GOOD DINOSAUR, THE (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2016-03-30
FILM
65 miljoen jaar vóór onze tijdrekening. De meteoriet die normaal gezien de dinosaurussen had moeten uitroeien, mist onze planeet op een haar na. De dieren evolueren gewoon voort, totdat ze op het cruciaal punt in de geschiedenis zijn aangekomen waarop ze de planeet moeten delen met het nieuwe dominante wezen: de mens.
Alhoewel, met die dominantie valt het nog mee. Vader-diplodocus Henry (Jeffrey Wright) en zijn vrouw (Frances McDormand) kweken maïskolven voor de kost, en een goed inkomen zal nodig zijn, want er zijn net drie dinosaurusjes uit het ei gekropen. Wildebras Buck (Marcus Scribner) en Libby (Maleah Nipay-Padilla) zijn niet dadelijk zorgenkindjes, maar de schriele en makkelijk te intimideren Arlo (Raymond Ochoa) heeft iets meer moeite om zijn weg in het leven te vinden; zelfs het eten geven van de proto-kippen blijkt teveel gevraagd. Lang nadat Buck en Libby hun sporen al hebben verdiend, en hun pootafdruk op de maïssilo hebben mogen prenten, besluit vader om Arlo op de proef te stellen. Een stuk ongedierte dringt 's nachts de silo binnen om de maïskolven af te kluiven. Arlo's opdracht is heel simpel: de critter doodmeppen. Wanneer dit stuk ongedierte een mensenjongetje (Jack Bright) blijkt te zijn, krijgt Spot het niet over zijn hart. Zijn vader spoort hem echter aan om, midden in een storm, de achtervolging in te zetten, en vader verongelukt jammerlijk wanneer er door een aardverschuiving een heel bos door de rivier wordt meegesleurd, en alles op de weg wordt vernield. Arlo wordt kilometers verder meegesleurd, en moet een wanhopige tocht naar huis ondernemen. Zijn enige compagnon de route is, paradoxaal genoeg, het mensenkind, dat hij Spot noemt, en behandelt als zijn huisdier. De weg naar huis is echter bezaaid met dodelijke valstrikken, zoals steile klippen en hongerige pterodacyli...
De productie van
The Good Dinosaur was één van de langste lijdenswegen die Pixar ooit heeft moeten bewandelen. De film zweefde zes jaar in
production limbo, en het éne na het andere testpubliek reageerde er negatief op, waardoor ongeveer twee derde opnieuw moest worden gedaan. Naast enkele tientallen mensen op de loonlijst van het bijhuis in Canada werd ook een groot deel van de stemmencast, waaronder Neil Patrick Harris, Bill Hader, Judy Greer en John Lithgow, bedankt voor bewezen diensten; als apotheose rolde ook de kop van de originele regisseur, Bob Peterson. Het hiatus sloeg zelfs een zodanig diepe kloof in het werkschema van Pixar dat 2014 het eerste jaar werd waarin de studio géén bioscooprelease afleverde, en in 2015 werd de film strategisch na
Inside Out uitgebracht, waarvan de productie die van
The Good Dinosaur had ingehaald. Beducht voor een
streak van negatieve kritieken na de eerder door critici als ongeïnspireerd beschouwde sequels
Cars 2 en
Monsters University was de studio ervoor als de dood om drie keer op rij op de bek te gaan, alhoewel
The Good Dinosaur géén sequel was. Regisseur Peter Sohn nam de lege stoel in, en probeerde ijverig de meubelen nog te redden. Het volledig omploegen van het verhaal, waardoor mens en dier niet langer tegenover elkaar stonden, noopte ook onder meer om de leeftijd van Spots personage drastisch te verlagen tot die van een
non-speaking character. Waardoor de film de enigszins rare premisse kreeg dat de dinosaurussen in de film de rol van de mensen overnemen, en de mensen in het beste geval gedegradeerd worden tot een soort van hond. Dat het enige voorname menselijke personage een typische hondennaam heeft, versterkt die indruk.
Het eindresultaat is nog steeds een film die de hoge Pixar-standaarden hanteert, zeker wat betreft de weergaloze animatie van een soort van proto-Wilde Westen, waarin onder meer tyrannosaurusen de rol van veeboeren vervullen, en een soort van Archaeopteryces met coyote-eigenschappen de outlaws portretteren. Met telkens de standaard hoger en hoger te leggen, moest het er echter een keer van komen dat Pixar van zijn voetstuk viel.
The Good Dinosaur is zeker geen kwaaie film, maar mist absoluut de diepere gelaagdheid van veel van zijn voorgangers, en scoort daarmee net wat lager dan wat er gewoonlijk uit Lasseters productiehuis rolt. Om het productionele wrak weer drijvende te krijgen, heeft regisseur Peter Sohn zich érg veel laten inspireren door andere klassieke animatiefilms om de gaatjes op te vullen. De manier waarop Arlo's vader weggespoeld wordt door de maalstroom, lijkt te veel op een gelijkaardige scène uit
The Lion King om toeval te zijn - een latere sequentie waarin Arlo's vader als geest aan hem verschijnt, neemt alle twijfel dienaangaande weg - en de manier waarop Arlo Spot uiteindelijk aflevert bij andere mensen, heeft hij zelfs
gepikt creatief geleend bij de conculega's van BlueSky, want de subplot komt zo goed als letterlijk uit
Ice Age. Het zal het kleine grut echter worst wezen, want dinosaurussen doen het altijd goed aan de kassa. De voor de hand liggende kritiek op
The Good Dinosaur is wellicht dat sommige scènes, zoals die waarin Arlo de confrontatie aangaat met de pterodactyli, wat beangstigend kunnen zijn, maar als je ziet dat in de bioscoop al koters van zes naar
Jurassic World komen kijken, zal het daarmee nog wel meevallen. De eindbalans is dat
de brave dinosaurus zich als braaf sprookje weet te handhaven. Een sprookje, waarin de positieve moraal en de mild vertederende humor prominent aanwezig zijn, maar waar het creatieve departement het duidelijk heeft laten afweten.
BEELD EN GELUID
Inhoudelijk laat de film geen blijvende indruk na, maar qua vormgeving valt op de Blu-ray van
The Good Dinosaur weinig af te dingen. Terugblikkend op de soms wat knullige animatie van
Toy Story, waarbij bewust gekozen werd voor speelgoed om de figuurtjes niet te veel textuur te moeten geven, spreekt de volgende anekdote misschien boekdelen: tijdens het bekijken van de film kwam mijn vader even langs, en bij één van de slotscènes waarin het kabbelende water van de omgeving rond de boerderij van Arlo's ouders wordt getoond, merkte hij op "dat dát tenminste toch echte beelden waren, en geen animatie". De dinosaurussen zien er wat cartoonesk uit, maar de hoeveelheid aandacht die werd besteed aan de rijke flora en fauna van miljoenen jaren geleden, spreekt de bewering tegen dat op technisch vlak Pixar over zijn hoogtepunt heen is. De nuances die bijvoorbeeld in de belichting te zien zijn wanneer Arlo's vader met zijn staart over een nachtelijk grasveld strijkt om de vuurvliegjes te laten opvliegen, getuigen van vakmanschap. Maar ook de minder realistische beelden worden van voldoende nuance voorzien: als je nog nooit hebt gezien hoe een dinosaurus blaren op zijn poten krijgt van te veel rond te wandelen, of schrammen van door de doornstruiken te lopen: nu is het het moment, kindertjes! De schijf heeft ook een overvloed aan geluidstracks meegekregen, waaronder een Engelse DTS-HD MA 7.1, maar ook een variant in DTS-HD HR 5.1, én eentje in 'gewone' Dolby Surround 2.0 - naast een Vlaamse, Nederlandse en Franse dubbing. De disk weet mooi evenwichtig surrounds in de huiskamer te toveren, zoals in de scène waarin Arlo tevergeefs in de gietende regen een tent tracht te bouwen om onder te schuilen, zonder te bombastisch te worden. Vooral de muziekscore van Jeff & Mychael Danna kan je alleen maar catalogeren als 'charmant'. De subwoofers komen onder meer tot leven in de scène waarin de tyrannosaurusen hun kudde longhorns weer in hun greep trachten te krijgen.
EXTRA'S
In de bonussectie worden we vergast op een audiocommentaartrack door regisseur Peter Sohn en enkele medewerkers. De track biedt gewoontegetrouw een hoop interessante weetjes, maar na het beluisteren van zoveel tracks van zoveel soortgelijke films treedt toch een beetje oververzadiging op. Elke Pixarfilm wordt naar goede gewoonte voorafgegaan door een kortfilmpje: de honneurs worden ditmaal waargenomen door Sanjay Bakshi die in Sanjay's Super Team (7:07) een semi-autobiografisch verhaal vertelt, waarin zijn vader hem probeert in te wijden in de hindoetraditie, maar zoonlief meer oog heeft voor zijn superhelden-action figures. De kortfilm is me iets te moralistisch. True Lies About Dinosaurs (1:56) is een kortfilmpje over wat er in deze film echt aan de dinosaurussen is, en wat bij elkaar gelogen; niet onbelangrijk als je weet dat in het thuisland van de film een considerabel segment van de bevolking de algemeen aanvaarde theorieën over evolutie verwerpt, en gelooft dat mensen en dinosaurussen écht hebben gecoëxisteerd. In Recyclosaurus (6:19) zien we hoe de Pixar-werknemers dinosaurusjes bouwen uit gerecycleerd materiaal. In The Filmmakers' Journey (7:54) vertellen de makers over de uitdagingen die de film met zich heeft meegebracht, maar over de productionele perikelen wordt zedig gezwegen. Every Part of the Dinosaur (6:08) toont ons de digitale opbouw van de personages, en in Following the T-Rex Trail (6:58) gaat de crew op 'klasuitstap' naar een veebedrijf om inspiratie te vinden voor de koeienhoedende familie tyrannosaurussen. De schijf bevat ook nog 4 verwijderde scènes (10:39), een filmpje Dino Bites (4:15) met nepbloopers, een kortfilmpje Hide and Seek (0:59) waarin Arlo en Spot verstoppertje spelen, 3 trailers (7:18) en een cross-promotionele trailer voor de aankomende volgende Pixarfilm, Finding Dory.
CONCLUSIE
The Good Dinosaur is alleszins niet de beste film uit twintig jaar Pixargeschiedenis, maar regisseur Peter Sohn heeft nog weten te redden wat er te redden viel. Goed? Ja. Fantastisch? Nee. Maar wél een onberispelijke Blu-ray!