DVDInfo.be >>
Bespreking >> KINGDOM OF HEAVEN [DIRECTOR'S CUT]
KINGDOM OF HEAVEN [DIRECTOR'S CUT]
Bespreking door: Werner - Geplaatst op: 2007-01-15
FILM
1184. De jonge smid Balian (Orlando Bloom) wordt door de Franse dorpsgemeenschap uitgestoten nadat zijn kind in het kraambed is gestorven en zijn vrouw (Nathalie Cox) zich de vloek van de eeuwige verdoemenis in de hel op de hals heeft gehaald door in een gedeprimeerde bui zelfmoord te plegen. Bovendien heeft de lokale geestelijkheid nóg een vanuit hun standpunt bekeken goeie reden om zich van Balian te ontdoen: als hij dood zou zijn, dan zou zijn erfenis - toch een niet onaardig lapje grond met een smids op - naar zijn broer gaan, die priester is, en zo in handen van de kerk komen. Priesters blablabla gelofte van armoede blablabla Vaticaan stinkend rijk etcetera etcetera. Balian wordt echter benaderd door de vers van de kruistochten teruggekeerde Godfrey de Cornier (Liam Neeson), die als jongere broer van de leenheer Roger (Robert Pugh) zijn fortuin zelf is moeten gaan zoeken, en in Jeruzalem baron van het landgoed Ibelin is geworden. Godfrey laat uitschijnen dat Balian zijn (bastaard)zoon is - blijkbaar heeft hij gebruik gemaakt van het ius prima noctis - en als er dan toch geen toekomst voor Balian is weggelegd in Frankrijk, kan hij misschien beter meereizen naar het Heilige Land, waar iemands status, in tegenstelling tot in Frankrijk, meer wordt afgemeten op de moed die hij tentoon spreidt dan op zijn afkomst. Balian twijfelt, maar wanneer hij zijn broer doodt wanneer die zijn overleden vrouw belachelijk maakt, en de enige manier om zijn zonden weg te wassen is om deel te nemen aan de kruistochten, volgt hij, aanvankelijk met een lichte tegenzin, zijn vader naar de haven van Messina. Maar ook heer Roger en zijn zoon (Paul Brightwell) zouden zich liever van Godfrey ontdoen. Tijdens een overval waarin ze Balian komen opeisen om terecht te staan voor moord, wordt Godfrey dodelijk gewond. Alvorens te sterven slaat hij zijn zoon tot ridder en tot zijn opvolger als baron van Ibelin, en vraagt hem om zijn plaats in te nemen in Jeruzalem.
Honderd jaar voor de gebeurtenissen in de film werd Jeruzalem door de christenen ingenomen, en ze hebben de stad bij die gelegenheid etnisch gezuiverd van de moslims. Sindsdien zijn de relaties tussen de diverse bevolkingsgroepen echter gestabiliseerd, en heerst er een gespannen vrede: de huidige koning Baldwin (Edward Norton) wil Jeruzalem het open karakter laten behouden, waar joden, christenen en moslims even welkom zijn om hun respectievelijke heiligdommen te bezoeken, en hij staat als buffer tussen de honderdduizenden rond Jeruzalem ingekwartierde soldaten van de morenkoning Saladin (Ghassan Massoud), met wie hij een band van wederzijds respect onderhoudt, en de fanatieke kruisvaarders van de ambitieuze Guy de Lusignan (Marton Csokas), de echtgenoot van 's konings zuster Sybilla (Eva Green). De Lusignan zou liefst van al de job afmaken en de moslims voor eens en altijd definitief uitroeien; door de kruisvaarders regelmatig aanvallen uit te laten oefenen op moslimkaravanen, hoopt hij toch nog een oorlog te provoceren, daarbij geholpen door de al even godsdienstwaanzinnige lord Reynald (Brendan Gleeson). De koning kan de politieke evenwichten voorlopig nog bewaren door streng maar eerlijk recht te spreken over al wie zich misdraagt - moslim of christen - maar de tijden dreigen te veranderen naarmate de koning meer en meer in de onmogelijkheid geraakt te regeren, aftakelend door melaatsheid. Bovendien staat er niemand klaar voor de opvolging: zijn zus Sybilla heeft uit haar eerste huwelijk nog een zoon (Alexander Potts), maar die is nog minderjarig en blijkt al even ziek te zijn als zijn oom.
Balian probeert intussen zijn plaats te vinden in de nieuwe wereld. Onder zijn leiding bloeit het landgoed Ibelin weer op, voorziet hij het door zijn technische kennis van het levensnoodzakelijke water, en de diverse bevolkingsgroepen leven er in harmonie samen. Toch blijft hij in de eerste plaats een ridder: de koning en zijn hofmaarschalk Tiberias (Jeremy Irons) schenken hem het vertrouwen, en Sybilla schenkt hem zelfs haar liefde. De smid wordt door zijn nederige afkomst door de kruisvaarders aan het hof voortdurend met de nek bekeken, maar de manier waarop hij zijn landerijen beheert vallen in positieve zin op bij de koning, die hem tot één van zijn intieme vertrouwelingen gaat beschouwen. De koning vraagt hem om Jeruzalem te beschermen wanneer hij zelf persoonlijk tussenbeide moet komen na alweer één van de uitspattingen van Reynald, die een moslimkaravaan heeft uitgemoord. Koning Baldwin kan zijn ambtsgenoot Saladin tot kalmte manen, belovend zelf recht te spreken. Hij roept Reynald hardhandig tot de orde, maar de reis heeft te veel van zijn krachten gevergd, en hij is stervende. Wanneer hij en kort daarop ook nog zijn zoon uiteindelijk allebei overleden zijn, roept regent Guy de Lusignan zichzelf uit tot nieuwe koning, en is de confrontatie met het leger van Saladin onvermijdelijk. Reynald provoceert de Saraceense koning door zich aan zijn zuster te vergrijpen. In hun overmoed trekken de kruisvaarders tegen het leger van Saladin op, maar die laatste zijn uiteraard beter bekend met oorlogvoering in woestijngebied. De kruisvaarders worden gedecimeerd en uiteindelijk blijft Balian als enige met een beetje militaire kennis over om de stad te redden tegen de niet helemaal onterecht op wraak beluste belegeraars. Dat ze Jeruzalem zullen moeten overdragen aan Saladin is al een uitgemaakte zaak, het is alleen een kwestie om zodanig veel weerstand te bieden dat Saladin, om nodeloos bloedvergieten te vermijden, kiest voor een bestand en de verliezers een veilige aftocht schenkt.
Het nieuwe troetelkindje van Gladiator-regisseur Ridley Scott, die eigenlijk na zijn oscarwinnende film heel andere plannen had (maar daarover verneemt U meer in de extra's-sectie) werd bij zijn bioscoooprelease redelijk onrespectvol behandeld; om de mastodont-film toch nog enigszins tot redelijke proporties te herleiden, eiste en kreeg producent Fox een kortere cut, die toch ook al zo'n 139 minuten duurde. Eén en andere ging ten koste van een belangrijk aandeel in de karakterontwikkeling: Balians motivaties om naar Jeruzalem te reizen, de opvolgingskwestie van koning Baldwin en het verleden van Godfrey de Cornier waren op zijn zachtst gezegd maar vluchtig neergekrabbeld. Met deze director's cut, die tegelijkertijd ook wat rauwer is, en waarbij net als in Gladiator in de schokkerige montage heel wat ledematen ofwel in het rond vliegen, ofwel doorboord worden door een uitgebreid assortiment aan middeleeuws scherp wapentuig, is de hand van Ridley Scott duidelijk te herkennen en krijgt het verhaal zelf gelukkig wat eerherstel. Het gaat hier niet om een uitgebreide versie waar men snel-snel nog wat verwijderde scènes terug heeft ingemonteerd om het als extended edition te kunnen bestempelen, zoals de vele recente Buena Vista-releases, als daar zijn The Chronicles Of Narnia: The Lion, The Witch And The Wardrobe, recent heruitgebrachte films als Pretty Woman, Gone In 60 Seconds en Coyote Ugly, en binnenkort nog te verschijnen extended editions van Con Air en Enemy Of The State - alhoewel de eerlijkheid ons gebiedt te zeggen dat in het geval van Narnia een dubbele aanschaf te overwegen was wegens het substantieel uitgebreide aanbod aan goede extra's. Extended editions doen het echter niet goed (meer) op de markt; de verkoopcijfers van King Kong van Peter Jackson, nochtans de peetvader van de dvd extended director's cut sloegen zelfs zodanig tegen dat een Benelux-release van de uitgebreide versie door Universal geschrapt werd. De ook niet zo dramatisch veel langere versie van Hellboy kon eigenlijk nog net aan de man gebracht worden door het toevoegen van een speciaal beeldje voor de verzamelaars van dergelijke.
Nu, de director's cut van Kingdom Of Heaven situeert zich op inhoudelijk vlak ergens in het klassement boven de uitgebreide versies van Der Untergang en onder de drie Lord Of The Rings-films. Vooral in het Verenigd Koninkrijk moeten ze dat laatste geweten hebben, want het zou ons niet verbazen als vanwege de vormgeving van de UK-versie New Line Cinema Fox een proces aansmeert wegens plagiaat. Voor de Benelux werd echter de director's cut in de categorie "tot nader order naar de archieven verbannen" ingedeeld, wat spijtig is, omdat de discs al gefinaliseerd waren, en in tegenstelling tot de UK-versie al van Nederlandse ondertiteling voorzien. In Australië verkreeg mega-e-tailer EzyDVD het (voorlopige) alleenrecht voor verspreiding van de 4-disc director's cut, en hun eigen reputatie indachtig voorzagen ze deze van een mooie exclusieve tinnen reliëfverpakking. We zijn niet echt liefhebbers van dergelijke veredelde, veel plaats innemende koekblikken, maar aangezien deze versie in tegenstelling tot de Engelse wél over Nederlandse ondertiteling beschikt, gewoon duaal R4/R2-gecodeerd is, inhoudelijk wél de "normale" versie overklast, en op de koop toe ook nog eens redelijk aardig geprijsd staat (normaal zijn we geen prijsvergelijkers, maar om en bij de 30 euro inclusief verzending voor een dergelijke luxueuze uitgave is echt géén geld), zijn we toch overstag gegaan.
Het eerste wat opvalt bij het bekijken van de director's cut is het meer afgemeten tijdsgebruik. Zonder de hete adem van Fox in zijn nek heeft Scott meer ruimte - 46 minuten om precies te zijn - om zijn verhaal te vertellen, de karakters in een juist historisch kader te plaatsen en hun achtergrondgeschiedenis beter in te kleuren. Wie daar het meest van profiteert is Orlando Bloom, die in de theatrical cut van de film maar eerder een matte rol vervult die niet echt veel meer inhoudt dan zijn kartonnen bijdrage aan de Pirates Of The Caribbean-franchise, maar hier toch zijn personage een stuk geloofwaardiger kan invullen als een door een jammerlijke reeks tegenslagen in ongeloof vervallen, verbitterde en bijzonder sceptische man die op zoek is naar geestelijke absolutie, voor zichzelf maar ook voor zijn overleden vrouw, die volgens de dogma's van de katholieke leer door haar zelfmoord zonder pardon de hel is ingekapatulteerd. Balian weigert zich hier duidelijk bij neer te leggen, maar een mengeling van vrees, al was het maar in plaats van zijn echtgenote, dat het toch wel eens waar mocht zijn én het op de loop moeten gaan voor de toorn van de kerkgemeenschap, maakt dat hij zijn leven opnieuw richting kan en moet geven. Het thema is oud en beproefd, de rol is van opzet ongeveer hetzelfde als Russell Crowe in Scott's Gladiator vertolkte, maar het Griekse tragedierecept werkt nog steeds. Orlando Bloom krijgt ditmaal de kans om in zijn rol te groeien, en dat was in de theatrical cut zeker niet het geval. Ook de verhaallijn rond de zoon van koning Baldwin, die aan dezelfde ziekte leed als zijn vader, een subplot die ondanks de historische verantwoording ervan - en dan hebben we het nog niet over de manier waarop deze in de film toch een niet onbelangrijk onderdeel van het verhaal uitmaakt, - de Fox-bazen zodanig deed geeuwen dat ze hun slecht gereputeerde schaar boven haalden, werd volledig in ere hersteld. Hetgeen ons alleen maar kan doen besluiten dat de producenten hun publiek op intellectueel vlak niet al te hoog hadden ingeschat. Ook de ware reden van Godfrey's overhaaste vertrek uit Frankrijk werd beter omkleed. Naast al deze elementen werden ook enkele kleine en minder kleine details in ere hersteld, waardoor enkele minder belangrijke spelers in de oorlog consistenter in het verhaal worden geweven, en natuurlijk niet te vergeten de finale confrontatie tussen Balian en Guy. Maar dit zou natuurlijk geen Ridley Scott-film zijn als de director's cut niet een behoorlijke portie meer fysiek geweld bevatte, verspreid over zowat de hele film. Dit alles draagt zeker bij tot de epische status van het geheel, die een iets te snel afgehaspelde film als pakweg Troy toch mist. Scott had zelfs tijd om de film te voorzien van een overture en een entr'acte, tegenwoordig zelden gezien in een tijdperk waarbij het gros van het filmkijkend publiek hun hersens aan de ingang inruilen voor een zak popcorn - de laatste moderne film met een overture die we ons kunnen voor de geest halen is Lars von Triers Dancer In The Dark, niet dadelijk een Hollywoodprodukt. Films van epische proportie hebben nu éénmaal hun tijd nodig om de kijker in een welbepaalde sfeer van medeleven te brengen. Stel uzelf de vraag: hoe zou de filmgeschiedenis er niet verminkt uit hebben gezien als de producenten van Lawrence Of Arabia in hun oneindige wijsheid hadden geoordeeld dat de film toch écht wel te lang was, en tot twee uur, maximum twee en een half zou moeten worden herleid?
Gelukkig is er tegenwoordig een beetje een tegenovergestelde tendens aan het ontstaan, en staat er een niet onbelangrijk segment van het publiek, dat gestaag groeit, almaar meer open voor iets minder rechtlijnige of hapklare verhalen, een cast met meerdere belangrijke bijrollen die in tegenstelling tot zovele andere films ook mee een evolutie doormaken; en ere wie ere toekomt, we hebben zulks te danken aan de "erfvijand" van de bioscoop, de televisie, waarin met historische spektakels van het kaliber van Rome werd aangetoond dat epische grandeur en een groot kijkpotentieel toch wel kunnen samengaan. Naast de 46 minuten extra zijn er overigens een paar heel minimale puntjes uit de theatrical cut gehaald, om hier en daar de overgang tussen de versies wat vlotter te laten verlopen, en niet nodeloos tweemaal hetzelfde te moeten herhalen, maar samengeteld gaat dit hoogstens over enkele seconden; het meest opmerkelijke is waarschijnlijk dat iets meer indirect wordt aangebracht dat Godfrey de natuurlijke vader van Balian is. De director's cut is veruit superieur in het kneden van de karakters van deze twee laatstgenoemde, maar breit ook een bevredigend slot aan het conflict tussen Balian en de Lusignan, en is gewoon in zijn geheel beter gestructureerd.
En natuurlijk mist de director's cut geen van de kwaliteiten die de theatrical cut al bezat: het is een genuanceerd portret over de godsdienstoorlogen in Jeruzalem, dat eigenlijk nog niet veel aan actualiteitswaarde heeft ingeboet, waarbij de diverse etnieën eens niet stereotiep eenzijdig als "de goeden" en "de slechten" worden afgeschilderd, maar waar nodig bijzonder veel nuance wordt aangegeven, zonder dat daarmee de film onmiddellijk té belerend wordt. Auteur William Monahan heeft, net als zovelen voor hem, met zin voor historisch detail de confrontatie tussen de vele, elkaar falikant tegensprekende godsbeelden uit de Middeleeuwen, redelijk accuraat weergegeven, maar vooral de wrede geloofszuiverheid van de Tempeliers, en de schier oneindige reeks misdaden in naam daarvan begaan, laten opvallen. Al krijgen de Moorse krijgers een behoorlijke veeg uit de pan voor hun grootspraak, dan is er daartegenover toch zeker begrip voor het standpunt van de Saracenen, die zich geprovoceerd voelen door de zichzelf moreel superieur wanende Tempeliers; de fysieke afschuw in het personage dat Marton Csokas vertolkt is bij momenten tastbaar.
Soms neigt de film zelfs net iets te vaak de andere kant uit: de christenen, en dan vooral de leiding van de clerus, zijn grotendeels lijkenpikkende, verwaande hypocrieten, die openlijk belijden dat het doden van een ongelovige in de ogen van god geen zonde is, terwijl een personage als Saladin daar net tegen contrasteert als de erudiete en misschien wel streng-moslimgelovige koning, met wie desondanks nog altijd op redelijke basis te praten valt. De botsing tussen de twee culturen, die allebei maar wat graag de anderen bestempelen als ongelovige honden, en eerder datgene wensen te beklemtonen wat de twee bevolkingsgroepen scheidt dan wat hen bindt - op gegeven moment merkt Balian de gelijkenis op tussen de teksten uit de bijbel en de koran. De manier waarop het uitdijende conflict ervaren wordt bij zowat alle geloofsovertuigingen, van extreem religieus fanatiek (Guy de Lusignan) over pragmatisch (Saladin) tot ronduit atheïstisch (Balian), en binnen elke fractie dan nog eens de oorlogsgezinde krijgers (Reynald) tegenover de diplomatische vredesduiven (Tiberias), legt nog maar eens de complexe psyche van de mens bloot, wanneer die allemaal verschillend reageren wanneer ze geconfronteerd worden met machten groter dan henzelf, zoals bijvoorbeeld het overlijden van een geliefde. Het Hemelse Koninkrijk uit de titel, waarin er voor iedereen een plaats is, is uiteindelijk nog héél ver af.
Met naast een rijzende maar toch nog niet volgroeide ster als Orlando Bloom, namen als Jeremy Irons, Française Eva Green, Brit David Thewlis, de Hongaarse Nieuwzeelander Marton Csokas en Noordier Liam Neeson op de affiche, is de cast een internationaal gezelschap dat de grootschaligheid van het project nog eens onderlijnt. Er valt overigens heel wat positiefs te zeggen over de manier waarop Ghassan Massoud zijn rol invult, maar ook over de manier waarop Edward Norton van achter zijn masker acteert - misschien niet zo theatraal als Hugo Weaving in V For Vendetta, maar toch met een apart soort van waardigheid. En we mogen zeker ook niet vergeten dat dit de eerste film van betekenis is over de kruistochten sinds de digitale wizardry gemeengoed is geworden in Hollywood; de speciale effecten zijn visueel verbluffend, overdadig en geven de film enorm veel vaart. Er zit evenwicht tussen de MTV-clipachtig gemonteerde vechtscènes - waarbij er behoorlijk wat meer bloed vloeit dan in de theatrical cut - en de groots opgezette setstukken waarbij het Moorse leger voor de poorten van Jeruzalem staat en hun katapulten in stelling brengen. Plus, Scott en de zijnen trekken op handige manier de aandacht weg van toch wel de enige noemenswaardige tekortkoming van de film, en dat zijn de stroeve dialogen. Dat er in films over de middeleeuwen al eens wordt gesproken met de spontaneïteit van het klem zitten ener prei in 's mans aars, zijn we intussen al wel wat gewoon geworden, maar als je dergelijke scènes dan gaat afwisselen met zwaardgevechten door dezelfde personages, wordt dit contrast al snel pijnlijk duidelijk. Het minst geslaagde stukje uit de film is dan ook de peptalk-speech die Orlando Bloom voor de finale aanval geeft, nadat hij elke boer met een hooivork in één beweging tot ridder heeft geslagen; dat "geslagen" - "And that's so you remember it." krijgt daarenboven wel een aparte betekenis. Ook wanneer op het einde van de film Balians pad dat van de legendarische koning Richard Leeuwenhart kruist, is de korte conversatie die ze voeren tenenkrullend krampachtig. Maar laten we ons niet te blind staren op die paar schoonheidsfoutjes: samengevat wegen de positieve punten zeker het zwaarst door.
BEELD EN GELUID
Vanwege de lengte van de film werd deze over twee discs verdeeld; vermits de film een entr'acte heeft, was dit ook de logische plek om de pauze in te lassen. Eén en ander heeft natuurlijk ook te maken met de geboden kwaliteit: de film is voorzien van zowel een Dolby Digital 5.1-track als een DTS 5.1-track. Beide klinken schitterend, en alle scènes uit de belegering van Jeruzalem kunnen zonder twijfel als demonstratiemateriaal dienen om heel wat home theatre-spullen te doen kopen, maar het geweld is duidelijk wat aan de luide kant in vergelijking met de dialogen en de formidabele, beetje ondergewaardeerde muziekscore van Harry Gregson-Williams, die ons eerder vorig jaar aangenaam verraste met zijn Chronicles Of Narnia-soundtrack. Ook qua beeld was het splitsen van de film over twee discs de goede keuze, want het visuele aspect, en dan in het bijzonder Ridley Scotts oog voor detail, alsook de manier waarop de close-up vechtscènes worden in beeld gebracht, werden met zorg behandeld. De kleuren, van het mistige ochtendgloren in Frankrijk (feitelijk is het Spanje) tot de blakende zon boven Ibelin en de rijk georneerde pracht en praal van de troonzaal in Jeruzalem, zijn strak afgelijnd. De high definition-transfer die in de Verenigde Staten te verkrijgen is op de nieuwste mediavarianten zal wellicht nog wat scherper zijn, maar veel zal het niet schelen.
EXTRA'S
Deze genereuze set met vier discs bevat extra's die nagenoeg compleet verschillen van al wat er op de eerder verschenen Ultimate Edition terug te vinden was. Het op die editie ontbrekende audiocommentaar wordt hier rijkelijk aangevuld met maar liefst drie exemplaren. De belangrijkste van de drie brengt regisseur Ridley Scott, scenarist William Monahan en acteur Orlando Bloom samen, alhoewel de drie deelnemers duidelijk op verschillende ogenblikken werden opgenomen, te merken aan het gebrek aan interactie. De begeestering waarmee Ridley Scott zijn film voorziet van commentaar werkt aanstekelijk, en is een stuk beter dan het redelijk technische commentaar op track twee, met producente Lisa Ellzey, visual effects-supervisor Wes Sewell en hulpregisseur Adam Somner, die naar onze smaak wat te anekdotisch en vrijblijvend klinkt. De laatste commentaartrack werd ingesproken door editor Dody Dorn, en zou voornamelijk het verschil tussen de twee cuts van de film moeten behandelen, maar verzandt meer dan eens in redelijk academisch gezwam. Net als bij de theatrical cut, waar deze feature The Pilgrim's Guide werd genoemd, is er op deze film een visueel tekstcommentaar The Engineer's Guide toegevoegd, zo betiteld om het aspect van Balians persoonlijkheid als wapensmid meer te accentueren dan dat van pelgrim. De tekst bevat wel wat interessante weetjes, maar overlapt toch erg met wat er in het commentaar van Ridley Scott en de documentaires op de laatste twee discs gezegd wordt, en is uiteraard een rechtstreekse uitbreiding van wat er al op de 2-discversie te vinden was. Ook vinden we op de eerste disc een korte inleiding door Scott zelf terug; in tegenstelling tot de extended edition van Gladiator voert Scott ditmaal niet als lamme reden aan dat er nog wat deleted scenes in de ladekast lagen, en men wel eens wou zien hoe de film er mét zou uitzien. Ditmaal is zijn keuze voor een director's cut beter gesubstantieerd.
Discs drie en vier bevatten een zesdelige mega-documentaire The Path To Redemption, waarbij alle zes delen nog eens in subsecties worden onderverdeeld, en waarin alle aspecten van de film nog eens chronologisch, van eerste ruwe ideeën over de productie, de release en de herwerking van de director's cut, in detail worden overlopen. Elk van de secties bevat zowel featurettes van variabele lengte, waarvan één telkens als hoofdfeaturette kan beschouwd worden, als uitgebreide text only-informatie.
De eerste sectie, Development gaat vooral over de eerste contacten met scenarist William Monahan, nadat Ridley Scotts volgende project, het ambitieuze Tripoli, voor onbepaalde tijd door Fox in de ijskast werd geduwd. Het beschikbare personeel werd dan na de beslissing van Fox door Scott omgeleid naar deze film, en we vinden naast 17 minuten documentaire Good Intentions onder meer het eerste concept van script van Monahan op deze discs terug, alsook wat losse aantekeningen van Scott en producente Liza Ellzey, en een reeks foto's met mogelijke lokaties.
De tweede sectie, Pre-production begint met de documentaire Faith And Courage (20 min.), een kijk op de voorbereidingen in een verder gevorderd stadium, met onder de casting en het bedenken van het design. Daarnaast krijgen we ook een kortere featurette met Cast Rehearsals (13 minuten) met Orlando Bloom, Liam Neeson en Marton Csokas, het 32 minuten durende Colours Of The Crusades met daarin de eerste concepten voor wapens en kostuums. In Production Design Primer (7 min.) gaat Ridleys ploeg op eerste werkbezoek naar de gekozen filmlocaties; daarnaast krijgen we nog drie gallerijen met extra stills, Ridleygrams, Production Design en Costume Design.
De eigenlijke Production werd over twee featurettes, en dus over twee discs gespreid. Op dit derde deel beginnen we in Spanje (om dan in deel 4 te eindigen in Marokko), en in The Pilgrimage Begins (20 min.), waarin we interessante dingen leren, zoals het feit dat zowel de scènes in het paleis van Jeruzalem als die op het Franse platteland, eigenlijk allebei in Spanje opgenomen zijn, en ook filmtechnisch minder interessante zaken, zoals de horden Spaanse meisjes met een hormonaal probleem, die post hebben gevat op de trappen van een Spaans hotel wanneer er alleen nog maar een gerucht de ronde heeft gedaan dat Orlando Bloom aanwezig zou zijn. Het interessantste stukje documentaire plakt hier echter nog achteraan, namelijk Creative Accuracy (27 min.), waarin enkele ernstige geschiedkundigen zich buigen over het waarheidsgehalte van de door Scott op film geschoten kruistochten. Om af te sluiten krijgen we nog een gallerij met storyboards en één met setfoto's.
Disc 4 en ook de vierde van zes documentaires brengt ons dan naar Marokko, waar de buitenscènes van "Jeruzalem" werden opgenomen. In Into The Promised Land (31 min.) vernemen we onder meer dat niet alleen de moslims al vooraf in het verweer kwamen tegen de toon van de film, maar dat ook sommige christelijke groeperingen hun scepsis uitten, naar goeie gewoonte nog voor ze één centimeter pellicule hadden bekeken. Zowel de Britse filmpers als gerenommeerde academici hadden er de mond van vol dat de film moslims als stereotiepe bullebakken zonder al te veel verstand zou afschilderen; achteraf bezien denken we dat de film net een universele boodschap van verdraagzaamheid uitdraagt, en dat de kritieken net werden ingegeven door het soort extremisten dat in de film wordt aangeklaagd, wat de historische relevantie ervan nog eens onderlijnt. Zoals eerder betoogd heeft de film niet alleen zijn historische nauwkeurigheid mee, maar kan er gerust gesteld worden dat christenen noch moslims zich in het bijzonder aangevallen moeten voelen, want beide kampen worden in de film geportretteerd als mensen van vlees en bloed, met gebreken en deugden, zoals iedereen. Maar kom, gratis mondelinge reclame is altijd mooi meegenomen, Oscar Wilde indachtig; de politiebescherming voor Ridley Scott was echter nog klein bier vergeleken met de logistieke problemen die altijd terug de kop opsteken wanneer men films in een woestijn wil draaien (zie ongeveer alle vorige voorbeelden uit de filmgeschiedenis). Ook de onzalige temperaturen affecteerden zowel acteurs als bepaalde set-stukken. In de featurette Unholy War: Mounting The Siege (17 min.) zien we intussen hoe ver de voorbereidende plannen staan om het beleg van Jeruzalem te filmen. Uiteraard gaat zulks gepaard met de nodige hoeveelheden storyboards en fotogallerijen.
Deel vijf, Post-production, begint met de documentaire The Burning Bush (37 min.), die over de montage en het toevoegen van de speciale effecten gaat, maar ook gaandeweg meer Scotts tegenstand tegen zijn eigen film groeit, en hij bepaalde dingen toch graag anders had gezien. We leren onder meer ook van monteur Dody Dorn hoe de digitale techniek kan gebruikt worden om bepaalde stukken van scènes in andere te voegen, om zo een heel verschillend eindresultaat te verkrijgen. En ongelofelijk maar waar, zelfs bij een film van het kaliber van Kingdom Of Heaven zijn er nóg een half uur aan verwijderde scènes (15 stuks) te bekijken, die je al dan niet met commentaar van Ridley Scott and Dody Dorn kan bekijken. Dit bewijst toch dat de montage van deze director's cut méér was dan zomaar wat inlassen van verwijderd materiaal om de consument nog eens langs de kassa te doen passeren, want de selectie is hier mogelijk paradoxaal genoeg nog strenger geweest. Hoe het eigenlijke monteren in zijn werk gaat, kan je nog eens bekijken in twee featurettes, een sound design suite (25 min.), waarin je onder meer de opnames van de dialogen kan bekijken, de foley artists aan het werk kan zien, of de eindmix ziet geboren worden, en een visual effects breakdown (22 min.) waarin vier belangrijke toepassingen van CGI in de film kort worden toegelicht: iemand in brand steken, modelbouw en digitale matte-paintings bij de visualisatie van Jeruzalem, de soldaten in de veldslagen en natuurlijk de middeleeuwse katapulten!
Het laatste deel, Release, bevat niet alleen de documentaire Sins And Absolution (18 min.) met Scotts eerste theatervoorstellingen in mei 2005, die niet zo veel opbrachten als gedacht, waarbij de makers onterecht het verwijt naar het hoofd geslingerd kregen Osama-vriendjes te zijn. Maar liefst 4 trailers (samen 7 min.) en 50 (!) televisiespots, 40 van dertig seconden en 10 van 15 seconden, worden vervolgens op ons losgelaten. Daarna volgt nog een korte voorstelling van wat persmateriaal (6 min.), footage vanop de wereldpremières in Londen, New York en Tokio (4 min.), en een hoop speciaal voor de pers geschoten foto's en posters.
Sectie zes sluit uiteindelijk af met de documentaire Paradise Found: Creating The Director's Cut (9 min.), het einde van een productioneel lang avontuur waarin Ridley Scott dankzij de dvd-kopende meute (ja, dat zijn U en ik!) uiteindelijk toch nog zijn versie voor het publiek kan beschikbaar maken, alsook enkele credits voor deze director's cut.
We gaan er nu niet met een rekenmachine naast zitten, maar in totaal mogen we toch stellen dat al het bonusmateriaal alleen al zes uur aan beeldmateriaal bevat, naast in totaal enkele honderden, zo niet duizenden, foto's en productie-tekeningen, storyboards en diens meer. Alleen al in de sectie met poster-ontwerpen vinden we meer dan 250 mogelijke concepten terug.
CONCLUSIE
Kingdom Of Heaven is een magistrale en onderschatte film: wie de theatrical cut goed vond, zal zeker deze versie willen zien, en wie de theatrical cut niet goed vond, zal misschien hier een deel van zijn of haar kritieken beantwoord zien. Beeld en geluid zijn ravissant, en het pakket extra's is een maximale score waard.
Studio:
Fox
Regie:
Ridley Scott
Met:
Orlando Bloom, Liam Neeson, David Thewlis, Jeremy Irons, Edward Norton, Eva Green, Marton Csokas, Brendan Gleeson, Ghassan Massoud
Beeldformaat:
2.35:1 anamorfisch PAL
Geluid:
Engels DTS 5.1
Engels Dolby Digital 5.1
Ondertitels:
Nederlands, Engels, Deens, Fins, Noors, Zweeds, Engels CC
Extra's:
• Geanimeerde menu's
• Inleiding door Ridley Scott
• 3 audiocommentaartracks
• Fact track
• Documentaire The Path To Redemption van +- 6 uur
(details: zie bespreking)
• Diverse gallerijen
• 4 trailers
• 50 TV-spots