Regie: Bruno Nuytten
Met: Isabelle Adjani, Gérard Depardieu, Madeleine Robinson, Laurent Grévill, Philippe Clévenot, Katrine Boorman, Maxime Leroux
Na de breuk met Rodin, gingen de carrière en de mentale gezondheid van Camille Claudel (Isabelle Adjani) pijlsnel achteruit. Ze verliet haar atelier nog nauwelijks, ze verwaarloosde haar uiterlijk en ze weet haar tegenslagen allemaal aan de wraakzucht van de beeldhouwer van wie ze eens zo veel had gehouden, maar die haar gevoelens slechts in geringe mate kon beantwoorden. Ze sloot zich op in achterdocht en wantrouwen en verloor stilaan het contact met de mensen die om haar gaven. Ook met haar familie raakte Camille in onmin en een week na de dood van haar vader in maart 1913 (hij had haar altijd beschermd en verdedigd), liet haar broer Paul Claudel, ondertussen diplomaat en succesvol dichter, haar opsluiten in een psychiatrisch ziekenhuis omdat ze paranoïde was. In 1915 werd ze gezond verklaard en mocht ze het ziekenhuis verlaten, maar haar broer en moeder weigerden daarop in te gaan en dus bleef Camille Claudel tot haar dood in 1943 opgesloten. Paul bezocht haar een paar keer in die periode, haar moeder en zus nooit.
In Camille Claudel maakt regisseur Bruno Nuytten het psychologisch portret van de Frans beeldhouwster, want het onrecht dat haar is aangedaan, is wellicht de meest opvallende component uit haar biografie. Hoe het zo ver is kunnen komen, is nooit echt duidelijk geworden: lag het aan de afwijzing door Auguste Rodin, voor wie vrouwen niet meer waren dan gebruiksartikelen, was het omdat hij haar als kunstenaar nooit als een gelijkwaardige partner zou erkennen (als man was hij uiteindelijk een typisch product van de 19de eeuw), of moeten we de oorzaak bij een publieke opinie zoeken die haar nooit accepteerde als een volwaardig kunstenaar omdat ze zich weigerde neer te leggen bij het gangbare maatschappelijke model dat vrouwen tot de keuken en de huiskamer veroordeelde?
Als gevolg van Nuyttens keuze krijg je als kijker jammer genoeg nauwelijks uitzicht op de creativiteit van Camille Claudel en is het moeilijk om zelf tot een oordeel te komen omtrent de waarde van haar kunstproductie. Volgens Eugène Blot, de galerijhouder die de eerste grote tentoonstelling van haar beeldhouwwerken organiseerde, was ze haar tijd ver vooruit en moest ze niet onderdoen voor Auguste Rodin (Gérard Depardieu), die omstreeks 1900 (hij was toen 60 jaar oud) het slachtoffer was van een haperende creativiteit. Nuyttens aanpak laat evenwel heel veel ruimte voor Isabelle Adjani (Diabolique, 1996) om de psychologische aftakeling van het hoofdpersonage op een indrukwekkende manier zichtbaar te maken, aanvankelijk via Camille’s verbale protest tegen Rodins neerbuigende houding ten opzicht van haar werk, later – als ze hem heeft verlaten – via gelaatsuitdrukkingen en een veranderde lichaamstaal die de schrijnende innerlijke pijn verraadt. Als ze merkt dat ze ook niet meer op de steun van haar broer Paul kan rekenen – als diplomaat en succesvol dichter kan hij het zich niet meer permitteren om met zijn gecompromitteerde zus om te gaan – wijt Camille ook dat aan de duivelse intriges van Auguste Rodin. De afwijzing door de twee mannen die belangrijk zijn in haar leven heeft desastreuze gevolgen voor haar psychische gezondheid, temeer omdat ook haar moeder met haar breekt, waardoor ze in een uitzichtloos isolement terechtkomt en het contact met de realiteit verliest. Isabelle Adjani’s performance is hartbrekend en verscheurend, want als kijker kan je niet anders dan heel veel medelijden hebben met een unieke vrouw en kunstenaar die op een dergelijke manier door haar omgeving wordt behandeld. Adjani won met haar prestatie de Zilveren Beer in Berlijn en de César in Parijs en ze werd terecht genomineerd voor een Oscar én een Golden Globe.
Gérard Depardieu (Marseille, 2016) kwam als Auguste Rodin niet verder dan een nominatie tijdens de uitreiking van de Césars, maar als monstre sacré van de Franse film heeft hij er uiteraard geen moeite mee om een perfect personage neer te zetten. Depardieu is een groot acteur en wie hem een perfecte rol aanbiedt, mag rekenen op een sterke en indrukwekkende prestatie.