:: BESPREKINGEN ::
DVDInfo.be >> Bespreking >> NRC HANDELSBLAD - MODERNE EUROPESE KLASSIEKEN
NRC HANDELSBLAD - MODERNE EUROPESE KLASSIEKEN
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2006-01-18
REEKS
In 2005 verscheen bij Homescreen de 12-delige dvd-reeks Moderne Europese Klassieken in samenwerking met de Nederlandse kwaliteitskrant NRC Handelsblad. Chef van de kunstredactie van de krant, Joyce Roodnat, selecteerde de titels en leidde de films bij de koper/kijker in via een uitgebreid en vaak zeer verfrissend artikel in het boekje dat telkens bijgesloten werd.

De keuze van Joyce Roodnat is uiteraard zeer persoonlijk, maar werd beperkt door de beschikbaarheid van titels voor de Nederlandstalige markt. Zo werd Jeder Für Sich Und Gott Gegen Alle van Werner Herzog op het laatste moment vervangen door Die Bleierne Zeit van Margarethe von Trotta wegens problemen met de rechten. Een geluk bij een ongelukje want van Herzog is inmiddels zowat alles op dvd te koop terwijl het werk van Von Trotta met mondjesmaat op de zilveren schijfjes verkrijgbaar is.

Ook in de loop van 2005 publiceerde DVDinfo.be alle 12 recensies van deze NRC/Homeschreen- Europese klassiekers. U kan ze in het archief opzoeken en nalezen. Hier volgt een korte samenvatting met een link naar elke film:



Les Valseuses (Bertrand Blier, 1974)
Twee jonge Fransen, Jean-Claude (Gérard Depardieu) en Pierrot Patrick Dewaere), gezworen boezemvrienden die alles samen doen, zien we in een roadmovie van regisseur Bertrand Blier. Ze trekken door Frankrijk op zoek naar spanning, avontuur en seks. Daarbij gaan ze vaak heel stout te werk, maar meestal blijft het bij verbale uitvallen en scheldpartijen die voor komische en gevaarlijke situaties zorgen. Als kleine criminelen in hart en nieren schrikken ze voor weinig terug en winnen toch de sympathie van de kijker, want Les Valseuses is een lichte, supersnelle en vlotte film met twee rasacteurs in de hoofdrol die op een plezierige manier gestalte geven aan hun personages. Hun tegenspelers, Marie-Ange (Miou-Miou) en Jeanne (Jeanne Moreau), even groots als ze verschillend zijn, voegen genoeg afwisseling toe om de film onderhoudend en interessant te houden tot op het einde.

De volledige bespreking van Les Valseuses kan U hier lezen.



Mephisto (István Szabó, 1981)
Hendrik Höfgen (Klaus Maria Brandauer) is toneelspeler bij het Volkstheater in Hamburg. Daar wordt geëngageerd en proletarisch theater gemaakt dat de arbeidersklasse moet motiveren voor de strijd tegen het kapitalisme. De armoede in het Duitsland van de jaren’20 – na de vernederende voorwaarden van het vredesverdrag van Versailles in de Eerste Wereldoorlog - is een voedingsbodem voor communistische en revolutionaire initiatieven. Höfgen is ongelukkig met zijn statuut van provincialistisch acteur en wil vooral vooruit komen. Hij trouwt daarvoor met de dochter van een invloedrijk inwoner van de Noord-Duitse stad die hem op zijn beurt introduceert bij kennissen uit het theatermilieu in Berlijn. In Berlijn moet Höfgen zich opnieuw bewijzen, maar dat lukt hem vrij aardig en hij groeit uit tot een bekende en gewaardeerde naam in het Pruisische theaterwereldje. Ondertussen hebben de nazis het roer overgenomen en infiltreert de SS systematisch het openbare leven. Wanneer Höfgen aan de nieuwe minister van cultuur wordt voorgesteld, neemt zijn leven een wending die hij zelf niet meer onder controle heeft.

De volledige bespreking van Mephisto kan U hier lezen.



Cría Cuervos (Carlos Saura, 1976)
Het verhaal gaat over vrouwen, want mannen komen in deze film nauwelijks voor, tenzij om te verleiden, overspel te plegen, de sfeer te bederven, want zoals Rosa, de huishoudster zegt: mannen willen maar één ding. Ana (Ana Torrent) en haar beide zusjes, Irène en Maite zijn weesjes sinds de dood van hun moeder. Die stierf aan kanker. Hun vader, een militair, volgt zijn echtgenote kort nadien: tijdens een seksspelletje met de vrouw van zijn beste vriend krijgt hij een hartstilstand. Wellicht een gedroomde manier om te sterven voor vele mannen, zij het dat Ana min of meer getuige is van haar vaders laatste momenten. De zus van hun moeder komt bij ze inwonen om voor hun te zorgen, een oude vrijster die begrip wil opbrengen voor het verlies van haar nichtjes, maar tegelijk in haar eigen problemen gevangen zit. En dan is er ook nog grootmoeder, een oude vriendelijke dame, verlamd in een rolstoel. Ze praat niet meer, maar glimlacht nog heel vriendelijk en schudt van ja en nee als Ana haar vragen stelt terwijl ze rondgereden wordt in het grote huis en de ruime tuin. Rosa, de huishoudster, is de harde werker, degene die instaat voor de organisatie en de goede gang van zaken. Ze is naturel zoals eenvoudige mensen kunnen zijn, en vriendelijk, met het hart op de juiste plaats en op de tong en ze heeft het tegen Ana vaak over haar moeder.

De volledige bespreking van Cría Cuervos kan U hier lezen.



Fanny Och Alexander (Ingmar Bergman, 1982)
Het verhaal speelt zich af in het begin van de vorige eeuw op kerstavond 1907 en eindigt een jaar later op dezelfde plaats, met dezelfde mensen, allemaal leden van de vooraanstaande, rijke en sociaal hoog gesitueerde familie Akdahl uit Upsalla, verenigd rond de feesttafel van grootmoeder Helena Ekdahl (Gunn Wällgren). Uit alles blijkt dat de Akdahls well to do zijn: grootmoeders huis is heel ruim, met kamers die in elkaar overlopen, vorstelijk gedecoreerd met donker meubilair en indrukwekkende schilderijen, dure snuisterijen en heel veel huispersoneel in smetteloos witte pakjes met bijpassend muts. Helena zelf kijkt toe op de voorbereiding van de maaltijd en geeft de laatste orders zodat alles in goede banen wordt geleid en rimpelloos verloopt. Dan arriveren de kinderen, drie zoons met hun vrouw en kinderen, ook Fanny (Pernilla Allwin) en broertje Alexander (Bertil Guve) en hun vader Oscar Akdahl (Allan Edwall) met hun moeder. Dan zijn er pakjes en een ritje naar het theater voor het kerstspel. Het feest duurt lang en de nacht is kort. Een paar weken later: Oscar, voorzitter van de plaatselijke toneelclub, in de rol van Hamlet op de bühne van het door de familie Akdahl gesponsorde theater. Plots vergeet Oscar zijn tekst, struikelt en komt op de grond terecht. Een paar dagen later is hij dood en neemt zijn vrouw Siri (Kristina Adolphson) zijn taak als voorzitter van de toneelvereniging over. Bisschop Edvard Vergerus (Jan Malmsjö) draagt de begrafenismis op en heel de stad loopt uit om Oscar naar zijn laatste rustplaats te begeleiden. De dood van zijn vader is voor Alexander een nachtmerrie, maar zijn geest zal hem blijven bezoeken, in dromen, in hallucinaties, als een troostende engel, een rustig toekijkende aartsengel. De lutherse bisschop komt regelmatig langs en houdt zich minzaam met Fanny en Alexander bezig. Maar beide jonge kinderen (Alexander is tien, z'n zusje iets jonger) voelen zich niet op hun gemak als de grijzende puriteinse macho in de buurt is. Na de zomer vraagt hij hun moeder ten huwelijk en zij stemt toe. Voor Fanny en Alexander verandert nu alles.

De volledige bespreking van Fanny Och Alexander kan U hier lezen.



C'Eravamo Tanto Amati (Ettore Scola, 1974)
Antonio (Nino Manfredi), Gianni (Vittorio Gassman) en Nicola (Stefano Satta Flores) zijn drie kameraden in het partizanenverzet tegen de Duitse bezetter op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ze zijn als zes handen op een buik, onafscheidelijk, aan elkaar gesmeed door wederzijds vertrouwen en vriendschap. Antonio wordt na de oorlog weer hulpverpleger in een Romeins ziekenhuis, Nicola lesgever op een lyceum en Gianni hulpadvocaat in een groot juristenkantoor. Leven doen ze in kleine, stoffige flats en eten in de armenkantine van de koning-van-de-halve-porties. Het leven heeft niet veel te bieden, maar iedereen is blij dat hij nog leeft. In de ziekenzaal ontmoet Antonio de aantrekkelijke Luciana en wordt meteen verliefd op haar. Hij stelt het meisje een tijdje later voor aan Gianni, maar die maakt meteen indruk op Luciana. De dag nadien moet Gianni aan zijn vriend vertellen dat hij en Luciana een stel zijn. Antonio krijgt hartproblemen, maar een hart breekt niet zó maar en Antonio overleeft de klap, het verraad, de keuze van zijn kameraad voor zijn nieuwe liefde en niet voor hun vriendschap. Ondertussen krijgt Nicola ergens in de provincie moeilijkheden wegens zijn extreme politieke stellingen over de bourgoisie versus de werkende klasse en verliest zijn baantje. Hij verlaat vrouw en kind en trekt naar Rome om er aan de kost te komen als filmrecensent. Wanneer Gianni een plaatselijke projectontwikkelaar leert kennen – en vooral zijn wat domme dochter – ziet hij de kans schoon om lid te worden van een machtige en rijke familie. Hij laat Luciana in de steek. Die zoekt troost bij Nicola. Maar onze professor heeft andere katten te geselen en bovendien is hij niet dé man die Luciana zoekt.

De volledige bespreking van C'Eravamo Tanto Amati kan U hier lezen.



L'Invitation (Claude Goretta, 1973)
Een kantoor met tien mensen in twee rijen, achter ratelende kantoormachines, de sous-chef achteraan rechts, de baas achteraan achter glas en een bevallige, aantrekkelijke, zeg maar sexy meid, die de dagelijkse post met een verleidelijke glimlach tot op de werktafel brengt: zo ging het er aan toe in het begin van de jaren '70. We kunnen het ons nog nauwelijks voorstellen: collega’s keken elkaar met de rug aan en de oorverdovende tikmachines maakten elke conversatie onmogelijk. Op zo'n kantoor werkt Rémi al meer dan 20 jaar. Hij is een stille en rustige man, verlegen en timide. Hij woont op loopafstand van zijn kantoor in een gewoon huisje met een grote tuin waarin hij samen met zijn oude moeder de bloemen verzorgt en bestudeert. Achter, voor en naast zijn woonst rijzen de nieuwe voorstadbuildings als paddestoelen uit de grond en rukken snel op. Op kantoor is Rémi de enige die 's middags z'n bureau niet verlaat om te eten. Nauwgezet legt hij een theedoek op zijn tafel, zet z'n bord en z'n eetbakje netjes naast elkaar en eet een slaatje met wat brood. Ondertussen leest hij in een oud botanisch boek, een erfenis van zijn vader die professor botanica was. Met de collega's is het contact formeel en beleefd. Toch is Rémi gelukkig in deze wat anonieme, maar zekerheidverschaffende omgeving. Wanneer z'n moeder plots sterft, is Rémi totaal van de kaart. Hij krijgt twee maanden verlof om bij te komen van de emoties en nodigt op een mooie zomerdag zijn collega's uit op een cocktail bij hem thuis, niet in z'n ouderlijke huis dat stilaan verstikt werd tussen de hoogbouw, maar in het huis dat men hem in ruil voor z’n ouwe stek aangeboden heeft: een sjieke villa in een park op het platteland, een halfuurtje van de stad.

De volledige bespreking van L'Invitation kan U hier lezen.


De Komedianten (Theo Angelopoulos, 1975)
De Komedianten is het verhaal van een groep toneelspelers die van dorp naar dorp reist met hun voorstelling Golfo, het herderinnetje, een stuk als een Griekse tragedie met veel pathos en drama, tegen een oubollig achtergrond van weilanden met een weg, geschilderd op een stuk zeil dat gewoon tegen een wand wordt opgehangen of met stokken overeind gehouden als ze op het strand spelen voor een groepje Amerikaanse soldaten. Maar dat is later, na de Bevrijding. Aanvankelijk zien we ze in 1939, moe en lusteloos met hun koffers en attributen op het stationsplein van nog maar een sjofel plaatsje met witte huizen en grauwe straten tegen een staalblauwe hemel. Ze nemen hun intrek in vervallen kamers of uitgeleefde vertrekken en slepen zichzelf en hun materiaal bijna sluipend mee. Ze proberen onzichtbaar te zijn, behalve wanneer ze op het podium en voor hun publiek staan. Een zeldzame keer maken ze de voorstelling af, want telkens worden ze onderbroken door fascisten, partizanen, royalisten, militairen of andere politieke groepjes die wat met ze af te rekenen hebben, of met het publiek. En telkens vallen er doden of gewonden, worden er mensen meegenomen, gefolterd of verkracht. Griekenland eind jaren '30 is een gewelddadig land in de greep van de confrontatie tussen communisten, de fascistische bezetter en de nazi's die mekaar het licht in de ogen niet gunnen. De toneelgroep maakt het allemaal mee, lijdzaam toeziend en ondergaand zoals de rest van de bevolking. Ze engageren zich in manifestaties en optochten en dat is gevaarlijk. In hun midden leeft een zgn. collaborateur en die wordt gezocht en dat heeft gevolgen voor de hele troep die stelselmatig wordt lastiggevallen en uitgedund. De bevrijding en de wapenstilstand tussen de verschillende strijdende interne partijen brengt geen soelaas: de Britse overheerser kiest partij tegen de communisten en brengt de voormalige fascisten weer aan de macht. De geheime politie begint een opruimingsactie en het volk voelt zich verraden. De strijd herneemt, het doden en elimineren gaat door.

De volledige bespreking van De Komedianten kan U hier lezen.



Yol (Serif Gören & Yilmaz Günez, 1982)
In Yol vertelt Yilmaz Güney over vijf gevangen die voor een weekje naar huis mogen om hun familie te bezoeken. In het eerste halfuur zien we hoe ze zich klaarmaken, de bus opstappen, de trein nemen of op een aansluiting wachten en ondertussen vernemen we uit brieven of korte gesprekken wat ze van hun bezoek verwachten, want niet overal wachten hun de lachende gezichten van vrouw en kinderen. Zinc (Serif Sezer) heeft het meest tegenslag. Die verliest zijn papieren en zal halfweg de reis naar huis door militairen van de bus gehaald worden. Emine (Meral Orhonsay) slaagt er niet in om de chaperonnes van z’n verloofde af te schudden en is daar heel erg door gefrustreerd en Mehmet (Halil Ergun), die vast zit voor een mislukte bankoverval waar hij z'n gewonde zwager in de steek heeft gelaten op de plaats van de misdaad, is niet meer welkom bij z'n schoonouders. Ze beschuldigen hem ervan een lafaard te zijn: als hij niet was gevlucht had met hun zoon niet doodgeschoten. Bovendien weet hij uit een brief van zijn vrouw dat zij nog twijfelt tussen haar liefde voor hem of haar trouw aan haar familie en overleden broer. Seyit Alli (Tarik Akan) gaat naar huis in de wetenschap dat zijn vrouw hem niet trouw is geweest en dat zijn (en haar) familie van hem wraak eist. Omer (Necmettin Cobanoglu) ten slotte, de enige echte vrijgezel, keert terug naar zijn familie in het prachtig groene Koerdistan en moet vaststellen dat in de straten van zijn geboortedorp elke nacht slag geleverd wordt tussen Turkse militairen en Koerdische verzetsstrijders waarbij elke ochtend de lijken aan de inwoners getoond worden met de eis ze te identificeren.

De volledige bespreking van Yol kan U hier lezen.



Amator (Krzysztof Kieslowski, 1979)
Filip (Jerzy Stuhr) en Irka (Malgorzata Zabkowska) zijn dolgelukkig als hun eerste kindje wordt geboren. Om later een herinnering te hebben aan het kleine meisje schaft Filip zich een 8 mm-camera aan waarmee hij de eerste dagen en weken van de nieuwe huisgenoot vastlegt. Z'n interesse waaiert evenwel gauw uit naar andere onderwerpen en Filip wordt verslaafd aan z'n camera. Wanneer het bedrijf waar hij werkt 25 jaar bestaat, verzoekt de directeur hem om het bedrijfsfeest op pellicule vast te leggen. Filip ziet dat niet echt zitten, maar stemt onder druk toe, want Lenin sprak inderdaad over film als de eerste kunst, zodoende. Heel gauw merkt Filip dat de camera nieuwe onbekende terreinen voor hem opent en dat het filmen voor neveneffecten zorgt die hij niet had verwacht: nog tijdens het jubileumfeest wordt zijn vrouw zenuwachtig van het gedoe en stapt op. Zij voelt zich bedreigd door de nieuwe hobby van haar man. Filip kijkt haar na van op de verdieping terwijl ze over het grauwe tarmac naar huis loopt. Het filmen moet evenwel doorgaan en kort na de grote dag vraagt de directeur naar het resultaat. Dat bevalt hem wel, maar er ontbreekt commentaar en muziek en wil drie scènes verwijderd zien. Wat een akkefietje had moeten worden, blijkt plots ook de aandacht te trekken van de gemeentelijke ambtenaar voor cultuur en de organisatoren van een Festival voor Bedrijfsfilms in Warschau. Voor Filip het goed en wel beseft reist hij af naar de hoofdstad om zijn eersteling voor te stellen en wint hij de tweede prijs. Vanaf dan gaat het snel, tegen de zin van zijn vrouw, die het huis verlaat mét de baby. Maar Filip is op dat moment té veel met zijn camera en zijn filmprojecten bezig om daar veel aandacht aan te schenken. Het gonst in zijn hoofd van nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen, vooral sinds zijn werkgever geld ter beschikking stelt voor een 16 mm-camera en een echte studio met montage- en projectie-apparatuur. Maar hoe verder Filip in zijn hobby opgaat, hoe meer kritiek hij krijgt van zijn omgeving en van zijn oversten. De vrijheid die de camera hem biedt, blijkt tegelijk een gevangenis te zijn.

De volledige bespreking van Amator kan U hier lezen.



Naked (Mike Leigh, 1993)
Naked begint heftig. In een donkere steeg in Manchester, in een grauwe alkoof staat een stelletje te neuken. De man beukt op het vrouwtje in en zij, zij maant hem aan tot kalmte wegens pijn. Hij grijpt haar bij de haren en bij de keel en zij, zij wringt zich los en maakt zich uit te voeten. Bernard zal je hiervoor krijgen, roept ze hem na, haar kleren rechttrekkend. Johnny (David Thewlis), onze hoofdpersoon, mager, slungelig, baard van een paar dagen, sluik ongewassen haar, onverzorgde kleren, zenuwachtig van aard, neemt haar bedreiging serieus en gaat naar Londen. Daar bezoekt hij z'n ex, Louise (Lesley Sharp), maar komt bij haar werkloze huisgenote Sophie (Katrin Cartlidge) terecht, mooi gezichtje, met een prachtig lichaam samengeperst in een zwart leren lijfje met zwarte kant op de schouders, melancholisch en verslaafd. Louise is op haar werk en Johnny legt het dan maar met Sophie aan, die meteen voor hem valt. Hun seksspel wordt een heruitgave van Johnny’s laatste actie in Manchester, maar dan horizontaler, met dezelfde dierlijke agressie, hetzelfde brutale pompen, dezelfde rukken aan het zwarte haar, de vernederende keelgreep. Maar Sophie is machteloos, weinig stabiel en alert als gevolg van de joints. Met Louise blijkt de relatie meer dan verziekt en Johnny slaapt dan maar bij Sophie, waar moet ie anders naartoe?

De volledige bespreking van Naked kan U hier lezen.



Hou De Trein In Het Oog (Jiri Menzel, 1966)
Hou De Trein In Het Oog won in 1967 de Oscar voor Beste Buitenlandse Film in Los Angeles. Een verrassend succes voor een zwart/wit-film zonder grote sterren of veel actie uit Tsjecho-Slowakije, godbetert, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, toen Oost en West klaar stonden om elkaar om zeep te helpen met hun arsenalen nucleair oorlogstuig. In het licht van die tijd en de gespannen politieke situatie, werkte Hou De Trein In Het Oog, wellicht als een katalysator, met een verhaal over een jonge stationsbediende die het tot held brengt in een filmproductie die lichtvoetig, humoristisch en zachtaardig tegelijk is, met een ferme brok absurde en Chaplineske situaties. Milos (Václav Neckár) is een zachtaardige, naïeve en stille jongen. Zijn overgrootvader kreeg heel jong een werkongeval en werd vroegtijdig gepensioneerd. Als vergoeding kreeg hij elke dag een gulden waarmee hij bier en twee pakjes tabak kocht. Als ontspanning ging hij zijn oude collega's opzoeken en opscheppen over zijn zalig leventje. Milos' grootvader was een hypnotiseur, of althans dat beweerde hij. Toen de Duitse tanks zijn land binnenreden ging hij in het midden van de weg staan om ze met zijn bezwerende kracht tegen te houden. Milos' vader werd op zijn veertigste gepensioneerd en die ligt nu hele dagen op de canapé en chronometreert de treinen die voorbijrijden. Milos zelf heeft zich voorgenomen de arbeidsschuwe traditie van zijn voorouders alle eer aan te doen en heeft een opleiding treinwachter gevolgd. Op de ochtend dat we hem leren kennen past zijn moeder hem zijn treinwachterskostuum aan. Ze is fier op hem. Hij heeft nu een goede baan. Het hele dorp zal weten dat zijn familie belangrijk is.

De volledige bespreking van Hou De Trein In Het Oog kan U hier lezen.



Die Bleierne Zeit (Margarethe von Trotta, 1981)
Plaats van actie: West-Duitsland. Tijd: begin jaren '70. Met flash backs vertelt Margarethe von Trotta het verhaal van de zusjes Juliane en Marianne, die samen opgroeien in een goed gesitueerd en streng religieus milieu. Ze trekken hun hele jeugd samen op, ook al zijn ze mekaars complete tegenbeeld: Juliane is de revolutionaire, de tegendraadse, thuis, op school en met vrienden; Marianne is de zachtaardige, degene die alles wil weten, vaders kindje, volgzaam en braaf. Eind jaren’60, als jonge volwassenen groeien ze uit elkaar: Juliane gaat voor een alternatief vrouwenblad werken en probeert via die weg de bevrijding van de vrouw te bewerkstellingen; Marianne sluit zich aan bij een terroristische beweging, verlaat man en kind, duikt onder, wordt gezocht en internationaal gesignaleerd voor haar staatsgevaarlijke activiteiten. Marianne's echtgenoot Werner pleegt zelfmoord twee jaar nadat zijn vrouw hem heeft verlaten en achtergelaten met de kleine Jan. Die komt bij Juliane terecht, maar in haar huwelijk met Wolfgang is geen plaats voor kinderen. Jan wordt in een pleeggezin geplaatst. Na haar arrestatie wordt Marianne geïnterneerd en krijgt ze het bezoek van haar zus. De eerste ontmoetingen tussen beide vrouwen zijn heftig en confronterend. Marianne verwijt haar zus de vroegere idealen op te hebben gegeven, Juliane beschuldigt Marianne ervan de makkelijkste weg te hebben gekozen. Ze had mét Jan goed werk kunnen doen in de Derde Wereld in plaats van de volgende 2 decennia in gevangenschap te slijten. De standpunten blijven ver uit elkaar liggen, maar Von Trotta toont ook de genegenheid tussen twee vrouwen die van elkaar houden en voor elkaar opkomen, ondanks de verschillen.

De volledige bespreking van Die Bleierne Zeit kan U hier lezen.

CONCLUSIE
De keuze van iemand is altijd subjectief en er zullen altijd wel films zijn die iemand in dit lijstje had willen zien staan eerder dan degene die er nu staan. Het zij zo. Mephisto, C'Eravamo Tanto Amati, Yol, Naked, Die Bleierne Zeit en Cría Cuervos kregen van uw dienaar 8 punten of meer en zijn dus in elk geval goedgekeurd. Fanny Och Alexander en Amator zijn twijfelgevallen, maar zeker de Bergman-film is indrukwekkend. O.a. Die Blechtrommel van Schlöndorff en Alexander Platz van Fassbinder ontbreken in het lijstje, maar dat heeft wellicht te maken met het klaren van rechten en dergelijke.



cover




Studio: Homescreen

Regie: Bertrand Blier, István Szabó, Carlos Saura, Ingmar Bergman, Ettore Scola, Claude Goretta, Theo Angelopoulos, Serif Gören & Yilmaz Günez, Krzysztof Kieslowski, Mike Leigh, Jiri Menzel, Margarethe von Trotta
Met: Zie individuele dvd's

Film:
-/10

Extra's:
-/10

Geluid:
-/10

Beeld:
-/10


Regio:
2

Genre:
Drama

Versie:
Benelux (NL)

Jaar:
1966-1993

Leeftijd:
12

Speelduur:
1625 min.

Type DVD:
SS-SL

Barcode:
8717249471134


Beeldformaat:
diverse PAL

Geluid:
Zie individuele dvd's

Ondertitels:
Zie individuele dvd's
Extra's:
• Zie individuele dvd's

Andere recente releases van deze maatschappij