PARADIJSVOGELS, DE - SEIZOEN 2
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2006-07-05
SERIE
In Leiedonck kabbelt het leven rustig verder. Af en toe sterft er eens iemand, of wordt er ergens nieuw leven geboren, maar de mensen blijven, zoals dorpsfilosoof annex schoenlapper Rietje Rans (Jef Burm) het zo poëtisch verwoordt, als vlas aan de Leie: als er een stormwind staat, buigen ze, maar als de zon schijnt, richten ze zich allemaal samen weer op. In tegenstelling tot de
eerste reeks van De Paradijsvogels, nog sterk geïnspireerd op de boeken van Heimatauteur Gaston Martens, werd de tweede reeks grotendeels door scenarist Marc De Bie neergepend, zij het met de nodige égards aan het origineel, en met behoud van het grootste deel van de originele cast. Een handjevol acteurs zoals Robert Marcel en Jan Reusens zijn er niet meer bij, maar hun stek wordt ingenomen door enkele nieuwelingen uit dezelfde oud-Vlaamse acteerschool, zoals Sjarel Branckaerts en Ann Petersen.
In deze tweede serie lopen grosso modo drie rode draad-verhalen door elkaar. Eerst en vooral volgen we de belevenissen van Isidoor De Mulder (Vic Moeremans) en zijn vrouw Clothilde (Ann Petersen), die het pittoreske Leiedonck-Waterland hebben ingeruild voor het mondaine Gent. De Mulder is stinkend rijk geworden - hij wil er liever zelf niet over uitwijden hoe, maar het heeft alleszins met de oorlog te maken - en probeert zich het imago van een
nouveau riche aan te meten. Hij is plots beschaamd over zijn Vlaamse roots, probeert alle modetrends op de voet te volgen, en heeft niets beters meer te doen dan te trachten zijn kennissenkring te overtroeven. Echter, Isidoor is en blijft noch steeds een achterlijk keuterboerke uit het godvergeten achterland, en er zijn maar wat genoeg parvenu's die achter zijn fortuin aanzitten. Gelukkig vallen op tijd de deksels van zijn ogen. In een tweede verhaallijn zien we hoe Pier de smid (Ward De Ravet) als voorzitter van het feestcomité het gouden jubileum van Gust (Carlos Van Lanckere) en Siska (Rose Calmeyn) Verhelle dirigeert. Al die viering rond zijn persoon is voor de simpele werkmens Gust er echter te veel aan, zeker als zo'n dag als hun vijftigste huwelijksverjaardag er onvermijdelijk op neerkomt dat zijn drie kinderen, een alcoholicus, een militante socialist en een
kakmadam, elkaar gegarandeerd in het openbaar naar de keel gaan vliegen. En om voor eens en altijd in Brussel te laten weten dat die van Waterland toch geen
boerkes zijn, wil Pier eigenhandig een kerk op Waterland bouwen, zodat de gelovigen niet langer in de barste seizoenen de tocht naar Leiedonck moeten maken. Het levert hem een hoop ongenoegen van de pastoor (Marc Leemans) op, en het banale conflict ontaardt in een bijna dodelijke vete.
En daarnaast lopen er nog enkele kleinere rode draden door de afleveringen heen. Leentje (Machteld Ramoudt) woont nu bij haar vader, de burgemeester (Alex Wilequet), en is daardoor een interessante partij geworden om te trouwen. Ze wordt nog steeds het hof gemaakt door Tuurke (Luk Perceval), maar vader staat erop dat de kinderen eerst deftig ge stiel leren om de brouwerij over te kunnen nemen. Leentje ziet, blind als een mol, de liefde van haar leven echter niet staan. Ook de kinderen van Pier de smid, Bolle Verbuyck (Anton Peters) en Rietje Rans zijn op het vrijerspad, de ene keer met al wat meer toestemming van de ouders dan de andere, en de jaarlijkse kermis is dé gelegenheid bij uitstek voor de vrijgezellen om naar een nieuw lief op zoek te gaan, zelfs al zijn die vrijgezellen al een dagje ouder, zoals Clément Lambrecht (Sjarel Branckaerts), die eindelijk de moed heeft bijeengeschraapt op zijn grote liefde, de ietwat simpele maar liefdevolle dienstmeid Eufrasie (Rita Lommée), ten huwelijk te vragen.
In tegenstelling tot de eerste reeks werd de tweede niet meer voor een levend studiopubliek geschoten. Toch blijft de opzet nog steeds toneelachtig, met veel ruimte voor overacting (vooral door Jef Burm en Anton Peters), alhoewel er in het tijdsverloop al wat meer sprongen zitten tussen de afleveringen, en er binnen elke aflevering toch al drie locaties in plaats van één verschillend decor worden gebruikt. Een ander resultaat is dat de applausband verdwenen is, wat wel gewikt en gewogen niet echt een handicap is. Vooral de goede uitwerking van de volkse personages is een troef, waarbij Luk De Smet als de stomme Polleke toch wel veruit de beste prestatie levert. Ook toneellegende Ward De Ravet heeft in deze reeks met zijn rol van de emotionele doordouwer Pier Aemerlinck ongetwijfeld de beste prestatie in zijn al rijke carrière (als we het wangedrocht
Commissaris Roos even in de amnesie-sectie van onze hersens parkeren) neergezet.
AFLEVERINGEN
14. Pier de smid (Ward De Ravet) heeft op een regenachtige avond in zijn hangar een vergadering belegd, waar de mannen van het dorp beslissen hoe ze het gouden jubileum van Gust (Carlos Van Lanckere) en Siska (Rose Calmeyn) Verhelle gaan vieren. Al snel dwaalt het gespreksonderwerp af naar Piers megalomane plan om in de deelgemeente Waterland een kerk te bouwen, om "de heren in Brussel" te laten weten dat met die van Waterland niet mag gelachen worden. Philomene (Alice Toen) en de pastoor (Marc Leemans) proberen in de gietende regen het gezelschap af te luisteren. De vergadering wordt ruw onderbroken door Cies Stampers (Walter Cornelis), die waarschuwt dat de dijken op het punt staan het te begeven. En dat is nog niet de enige miserie: een stroper van in de buurt van Kortrijk, Rinus (Kristiaan Lagast), heeft per ongeluk een welbekende dorpsinwoner doodgeschoten.
15. Mentie (Lode Van Beek), Rietje Rans (Jef Burm) en Staf Verhelle (Piet Balfoort) zijn op uitnodiging van Isidoor De Mulder (Vic Moeremans) in zijn chique appartement in Gent, waar hij Mentie een boekenkast wil laten maken. Toevallig is ook Stafs broer Fons (Daniël Muyllaert) aanwezig, die zich tot het socialisme heeft bekeerd en al jaren met zijn familie gebroken heeft. Staf probeert om de brokken toch te lijmen met het oog op het nakende jubilem van hun ouders. Hun schoonbroer, Miel (Marcel De Stoop), een omhooggevallen parvenu, probeert Isidoor voor vanalles en nog wat geld uit zijn zakken te kloppen, en weet hem zelfs zover te krijgen dat hij hun jarenlange meid, Eufrasie (Rita Lommée) aan de deur zet ten voordele van een jong en sexy ding dat beter presenteert om de deur open te maken. Isidoors vrouw Clotilde (Ann Petersen) is echter niet gelukkig met die gang van zaken.
16. Bij de familie De Mulder moet het feest nog maar beginnen! Mijnheer Isidoor laat zich door zijn schoonbroer het hoofd op hol jagen, en heeft zich een piano laten aansmeren, zodat de
beau monde van Gent op hun kosten op hun appartement feestjes kan houden. Miels vrouw, Irma Verhelle (Arla Theys) is intussen weg van de operatenor Gerard De Lombardi, die een exclusief optreden komt geven op het appartement van de De Mulders. Eufrasie wordt echter intussen het bloed onder de nagels gepest door de nieuwe meid, Blanchette (Carmen Jonckheere), duidelijk een protégé van Miel. En Clothilde? Die moet zwijgen. Total onverwacht staan burgemeester Hippoliet (Alex Wilequet) en Catho (Denise Deweert) voor de deur. Ze hebben voor Eufrasie een brief bij van Clément Lambrecht (Sjarel Branckaerts), die na twintig jaar samen te wonen met zijn zuster toch eindelijk eens aan trouwen denkt, en zijn jarenlange liefde Eufrasie uitnodigt op de kermis van Leiedonck.
17. Het is alweer de derde kermis op Leiedonck sinds de moeder van Leentje (Machteld Ramoudt) zich bekend heeft gemaakt. Leentje is intussen door haar vader bij het bestuur van de brouwerij betrokken, en als haar verloofde, Tuurke (Luk Perceval) zijn avondschool goed afmaakt, is hij de gedoodverfde opvolger om de brouwerij over te nemen. De stomme Polleke (Luk De Smet) kan het alleen maar met lede ogen aanschouwen. Er terwijl Brozie (Marijn De Valck), Ulle (Magali Uytterhaegen) en Rappe (Oswald Versyp) Catho fameus bij de neus nemen, en Wies de Barbier (Dré Van Daele) Catho een nieuw parfum schenkt, hangt er liefde in de lucht. Soms minder goed nieuws: Goeleke (Nelleke Klaren), de dochter van Bolle (Anton Peters), hoort niets meer van Veerke (Lucas Vandervorst), Rietjes zoon die in het leger zijn dienstplicht vervult, en Lieske Verhelle (Chris Verhaegen), de dochter van Staf, laat zich gewillig inpakken door de jonge en hevige Louitje (Ludo Busschots). Clément en Eufrasie zijn ongewild getuige van al dit pril huwelijksgeluk, en zijn als jonge veertigers de mening toegedaan dat het uiteindelijk toch allemaal niet meer voor hen weggelegd is. De dorpsbewoners hebben er echter anders over beslist...
18. Leentje krijgt van haar vader te horen dat ze nog minstens twee jaar zal moeten wachten vooraleer ze met Tuurke zal mogen trouwen. Hippoliet wil dat de twee eerst voldoende studeren om met kennis van zaken de brouwerij over te nemen. Als ultieme middel om Hippoliet te overtuigen schakelen ze Catho in. Hippoliet is als de dood voor wat zijn zuster Emmerence (Diane De Ghouy) van het huwelijk zou denken. Leentje heeft echter de gunst van tante Emmerence al lang verworven.
19. De dag van het gouden jubileum van Gust en Siska Verhelle is aangebroken. De ene na de andere dorpsbewoner, met op kop de pastoor en in zijn kielzog de koster (Ugo Prinsen), komt het paar feliciteren. Gust laat zijn zoon Staf beloven dat hij vandaag, nu de familie in de kijker staat, niet overmatig zou drinken. In de hangar van Pier de Smid zijn Leentje, Goeleke en Rozeke (Linda Lepomme) de praalwagen aan het voorbereiden, en Wies is vuurwerk in elkaar aan het brouwen. De kleurrijke evocatie van het Belgische koloniale verleden, met Pier uitgedost als Leopold II, wekt natuurlijk weer de wrevel van de champetter (Werther Van der Sarren), die er gewoon om vráágt om weer eens uitgelachen te worden door de vaste clique.
20. Isidoor De Mulder maakt zich klaar om met de familie Verhelle naar Leiedonck te rijden voor de jubilee van hun ouders. Wanneer er een aangetekende brief aankomt om de piano terug te eisen, vallen eindelijk de schellen van zijn ogen en ziet hij in dat Miel een omhooggevallen bedrieger is. Hij besluit hem eens een flinke toer terug te lappen. Bij de Verhelles valt de komst van de kinderen niet in goede aarde. Vooral Blanchette, het lief van Fons, trekt op negatieve manier de aandacht.
21. Het jubileum ontaardt in een complete familiale scheldpartij. Miel en Blanchette hebben Staf dronken gevoerd, en de hauteine Irma wil dat haar ouders de geschenken van burgemeester Hippoliet niet aanvaardt. Gust weert zich als een duivel in een wijwatervat, maar kan niet voorkomen dat zijn kinderen hem te schande maken.
22. Door de aanhoudende regen staan de dijken op springen. Pier meent dat de overheid het gehucht Waterland niet voor vol aanziet omdat ze geen eigen parochie hebben, en hij blijft maar doorzeuren dat ze een eigen kerk moeten hebben. De pastoor steigert bij het horen van dit voorstel, maar wanneer de dijken het effectief begeven, krijgt Pier de boeren op zijn hand. Rietje helpt intussen Piers zoon Zeentje (Bob De Moor) om een liefdesbrief te schrijven, niet wetend dat die voor zijn dochter Rozeke bestemd is. Het paar krijgt uiteindelijk de goedkeuring van de beide vaders, op voorwaarde dat ze kunnen wachten tot de nieuwe kerk gebouwd is.
23. De ruwbouw van de nieuwe kerk op Waterland staat er, en al wie heeft meegeholpen mag aanschuiven aan de rijke feestdis. Er moeten echter nog enkele dingen besproken worden, niet in het minst hoe de bisschop gaat worden uitgenodigd om ze te komen wijden. Wie er als eerste in de kerk zal trouwen, is al duidelijk: Zeentje en Rozeke. Tuurke en Leentje zijn intussen al getrouwd, Goeleke heeft daarentegen bericht gekregen dat Veerke heeft bijgetekend in het leger. En ook de eerste dopeling meldt zich al aan, wanneer Clément Lambrecht het heugelijke nieuws brengt dat Eufrasie in blijde verwachting is. De vraag wie de eerste wordt die in de nieuwe kerk zal begraven worden, die Mentie nog al lachend stelt, wordt echter plots niet meer zo hypothetisch als ze op het eerste zicht lijkt.
24. Vijf maanden zijn intussen verstreken, en de bisschop heeft nog altijd de brief (op rijm!) van Rietje niet beantwoord. Labor Et Constantia heeft intussen in zowat alle buurgemeenten hun volledige oeuvre al een keer of drie gespeeld om fondsen in te zamelen. Pier zet de mensen aan tot een stakingsactie: op zondag gaan ze niet meer naar Leiedonck naar de mis, zo lang de kerk van Waterland niet gewijd is, ondanks het hevige protest van de pastoor. Philomène neemt elke gelegenheid te baat om Pier en zijn "bende trawanten" zwart te maken, en schuwt daarbij de grote middelen niet: ze laat Brozie doen alsof hij een hartaanval krijgt, zodat ze hem voor de sacramenten der stervenden wel naar de oude kerk moét gebracht worden. De overigens slecht volgehouden komedie slaat om in bittere ernst wanneer het pasgeboren kindje van Clément en Eufrasie, dat nog steeds niet gedoopt is, slechter en slechter wordt. De pastoor weigert om het in het kerkgebouw te dopen, en uit colère doet Pier het dan maar zelf. Dit levert hem de banvloek van de pastoor op.
25. Er zijn reeds drie weken verdwenen, en Pier heeft niets van zich laten horen. De geruchten gaan dat Pier zichzelf in de Leie heeft verdronken uit onvrede met het feit dat het bisdom niet op Rietjes brieven met verzoek tot wijding van de kerk is ingegaan. Vooral Philomène is er het hart van in, wat niet wegneemt dat de koster al avances aan het maken is nog vòòr het lijk goed en wel begraven is. De geruchtenmolen geraakt in een stroomversnelling nadat er een flink onherkenbaar lijk is gevonden. Enkele getuigen herkennen het lichaam formeel als dat van Pier, want wie zou het anders kunnen zijn. Alleen, het is 'm niet, want hij daagt na een week in bed gelegen te hebben met kolieken, plots bij Rietje op.
26. Brozie heeft gesuggereerd dat - uiteraard tegen betaling - hijzelf, Ulle en Rappe door de heilige Sint-Elooi hoogstpersoonlijk zullen genezen worden van hun handicaps, om Pier de mogelijkheid te geven in volle glorie terug te keren onder de levenden. De heisa rond de kerk van Waterland is intussen nieuws geworden in de lokale pers, en doorgedrongen tot het bisdom. De bisschop zelf (Albert Vandoorne), een oud-studievriend van Hippoliet, komt hoogstpersoonlijk naar Waterland om zich van de situatie te vergewissen, en hij staat erop om de schrijver van de brieven, Rietje, te ontmoeten. Piers miraculeuze genezingsshow staat intussen op het punt te beginnen, zij het dat die iets anders af zal lopen dan hij zelf verwacht had.
BEELD EN GELUID
Ook deze tweede reeks van
De Paradijsvogels kunnen we op technisch gebied bezwaarlijk een succes noemen. In zowat elke aflevering zitten er plekken waarop de beeldband, duidelijk een video-opname, beschadigd is door horizontale lijnen. De oude beelden hebben een zekere charme, maar de print ziet er uit alsof ze uit de stoffigste kelderkrocht van het VRT-archief is opgediept. Alhoewel de afleveringen gemiddeld iets langer zijn dan in de eerste reeks, is het aantal discs teruggebracht van vier tot drie. Hierdoor zitten er bijvoorbeeld op de derde disc (die toevallig wat langere afleveringen bevat) in de laatste aflevering heel wat compressie-artefacts. De beeldband heeft bovendien een tijd opgerold gezeten, waardoor er onder meer kleurverspringingen (aflevering 15) te zien zijn, waarschijnlijk omdat één zijde van het bronmateriaal aan licht is blootgesteld. Hetzelfde effect zorgt ervoor dat het geluid "doorlekt": als er bijvoorbeeld erg luide muziek begint te spelen, dan is dit een paar seconden daarvoor al in de achtergrond te horen. Ook de zwevingen in het volume zijn niet in alle openingscredits weggewerkt, alhoewel het Bridge siert dat ze ditmaal wél alle begin-en eindtitels hebben laten staan. Door het veelvuldige gebruik van het Oostvlaamse dialect was een ondertitelingsspoor geen overbodige luxe geweest.
EXTRA'S
De enige extra die we terugvinden is een reeks trailers van Bridge-VRT releases uit de oude en nieuwere doos.
CONCLUSIE
De Paradijsvogels 2 is opnieuw een box gevuld met nostalgie uit de vroege jaren '80, toen de toenmalige BRT nog alles, maar dan ook alles, aan het publiek verkocht kreeg. En enigszins is het jammer dat voor dergelijke reeksen in het programma-aanbod geen plaats meer is, want boxen zoals deze gaan als zoete broodjes over de toonbank.