van de militaire leiders van beide kampen, stuk voor stuk ouwe ijzervreters waarvan sommigen nog tegen Napoleon hebben gevochten, voor wie oorlog een spelletje is, ontaardt het conflict in een bloedbad. Het numerieke overwicht van de Pruisen en de nationalistische hardnekkigheid van de Deense leiders die alles behalve van wijken willen weten, zorgt ervoor dat de Deense piotten behoorlijk zwaar aangepakt worden.
In de jaren na het conflict vinden de hoofdrolspelers elkaar terug in hun geboortestreek. Didrich heeft een zigeunermeisje, Sofia (Eva Josefikova), en passant ook nog even verkracht, Laust is gesneuveld, Inge is bevallen van een zoontje en van Peter is geen spoor. Met zijn voornaamste concurrenten uit de weg, kan Didrich eindelijk zijn avances richting Inge maken; twee jaar later keert Peter echter terug uit een gevangenenkamp van de Duitsers en wordt het tijd om de rekeningen te vereffenen...
Met zéér veel ambitie heeft de Deense openbare omroep DR, intussen een expert op het gebied van kwaliteitsdrama met series als Bron|Broen, Forbrydelsen en Borgen, zijn schouders gezet onder dit prestigeproject. Nobel in bedoeling en met zeker een mooie en hartverscheurende liefdesgeschiedenis als kernverhaal, zijn de andere aspecten niet allemaal even geslaagd. Oorlog is een absurd gegeven, maar de surrealistische toer die bedenker Ole Bornedal hier en daar opgaat is toch iets te ver erover. Monrads nationalistische gevoelens worden blijkbaar aangewakkerd door de politiek gelijkgestemde theateractrice Heiberg, die blijkbaar alleen maar in het verhaal werd geschreven om Borgen-actrice Sidse Babett Knudsen wat om handen te geven; de manier waarop ze op Monrads buik gaat staan om vervolgens wat nationalistisch geïnspireerde verzen uit de Deense literatuur te vertolken is potsierlijk en heeft geen enkele historische kern van waarheid. Als ik historici mag geloven wordt Monrad in deze reeks nogal simplistisch geportretteerd als iemand die aanvankelijk net niet gek genoeg is om geïnterneerd te worden, maar net té gek om verantwoordelijkheid te krijgen, terwijl de historische Monrad misschien niet dadelijk de sympathiekste politicus aller tijden was, maar zeker niet zo krankzinnig als Bornedal, duidelijk omwille van zijn eigen politieke overtuiging, hem afschildert. Ook het feit dat regimentssoldaat Johan (Søren Malling uit Forbrydelsen) blijkbaar, behept met paranormale gaven en voodootalent, met de blote hand een longoperatie kan uitvoeren, doet het gevaarte overhellen naar de kant van het ongeloofwaardige.
Liefhebbers van bloed en gore oorlogswonden komen dan weer uitgebreid aan hun trekken. Iets te uitgebreid zelfs, want drie van de acht afleveringen tonen eigenlijk volcontinu niets anders dan één grootse slachtpartij. De politieke intrige ontaardt soms iets te duidelijk in een naïef anti-oorlogspamfletje dat eerder op het scenario van een Suske en Wiske lijkt (alle politici zijn slecht; alle militairen zijn seniele ijzervreters!) wat er onder meer iets té duidelijk wordt ingewreven middels de verhaallijn rond de gesneuvelde broer van Claudia, en naast een sneer naar nationalisme die als een breedspectraal antibioticum wordt gehanteerd, lijkt het me toch dat de politieke intrige iéts simpeler wordt voorgesteld dan ze was - wat al helemáál niet verklaard wordt door Heiberg die op Monrads buik staat te jodelen. Wellicht zou één aflevering gore inwisselen voor een iets deftiger historisch kader de reeks goed hebben gedaan. Veelal zijn de personages echter iets te ééndimensionaal goed of slecht. Pilou Asbæk wordt als Didrich iets té nadrukkelijk afgeschilderd als een baarlijke duivel: hij martelt één zigeuner en verkracht er een andere, vertoont pedofiele neigingen tegenover Inge én sodomiseert als klap op de vuurpijl een koe (I kid you not!), alleen maar om het contrast met alle weldenkende zielen, gaande van de zigeuners tot de naïeve piotten, die te laat ontdekken dat ze alleen maar dienen als kanonnenvlees, uit te vergroten. Voor iemand als bedenker Bornedal, die terecht ernstige vraagtekens plaats bij de terreur van moorddadige nationalistische oorlogsstokerij en totalitaire, van militarisme doordrongen regimes voor wie het individu van geen tel is, komt bovendien zijn niet geheel goed gecamoufleerde lofzang aan het adres van Marx aan de andere kant van het totalitaire spectrum - ingegeven door een nevenpersonage aan de Duitse kant van de linies dat duidelijk dweept met het communistische gedachtengoed - bovendien als ongeloofwaardig over - het klassieke verhaal van de splinter en de balk. Bornedal gaat hier dan ook onderuit door het selectieve karakter van zijn verontwaardiging.
De reden om toch te blijven kijken moet vooral gezocht worden in het ontwapenend mooi acteerspel van Marie Tourell Søderberg, wier lot in deze film ronduit hartverscheurend is, maar ook in zeer grote mate van de eveneens uit Forbrydelsen opgeviste Bent Mejding als de aandoenlijke oude baron die de verpaupering van de ouderen in de maatschappij vertegenwoordigt; het klinkt cynisch, maar het is een welkome afwisseling tussen al de iets te veel van geitenwollensokkenideeën doordrongen politieke correctheid. Daarnaast weet Bornedal de kijker geboeid te houden door innemend mooie fotografie en regisseert in de voorlaatste aflevering één van de meest intense slagveldscènes die ik ooit op het kleine scherm zag. Wie bovendien géén krop in de keel krijgt van Marco Beltrami's mooie score heeft geen hart voor muziek.
BEELD EN GELUID
Voor deze groots opgezette spektakelproductie verkoos de bedenker het cinemascope-formaat van 2.40:1 te hanteren. De gebruikte kleuren in het gros van de reeks zijn bewust dof en stoffig gehouden, en nogal wat van de actie situeert zich in een winters onderkoeld landschap. De rurale heimat-scènes in het begin en de warme beelden van de natuur waarin de zigeuners resideren, contrasteert hier bewust mee. De detaillering en de schaduwniveaus zijn goed. Het beeld is echter ietwat onrustig wegens het gebruik van een 1080i-transfer, iets wat we bij Scandinavische acquisities van Lumière al eerder zagen, onder meer in Millennium. De DTS-HD MA 5.1-geluidstrack is zéér goed en laat vooral een hallucinante indruk na tijdens de loopgravenscènes. Het siert bovendien Bornedal dat alle bevolkingsgroepen in de reeks hun eigen taal spreken: de Denen spreken Deens, de Pruisen Duits, de Engelse bemiddelaars zoals Lord Palmerston keurig Engels, en zelfs de zigeuners hanteren hun eigen bargoens, complexloos naast elkaar.
EXTRA'S
Enkel een handjevol trailers voor andere Lumière-releases.
CONCLUSIE
1864 is een visueel verbluffend stukje spektakel dat helaas niet altijd even historisch accuraat is, dat doordat de plaat 'oorlog is slecht' blijft hangen de subtiliteit vertoont van een sloopbol tijdens een origamiwedstrijd en té nadrukkelijk de ook niet altijd even zuivere politieke voorkeuren van scenarist Bornedal afficheert. Lumière behandelt echter het geweldig omvangrijke canon van Scandinavisch drama ondanks het commercieel minder interessante gegeven als volwaardig, en verdient daar alleen al een dikke pluim voor.