BREWSTER'S MILLIONS (BLU-RAY)
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2017-03-15
FILM
Voor derderangs-honkbalster Monty Brewster (Richard Pryor) gaat het leven duidelijk in derde versnelling bergaf: hij en zijn mottige maat Spike Nolan (John Candy) zijn te oud geworden voor de sport, en na een knokpartij belanden de twee voor de zoveelste keer in de gevangenis. Een hen onbekende privé-detective, J.B. Donaldo (Joe Grifasi), betaalt echter hun borgsom in opdracht van een advocatenkantoor, Granville & Baxter. Die zijn belast met het uit de voeten doen van de erfenis van Rupert Horn (Hume Cronyn). Oliemagnaat Horn laat zijn neef Brewster, van wie hij geen hoge dunk heeft, de keuze: ofwel neemt Brewster een miljoen dollar aan, no questions asked; ofwel gaat Brewster voor de volledige som van 300 miljoen dollar, maar dan moet hij bewijzen dat hij met geld kan omgaan. Hiervoor moet hij één tiende, 30 miljoen dollar, op één maand tijd opsouperen, en er niets aan overhouden, in het bijzonder geen eigendom. Ook is het percentage wat hij mag weggeven aan liefdadigheid beperkt, mag hij geen waardevolle bezittingen vernielen, en vooral, niemand van zijn vrienden mag weten wat er werkelijk aan de hand is. Als hij zich niet aan de voorwaarden houdt, of het geld niet op tijd op kan maken, gaat het leeuwendeel naar het advocatenkantoor. Het kantoor heeft Angela Drake (Lonette McKee) aangesteld om de rekeningen tot op de laatste cent bij te houden. Brewster begint als een gek met geld te smijten, en niets is hem te exuberant. Wanneer Granville en Baxter beginnen te vrezen dat Brewster gaat slagen in zijn opzet, bieden ze aan één van hun ondergeschikten, Warren Cox (Stephen Collins), de verloofde van Angela, het vennootschap aan in het kantoor op voorwaarde dat hij een klein foutje in de boekhouding kan veroorzaken, waardoor de erfenis vervalt. En Brewster ondervindt intussen dat héél veel geld spenderen niet zo gemakkelijk is als het wel lijkt.
Brewster's Millions is reeds de vijfde verfilming van het boek van George Barr McCutcheon, na vier vooroorlogse (!) versies daterend tussen 1914 en 1945. De verhaallijn is natuurlijk wat aangepast; in een vorige versie mocht Brewster bijvoorbeeld als extra voorwaarde niet huwen, en was het geheel eerder vaudevillesk van opzet. Niet dat deze film minder burlesk zou zijn, maar
Brewster's Millions blijft toch een aardige jaren '80-komedie, met zeker in vergelijking met Amerikaanse comedy's van de laatste jaren opvallend weinig - zeg maar geen - aanstootgevend materiaal. Regisseur Walter Hill is nu ook niet dadelijk een naam waarvan je overstag gaat, alhoewel hij mee het script heeft geschreven van de eerste drie
Alien-films, toch een radicaal ander genre, ook regisseur was voor de beide
48 Hours-films, en - wat dan weer tegen hem pleit - zijn recentste exploot het Sylvester Stallone-vehikel
Bullet To The Head is. Maar wat een verademing is deze film in vergelijking met pakweg de humor van de Farrelly-brothers of Tom Green-achtig materiaal, wat tegenwoordig voor de top van het Amerikaanse amusement moet doorgaan. Wijlen Richard Pryor en wijlen John Candy, beide intussen langs de achteringang verdwenen, zijn nu niet bepaald top-publiekstrekkers, maar voor deze film meer dan adequaat genoeg. We mogen niet vergeten dat Pryor zich bij leven ook onsterfelijk belachelijk heeft gemaakt in de uiterst
crappy derde
Superman-film, en
Brewster's Millions waarschijnlijk als het hoogtepunt in 's mans carrière staat aangeschreven. Vanaf het moment dat Monty Brewster geld begint te verbrassen, op creatieve manieren waar je zelf nooit van zou durven dromen, houdt de film een aardig tempo aan, en elke keer wanneer je denkt dat je over de top bent, vindt hij alweer een ingenieuze manier om honderdduizenden dollars ineens over de balk te smijten zonder er wat aan over te houden. Het idee zelf natuurlijk spreekt iedereen wel aan, eens ongestraft hopen geld erdoor sluizen, en alhoewel je in films als deze geen diepgaande karakterschetsen moet verwachten, zetten de acteurs hun rollen toch met voldoende empathie neer. Voor wie deze film in de jaren '80 zag een mooi stukje nostalgie, want zo'n films maken ze niet meer. Denk maar aan films als
Ferris Bueller's Day Off, Heaven Help Us of
Some Kind Of Wonderful. Snif.
BEELD EN GELUID
De
crappy dvd-versie met een Pan&Scan-transfer mag eindelijk de vuilnisemmer in; deze Amerikaanse regiovrije versie (die voorlopig alleen exclusief bij retailer Walmart te krijgen is, maar later dit jaar een bredere release krijgt), is een hele verbetering op gebied van beeld, niet het minst omdat we eindelijk de film in de juiste beeldverhouding zien. Natuurlijk kan de film qua scherpte niet wedijveren met recente producties, het eerder flauwe kleurpalet laat geen onvergetelijke indruk na, en 'grain' is het ordewoord van de dag, maar er valt opmerkelijk méér te genieten van details in bijvoorbeeld de luxe-hotelkamer die Monty Brewster opnieuw en opnieuw en opnieuw laat herdecoreren. Het gebruik van een singlelayerdisk laat evenwel niet veel ruimte voor een dure digitale restauratie die er toch nooit zal komen, dus deze schijf verdient het predicaat 'aanvaardbaar', wat al een klein mirakel op zich is. Het geluid werd opgewaardeerd van Dolby Surround 2.0 naar DTS-HD MA 2.0, en is een nog even platte bedoening waarin de muziek van Ry Cooder af en toe een beetje vals klinkt, en alle dialogen ongeïnspireerd uit de centerspeaker komen. Zelfs de enthousiaste crowd die is komen opdagen omdat Brewster nog maar eens een
tournée générale geeft in een driesterrenrestaurant, kan niet overtuigen.
EXTRA'S
Nada. Niente. Rien de knots. Blijkbaar stond in het testament van oom Rupert dat er na een maand met geld smijten ook geen bonusmateriaal meer op de schijf mocht staan.
CONCLUSIE
Met het overlijden van zowel Richard Pryor (in 2005) als John Candy (in 1994) biedt deze schijf een beetje veel te laat postuum eerbetoon aan het duo, alhoewel de schijf net zoals Monty Brewster op het einde niet méér bezit dan de strikt noodzakelijke kleren aan zijn lijf. Tot 1 mei 2017 is deze disk enkel te koop bij de Amerikaanse keten Walmart, maar wij zouden niet van DVDInfo zijn als we de binnenwegen niet kenden om er toch aan te geraken...