TREASURE ISLAND
Bespreking door: Dieter - Geplaatst op: 2007-05-14
FILM
Robert Louis Stevensons klassieke piratenroman wordt met veel enthousiasme naar het witte doek gebracht in
Treasure Island, een film voor jongeren en zij die jong van hart zijn. Bedoeld als vehikel om de populaire sterren van boksfilm
The Champ (1931) te herenigen, maakt de prent optimaal gebruik van de productionele mogelijkheden van MGM om een beklijvende piratenwereld te creëren. Avontuur, humor en drama wisselen elkaar in gelijke doses af, in een succesvolle poging om een zo groot mogelijk familiepubliek aan te spreken. De makers laten hier en daar mogelijkheden liggen om de film een scherp randje te geven, en in het laatste half uur kabbelt de prent iets te gezapig voort, maar dat neemt niet weg dat
Treasure Island ook 73 jaar na de eerste release nog topentertainment blijft voor het ganse gezin.
De plot blijft hondstrouw aan Stevensons memorabele narratief. De vaderloze Jim Hawkins vindt een kaart in de bezittingen van een piraat die logeert in de herberg van hem en zijn moeder. Niet meer of minder dan de locatie van de fabelachtige schat van de gevreesde zeerover Kapitein Flint staat erop aangeduid. Samen met landheer Trelawney, dokter Livesey en kapitein Smollett vaart de jongen naar het schatteneiland. Wat zij niet weten is dat hun bemanning bestaat uit piraten van het ergste soort, die ooit nog hebben gediend onder Flint en nu hun orders krijgen van de éénbenige Long John Silver. Jim Hawkins heeft een goede band met de piratenleider, maar eenmaal voet aan wal gezet op Flints eiland komen de sinistere intenties van Silver aan de oppervlakte, en komen hij en de jongen recht tegenover elkaar te staan.
Weinig verhalen doen een jongenshart sneller slaan dan
Treasure Island. De plot heeft het allemaal: een verborgen schat, moordlustige piraten, verraad, bedrog en avontuur. Het scenario doet dan ook zijn uiterste best om al die elementen te bewaren. En daar slagen de schrijvers ook grotendeels is. De film begint voortvarend, met de intrede van schatkaartbezitter Billy Bones, en houdt er vervolgens een strak tempo op na. Met iedere minuut stijgt de spanning, worden nieuwe, intrigerende karakters opgevoerd, exotische horizonten verkend. Meeslepend, verrassend en herkenbaar zoeft
Treasure Island dan ook aan een moordtempo voorbij, waarbij de kijker zich geen moment zal vervelen. Nu ja, bijna dan, want na een fantastisch eerste uur, zakt de film wat ineen tijdens de laatste dertig minuten. De passage op Schatteneiland zelf wordt door Stevensons originele verhaal immers gedwongen om het status quo te bewaren tot aan de ontknoping, terwijl de film gebaat zou zijn met een continue verdere spanningsopbouw.
Dit zwakkere scenariodeel wordt gelukkig opgevangen door een inventief production design en wondermooie locaties waaraan je je ogen goed de kost kan geven. Victor Fleming, een veteraan van de stille film, toont als regisseur bovendien al het potentieel dat hij vijf jaar later zou waarmaken met de onwaarschijnlijke dubbelslag
Wizard of Oz-
Gone With The Wind. Voor zover het scenario dat nog niet deed, zuigt hij je geestdriftig het verhaal in, vindt hij een uitstekende balans tussen actie en karakterontwikkeling, houdt hij kortom een prestigeproductie moeiteloos drijvende. De ouderwets bombastische avontuurlijke muziek en een snedige montage complementeren daarenboven Flemings inspanningen.
Ook de acteurs maken van
Treasure Island een fijne beleving. Wallace Beery mag dan de scherpte ontberen om van hem een geloofwaardige piratenleider te maken – en daarmee afwijken van Stevensons oorspronkelijke personage – zijn Long John Silver is de perfecte charmante vijand die familiefilms nodig hebben. De chemie die hij op het scherm heeft met Jackie Cooper is er sinds
The Champ bovendien niet op verminderd. Cooper zal wel nooit de meest natuurlijke acteur worden, maar hij geeft als Jim Hawkins de kijker niettemin een solide ankerpunt om zijn empathie aan te koppelen. De ongewone ersatz vader-zoonrelatie tussen Silver en Hawkins was al de spil van de roman en de film versterkt dat gegeven nog, met uitmuntend effect. Lionel Barrymore domineert de eerste twee spoelen van de prent met een onvergetelijke performance als Billy Bones, terwijl MGM-réguliers Kruger, Stone en Bruce geen steek laten vallen in het soort stereotiepe rollen dat ze hun ganse carrière zouden spelen. Vreemde eend in de bijt is Charles ‘Chic’ Sale, wiens Ben Gunn lijkt weggelopen uit een misplaatste vaudeville.
Als Walt Disney in 1934 live-action films had gemaakt, dan zouden ze er waarschijnlijk hebben uitgezien als
Treasure Island: een exquise productie voor een familiepubliek die een lach, een traan en regelmatige door spanning opgewekte hartritmestoringen in zich verenigt. Dat de film ruim zeventig jaar later nog steeds in staat is een publiek volop te entertainen, spreekt boekdelen over de kwaliteit ervan. De makke laatste dertig minuten kunnen op Robert L. Stevensons oorspronkelijke tekst gestoken worden en het veel te zeemzoete slot valt te begrijpen vanuit MGM's standpunt, waarmee de enige kritieken die je op deze productie kan hebben meteen ontzenuwd worden. Als je jongens tussen de zes en tien jaar hebt rondlopen in huis, kan je hen of zoethouden met een Playstationspelletje of
Treasure Island in de dvd-speler steken. Hier een tip: kies voor het laatste. Ze zullen je eeuwig dankbaar zijn.
BEELD EN GELUID
Gezien de leeftijd van de film, kan het beeld zeker bekoren. Natuurlijk krijg je geen kraaknette print voorgeschoteld – grain is continu aanwezig, vuiltjes en beschadigingen duiken geregeld op – maar contrast en zwartniveaus zijn meer dan behoorlijk en ook de scherpte van het beeld verrast vaak aangenaam. Vooral de duistere scènes brengen het er iets minder vanaf, maar de daglichtsequenties ogen prima. Het geluid staat als een monotrack op de dvd en vervult zijn voornaamste functie – heldere dialogen – met verve. Veel dynamiek valt niet te bespeuren op het spoor, maar de audiomix is oerdegelijk.
EXTRA'S
Naar goede gewoonte schotelt Warner ons een stel klassieke korte filmpjes voor bij de release van een oudere prent op dvd. De eerste in het rijtje is
The Spectacle Maker (20 min.), een kleurrijk sprookje met musicalinvloeden en een kanjer van een moraal. Ronduit schitterend is het zwart-witte
Strikes and Spares (8 min.), waarin een bowler ongelooflijke kunststoten uithaalt met zijn bal. Cartoon
Tale of the Vienna Woods (8 min.), in two-strip Technicolor, is spijtig genoeg een pedant tekenfilmpje. Afsluitend is er een
Trailer, waarin opvalt dat alle teksten – namen van acteurs, catchy slogans, zelfs de filmtitel – afwezig blijven.
CONCLUSIE
Treasure Island is een heerlijke avontuurlijke familiefilm die de essentie van Stevensons piratenroman met klasse en enthousiasme adapteert. Een solide regie, leuke vertolkingen en een prima scenario zorgen voor een amusante zeereis van 99 minuten. Beeld en geluid ogen en klinken bovendien zeer goed gezien de leeftijd van de prent, en de bonussectie laat je enkele intrigerende korte filmpjes uit 1934 ontdekken.