Regie: Pablo Larraín
Met: Gael García Bernal, Luis Gnecco, Mercedes Morán, Emilio Gutiérrez Caba, Diego Muñoz, Alejandro Goic, Pablo Derqui
Pablo Neruda (1904-1973) werd geboren als Ricardo Basoalto. Al op z’n tiende schreef hij gedichten. Halfweg de jaren 20 van de vorige eeuw was hij een fenomeen in eigen land en kreeg hij ook steeds meer internationale erkenning. In 1971 werd hem de Nobelprijs voor Literatuur uitgereikt, maar anno 1948 – op het moment dat in Chili de Communistische Partij werd verboden – was zijn situatie allerminst benijdenswaardig. Hij moest onderduiken en probeerde over de Andes naar Argentinië te vluchten, maar tijdens een eerste poging werd hij aan de grens teruggestuurd. Ondertussen had president Videla hem op de lijst van op te sporen personen gezet en Oscar Peluchonneau, hoofd van de Chileense Geheime Dienst, met een arrestatieopdracht belast. De politie-inspecteur is schijnbaar niet van plan om van zijn zoektocht naar Pablo Neruda een kat-en-muis-spelletje te maken, maar omdat de entourage van de dichter goed georganiseerd is en de Communistische Partij te allen prijzen wil vermijden dat hij in de handen van de fascisten valt, slaagt Peluchonneau er niet in om Neruda te pakken te krijgen.
De beste film die ik dit jaar heb gezien, staat er op de cover van de dvd. De uitspraak is van het Spaanse enfant terrible Pedro Almódovar, een man die we tot de allergrootste regisseurs van zijn generatie durven te rekenen, maar die in het voorbije jaar beslist niet vaak in de bioscoop is geweest. Neruda is nl. geen spannende achtervolgingsfilm met Pablo Neruda als de hulpeloze prooi en politie-inspecteur Oscar Pluchonneau als zijn verbeten belager, maar veel meer een literaire of eerder poëtische evocatie van een dergelijk voorval, waarbij Pablo Neruda zich nooit echt als een hazenwind uit de voeten maakt en Oscar Pluchonneau niet echt geneigd lijkt om een hoog tempo aan te houden waardoor hij z’n prooi te pakken kan krijgen. Of is dat ook z’n bedoeling niet? Misschien omdat hij zoals de meeste Chilenen een immens respect heeft voor de communistische dichter des vaderlands, of misschien omdat hij vanuit hetzelfde milieu z’n huidige positie heeft bereikt?
Dat kom je evenwel niet te weten, want omdat de regisseur kiest voor een barok taalgebruik, helemaal in de stijl van Pablo Neruda’s poëzie, worden de beide personages op een flinke afstand gehouden en krijgt de kijker nooit de kans om in hun hoofd te kijken. Bovendien is geen van beide personages ook maar een beetje aantrekkelijk: dikzak Neruda mag zich dan een communist noemen, in het gewone leven gedraagt hij zich veel meer als een verwende en veeleisende bourgeois die qua mentaliteit veel meer bij zijn fascistische tegenspelers aansluit dan bij de gewone mannen en vrouwen in wier naam hij beweert te spreken, terwijl Pluchonneau fysiek een stuk aantrekkelijker is, maar evenmin tot de verbeelding spreekt. Dit is vooral een film voor cinefielen die zich gemakkelijk laten verleiden door de bedwelmende barokke en bij momenten surrealistische sfeer die regisseur Larraín oproept en die het veel minder te doen is om de karakterontwikkeling en de motieven van de hoofdpersonages. Neruda is een ontroerende kijkervaring, maar er blijft na afloop weinig over.
De Chileense acteur Luis Gnecco (The Black Pimpernel, 2007) neemt de rol van Pablo Neruda voor zijn rekening en hij doet dat op een weinig geïnspireerde manier, tenzij de Chileense dichter inderdaad een beetje een saaie en behoorlijk manipulatieve figuur was zonder veel persoonlijkheid. Gael García Bernal (The King, 2005; La Mala Educación, 2004) doet het niet veel beter als Oscar Peluchonneau, een eendimensionale figuur die nauwelijks tot de verbeelding spreekt. Dat speelt in het voordeel van de Argentijnse actrice Mercedes Morán (The Motorcycle Diaries, 2004), die van Neruda’s tweede echtgenote Delia del Carril een personage van vlees en bloed maakt en op die manier zo een beetje als enige warmte in de film brengt.