PHILIP GLASS - LOOKING GLASS
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-08-09
DOCUMENTAIRE
Philip Glass geniet sinds enige jaren een ruimere bekendheid als componist van soundtracks voor succesvolle blockbusters als
The Hours, The Illusionist,
Notes On A Scandal, The Truman Show en
Les Invasions Barbares. In de jaren '80 oogstte hij veel bijval met zijn soundtracks voor de
Qatsi-trilogie van regisseur Godfrey Reggio. Maar Glass is meer dan een broodcomponist. Al sinds de late jaren '50 is hij met muziek bezig na een klassieke opleiding aan de Julliard School of Arts in New York en een grondige vorming bij Nadia Boulanger in Parijs waar hij het werk van Schönberg, Berg en Stockhausen bestudeerde, dat van Ravi Shankar en John Cage. Philip Glass zou met andere woorden nooit een klassieke componist worden in de stijl van zijn illustere voorgangers uit de 19de eeuw. Hij was vanaf het prille begin geïnteresseerd in experimentele en avant-gardistische muziekvormen die sinds Gustav Mahler opgang maakten in West-Europa en al op z'n twintigste koos hij ervoor om een totaal andere richting uit te gaan onder de invloed van het werk van Webern, Berg en Stockhausen.
Philip Glass is een vertegenwoordiger van de cyclische, repetitieve of minimalistische muziek die sterk de nadruk legt op ritme en fasering. Zijn stijl vertoont verwantschap met het werk van Steve Reich, Morton Feldman, John Adams, Terry Riley en La Monte Young die als grondlegger van de beweging wordt erkend. Minimalistische composities worden gekenmerkt door een streng grondpatroon met weinig versiering waarbij Reich zich vooral concentreerde op slaginstrumenten terwijl Glass veel meer orgels en blaasinstrumenten als basisinstrumentarium koos en John Adams strijkinstrumenten en klassieke structuren zoals kwartetten en orkestbegeleiding. In de loop der jaren maakten de minimalisten een grote evolutie door waarbij alleen Steve Reich zich min of meer aan de originele uitgangspunten hield. Philip Glass had het aanvankelijk moeilijk om aan de bak te komen. Zijn aparte compositiestijl en zijn keuze om de muziek elektrisch te versterken, vonden weinig gehoor in het eerder conservatieve klassieke muziekmilieu. Tijdens een werksessie in Keulen in 1970 toonde hij z'n partituren aan een jonge Duitse componist. Die vroeg hem waarom hij nooit had overwogen om naar een conservatorium te gaan... Vijf jaar later stond Glass in Keulen op de bühne voor de integrale uitvoering van zijn seriële cyclus
Music In Twelve Parts (1971/1974), een indrukwekkende compositie die de aandacht van een kleine groep geïnteresseerden had getrokken aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. Dat hij tot vandaag achter dat gigantische werk van meer dan vier uur staat, bewees Glass in juni 2007 met de complete uitvoering ervan in de Amsterdamse Stopera, een impressieve onderneming voor stem, orgel, twee piano’s en een klein blazersensemble.
Philip Glass groeide op in de platenwinkel van zijn vader waar hij vanaf zijn 12de instond voor de samenstelling van de inventaris en later voor de aanschaf van het klassieke repertoire. Op z'n 15de nam hij vier exemplaren van de kwartetten van Schönberg in voorraad, wat zijn vader een foute beslissing noemde, maar Glass beweerde dat het om belangwekkend klassiek werk ging dat niet in de winkel mocht ontbreken. Het duurde zes jaar voor de vier exemplaren een nieuwe eigenaar vonden, maar vader Glass was in elk geval overtuigd. Na zijn opleiding reisde Glass naar Noord-Afrika, India en de Himalaya om er zijn kennis van de oosterse muziek te vervolledigen. Terug in New York ging hij de oosterse technieken op z'n eigen composities toepassen wat leidde tot een uniek oeuvre met eigen accenten. In 1976 werkte hij voor het eerst samen met theatermaker Robert Wilson voor
Einstein On The Beach, zijn eerste operaproductie. Ondanks beperkt maar groeiend succes in Amerika en Europa kon Philip Glass niet van zijn muziek leven en nam hij achtereenvolgens een baantje aan als loodgieter, taxichauffeur en verhuizer. Dat deed ie ook nog tijdens het componeren van zijn magnifieke opera
Satyagraha, geïnspireerd op het leven van Ghandi en de opera
Akhnaten, over de Farao’s die het monotheïsme in Egypte introduceerden, een werk dat in 1984 in première ging in het Operahuis van Stuttgart. Begin jaren '90 werkte hij met theaterregisseur Robert Wilson aan
the CIVIL warS, componeerde hij een trilogie op het werk van Jean Cocteau en leverde hij de opera
White Raven af. Ondertussen begon hij aan een cyclus grote symfonieën en zorgden de soundtrack voor Martin Scorsese's
Kundun en voor
Dracula voor financiële ademruimte.
In 2002 schreef Philip Glass de muziek voor
The Hours van regisseur Stephen Daldry, voor de bekroonde documentaire
The Fog Of War over Robert McNamara, de twee-in-één opera
The Sound Of Voice, het
Tirol Concerto, een
Hommage To the Dalai Lama en de muziek voor de Olympische Spelen in 2004. Sindsdien is de componist productiever dan ooit met nieuw solopianowerk,
The Voyage, een opera in drie delen voor het Landestheater Linz (Oostenrijk), de kinderopera
De Heksen van Venetië, een nieuwe productie in samenwerking met Leonard Cohen en soundtracks voor
The Illusionist, voor de documentaire film
Enron, The Smartest Guys in the Room en voor de sf-film
Roving Mars.
Philip Glass – Looking Glass van regisseur Eric Darmon is het verhaal over de jeugd van de componist in de platenwinkel van zijn vader en zijn opleiding in Parijs bij Nadia Boulanger, over de invloeden van Ravi Shankar en John Cage op zijn werk en carrière, over de betekenis van Schönberg voor zijn latere ontwikkeling en het belang van zijn samenwerking met Robert Wilson in het theater. Darmon treft Glass op het moment dat hij in zijn New Yorkse appartement een aantal pianostukken uit
The Hours instudeert met het oog op een benefietconcert. De componist toont hem fragmenten uit de documentaire
A Fog Of War waarvoor hij de
score aan het schrijven is en praat uitgebreid over
The Sound Of A Voice, zijn recentste opera die op datzelfde moment enkele straten verderop wordt ingestudeerd. Eric Darmon gebruikt oude footage uit
Einstein On The Beach om zijn documentaire te stofferen, repetitie- en premièreopnamen van de uitvoering van het meesterlijke
Tirol Concerto in New York o.l.v. dirigent Denis Russell Davies, de man die Glass aanzette om symfonieën en kwartetten te componeren en die van essentieel belang zou zijn voor diens latere internationale doorbraak; hij toont beelden uit de werksessies tijdens de definitieve geluidsopnamen voor
La Belle et la Bête in New York en de projectie van Cocteau’s meesterwerk mét de nieuwe - voor de gelegenheid Franse - soundtrack van Philip Glass in Parijs, een beeldfragment uit
Satyagraha en
Powwaqatsi en eentje uit
The Sound of a Voice. De regisseur toont Philip Glass tijdens zijn overleg met de toneelregisseurs, tijdens een eerste lezing van de partituren en de voorstellen tot kleine aanpassing wegens technische beperkingen of stemproblemen van de zangers. Hij gaat met Glass naar Parijs en naar de Londense Stephen Friedman Gallery die foto's toont uit
Notes (2001), de kunstfilm van de Israëlisch-Amerikaanse fotografe Michal Rovner waarvoor Glass de soundtrack leverde. Het levensverhaal van Philip Glass wordt vervolledigd met foto's uit de oude doos, aantekeningen en korte interviews met de componist thuis, op straat of tijdens een werkbezoek aan één van de instudeersessies van zijn nieuwste projecten en levert op die manier een omstandig en indrukwekkend portret af van een grote persoonlijkheid die alleen leeft voor en door de muziek.
Naar aanleiding van de samenwerking met Godfrey Reggio voor de
Qatsi-trilogie, realiseerde Philip Glass zich dat een hedendaags artiest zich behoort te engageren om niet te vervreemden van de samenleving. Reggio deed dit op het terrein van het milieu, Robert Wilson was eerder politiek bezig. Via samenwerking met beide artiesten in het theater en voor de bioscoop, slaagde Glass er zelf ook in om die boodschappen in zijn muziek te leggen: de soundtrack van
Koyaanisqatsi roept beelden op van een maagdelijke moeder aarde, maar ook van een overspannen planeet als gevolg van menselijk ingrijpen en de muziek van
Satyagraha is voor altijd verbonden met het geweldloze verzet van de Indiaase staatsman Mahatma Ghandi tegen de Britse overheersing van het schiereiland.
BEELD EN GELUID
De opnamen die Eric Darmon voor deze documentaire maakte zijn van een acceptabele kwaliteit. Het manoeuvreren in de kleine werkkamer van Philip Glass is niet evident en leidt af en toe tot beelden van een zeer beweeglijke camera. Darmon heeft de opnamen zelf gemaakt zonder gebruik te maken van de diensten van een geluidsassistent en bijgevolg is ook het geluid soms niet helemaal voor honderd procent in orde. Gelukkig zijn de muziekopnamen dat wél. De footage is uiteraard beschadigd en gedateerd, maar de vaak unieke opnamen – uit o.a.
Einstein On The Beach - zijn de aanschaf van deze dvd zeker meer dan waard. Door de bank genomen ligt de kwaliteit van deze documentaire boven het gemiddelde, vooral ook wegens de voortdurend zinvolle inhoud.
EXTRA'S
Als extra krijgt u een ruim interview met Philip Glass (zo'n 35 min.) over zijn jeugd, zijn werk, zijn samenwerkingsverbanden met andere artiesten en jonge muzikanten, zijn motivatie en zijn plaats in de moderne klassieke muziek. Regisseur Eric Darmon heeft maar af en toe gebruik gemaakt van de fragmenten uit het interview om zijn eigenlijke documentaire samen te stellen en dat heeft tot direct gevolg dat het meer dan een halfuur durende interview massa's supplementaire informatie bevat. Voorts krijgt u twee uitgebreide fragmenten uit de
The Sound Of A Voice te zien, de opera die Glass in 2004 componeerde voor theaterregisseur Robert Woodruff, en waarbij de componist zelf commentaar geeft, dan een kort fragment met de componist aan de piano in de
Étude No. 2 en een
Interview met Robert Wilson, de theaterregisseur, over zijn collaboraties met Philip Glass, o.a. voor
Einstein On The Beach en
White Raven. U krijgt ook nog
Andere Trailers, reclamefilmpjes voor dvd’s over o.a. Gustav Mahler en Arvo Pärt uit het zeer specifieke aanbod van Ideale Audience Internationale. Het bijgeleverde 12 pagina's tellende boekje (Engels) bevat een kort essay van Eric Darmon en zijn scenarist Franck Mallet over de figuur van Philip Glass, een korte biografie van de componist, van de regisseur en de scenarist van de documentaire plus een paar foto’s. Als u het schijfje in de dvd-rom-drive van uw computer stopt kan u het bijgeleverde boekje in het Frans, Duits of Spaans lezen.
CONCLUSIE
Philip Glass – Looking Glass bevat een lange documentaire (ruim 50 min.) over het leven en werk van de Amerikaanse componist Philip Glass met een hele reeks interessante uittreksels uit zijn opera's, een zeer interessant interview met de man zelf (meer dan 30 min.), extra materiaal uit
The Sound Of A Voice en een interview met Robert Wilson, samen nog eens goed voor zo'n vijftien minuten. Uiteraard kunnen niet alle hoogtepunten uit een carrière van meer dan 40 jaar aan bod komen in een documentaire van 50 minuten, maar regisseur Eric Darmon heeft in elk geval voldoende boeiend en belangwekkend materiaal verzameld om een interessant en zinvol portret te borstelen dat tegelijk een overzicht biedt van Glass' fenomenale oeuvre, zijn onwaarschijnlijke werkdrang en hem tegelijk tekent als een individu van vlees en bloed, een gevoelige creatieve geest die het mag meemaken dat zijn niet zo toegankelijke werk nog tijdens zijn eigen leven wereldwijd erkenning geniet. Elke Philip Glass-fan wil deze dvd beslist in zijn collectie hebben.