Regie: Marc Van Sambeek
Met: Herman Van Veen, Edith Leerkes, Jannemien Cnossen, Dave Wismeijer, Saskia Egtberts, Julian du Perron, Robin Scherpen, Rikkert van Huisstede
Herman van Veen noemt zichzelf in de eerste plaats een muzikant en dat betekent dat liedjes en muziek centraal staan in z’n voorstelling. Als geen ander is hij een grootmeester in het combineren van poëtische en diep doorvoelde teksten met fraaie melodieën, en dat het niet altijd even diepzinnig hoeft te zijn, dat blijkt uit de vele grapjes die hij tussendoor over z’n publiek uitstrooit. Hij is een clown en een gehaaid cabaretier, maar ook een prachtig acteur en een vaardig musicus. In Carré brengt hij een repertoire dat terug te vinden is op de recente cd Kersvers, maar ook op de eerdere cd Vandaag (2012) en uiteraard mogen een aantal hoogtepunten en publiekslievelingen niet ontbreken, in een jubileumprogramma horen die gewoon thuis. Zo brengt hij van Suzanne, naar Leonard Cohen, en van Rozengeur een korte maar mooie eigentijdse uptempo versie en zelfs Rocco Granata’s Marina ontbreekt niet op het repertoire, naast uiteraard een cover van Jacques Brel en verrassend genoeg ook een Nederlandstalige versie van Stromae’s On Dance. Zeventig maar eeuwig jong, zo lijkt het wel.
Wie jong was in de late jaren zeventig, die kent uiteraard Alfred Jodocus Kwak, de eend uit de kindermusical (1976) die Herman van Veen bij het jonge volkje populair maakte in Nederland en Vlaanderen. Ook die mag natuurlijk niet ontbreken in Kersvers, maar in deze show heeft Herman van Veen het vooral over vroeger, over de tijd toen hij jong was, over zijn vader en moeder, de tantes, de vakanties aan zee, over nostalgie en ouder worden en de liedjes sluiten daar vaak naadloos bij aan. Voor de begeleiding doet hij daarbij een beroep op een uitstekende groep muzikanten. Edith Leerkes, een Nederlandse gitariste van wereldformaat, werkt al sinds 1992 met Van Veen samen. Haar combinatie van klassieke klanken en hitsige flarden flamencomuziek passen perfect bij de zuinige en weldoordachte teksten en gecombineerd met vurig vioolwerk van Jannemien Cnossen en Saskia Egtberts, laait het vuurwerk vaak heel erg hoog op: een exotische zigeunerfeestje in kikkerland, waarbij Herman van Veen meermaals als een prima ballerina over het podium waaiert. Zelf speelt hij uiteraard af en toe viool, een enkele keer gitaar, vaker een stukje piano en één keer gaat het hele gezelschap uit z’n dak tijdens een hitsige drumpartij, tot jolijt van het publiek.
Net als ik, houdt mijn dochter Anne heel veel van vrouwen, zegt hij als opstapje naar één van haar composities. En ze is ook het onderwerp van z’n eigen liedje Anne, waarmee hij in 1986 een top 20-hit had in Nederland en waarmee hij ook bij ons de aandacht trok. Heel af en toe wordt er ook gerockt, tijdens Tutti Frutti, bijvoorbeeld en Roll Over Beethoven, of gewoon leuk ouderwets gemusiceerd, zoals tijdens Mr. Sandman. Soms is Herman van Veen ook een beetje stout, zoals in het grapje over een kleine operatie in de buurt van z’n jongeheer, of in een verhaaltje over een vakantie aan zee en met z’n 11 in een tent slapen en geen oog dichtdoen wegens het gesnurk, gebrabbel en gefriemel… Hij doet het allemaal op dezelfde nonchalante manier, alsof hij het ter plekke verzint, en de dames en heren die hem daarbij assisteren hebben het duidelijk naar hun zin, want de vrolijkheid en het welbehagen straalt van ze af.
Muzikaal is deze voorstelling een pareltje, want de akoestische gitaren, de violen, fluiten, piano en slagwerk creëren een breed en divers palet van klanken en kleuren, met af en toe verrassende arrangementen en prachtige harmonieën, waarbij niet zelden de orkestleden het voortouw mogen nemen, want Herman van Veen huldigt de bekende uitspraak van Wannes Van De Velde: een zanger is een groep.