Regie: Nouchka van Brakel
Met: Renée Soutendijk, Erik van ’t Wout, Adriaan Olree, Derek de Lint, Peter Faber, Claire Wauthion, Krijn ter Braak
Op een muziekavond bij vrienden wordt Hedwig kort nadien verliefd op de aantrekkelijke pianist Richard Ritsaart, voor wie ze Gerard verlaat. Ze volgt de muzikant naar Londen waar hij betere professionele vooruitzichten heeft, maar als de Londense society verneemt dat het stel ongetrouwd samenleeft, drogen de werkaanbiedingen op. Ze wonen nog een tijdje in een huisje aan de Engelse kust, maar uiteindelijk besluit Richard om haar te verlaten, want hij zit al een jaar zonder werk. De hoogzwangere Hedwig bevalt een paar dagen later van een meisje, doch het kind is zwak en maakt volgens de Engelse arts geen enkele kans. Totaal verward besluit ze om naar Nederland terug te keren, maar als ze in Calais aan wal gaat is ze alle besef van tijd en ruimte kwijt. Daar maken daklozen gebruik van om haar te bestelen – inclusief de tas met de baby! – waardoor Hedwig bedelend en als tippelaarster moet zien te overleven…
Frederick van Eeden was psycholoog van beroep en bijgevolg maakte hij van Van De Koele Meren Des Doods het psychologisch portret van een jonge vrouw uit de betere stand die helemaal in de vernieling gaat na een ongelukkig huwelijk. In de roman komt Hedwig er weer bovenop dankzij psychoanalyse en de kracht van haar geloof. In de film van Noushka van Brakel is er van psychoanalyse geen sprake en van religie niet meer dan een beetje, nl. in verband met het fanatisme van Hedwigs vader na de dood van zijn echtgenote in het begin van de film. Het resultaat is een film waarin het hoofdpersonage heel veel meemaakt, doch zonder dat je als kijker haar beweegredenen begrijpt en nog veel minder waarom ze zich zelf op zeker moment verliest. Heel veel scènes zijn op zich boeiend, interessant en soms zelfs schokkend (haar verblijf in een psychiatrische gevangenis, het verlies van de baby), maar als totaalwerk is Van De Koele Meren Des Doods veel minder geslaagd omdat je als kijker niet meer dan sporadisch toegang krijgt tot de geest van Hedwig Marga de Fontayne en je dus vaak naar haar beweegredenen moet raden, waardoor de film een beetje op een stuurloze roadmovie gaat lijken. Van verdieping is m.a.w. geen sprake, het blijft allemaal te veel aan de oppervlakte, ondanks de uitstekende acteerprestatie van Renée Soutendijk, die de film als het ware op haar eentje draagt.
Oudere filmfans kennen haar van serieuze producties zoals Het Meisje Met Het Rode Haar (1981), Pastorale 1943 (1978), De Vierde Man (1983) en Dagboek van een Herdershond (1979-1980), maar ook van lichtvoetiger werk zoals Spetters (1980), waarin de Nederlandse actrice telkenmale een uitstekende indruk maakte. Hedwig Marga de Fontayne is naar ons gevoel het meest complexe personage dat Renée Soutendijk in haar lange en indrukwekkende carrière gestalte heeft geven, ondanks de gebrekkige psychische karakterisering. Het is een zeer fysieke rol, waarin we het hoofdpersonage achtereenvolgens als burgervrouwtje, maîtresse, prostitué en geesteszieke te zien krijgen, rollen die Soutendijk elke keer op een zeer sterke en geloofwaardige manier invult met als krachttoer de vrije lange scène in het gekkenhuis met een naakte Hedwig die als een wild dier te keer gaat. Dat de film ondanks een flinke portie frontal nude de quotering AL kreeg is overigens merkwaardig. Maar dat terzijde.
In de rest van de cast valt nog de prestatie van Peter Faber op, want als bedlegerige kunstenaar en vriend van Hedwigs minnaar Richard Ritsaart, bewijst de Nederlander dat hij weinig materiaal nodig heeft om indruk te maken. Erik van ’t Wout (Hedwigs echtgenoot Johan) en Adriaan Olree (Hedwigs minnaar Richard) leveren een prima prestatie, maar hun personages komen niet echt los van het papier waarop het scenario is geschreven.
Van De Koele Meren Des Doods is een aantrekkelijk kostuumdrama waarin veel zorg is besteed aan het zeer diverse production design en aan de aankleding van de personages, waardoor je als kijker helemaal wordt ondergedompeld in de sfeer van de tweede helft van de 19de eeuw. Wat dat betreft verdient regisseur Nouchka van Brakel een pluim.