RAINER WERNER FASSBINDER COLLECTIE, VOLUME II
Bespreking door: William - Geplaatst op: 2007-08-26
FILM
Faustrecht Der Freiheit
Franz Bieberkopf (Rainer Werner Fassbinder) alias
Fox zit zonder werk. De politie heeft net z’n vriend Klaus (Karl Scheydt) in hechtenis genomen wegens belastingfraude en zijn kermisattractie definitief gesloten. Klaus gaat voor drie jaar achter de tralies en Fox belandt op straat. Bij z’n zus Hedwig (Christiane Maybach) kan ie niet terecht en dus hangt hij maar wat rond in de buurt van de plaatselijke urinoir in de hoop te worden opgemerkt en opgepikt. Dat blijkt niet moeilijk, want even later verschijnt de goeduitziende Max (Karlheinz Böhm), een vlotte oudere homo met grijzende slapen, die hem maar al te graag mee naar huis neemt voor een pittige babbel…
Via Max komt Fox in het burgerlijke milieu van München terecht. Dat hij ondertussen even snel 500.000 Mark op de Lotto heeft gewonnen, komt hem natuurlijk goed uit en functioneert als een magneet op mogelijk geïnteresseerde mannen. Op een feestje in de villa van Max ontmoet Fox de goeduitziende Eugen Thiess (Peter Chatel), de hooghartige en geblaseerde zoon van een industrieel, die op neerbuigende toon over Max’s nieuwe aanwinst praat. Wanneer hij het nieuws hoort over Fox’s winnende lottobiljet verandert zijn houding van afwijzing in interesse, berekende interesse. Hij neemt Fox mee naar z’n flat en samen belanden ze in Eugens bed. Waar het aan ligt is niet duidelijk: Fox is niet aantrekkelijk en ruikt zelfs een beetje naar pis wegens zelden onder de douche. Misschien heeft hij een broek vol overtuigende argumenten? Het lijkt onvoldoende om Eugens interesse te verklaren, maar Fox hoeft geen uitleg, hij valt voor Eugens liflafferij en wordt verliefd. Dat komt hem duur te staan, want liefde maakt blind en dus ziet hij niet dat Eugen het alleen maar op zijn geld gemunt heeft om hem nadien zonder meer te dumpen.
De volledige bespreking van
Faustrecht Der Freiheit kan u
hier lezen.
Die Bitteren Tränen Der Petra Von Kant
Dit is beslist R.W. Fassbinders meest pessimistische en donkere melodrama over de menselijke aard. Het is het ontluisterende portret van een aantal vrouwen die gevangen zitten in het web van hun eigen emotionele frustraties en beperkingen. Het verhaal bevat volgens de auteur autobiografische elementen waardoor hij de kijker op onverbloemde wijze inzicht geeft in zijn eigen vertroebelde geest en verslag uitbrengt over zijn eigen lange rij relationele mislukkingen en over de onmacht om los te komen van de gangbare conventies en vooroordelen die hij in zijn oeuvre voortdurend afkeurt.
Petra von Kant (Margit Carstensen) is een succesvolle modeontwerpster. Sinds haar scheiding, drie jaar geleden, woont ze op een flat met haar bediende en medewerkster Marlene (Irm Hermann), een stille en toegewijde jonge vrouw die voor haar correspondentie zorgt en de ontwerpen uitwerkt. Petra is een vrije vrouw, vrijgevochten en onafhankelijk. Ze vroeg zelf de scheiding aan omdat Frank erop stond haar te onderhouden, maar dat betekende automatisch een mate van nederigheid en afhankelijkheid die Petra niet kon opbrengen, niet wilde opbrengen. Toen z’n zaken slecht gingen werd hij chagrijnig en veeleisend.
Hij stonk, zegt Petra met afkeer tegen haar vriendin Sidonie von Grassenabb (Katrin Schaake),
hij stonk zoals mannen stinken.
Ik doe mij onderdanig voor, is Grassenabbs reactie,
maar uiteindelijk druk ik mijn wil altijd door, maar die leefregel is aan Petra niet besteed, zij heeft het niet zo op mannen begrepen. Wanneer Sidonie von Grassenabb haar nieuwste protegee Karin Thimm (Hanna Schygulla), een eenvoudig maar zeer aantrekkelijk jong meisje, aan Petra voorstelt, wordt de modeontwerpster tot over haar oren verliefd.
De volledige bespreking van
Die Bitteren Tränen Der Petra Von Kant kan u
hierlezen.
Die Dritte Generation
Twee jaar na
Deutschland Im Herbst kwam R.W. Fassbinder op de proppen met
Die Dritte Generation waarin hij d.m.v. een fictief verhaal een stand van zaken probeerde op te maken van het politieke en maatschappelijke leven in de Duitse Bondsrepubliek na de gebeurtenissen uit de periode 1977-1978. Fassbinders
Derde Generatie is een clubje salonextremisten, verveelde burgermannetjes en -vrouwtjes die, geïnspireerd door
Die Welt als Wille und Vorstellung van de pessimistische post-Kantiaanse filosoof Arthur Schopenhauer, hun eigen terroristische celletje oprichten om af te rekenen met de uitwassen van het Duitse kapitalisme. Het bonte gezelschap zonder echte ideologie of politieke kleur wordt geleid door de blonde en bebrilde August Brem (Volker Sprengler), een eigenaardige en geheimzinnige figuur die te pas en te onpas opduikt en de
celleden op een geraffineerde manier manipuleert. Dat is niet moeilijk gezien die hun informatie hoofdzakelijk uit televisieprogramma’s en kranten halen zonder fundamentele kennis van de mechanismen die de Duitse samenleving beïnvloeden. Hun bijeenkomsten hebben trouwens meer weg van koffiekransjes en hun kleine persoonlijke problemen krijgen meer dan eens voorrang op de grote afrekeningplannen waarover ze in vrij vage termen praten.
Een belangrijke figuur in Fassbinders scenario is Susanne Gast (Hanna Schygulla), niet wegens de grote rol die de regisseur voor haar heeft voorbehouden, maar voor haar functie als kapstok waaraan de diverse intriges worden opgehangen. Burgervrouwtje Susanne Gast is via haar echtgenoot, de niet echt snuggere componist Edgard Gast (Udo Kier), bij de
cel betrokken geraakt. Overdag is ze de secretaresse van Peter Lurz (Eddie Constantine), directeur van een computerbedrijf, die in nauwe financiële schoentjes zit wegens de dalende vraag naar computers in de BRD.
Er is te weinig terrorisme in dit land, zegt hij via de telefoon tegen zijn Amerikaanse leverancier,
de politie heeft geen nood aan computers op dit moment, maar ik zal zien wat ik eraan kan doen, vertrouw mij. Lurz heeft nl. het vermetele plan opgevat om de markt eigenhandig te stimuleren via de oprichting van een terroristische cel. Als die het met de overheid aan de stok krijgt, stijgt automatisch de vraag naar computers bij de veiligheidsdiensten en de politie.
De volledige bespreking van
Die Dritte Generation kan u
hierlezen.
Angst Essen Seele Auf
Als Emmi Kurowski (Brigitte Mira), een bijna zestigjarige schoonmaakster, van haar werk naar huis terugkeert, moet ze schuilen voor een hevige regenbui. Ze stapt een cafeetje binnen dat haar al eerder was opgevallen wegens de aparte en exotische muziek die ze er vaak hoorde in het voorbijlopen en bestelt een cola. De overdreven opgemaakt dienster kan haar ogen niet geloven: haar etablissement is niet het soort gelegenheid waar oudere gepermanente volksvrouwen in een gebloemde jurk even een glaasje prik komen drinken. De gasten aan de toonbank zijn al even verbouwereerd: wat krijgen we nou? Je ziet het ze denken. De gasten blijken Marokkaanse mannen te zijn, eenzame
Gastarbeiter op zoek naar wat vrouwelijk gezelschap en af en toe iets meer. Emmi raakt aan de praat met Ali (El Hedi Ben Salem M'Barek Mohammed Mustapha), een jonge Berber, lang en slank met een volle baard, vooraan in de dertig en met voldoende kennis van het Duits om een gesprek te voeren. Als het tijd is om op te stappen, stelt Ali voor om Emmi tot aan haar flat te begeleiden. Zelf vraagt ze hem binnen voor een kopje koffie als de regenbuien opnieuw toenemen en laat hem op de bank slapen als blijkt dat het te laat is om nog te voet de verre tocht naar huis te maken. ’s Ochtends stelt ze tot haar ontsteltenis vast dat ze de nacht heeft doorgebracht met een vreemde bruine man die haar zoon kon zijn.
De dag nadien stapt Emmi zonder meer het cafeetje binnen waar ze Ali vierentwintig uur eerder heeft leren kennen. Ali duikt evenwel niet op. Groot is haar verbazing als ze hem een tijd later voor de voordeur van haar flatgebouw aantreft. Er groeit iets moois tussen Ali en Emmi en hij wordt een dagelijkse bezoeker die af en toe blijft slapen. Op een ochtend wordt Emmi door de buurvrouwen aangesproken: of ze vanaf nu het trappenhuis twee keer per week wil schoonmaken, want het is er de laatste tijd zo smerig? Emmi is ontzet, maar ze blijft kalm. Op haar werk brengt ze het onderwerp buitenlanders ter sprake en merkt voor het eerst dat haar blanke collega’s op een zeer denigrerende manier over Marokkanen en Turken praten. De huisbaas komt op bezoek en zegt dat onderverhuren verboden is.
Er is geen sprake van onderverhuring, antwoordt Emmi,
Ali is mijn vriend en wij gaan trouwen. Pas als de deur achter de flateigenaar dichtvalt realiseert ze zich de consequenties van haar woorden. Maar Ali vindt het goed. Dus krijgt Ali voor het eerst in z’n leven een pak aangepast, koopt Emmi zich een nieuw en feestelijk toilet en stappen beiden op een regenachtige ochtend in het huwelijksbootje. Emmi’s mededeling valt evenwel in slechte aarde op haar werk. Haar collega’s verklaren haar voor gek en vermijden haar gezelschap, kijken haar niet meer recht in de ogen. Ze heeft de code overtreden, ze is een hoer, een wezen van laag allooi, ze hoort er niet meer bij. Bij haar dochter en beide zoons stoot de boodschap op hetzelfde onbegrip. De jongste trapt het televisietoestel in elkaar en de beide anderen maken dat ze wegkomen:
dat had je niet mogen doen, moeder zegt Albert (Karl Scheydt), de oudste, nog.
De volledige bespreking van
Angst Essen Seele Auf kan u
hier lezen.
Mutter Küsters' Fahrt Zum Himmel
Wanneer Hermann Küsters, arbeider in een bandenfabriek in Frankfurt, niet om klokslag 6 uur thuiskomt van zijn werk, is zijn vrouw Emma (Brigitta Mira) ongerust. Op het radiojournaal hoort ze het bericht over een incident in een chemische fabriek waarbij een arbeider en een ploegbaas zijn omgekomen, maar dat het over haar eigen man gaat dringt pas tot haar door wanneer zijn collega met een beteuterd gezicht voor haar staat en bevestigt dat Hermann z’n baas om het leven heeft gebracht en daarna zelfmoord gepleegd. Emma’s wereld stort in: ze begrijpt het niet. Hermann uitte geen klachten over zijn werk of z’n baas, nooit, en depressief of agressief van aard was hij ook niet.
Er waren geruchten over dreigende ontslagen op zijn afdeling, zegt z’n collega,
misschien ging hij als gevolg daarvan door het lint. Op een uitkering hoeft Emma niet te rekenen:
wettelijk heeft u nergens recht op, verneemt ze van de personeelschef,
want de dood van uw man was geen werkongeval en bovendien heeft hij een collega gedood.
Thuis worden haar zoon Ernst (Armin Meier) en zijn zwangere vrouw Helene (Irm Hermann) door journalisten van de boulevardpers met vragen bestookt. Ema trekt zich in de keuken terug, maar laat zich door een fotograaf van
Der Illustrierte ompraten voor een interview. Ondertussen arriveert dochter Corinna (Ingrid Caven), nachtclubzangeres in München, voor de begrafenis. Ze laat zich in ruil voor een aanbeveling in een plaatselijke nachtbar door Illustrierte-medewerker Niemeyer (Gottfried John) verleiden, want die is op zijn beurt uit op pikante
inside information om z’n artikel te stofferen. Hij belooft Corinna en haar moeder een eerlijk en objectief verslag in zijn blad, maar het tegenovergestelde gebeurt: Hermann Kusters wordt in
Der Illustrierte afgeschilderd als een monster die zijn vrouw en kinderen regelmatig sloeg, een drankorgel, een geweldenaar en een gek. Het artikel raakt moeder Küsters heel diep, mede omdat Hermann nog maar net is begraven en dochter Corinna met de auteur van het schandaalstuk een relatie is begonnen en bij hem intrekt. Ernst en zijn hoogzwangere vrouw Helene maken hun plannen bekend om te verhuizen: ze willen niet langer geassocieerd worden met een
fabrieksmoordenaar. Moeder Küsters blijft alleen achter met haar verdriet.
De volledige bespreking van
Mutter Küsters' Fahrt Zum Himmel kan u
hier lezen.
BEELD EN GELUID
Zie individuele films.
EXTRA'S
Zie individuele films.
CONCLUSIE
Met minstens drie zeer sterke films en een lange rij extra's waaronder nog eens twee minder bekende speelfilms is deze
R.W. Fassbinder Collectie, Volume II een indrukwekkende selectie geworden uit het werk van de Duitse regisseur Rainer Werner Fassbinder. Niet iedereen zal zijn films interessant vinden, want de Duitser creëerde een eigen universum en behandelde thema’s van politieke en sociaal-economische aard die niet iedere dvd-koper zullen boeien. Voor wie van het werk van Fassbinder houdt en zijn belang voor de Duitse en Europese cinema in de jaren ’70 van de vorige eeuw kan appreciëren, bevat deze tweede collectie een schat aan informatie en wetenswaardigheden, naast – uiteraard – een selectie van de uitstekend gerestaureerde bioscoopfilms die hij tussen 1970 en 1979 schreef, draaide en monteerde.